Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Lanceloet en het hert met de witte voet door Onbekend

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Lanceloet en het hert met de witte voet
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3581 woorden
  • 26 oktober 2001
  • 505 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
505 keer beoordeeld

Boekcover Lanceloet en het hert met de witte voet
Shadow
Lanceloet en het hert met de witte voet door  Onbekend
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Beschrijvingsopdracht
Complete titelbeschrijving
Auteur onbekend, Lanceloet en het hert met de witte voet. Leeuwarden 1989 (tweede druk). Waarom ik dit boek gekozen heb Ik heb voor dit boek gekozen omdat ik in de bibliotheek (in Ambacht) bijna geen Middeleeuwse boeken kon vinden waarin zowel de originele tekst als de vertaling stond. Dit boek leek me wel leuk, maar het maakte me verder ook niet echt uit welk boek ik zou lezen. Ze hadden de bekendste boeken, maar bijna geen onbekende boeken die wel op de literatuurlijst van school staan. Daarom heb ik deze genomen ook al wordt die al vaak gelezen. Korte weergave van de inhoud Op het kasteel van koning Arthur is de hofdag net voorbij als er een jonkvrouw aan komt rijden met een wit hondje bij haar. Ze zegt dat er in het mooie groene dal in de streek een bos is, ingesloten tussen twee bergen, met daar omheen hoge muren. Het is moeilijk om in het bos te komen, behalve op één plaats in het bos, waar een heel klein poortje is. Een hert met een witte voet is heer en meester over de rivier en over het bos in het dal. Het hert wordt bewaakt door reusachtige leeuwen. Het hondje dat de jonkvrouw bij zich heeft kan de weg naar het bos leiden waar het hert zich bevindt. De jonkvrouw is een gezante van een koningin. De koningin, mooi en jong, heeft gezworen dat ze de man, die haar de witte voet van het hert brengt, zal trouwen. Keye, een ridder van koning Arthur, wil zijn geluk beproeven en neemt het hondje mee. Te paard gaat hij achter het hondje aan, tot ze bij een brede rivier komen. Het hondje staat zo aan de overkant, maar Keye besluit terug te keren als hij ziet dat er geen oversteekplaats is. Het hondje gaat met hem mee en samen keren ze terug naar het kasteel van Arthur. Als Keye Heer Walewein ziet, zegt hij dat hij plotseling ziek werd en dat hij daarom niet verder is gegaan. Ondertussen heeft de ridder Lancelot het verhaal over het hert met de witte voet ook gehoord en hij besluit de opdracht uit te voeren. Te paard volgt Lancelot het hondje totdat ze bij het poortje van het bos komen. Het poortje werd oorspronkelijk door tien leeuwen bewaakt, maar een vorige ridder, die het niet had overleefd, had er al drie gedood. Lancelot doodt in een heftige strijd de overige leeuwen, maar hij raakt hierbij erg gewond. Toch stapt hij weer op zijn paard om het hert te zoeken. Het snelle hondje ziet het hert en heeft het al gauw te pakken. Hij doodt het en Lancelot snijdt het witte voetje af. Vervolgens valt hij neer op de grond. Hij heeft geen energie meer door zijn zware verwondingen. Op dat moment komt er een ridder aanrijden op een mooi paard. Lancelot vraagt aan de ridder of hij de witte voet naar de jonkvrouw wil brengen en of hij haar wil zeggen dat hij zwaar gewond in het bos ligt. Ook moet hij zeggen dat Lancelot zo snel mogelijk zal komen en dat ze tot die tijd niemand anders tot man moet nemen. De ridder neemt de witte voet aan en slaat vervolgens met zijn zwaard Lancelot hard neer. Hij denkt dat Lancelot wel aan zijn wonden zal overlijden. De ridder gaat naar het kasteel van de koningin. Deze is erg verbaasd als de onbekende ridder met de witte voet aankomt. Ze wil eigenlijk niet met hem trouwen, want ze vindt hem lelijk en slecht. De gedachte aan een huwelijk met hem maakt haar diep ongelukkig. Ze besluit dat al haar ridders naar het kasteel moeten komen, om haar raad te geven. De volgende morgen zijn al haar ridders, en drie koningen met hun ridders, in de ridderzaal. Ze horen het verhaal van de koningin aan en stellen vragen aan de ridder, die natuurlijk zegt dat hij het hert zelf heeft gedood en dat hij zijn beloning wil. Ze besluiten dat het huwelijk twee weken wordt uitgesteld, tot grote blijdschap van de koningin. Walewein, die