Een veertiendaagse excursie van eerstejaars studenten biologie loopt ten einde.
In de groep bemoeit iedereen zich met het feit dat George het uit heeft gemaakt met Ingeborg en daardoor heerst er een aparte sfeer. Marijke probeert om de relatie te herstellen. Geheel zonder eigen belang is dat niet, want er is inmiddels een ingewikkelde situatie ontstaan:
George raakt meer onder de indruk van Marijke. Ingeborg wordt achterna gelopen door Pieter, hoewel het duidelijk is dat ze nog steeds naar George verlangd. Marijke wil niets van George weten, maar valt daartegen op Pieter. Ook George`s vriend Jakob begrijpt er niets van.
· Twee jongens(Anton en George) van het groepje lopen op de holle weg van het Elzenbroekbos. Anton probeert van de relatie tussen George en Ingeborg en de nieuwe relatie van Ingeborg en Pieter meer van het fijne te weten.
· Ze zien twee gestalten en komen erachter dat het Ingeborg en Pieter zijn, ze lopen er een beetje triest bij en Anton en George groten ze. Ze lopen verder en zien aan de overkant van de plas een gestalte bewegen tussen de bomen. Voor hun licht een vlot (pont) met vier tonnen en een houten plankier. George en Anton springen op de pont en ze voeren met behulp van een kabel naar de overkant, waar ze Jakob tegen komen. Jakob groet ze en begint niet over het juiste onderwerp en maakt een opmerking die George niet op prijs kan stellen. Nadat Jakob twee groenrode vlinders had gevangen die op een nachtorchis waren afgekomen, ging hij samen met Anton met de pont naar de overkant om wat vuurbuiken te zoeken. George tracht aansluiting te vinden bij Marijke. Zij is daar niet van gediend en vindt het zelfs eng om alleen met George te zijn. Nadat ze met George had gepraat op de manier hoe hij Ingeborg behandelde, was George het zat dat z`n eerstejaars studenten zich overal mee bemoeiden, omdat ze het jammer vonden dat het uit was. Vlak daarna kwamen Anton en Jakob van de andere kant en vroegen of ze meegingen naar de bijenkorven, omdat Jakob het lied `der dwaze bijen` wou horen.
· Later gingen Anton en Jakob terug naar het groepshuis waar ze de excursie verbleven en daarna zouden Marijke en George gaan, omdat het toen ze de eerste keer met z`n vieren over de plas gingen met de pont het niet goed ging. Maar ze konden niet terug, omdat de pont op de helft bleef steken. Nadat ze ruzie hadden gehad, ging George door het water naar de pont en voer de pont in de richting van Marijke om haar op te halen en ze gingen daarna ook terug naar het groepshuis.
· Anton zat op z`n kamer toen George binnen kwam. Hij is er inmiddels achtergekomen dat wat ze gevangen hadden geen vuurbuiken waren maar gewone padjes en nadat hij dat had gezegd ging hij meteen terug op echte vuurbuiken te vinden. Ondertussen komt Ingeborg bij George op de kamer en ze stelt voor om een wedstrijd te doen met de padjes nadat ze, ze had gezien. Ze deden welk padje van beide het verst sprong en spraken af dat degene die won een wens mocht vervullen. Eerst wint Ingeborg. Maar er komt geen tweede keer, omdat Pieter door op de kamer te komen de aparte sfeer bederft tussen Ingeborg en George. Ze verlaten allebei de kamer.
· George is bedroefd maar verlangd opeens naar Marijke. Als hij Marijke aantreft bij de pont, valt ze hem op indirecte wijze aan door een gedicht te noemen van Nijhoff. Anton die nog steeds naar vuurbuiken aan het zoeken is. Gaat samen met Marijke verder zoeken terwijl George op de pont staat aanwijzingen te geven, omdat je het op de pont beter hoort. Na een paar aanwijzingen die hij gegeven heeft gaat hij diep nadenken en merk plotseling na een tijdje dat hij geroepen wordt. Hij wordt wakker en ziet dat hij op de pont zit en aan de aanlegsteiger ligt. Er wordt nog een keer geroepen en dan ziet hij Marijke aan de andere kant van de plas staan en vraagt hoe ze hier komt, omdat ze aan de kant waren afgezet waar George nu ligt met de pont. Ze vertelt hem dat ze zijn omgelopen en dat Anton ligt te slapen en ze wou hem daar ook niet zomaar laten liggen.
