Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Lelystad door Joris van Casteren

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Lelystad
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3268 woorden
  • 25 oktober 2011
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
24 keer beoordeeld

Boekcover Lelystad
Shadow
Lelystad door Joris van Casteren
Shadow
Casteren, J. van. Lelystad. Prometheus, Amsterdam, 2010.
Dit boek behoort tot het Genre, Literaire Non-Fictie. Ook is dit boek een Autobiografie.

Kort samengevat,
Schrijver Joris van Casteren (’76), groeide op in Lelystad. Hij omschrijft de stad als ‘een mislukte utopie’, maar het inspireerde hem genoeg om er een boek over te schrijven, Lelystad. Lelystad is een unieke mix van autobiografie, geschiedschrijving en literatuur. Het boek geeft een prachtig beeld van de jaren ’70, ’80 en ’90.

Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over hoe de stad tot stand is gekomen en over het leven van de eerste bewoners, zoals de ouders van de schrijver. In het tweede deel keert de auteur terug naar zijn jeugdstad en vergelijkt de stad met zijn jeugdherinneringen.


De auteur schetst hoe de nieuwe stad in de drooggelegde polder tot stand is gekomen. Lelystad is gebouwd door rijksdienst medewerkers, die een agrarische achtergrond hadden. De stedenbouwkundige die een prachtig ontwerp in gedachten had, werd naar huis gestuurd. Zijn plan uitvoeren zou te veel tijd en te veel geld kosten. De nieuwe stad Lelystad is uit de grond gestampt door ambtenaren zonder visie, volgens van Casteren; door rijksdienstmedewerkers zonder stedenbouwkundige achtergrond.

In september 1967 arriveerden de eerste bewoners; in 1976 besloten de ouders van Joris van Casteren met hun pasgeboren zoon naar Lelystad te verhuizen. De vader van Joris, een idealistische onderwijzer, kon in de nieuwe stad een baan als hoofdonderwijzer krijgen. Lelystad bood volop ruimte voor onderwijsexperimenten. De moeder van Joris werd in de nieuwe woonplaats huisvrouw; maar zij verveelde zich in haar nieuwe woonplaats waar niets te doen was. De ouders groeiden uit elkaar en gingen scheiden. Toen Lelystad een gemeente werd in 1980, was het de stad met de meeste echtscheidingen, met de meeste werkeloosheidsuitkeringen en het was het naar verhouding de meest criminele stad van Nederland.



Personages:
Joris zelf, in het eerste deel van het boek een rebelse jongen, die opgroeit als elke andere puber. Behalve dat, woont hij in Lelystad en daar gaat het goed mis. De jeugd daar is crimineel, en de buurt is gevaarlijk.
Hij gaat samen met zijn vriend Wolfgang de tijd door.

Wolfgang, hij is de beste vriend van Joris, tenminste in het grootste deel van het boek. Zijn vader is een mislukt zakenman, die faillissement na faillissement tegemoet gaat. Zijn moeder woont ergens ver weg.

De vader van Joris, de eigenaar van de basisschool en beoefenaar van nieuwe leer methodes. Hij speelt niet een enorm belangrijke rol in het verhaal maar is zeker niet onmisbaar.

De moeder van Joris, een lesbienne die meerdere vriendinnen ontvangt. Joris snapt dat zijn moeder op vrouwen valt, maar verteld dit aan niemand. De buurt doet niet bepaald aardig tegen lesbiennes.



Perspectief/Vertelwijze:
Het verhaal word verteld in de verleden tijd, De schrijver verteld het als zijn eigen herinnering. Wel is het verhalend opgezet.



Structuur van de Roman/Tijd:

Chronologisch, eerst deel een dan deel twee.
Alleen zit er in deel een nog een stuk van de schepping van Lelystad tussendoor.

Dit deel is dus niet geheel chronologisch.


Ruimte:
Lelystad, dit is waar het hele verhaal zich afspeelt.