zonder de koning maar met Guenevere, de vrouw van koning Arthur, in Kardole is, raakt bezorgd omdat Lancelot niets van zich laat horen. Hij besluit naar hem op zoek te gaan. Hij vindt de gewonde Lancelot, die hem verteld wat er gebeurd is. Walewein brengt hem naar een arts en gaat zelf naar de koningin, want de dag van het huwelijk is al aangebroken. Hij vertelt de koningin en de menigte wat er echt gebeurd is en iedereen wil dit graag geloven, omdat niemand de ridder mag. De ridder zegt dat Walewein liegt. De twee krijgen ruzie en er komt een tweekamp. Walewein wint het gevecht en doodt de ridder. Walewein deelt mee dat hij naar zijn vriend Lancelot moet gaan om te kijken of die al genezen is, maar de koningin wil graag dat hij blijft overnachten. Hij slaapt in het mooiste bed dat hij ooit heeft gezien. De volgende morgen gaat hij naar Lancelot. Wat later, als Lancelot genezen is, gaan hij en Walewein naar de koningin. Lancelot wil haar eigenlijk helemaal niet tot vrouw nemen, omdat hij van koningin Guenevere houdt. Hij vraagt haar of zij ermee instemt als het huwelijk pas over een tijdje plaatsvindt. Ze zou het liefst meteen met hem trouwen, maar ze zegt dat ze bereid is zijn wil te gehoorzamen. Na drie dagen keren Walewein en Lancelot terug naar het kasteel van koning Arthur en koningin Guenevere en ze vertellen hen wat ze hebben meegemaakt.
Uitgewerkte persoonlijke reactie
Onderwerp
Ik vind het onderwerp niet echt boeiend. Het is een beetje cliché, met goede en slechte personages, en de slechte krijgen uiteindelijk wat ze verdienen. De schrijver geeft ook duidelijk zijn visie op het onderwerp, bijvoorbeeld in het volgende fragment (regel 284-294): ‘Hij pleegde een schandelijke, eerloze daad. Was er maar iets aan te doen geweest!’…‘Hij vergold goed met kwaad, zoals zo vaak in heden en verleden. Moge de onsterfelijke God alle slechte mensen weerhouden opdat zij zich zullen bedenken en zich van alle slechtheid afwenden om zich op de juiste wijze te gedragen.’ De schrijver geeft hier niet alleen zijn oordeel over het gedrag van de ridder. Hij probeert de lezer ook iets te leren over juist en onjuist gedrag. Dat vind ik niet echt leuk, want het doet niet terzake voor het verhaal en de mening van de schrijver over goed en slecht gedrag interesseert me niet zo. Ik vind dat het onderwerp met weinig diepgang wordt beschreven, want de gebeurtenissen staan centraal en er wordt weinig achtergrondinformatie gegeven. Ook kom je niet echt te weten wat er in de hoofden van de hoofdpersonen omgaat, omdat je het verhaal niet ziet door de ogen een personage, maar door die van de schrijver. Gebeurtenissen Ik vind het leuk dat de gebeurtenissen kort en bondig worden verteld, zonder lange beschrijvingen, bijvoorbeeld van de omgeving, tussendoor. Die vind ik maar saai en ik onthoud toch nooit echt wat er nou precies in stond. Gedachten en gevoelens van de personages worden slechts af en toe terloops vermeld. Het gaat echt om de gebeurtenissen. Die vind ik best voorspelbaar, want de schrijver geeft aan het begin van het verhaal al min of meer aan hoe het zal aflopen; de gemene ridder krijgt wat hij verdient: ‘Maar hij zal spoedig ondervinden of zijn streek hem iets zal opleveren.’ Maar ik vond het wel verrassend dat Lancelot en de koningin niet gingen trouwen aan het einde, want dat had ik wel verwacht. Maar hij wilde niet met haar trouwen omdat hij van Guenevere hield, en dat wist ik niet omdat ik de andere verhalen over Lancelot niet gelezen had. Personages De hoofdpersoon is Lancelot, een ridder van koning Arthur. Hij is de held van het verhaal, die zich keurig gedraagt en erg dapper is. Net als de andere personages is hij een type, geen karakter. Je komt zijn gevoelens, zijn gedachten en zijn geestelijke ontwikkeling niet te weten en zijn gedrag is vrij voorspelbaar. Dit geldt ook voor de slechterik van het verhaal, de ridder van wie de naam niet genoemd wordt. Ook hij is een type vanwege bovenstaande redenen. Omdat deze personages zo oppervlakkig beschreven worden en alleen maar ‘goed’ of ‘kwaad’ zijn, vind ik ze niet zo levensecht. Ik kan me wel inleven in de koningin, die niet wil trouwen met de ridder, omdat ze hem lelijk en slecht vind. Ook vind ik het wel te begrijpen dat Lancelot niet met haar wil