· Daarna lopen ze een lange tijd over de holle weg en ze zeiden niks. Daarna ging Marijke op een hek zitten, ze keek naar de opkomende zon en sloot haar ogen. George ging naast haar zitten en sloeg een arm om haar schouder. Ze keek even op en daarna legde ze haar hoofd op de schouder van George. George probeerde haar niet wakker te maken en keek naar de opkomende zon, die hij goed bestudeerde.
· Ze werd wakker nadat paarden luid hinnikten en draafden op het weiland. Ze zij dat ze over George had gedroomd en dat het weer goed kwam tussen Ingeborg en hem. Ze zei dat Anton gisteren geen vuurbuiken had gevangen, en dat de afspraak was dat hij zou vertellen: waarom hij het uit had gemaakt, als Anton geen vuurbuiken had gevangen. George vertelde het hele verhaal. Het begon als volgt: George was met Ingeborg naar de tentoonstelling van Edwin Sylvanus geweest, dat het over joodse kinderen ging die weggevoerd waren door de Duitsers en daarbij had ze in de eerste pauze gezegd dat ze het een beetje ruw aangepakt vond (voor hem lag het onderwerp gevoelig, omdat z`n vader door de Duitsers terecht gesteld was). Dat was bij George in het verkeerde keelgat geschoten. Hij had gezegd: “Twintig miljoen doden”. “Een beetje te ruw aangepakt! Blz.81. Hij kon geen woord meer uitbrengen en is toen snel weggelopen. Ze praatten nog even over die gebeurtenis door, maar de discussie was al snel afgelopen.
Even daarna zagen ze Ingeborg die vanaf het hek op de holle weg te zien was. Marijke ging naar haar toe en zoals George al verwachte liepen ze terug naar het groepshuis. George begint weer na te denken over Ingeborg en staarde strak naar een waterdrieblad en plots hoorde hij een luide stem. Die was van Anton die riep vanaf de overkant. George voer naar de overkant, Anton sprong erop en vertelde dat hij nog naar wat vuurbuiken had gezocht, maar hij had er nog niet een gevonden en zo voeren ze weer terug naar de overkant. Het leek net nadat hij met Anton terug liep dat ze niks anders hadden gedaan dan vuurbuiken zoeken. Enige tijd waren ze op weg om naar het groepshuis terug te lopen.
· Tijd
Het verhaal is Niet chronologisch want in het hele verhaal komen veel terugverwijzingen voor en ook een aantal flashbacks vooral als hij terugdenkt aan gebeurtenissen die eerder in z`n relatie met Ingeborg zijn geweest.
Niet continu: Bladzijde:
Zo bang…vreemd dat 10
Goed herkende…Anton en 11
Op jou… Ik staarde 16
Op pad…Ik bukte 18
Blijft verborgen…We praatten 45
Niet nodig…En zo 56 Tijdverdichting: Ik heb maar 1 tijdverdichting gevonden, omdat er verder niks in het boek staat over tijd. Er staat wel morgen of gisteren maar geen genoemde tijd en als er morgen of gisteren staat krijg je er een heel verhaal over te horen en dat is nog geen tijdverdichting meer. Later misschien…zou beginnen Blz. 90 Verwijzingen: Terugverwijzingen: Bladzijde
Zag ik…hadden gezeten 7
Was ik…`Zo bang’. 10
Ik liep…eerst toenaderingspoging. 19/20/21
En toch…poëzie afwist. 21/22
Vooruitverwijzingen: Gaan jullie… die bijenkorven. 27
Anton komt…gewone padjes. 38
Maar het…verwachte richting 89
Vertelde tijd: Een avond, een nacht en een ochtend. Vertel tijd: 94 bladzijdes bevat het boek. · Handeling Een veertiendaagse excursie van eerstejaars studenten biologie loopt ten einde. Er heerst een aparte sfeer, omdat iedereen zich bemoeit met de relatie van Ingeborg en George. Ze bevinden zich in het Elzenbroekbos als ze naar vuurbuiken gaan zoeken. Er komen steeds meer personen bij betrokken en George denkt na over van alles en nog wat: over de relatie die hij gehad heeft met Ingeborg, waarom hij het uit heeft gemaakt en waarom de anderen zich er zo mee bemoeien. Door die vele flashbacks en terugverwijzingen duurt de