Thematiek:
Het “Mislukte project Lelystad”


Motieven:


Titel Verklaring:
Het verhaal speelt zich af in Lelystad, de stad die uit de zee komt. Het gefaalde project Lelystad.


Taalgebruik:
Modern, Eenvoudig en Beeldend.



Recensies:

van Joris van Casteren levert een overtuigend beeld van de hoofdstad van de jongste Nederlandse provincie, Flevoland. Van Casteren, die niet alleen schrijver is, maar ook journalist en auteur van reportages, weet verschillende literaire en journalistieke genres op de beste manier te gebruiken en toont dat hier met een verbluffend resultaat.

Van Van Casteren (1976) verschenen eerder de dichtbundel Grote atomen(2001) en journalistieke reportages als De man die 2 ½ jaar dood lag(2003) en Requiem voor een pitbull (2007). Dit nieuwe boek is een persoonlijke geschiedenis van Lelystad. Persoonlijk, omdat de sociale, politieke en culturele historie van Lelystad wordt doorsneden met doorleefde autobiografische fragmenten.


De eerste helft van Lelystad gaat over het droogleggen van de Flevopolder, de totstandkoming van Lelystad en het leven van de eerste bewoners – zoals de ouders van de auteur. Van Casteren beschrijft zijn moeilijke jeugd in de nieuwe, kunstmatige stad. In de tweede helt vertelt Van Casteren over het Lelystad van nu. Na vijftien jaar keert hij terug naar zijn ‘jeugdstad’ om die te vergelijken met de stad uit zijn herinneringen.
Lelystad is een geslaagde combinatie van reportage, geschiedschrijving en memoire-literatuur. In zijn verhaal over het ‘mislukte project Lelystad’ geeft Van Casteren een gedetailleerd beeld van de geschiedenis van deze lelijke, gevaarlijke en ongelukkige stad. Tegelijkertijd beschrijft hij met evident literair talent, in een koude, strenge stijl en zonder zelfmedelijden, zijn eigen jeugd in het Nederland van de jaren ’80 en ’90. De moeizame relatie met zijn ouders (vader idealistisch, moeder lesbisch geworden) en zijn problematische tienerjaren komen in deze ‘probleemstad’ nog pijnlijker naar voren dan in andere Nederlandse steden het geval zou zijn geweest. .

Van Casteren beschikt over de gave om humor en sociale kritiek te mengen tot een smakelijke mix:

‘De afdeling onderwijs functioneerde niet goed. Er werkten mensen die nauwelijks iets doen. Een man, een vriendelijke zonderling, was de hele dag bezig met het opstellen van een lijstje van dingen die hij die dag moest doen. De dag was voorbij als het lijstje klaar was.’

Maar vaak gebruikt hij ook een ander soort humor – zwarte, bittere ironie. Bijvoorbeeld als hij de vriendinnen van zijn moeder beschrijft.

‘Na Gemma kwam er een vrouw over de vloer die Truus heette, ze zat in het damesbasketbalteam. Na Truus volgde Hermien. Nog minder dan de andere vrouwen van het vrouwentrefcentrum was Hermien van een man te onderscheiden.’

Lelystad is een onbehouwen wildernis, bevolkt door de meest rare en ongelukkige mensen: belijders van de New Age-gedachte, lesbische vrouwen die een relatie met een man hebben, alcoholisten, drugsdealers, schizofrene personen, criminelen, gebruikers van anabole steroïden, gefrustreerde werklozen, skinheads, zigeuners en punks – om maar wat te noemen.mso-fareast-font-family:color:black;mso-fareast-language:
NL"> In Lelystad is het moeilijk om gewoon en normaal te blijven. ‘Van deze stad kon Frederik van Eeden niet gedroomd hebben.’ Het is een stad waar de kloof tussen utopie en de verschrikkelijke realiteit bijzonder goed zichtbaar is.