trouwen, omdat hij van Guenevere houdt. Opbouw Ik vind de opbouw van het verhaal niet ingewikkeld. Het is maar een kort verhaal en het wordt chronologisch verteld. Je ziet alles door de ogen van de schrijver. Er zijn geen flashbacks in het verhaal. Af en toe vind je wel een anticipatie, bijvoorbeeld: ‘Maar hij zal spoedig ondervinden of zijn streek hem iets zal opleveren’. Deze vooruitwijzing verklapt al een beetje hoe het afloopt, maar je weet het toch niet zeker. Daarom word je nieuwsgierig en wil je gauw verder lezen om te weten hoe het afloopt. Ik vind dat de opbouw van de tekst goed past bij het onderwerp, want het is een kort verhaal dat meestal voorgelezen werd en dan maken terugblikken het alleen maar onnodig ingewikkeld. Het boek heeft geen open einde en ik bleef niet met vragen zitten, dat vond ik leuk. Taalgebruik Ik vind het Middelnederlands moeilijk te lezen door de schrijfwijze en de ingewikkelde zinsbouw. Als ik de vertaling erbij houd en ik lees de originele tekst door, dan snap ik het wel. Ik vind de vertaling niet moeilijk te lezen. Er worden geen moeilijke woorden gebruikt en de zinnen zijn makkelijk. Er wordt niet veel gesproken in dit boek, maar het beschaafde taalgebruik past bij de personages, want ze zijn van adel en ze gedragen zich zo hoofs mogelijk.
Verdiepingsopdracht
Politieke, sociaal-economische en culturele achtergronden
Politieke achtergrond
Het ontstaan van de Arthurromans heeft te maken met de politieke situatie aan het eind van de twaalfde eeuw. De eerste Arthurromans werden geschreven door Chrétien de Troyes. Zijn mecenassen waren de vorstenhuizen van Champagne en Vlaanderen. Deze voerden oppositie tegen de Franse koningen. Arthur werd zo de literaire concurrent van Karel de Grote, een vroegere Franse vorst en de hoofdpersoon in de Karelromans. Standentheorie In de Middeleeuwen was er een standentheorie. Er waren drie standen: de geestelijkheid, de adel en de ridders en de boeren en de vissers. De geestelijkheid hield zich bezig met bidden, de adel en de ridders met strijden en de boeren en de vissers met werken. Alle personen in het verhaal behoren tot de stand van de adel en de ridders. De andere maatschappelijke groepen, de geestelijkheid en de boeren en de vissers, komen niet voor in het verhaal, daardoor wordt de standentheorie niet echt belicht. Feodale stelsel In de tijd waarin dit boek geschreven werd was er het feodale stelsel: een vorst, de leenheer, leende aan een vazal een stuk grond dat deze mocht bewerken. In ruil daarvoor moest de vazal de plechtige gelofte afleggen dat hij de leenheer altijd zou bijstaan in nood en voor hem zou vechten. Hij moest hem met raad en daad bijstaan: consilium et auxilium. Het kernbegrip van het feodale stelsel was trouw. Het wereldbeeld van de middeleeuwer werd sterk beïnvloed door het feodale stelsel. Dit is vaak te zien in middeleeuwse literatuur. Soms komen in het verhaal een leenheer en zijn vazallen voor, maar vaak is ook aan het taalgebruik de invloed te zien. De woorden trouw en onderdanig worden bv. ook vaak in liefdesverhalen gebruikt. In dit boek herkende ik niet zo veel dingen van het feodale stelsel. Ik vroeg me af of Lancelot, Keye en de andere ridders van koning Arthur de vazallen van Arthur waren of niet (ik denk het wel). Als dat zo is komt het feodale stelsel wel duidelijk voor in het boek, maar anders niet echt. In dit verhaal gaat Lancelot op queeste omdat hij eer wil behalen, en niet omdat koning Arthur hem heeft opgedragen te gaan. Dit geldt ook voor Keye. Maar de jonkvrouw in het begin van het verhaal zegt dat de koningin gebiedster is van veel ridders, dus die zijn haar vazallen denk ik. Daar zie je dan wel het feodale stelsel terug. Aan het taalgebruik viel me niet veel op, behalve dat het woord onvoorwaardelijk in de vertaling vaak voorkwam. In de originele tekst stonden hier verschillende woorden voor, maar ze kwamen op hetzelfde neer. Het woord onvoorwaardelijk verwijst denk ik naar het feodale stelsel: een vazal belooft zijn leenheer onvoorwaardelijke trouw. Wat de omstandigheden ook zijn mogen, hij blijft zijn leenheer trouw, tot zijn dood. Eercultuur In de Middeleeuwen was er een eercultuur; niet het individuele was belangrijk, maar het collectief: de groep of gemeenschap waartoe men behoorde. De norm voor het gedrag lag in het aanzien dat men van anderen ontving en niet in het individuele geweten. Eer was aanzien en waardering door de groep waartoe men behoorde. Als je je eer verloor werd je eerloos en werd je uit de groep verstoten. Dit was iets verschrikkelijks voor een middeleeuwer. In het verhaal herkende ik ook dingen uit de eercultuur. In regel 146 staat: ‘…en verliet Arthurs kasteel gehaast, als iemand die eer en roem wil gaan behalen.’ Lancelot wil dus eer, aanzien bij zijn groep, behalen. En in regel 208-210 staat: ‘Hij stelde zich krachtig te weer: hij zag heel goed in dat dat nodig was om zijn eer niet te verliezen.’ Lancelot wil zijn aanzien door de gemeenschap van ridders waartoe hij behoort dus niet verliezen. Als strijder behaal je eer door gevechten te winnen, en als hij nu verliest in de strijd verliest hij zijn eer. Er zijn zo nog meer passages in de tekst waarin je kenmerken ziet van de eercultuur. Vorm van overlevering De Arthurromans zijn in handschrift overgeleverd. Ze zijn vaak in verschillende talen door verschillende schrijvers herschreven op hun eigen manier, bv. door Chrétien de Troyes en later door Penninc en Pieter Vostaert.
Symboliek Dit verhaal is niet geschreven voor godsdienstige doeleinden, dus het bevat denk ik niet opzettelijk symbolische dingen die verwijzen naar God, Jezus of Maria. Je kunt wel dingen als symbolen opvatten maar er spreekt dan toch niet echt een boodschap uit het geheel. Zo zou je het witte hondje, dat de weg naar het bos leidt, kunnen zien als een symbool voor trouw (daar staan honden vaak symbool voor), en dat hij wit is, als een teken dat hij goed is en braaf. Verder kan ik geen duidelijke symbolen vinden. Voorleescultuur Het valt uit de tekst makkelijk af te leiden dat het verhaal in een voorleescultuur functioneerde. Mensen lazen zelf geen boeken, maar de verhalen werden, vaak aan groepen, voorgelezen. Dit is goed te zien aan het verhaal, want er worden veel dingen gezegd die erop wijzen: ‘Luister: als u wilt horen hoe dat kwam, kan ik het u vertellen.’…‘Luister nu wat Lancelot toen deed.’…‘Luister wat hij toen presteerde.’ Zo kun je nog wel een tijdje doorgaan. Mecenaat De Arthurromans zijn geschreven in opdracht. Het stelsel dat kunst, en dus literatuur, in opdracht geschreven wordt, heet mecenaat. De opdrachtgevers voor de Arthurromans, de mecenassen, waren de vorstenhuizen van Champagne en Vlaanderen (zie hierboven). Literatuur aan het hof Aan het hof werd een bepaalde gedragswijze aanbevolen. Deze gedragswijze wordt hoofsheid genoemd. Het voornaamste doel van hoofsheid was om wrijvingen tussen individuen aan het hof te voorkomen. Hoofsheid hield allerlei regels in voor bv. de kleding, de tafelmanieren en de wijze van vechten. Men probeerde de gevoeligheid van anderen te ontzien. Verband met hoofsheid In dit verhaal zie je duidelijk dat hoofs gedrag wordt aangeprezen en onhoofs gedrag wordt afgekeurd en veroordeeld. Het gedrag van de naamloze ridder kwetst anderen en hij is daarom verkeerd en onhoofs. Dit benadrukt de schrijver ook, als les voor de lezer. Lancelot, Walewein en de koningin gedragen zich beschaafd en hoofs en zij zijn de ‘goeden’ in het verhaal. Genre en kenmerken Hoofse literatuur gaat vaak over (hoofse) liefde, maar in de ridderromans staan de avonturen van ridders centraal. Lanceloet en het hert met de witte voet is zo’n hoofse ridderroman. De kenmerken van de hoofse literatuur zijn niet moeilijk terug te vinden. De ‘liefde’ speelt best een belangrijke rol, want de centrale opdracht, het bemachtigen van de witte voet, is een voorbeeld van minnedienst. Een ridder gaat op queeste uit liefde voor een vrouw. In dit geval is het opvallend, dat Lancelot niet van de vrouw in kwestie houdt. Ik denk dat hij op queeste gaat voor de roem en eer die hij zal ontvangen als hij de witte poot meebrengt. Opvallend is ook, dat de ‘minne’ in dit verhaal niet tot platonische liefde beperkt blijft; Lancelot krijgt niet alleen de dankbaarheid van de vrouw, maar hij heeft haar fysiek verworven. Vervolgens wijst hij haar af. Daarom kun je hier niet bepaald spreken van ideale hoofse liefde. Binnen het genre van de hoofse ridderromans zijn er twee subgenres: de Karelepiek en de Arthurepiek. Lanceloet en het hert met de witte voet behhort tot de Arthurepiek. Er zijn verschillende kenmerken van de Arthurepiek die van toepassing zijn op dit verhaal: het verhaal bevat een wijze les (zie hieronder) en is fictief. Hoewel er in dit boek geen wonderlijke dingen, zoals zwevende schaakborden, voorkomen, is het toch sprookjesachtig en het wordt ook niet gepresenteerd als historische waarheid. Er zit geen historische kern in.
