Lef door Hans Mijnders

1. Schrijver De schrijver is Hans Mijnders. Hij werd op 29 oktober 1958 in Rhoon geboren. Na de HAVO studeerde hij aan de pabo ‘De Driestar’ in Gouda. In 1982 werd hij leerkracht op de christelijke basisschool ‘De Ark’ in Ridderkerk en vervolgens directeur van de Rehobothschool in die plaats. Hans Mijnders is getrouwd en heeft drie kinderen. De Nederlandse kust is zijn favoriete vakantie bestemming. Zijn hobby’s zijn lezen, squash en uitwaaien aan het strand. Hier zijn een paar boeken die Hans Mijnders heeft geschreven: 1. Schuld! (1999) 2. Lef (2000) 3. Stress in groep zes (2001) 4. Verdacht (2001) 5. De kracht van groep acht (2002) 6. Kleur bekennen (2003) 7. Overleven in groep 7 (2003) 2. Inhoud Bastiaan Diepstraten is verhuisd en komt in een nieuwe klas terecht. Hij vindt de klas heel leuk en sluit al snel vriendschap met Evelien. Samen vinden ze dat Maarten, een jongen uit hun klas, zich nogal vreemd gedraagt. Hij reageert heel afstandelijk. Ze weten niet dat de vader van Maarten hem dwingt om met hem mee te gaan en dan pinpassen te stelen. Ze rijden naar een ander dorpje of stadje en zetten de auto ergens neer. Dan doen ze net of dat ze elkaar niet kennen. Maarten’s vader zoekt bij een pinautomaat naar een geschikt slachtoffer, meestal een oudere meneer of mevrouw. Hij kijkt dan snel over hen heen mee en op die manier weet hij de pincode. Hij vraagt dan keurig netjes om een aansteker om zijn sigaret mee aan te steken en wanneer de pas dan uit de automaat komt, schiet Maarten van de andere kant tevoorschijn en pikt snel de pinpas uit de automaat. Dan rijden ze naar een andere automaat, waar Maarten’s vader dan snel zo veel mogelijk geld pint. Maarten krijgt 10 procent van hetgeen zijn vader heeft gepind. Hij is helemaal niet blij met dat geld

Bastiaan probeert er samen met Evelien achter te komen wat er met hem aan de hand is. Bastiaan gaat soms naar het squashcentrum, en daar is Maarten ook wel eens. Hij vraagt aan Els, het meisje dat achter de bar werkt, om Maarten in de gaten te houden en hem een beetje uit te horen. Maar Maarten laat niets los. Hij drinkt daar meestal veel bier en een paar porties bitterballen. Soms gaat zijn vader met hem mee en dan doet hij heel schichtig. Maarten voelt zich heel ellendig, maar hij moet mee van zijn vader. Daarom laat hij zich vaak vol lopen met bier. Hij wil zijn geheim aan iemand vertelen. maar hij durft niemand in vertrouwen te nemen. Wanneer Bastiaan een berichtje in de krant leest over pinpasdieven en dat de ongeveer 15-jarige jongen die het pasje stal over een fiets gestruikeld was, beginnen bij hem en bij Evelien de stukjes van de puzzel in elkaar te vallen. Daarom had Maarten zoveel geld op zak en waren zij hem een keer op een avond dronken op straat tegengekomen. Daarom strompelt hij met een been. Als Bastiaan het krantenberichtje aan Maarten laat zien, beseft Maarten dat ze hem doorhebben. Hij moet nog een keer mee met zijn vader op het dievenpad en hij besluit om te vluchten. Eenmaal weggelopen weet hij niet waar hij naartoe moet. Hij besluit bier, koeken en een reep te kopen in een supermarkt en op een bankje in het park op de eten. Na 4 blikjes bier is hij aardig aangeschoten en besluit hij om Bastiaan in vertrouwen te nemen. Hij schrijft een briefje waarin hij alles opbiecht. Die avond ziet Bastiaan Maarten dronken en aan het overgeven twee straten bij zijn huis vandaan. Snel haalt hij zijn vader en samen nemen ze Maarten mee naar huis. Ze besluiten hem zijn roes te laten uitslapen en de volgende dag weer terug naar huis te brengen. Bastiaan vind de brief in Maartens zak. Ze bellen de ouders van Maarten op en zeggen dat ze Maarten hebben gevonden en of ze hem morgenvroeg mogen thuisbrengen om dan gelijk met de ouders van Maarten te praten over het briefje. De volgende dag gaat meneer Diepstraten mee naar de ouders van Maarten en vertelt hij dat hij alles wist. Het lijkt hem het beste om zelf aangifte bij de politie te doen. Dat doet meneer van der Hoven uiteindelijk toch maar. Maarten krijgt waarschijlijk geen straf, maar zijn vader wel. Aan het eind van het boek vraagt Bastiaan aan Evelien verkering, omdat hij haar een supergave meid vind. 3. Personages/ hoofdpersonen Bastiaan: Bastiaan is de hoofdpersoon. Hij is eigenlijk degene die het probleem rond Maarten oplost. Hij wordt snel rood en is erg behulpzaam. Hij is ook een beetje verlegen. 4. Personages/ bijfiguren Maarten: Maarten wordt snel agressief en is bang voor zijn vader. Hij is erg onzeker en durft niet voor zijn mening uit te komen. Hij moet met zijn vader mee om de pinpassen te stelen. Evelien: Evelien is een jongensgek en neemt geen blad voor de mond. Ze heeft ook veel lef. Ze helpt Bastiaan goed met het probleem rond Maarten. 5. Tijd Het verhaal speelt zich af in deze tijd. Het gaat over pinpassen en die hadden ze vroeger niet. 6. Plaats Het speelt zich af op: - de Ridderschool, de school waar Maarten, Evelien en Bastiaan opzitten; - in het winkelcentrum, daar stelen Maarten en z'n vader de pinpassen stelen; - in het café, Bastiaan werkt in een café en daar werkt Maarten soms ook.