Hoe is het mogelijk dat de probleemjongere die Van Casteren destijds was niet op het verkeerde pad is geraakt? Veel van zijn vroegere vrienden zijn blijven hangen in hun troosteloze bestaan of zelfs in de zware criminaliteit beland. Iets moet hem de power hebben gegeven zich los te scheuren. ‘Die avond voor de televisie veranderde mijn wereld op slag. Na drie Amerikaanse series viel ik op een publieke zender in een documentaire over Vijftigers (...) De poëzie activeerde een gebied in mijn hersens dat nooit eerder geactiveerd was.’ Met deze verwijzing naar de grensverleggende, experimentele taal van dichters als Lucebert en Remco Campert die een puberende probleemjongere perspectief bood, is Lelystad ook een verhaal geworden over de kracht van literatuur en de macht van de verbeelding.

Van Casteren typeert Lelystad als een ‘serum tegen verbeelding’, maar de verbeeldingskracht van deze auteur is zo sterk dat hij zijn kale jeugd in een naargeestig oord glansrijk heeft verwerkt in een tot ieders verbeelding sprekend portret van ‘zijn Lelystad’.


BRON: Recensieweb.nl


Recensies:
'Lelystad was een serum tegen de verbeelding', schrijft Joris van Casteren in Lelystad. Dat neemt niet weg dat zijn reportages een beeld van de stad oproepen dat haarscherp en gruizig, deprimerend en komisch tegelijk is. Lelystad is als enige non-fictietitel genomineerd voor de AKO Literatuurprijs, die op 10 november wordt uitgereikt. Een volkomen terechte nominatie.

Het boek biedt een combinatie van algemene en persoonlijke geschiedschrijving. Het begint allemaal ergens in de negentiende eeuw, met de eerste plannen voor drooglegging en de utopische visies van nieuwe steden die uit het water oprijzen. Niet lang na de geboorte van Lelystad verhuist het gezin Van Casteren naar een van de eenvormige nieuwbouwhuizen en vanaf dat punt lopen kindertijd, puberteit en volwassenwording van de stad en haar chroniqueur min of meer gelijk op.

Zonder opsmuk
Lelystad is een stad zonder metaforen, stelt Van Casteren, alles is plat en zonder symboliek. Zijn stijl reflecteert die platheid: hij schrijft droog en zonder opsmuk. Dat werkt goed. De grote Cornelis Lely introduceert hij als volgt:

Cornelis Lely was een dikkige man met een puntbaard. Hij gaf zijn kinderen en kleinkinderen degelijke cadeaus. Lely kon een zware stoel aan één poot optillen en noten kraken in zijn hand. Soms maakte hij aan tafel een bouwwerk van borden en glazen, zonder dat er iets brak.
Nooit zei Cornelis Lely iets onverstandigs. Hij hield van wandelen, zwemmen en schaatsen. Als een potje lijm ergens vijf cent goedkoper was, kocht hij het daar. Cornelis Lely had bakkebaarden en een frisse gelaatskleur. Iedere ochtend dompelde hij zich in een koud bad. Als hij het huis verliet, zette hij een hoge hoed op.

De keuze van details, zo sec opgesomd, verraadt een groot schrijver, die niet alles hoeft uit te leggen maar juist de verbeelding aan het werk laat – de verbeelding waar het Lelystad zelf aan ontbreekt. De verhalen van de rijks architecten, de visionaire polderaars en eerste bestuurders beschrijft Van Casteren op dezelfde toon als die van de eerste bewoners, zijn vrienden en buren die misschien niet allemaal verkeerd terechtkomen, maar wel allemaal op een moment in hun leven door een diep dal gaan.