Functie van de tekst De tekst had meerdere doeleinden. Hij zorgde voor vermaak, bood de ridders en hovelingen identificatiemogelijkheden voor gewenst en ongewenst gedrag en onderwees de lezer over de normen en waarden van de feodaliteit, het ridderschap en het hofleven. Dit geldt voor alle hoofse ridderromans. De wijze les in het verhaal komt duidelijk naar voren: het gedrag van Lancelot is hoofs, goed en is gewenst en het gedrag van de anonieme ridder is slecht, onhoofs en ongewenst. De schrijver geeft zijn mening en oordeel (die overeenkomt met die van de meeste mensen) en de lezer neemt deze mening over. Ook is er een kleine wijze les over geloof; God wordt vaak geprezen door de personages (maar ook door de slechterik), en de schrijver wenst dat alle slechte mensen door God bekeerd mogen worden. Ook hier onderwijst hij de lezer. Evaluatie Nadat ik alle opdrachten gemaakt heb is mijn mening over de tekst wel veranderd. Het lijkt op het eerste gezicht een kinderverhaaltje, maar er zit wel meer in als je het goed bestudeert. Ik vind het nog steeds een beetje vervelend dat de schrijver steeds zijn oordeel geeft over de gebeurtenissen, maar ik begrijp wel dat dat toen heel normaal was omdat schrijvers hun lezers iets wilden leren. De opdrachten vond ik best moeilijk, vooral de algemene opdrachten bij de verdiepingsopdracht (zie hierboven). De opdrachten over de hoofse literatuur vond ik niet moeilijk. Ik vond het lastig om verbanden te leggen tussen de tekst en het feodale stelsel en de standentheorie, omdat ik niet begreep of de ridders van Arthur zijn vazallen waren of niet. Verder weet ik niet echt hoe je die verbanden kunt herkennen in de tekst. Ik vind het ook wel lastig om symboliek te omschrijven, want ik weet niet of de schrijver bepaalde dingen ook symbolisch bedoelde en ik zag ook niet echt symbolische dingen in de tekst. Eindoordeel Ik vind het verhaal wel leuk om te lezen, want het is kort en bondig, het is niet langdradig. Het is ook niet ingewikkeld, want het taalgebruik is eenvoudig en het verhaal heeft geen flashbacks e.d. Ik vond het wel een boeiend verhaaltje, hoewel het zo kort was dat ik het zo uit had gelezen, dus ik was er niet echt in verdiept ofzo. De Middeleeuwse opvattingen over allerlei dingen komen naar voren, zoals de opvatting over hoofs en onhoofs gedrag. Dat vind ik wel interessant, want zo leer je echt hoe de mensen in die tijd dachten. Ik vind het wel jammer dat de personages zo karakterloos zijn, het zijn echt typen. Ik hou meer van boeken waarbij de gedachten en gevoelens van de (hoofd)personen centraal staan of in ieder geval een rol spelen. Verder vind ik het verhaal niet echt spannend, want de gebeurtenissen zijn niet van levensbelang en ik begrijp niet waarom Lancelot het hertepootje wil hebben, als hij de koningin niet wil trouwen. Waarschijnlijk voor de roem die hij zo behaalt. Het verhaal is erg kort, daarom weet ik er verder niet zoveel over te zeggen. Ik wist niet alle theorie zo uit mijn hoofd bij het maken van de opdrachten, maar ik begreep het wel en het meeste wist ik wel in grote lijnen. Maar ik moest wel vaak mijn boek erbij pakken voor de details. Dat kostte niet zoveel tijd, dus het maakte me niet uit dat ik niet alles wist. Achterin mijn Middeleeuwse boek stonden ook twee bladzijden over het verhaal en enkele kenmerken, die heb ik ook gebruikt voor aanvullende informatie. Ik heb verder geen uittreksels of beschouwingen gebruikt, alleen de samenvatting heb ik van het internet gehaald. Ik heb hem wel een beetje veranderd maar ik vond hem wel goed. Het is natuurlijk ook maar een kort verhaal dus een samenvatting maken is niet zo moeilijk. Bronnenlijst De samenvatting komt van www.scholieren.nl en ik heb hem ook op andere sites gezien. Er stond ook informatie achterin mijn boekje van Lanceloet en het hert met de witte voet. Verder heb ik alleen Laagland gebruikt.