De talloze personages krijgen vaak in een enkele alinea kleur. Daartussendoor loopt de observerende verteller die zich niet nadrukkelijk op de voorgrond plaatst, maar ook niet bang is om zich bloot te geven. Zijn observaties zijn herkenbaar en vaak komisch. Hoe iedereen op het schoolplein opeens die verwende, vroegwijze jongeren nadeed uit de tv-serie Beverly Hills. En wie had niet een klasgenoot met een lesbische moeder of een criminele vader? Tegelijk zijn ze vreemd, over the top, wrang en onvoorstelbaar.


Monument
Van Casteren schreef een klassiek Bildungsverhaal, van een jongen die zich ontworstelt aan zijn afkomst, daarmee in het reine moet komen. Bijna gaat hij eraan onderdoor, als hij doordeweeks dronken langs de dreven van de stad zwalkt en herhaaldelijk met zwaailichten aan wordt afgezet op het politiebureau. Ook is Lelystad een schets van een voorbije tijd. De jaren zeventig, met idealistische leraren die lang haar hadden en 'krities' waren. Dan de jaren tachtig, vol werkloosheid en vandalisme, dat in de jaren negentig uitloopt op criminaliteit en consumptiedrang.

Zoals de stijl van de stad en de stijl van het boek elkaar reflecteren, zo laat Van Casteren de tijdgeest spiegelen in zijn eigen herinneringen en zijn herinneringen in de tijdgeest. Lelystad is een genrevernieuwend werk dat met maar weinig andere boeken te vergelijken is. Autobiografie, geschiedenis en 'plaatsen van herinnering' gaan samen in een monument in woorden. Een monument voor die vreemde plaats, de eerste stad zonder verleden. Joris van Casteren geeft de verguisde plek waar hij opgroeide een geschiedenis.

BRON: 8weekly.nl


Recensies:
Lelystad, spiegel van de jaren 70, 80, 90 én nul

Lelystad is een eigenaardige mengvorm van moderne geschiedenis en autobiografie. Sinds het boek verschenen is, vertelt de auteur in interviews hoeveel hij van de stad houdt. Maar in de meer dan driehonderd bladzijden is er weinig om van te houden. Het beeld dat van Lelystad oprijst is dat van een sociale nachtmerrie, een openbare inrichting.
Van Casterens vader is in 1976 een jonge leraar, vervuld van de onderwijskundige idealen van die jaren. In Lelystad wordt volop geëxperimenteerd met progressieve onderwijsmethoden en dus solliciteert hij. Zijn ideaal is onderwijs dat ‘op sosiaal, psiegologies en eties verantwoorde wijze optimaal en eigentijds funktioneert’.

Intussen verloopt de groei van Lelystad niet zoals gehoopt. Dat komt deels doordat de inpoldering van de Markerwaard niet doorgaat. Hierdoor wordt Lelystad een geïsoleerde buitenpost, in plaats van een nieuw knooppunt. In aparte hoofdstukken schetst Van Casteren kort maar raak de historische en bestuurlijke context van deze misschien wel grootste Nederlandse mislukking van de 20ste eeuw. De gemeente probeert mensen met aantrekkelijke voorwaarden en heroïsche retoriek te verleiden zich in de ‘op het water veroverde stad’ te vestigen. Maar de televisiebeelden van kale nieuwbouwwijken, waar het zand uit de vlaktes de stenen van de schrale nieuwbouwhuizen schuurt, trekken weinig mensen aan. Lelystad moet genoegen nemen met iedereen die er maar wil wonen. Dat zijn vooral aso’s uit Amsterdam. En zo wordt vrijwel vanaf het begin het fundament gelegd voor een mislukking.

Terwijl bij de bevlogen vader de stoelen regelmatig door het lokaal vliegen, zit moeder Van Casteren in eenzaamheid te verpieteren. Daar hebben meer vrouwen in Lelystad last van. De sherryverkoop vaart er wel bij. De vader, die in het boek naar voren komt als een rustige en behulpzame, maar ook weinig invoelende man, heeft oog noch oor voor haar klachten. In 1979 scheiden ze, zonder slaande deuren.


Lelystad is een perfect tijdsbeeld van de jaren 70, 80 en 90. De onderwijsmodes, de ellendige nieuwbouw, de mannenhatende feministes en vooral de ‘permissive society’, waarin het recht van de sterkste geldt. Ook Hans Gruijters, burgemeester van 1980 tot 1996, komt voorbij. De kleurrijke en eigenzinnige intellectueel is volkomen misplaatst in deze stad. Hij laat zich rondrijden in een 2CV en heeft een lopende rekening bij de boekhandel. Gruijters zoekt uit wat van zijn gading is en wappert er vluchtig mee als hij langs de kassa loopt. Van Casteren heeft dit soort pareltjes in het boek kunnen verwerken door zeer uitgebreid onderzoek in verschillende archieven.

Het is allemaal zó raar en soms schokkend wat Van Casteren beschrijft, dat hij terecht voor een sobere stijl heeft gekozen.In korte, heldere zinnen beschrijft hij wat er voorvalt en wat er wordt gezegd. Wat er wordt gevoeld en gedacht, ook door hemzelf, blijft geheel verzwegen. Dat maakt het boek tot een bijna fenomenologische exercitie.
Toch is het soms onbevredigend. De vader en de moeder zijn niet veel meer dan sjablonen. Hoe was de relatie tussen Van Casteren en zijn ouders nou precies? Waarom besloot de moeder niet te verhuizen? En hoe hield de vader zijn idealen overeind in de barre omstandigheden? Je leest er niets over.

BRON: NRC.nl


Schrijver
“Toch is het soms onbevredigend. De vader en de moeder zijn niet veel meer dan sjablonen. Hoe was de relatie tussen Van Casteren en zijn ouders nou precies? Waarom besloot de moeder niet te verhuizen? En hoe hield de vader zijn idealen overeind in de barre omstandigheden? Je leest er niets over.”
Dit is een kenmerkend citaat uit de recensie van het NRC. Duidelijk is hij hier dat hij het boek onbevredigend vond, maar wel goed.

Joris van Casteren (Rotterdam, 5 januari 1976) is een Nederlandse schrijver, dichter en journalist te Amsterdam.

Hij studeerde aan de Utrechtse School voor Journalistiek en later filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Op jonge leeftijd was hij werkzaam bij regionale kranten als Dagblad Flevoland en de Zwolse Courant. Hij werd op zijn eenentwintigste redacteur bij het weekblad De Groene Amsterdammer, alwaar hij tot september 2002 in dienst bleef. Later won hij het gouden pennetje in 2004. Hij heeft meerdere boeken geschreven waaronder:

Redactie binnenland (2001)

Grote Atomen: gedichten (2001)
In de schaduw van Parnassus: gesprekken met vergeten dichters (2002)
De man die 2 ½ jaar dood lag (2003)
Een vreselijk land. De mooiste journalistieke verhalen van Nederland (2005)
Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf: portretten van vergeten schrijvers (2006)
Requiem voor een pitbull (2007)
Lelystad (2008)


Mening
Dit boek werd mij aangeraden door Mevrouw Smetsers. Het leek mij ook leuk om dit boek te lezen, ik wist niet wat ik kon verwachten en ben blij verast. Het boek was humoristisch, ironisch en vernieuwend. Ik had nog nooit een autobiografie gelezen, dus deze ervaring was helemaal ongekend. Ik kon me goed inleven in Joris zijn leven, en herkende mezelf in hem soms. Bijvoorbeeld met bepaalde dingen die hij deed heb ik ook gedaan of heb ik een sterk verlangen naar gehad om ook te doen.

Ik vond het een zeer goed boek doordat het vernieuwend is. Ik heb nog nooit een autobiografie gelezen. De online recensies die ik heb gelezen, geven die ook aan dat dit boek een spectaculaire mix is van een verhaal en een autobiografie, wat ongekend is in de literaire wereld. Het is een kunst om een autobiografie te maken die leesbaar is voor mensen die niet fan zijn van de persoon waar het over gaat. Ik kende de schrijver niet eens voor ik het boek las, laat staan dat ik fan zou zijn. Ik weet dat een autobiografie over een willekeurige andere schrijver mij minder zou hebben geboeid dan wat van Casteren heeft gedaan. Hiervoor echt, petje af.