REACTIES

F.

F.

ik weet niet wie je bent, maar wil je toch erg bedanken voor je boekverslag op www.scholieren.com. Het heeft me erg geholpen en minder tijd gekosts. Nogmaals bedankt.

ps. Zou je me a.u.b. willen terug e-mailen hoe je een boekverlag op www.scholieren.com moet plaatsen???? alsvast bedankt

ciao

22 jaar geleden

S.

S.

kleine hondjes doden geen herten

13 jaar geleden

F.

F.

Het hondje doodt inderdaad niet, het dient alleen maar als gids.

13 jaar geleden

A.

A.

is dit echt 4vwo?!?!

12 jaar geleden

N.

N.

Het hondje doodt wel. Ik citeer: 'Het hondje liep nog sneller. Voor Lancelot het in de gaten had, had hij het hert te pakken. Toen het hondje het hert gedood had, reed hij er in volle draf naar toe en steeg af'.

11 jaar geleden

M.

M.

Wat betreft de symboliek, er zijn 7 leeuwen die moeten worden omgebracht. 3 leeuwen zijn al gedood voor Lancelots komst. In de streng religieuse middeleeuwen werden de getallen 7 en 3 beschouwd als heilig (god schiep de wereld in 7 dagen en 3 verwijst naar de goddelijke drie-eenheid van de vader, de zoon en de heilige geest -> 'alle goede dingen bestaan uit drie'). Zoals je zegt, de kleur wit wordt ook symbolisch gebruikt. Niet alleen voor het hondje, maar ook - nogal logisch, lijkt me - voor de hertenvoet.

9 jaar geleden

M.

M.

Oh nee. Stomme site. Ik wilde helemaal geen knipoogsmiley. :(

9 jaar geleden

J.

J.

Ik vind het een prachtig verslag... Ik zocht alleen op arthurepiek en dat stond ergens in je verslag, maar ik kon het er niet zo snel uit halen. Dat vond ik een beetje jammer, maar verder een prima verslag!

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Lanceloet en het hert met de witte voet door Onbekend"