Ook vind ik het erg knap dat hij de waarheid zo goed heeft behouden (voor zover wij weten). Hij is aangeklaagd voor zijn boek, en de stad Lelystad heeft nog geprobeerd de uitgave van dit boek tegen te gaan. Dit is voor mij bewijs dat mensen dachten dat Van Casteren te dicht bij de waarheid kwam. Mensen houden niet van de waarheid, en zeker niet als het over hun gaat. Hij schreef dit boek heel sober, en niet met zelf medelijden over zijn rotte jeugd, wat zeker een eigenschap is van puur vakmanschap. De schrijver weet goed zijn verhaal over te brengen, dat zeker. De manier waarop hij beschrijft hoe rot zijn leven is, maar geen medelijden vraagt is enorm knap. Hij beland meerdere malen in de gevangenis, maar geeft toe dat het terecht was. Hij heeft een lesbische moeder waar hij in zijn jeugd mee zat omdat zijn vrienden dat niet accepteerde, maar verteld zit zo zodat het niet overkomt alsof hij medelijden wilde. Het komt meer over alsof hij er vrede mee heeft.

De dingen die hij doet in dit boek spreken mij aan. Hij ervaart dingen, en beschrijft ze zo zodat ze herkenbaar zijn. Ik leef met hem mee en een aantal dingen die hij deed heb ik ook gedaan en moeten doorstaan. Het is ongelofelijk hoe de schrijver zijn herinneringen zo goed kan verwoorden. De herkenning speelde erg op, net als de verbeelding.

Het is duidelijk dat van Casteren geen slecht beeld over Lelystad wilde neer zetten, hij probeerde juist kritiek te geven op de mensen die er woonden. Dit is nog niet duidelijk in het begin van het boek, in het eerste deel.. Maar ik het tweede deel word dit snel duidelijk, hij bezoekt zijn oude vrienden weer en kijkt waar zij zijn beland. Zo laat hij zien, dat ook al woonden ze niet in Lelystad (een aantal waren verhuisd) ze nogsteeds nietsnutten waren.

Van Casteren is niet de eerste autobiografische schrijver, maar zeker wel een originele. Zijn autobiografie was meer een belevenis dan een autobiografie. Je word erin gezogen, en leeft met hem mee. Hij schrijft het als een verhaal, niet als een autobiografie.

De roman is zeker goed leesbaar, van begin tot het eind bleef het boek mij boeien, een enorme aanrader. Ik ga zeker meer van Joris van Casteren lezen. De volgorde was chronologisch, de opbouw was helder en het taalgebruik was modern en simpel. Van Casteren, petje af.

“Hoe was de relatie tussen Van Casteren en zijn ouders nou precies? Waarom besloot de moeder niet te verhuizen? En hoe hield de vader zijn idealen overeind in de barre omstandigheden? Je leest er niets over.”

De recensenten hebben het naar mijn idee allemaal goed. Ookal is het enorm vernieuwend, mist er nog wel iets.. Iets wat het echt persoonlijk maakt.. Ik denk dat van Casteren dit te persoonlijk vond om met ons te delen, dan heb ik het natuurlijk over de band tussen Joris en zijn ouders.

Ik vond dit boek, voor een autobiografie, enorm spannend en meeslepend.

“De keuze van details, zo sec opgesomd, verraadt een groot schrijver, die niet alles hoeft uit te leggen maar juist de verbeelding aan het werk laat”

Als een kind van 17 het kan lezen, wat totaal niet de doelgroep is, en het een plezier vind, moet van Casteren wel een kundig schrijver zijn.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.