vertelde tijd in het boek ook maar een avond, nacht en een ochtend. Het boek is helemaal niet verdeeld in gedeeltes het is in 1 geheel geschreven, maar er zijn wel ogenblikken waar het van onderwerp verandert. Inleiding: Dat is dat de excursie bijna voorbij is en dat ze met het probleem tussen Ingeborg en George beginnen. Kern: Speelt zich af rond het Elzenbroekbos en gaat gepaard met meerdere personen die wel willen weten hoe het zit tussen Ingeborg en George. Slot: Lijkt het net of George de hele tijd met Anton naar vuurbuiken zou hebben gezocht. Dit boek zou je kunnen karakteriseren als een veerinnerlijke variant van de geschiedenis van Romeo en Julia. Motieven: Bladzijdes: Ingeborg en George (relatie). 5/16/17/25/26/40/78 t/m 83
Vuurbuiken 9/11/13/24/38/43/45/58/59/62/63/65/73/93
Pont 10/11/13/23/24/41/58/59/66/70/71/92/93
Nijhoff 22/60/61/65/79 · Ruimte: Natuur(Elzenbroekbos): Geluiden en Dieren: Bladzijde: 5/10/28/29/39/40/43/52
In de ruimte waarin het zich afspeelt zijn ze het meest in het Elzenbroekbos bij de pont en op de holle weg (blz. 5 t/m 45 en 56 t/m 94). De rest van het verhaal (blz. 45 t/m 56) speelt zich af op de kamer van George in het groepshuis. · Figuren: George raakt meer onder de indruk van Marijke. Ingeborg wordt achterna gelopen door Pieter, hoewel het duidelijk is dat ze nog steeds naar George verlangd. Marijke wil niets van George weten, maar valt daartegen op Pieter. · George: Beterweter, snel chagrijnig, maar van de andere kant is hij ook behulpzaam, maar hij kan ook door zeuren en volgens Marijke is hij gewoonweg bot (blz. 39). · Marijke: Ze weet precies wat ze doet en wil, ze is rustig op het ene moment bijvoorbeeld als ze fatsoenlijk met George praat en dan op dat hek gaat zitten en in slaap valt op de schouder van George en dan doet ze ineens weer heel afstandelijk van George terwijl ze een uur heeft liggen slapen(blz. 77/78). · Jakob: Heel rustig en interesseert zich enorm voor de biologie, maar hij kan ook hele rare opmerkingen maken(blz.15/16) · Anton: Ook heel rustig. Hij is dan niks anders dan naar vuurbuiken op zoek(blz.9/11/13/24/43/45) Van Ingeborg wordt niet veel gezegd alleen in de gedachten van George. Hij kan haar niet vergeten en daarnaast verlangt hij naar Marijke. · Perspectief: Dit verhaal kijk je vanuit de Ik Verteller George hoe hij de situatie meemaakt tussen hem en de betrokken personen. Soms wordt er wel iets verteld door de andere personen maar dat staat dan tussen haakjes. De schrijver komt in dit verhaal bijna niet van pas. Dit verhaal is een ik Vertelsituatie.
Op jou… Ik staarde 16
Op pad…Ik bukte 18
Blijft verborgen…We praatten 45
Niet nodig…En zo 56 Tijdverdichting: Ik heb maar 1 tijdverdichting gevonden, omdat er verder niks in het boek staat over tijd. Er staat wel morgen of gisteren maar geen genoemde tijd en als er morgen of gisteren staat krijg je er een heel verhaal over te horen en dat is nog geen tijdverdichting meer. Later misschien…zou beginnen Blz. 90 Verwijzingen: Terugverwijzingen: Bladzijde
Zag ik…hadden gezeten 7
Was ik…`Zo bang’. 10
Ik liep…eerst toenaderingspoging. 19/20/21
En toch…poëzie afwist. 21/22
Vooruitverwijzingen: Gaan jullie… die bijenkorven. 27
Anton komt…gewone padjes. 38
Maar het…verwachte richting 89
Vertelde tijd: Een avond, een nacht en een ochtend. Vertel tijd: 94 bladzijdes bevat het boek. · Handeling Een veertiendaagse excursie van eerstejaars studenten biologie loopt ten einde. Er heerst een aparte sfeer, omdat iedereen zich bemoeit met de relatie van Ingeborg en George. Ze bevinden zich in het Elzenbroekbos als ze naar vuurbuiken gaan zoeken. Er komen steeds meer personen bij betrokken en George denkt na over van alles en nog wat: over de relatie die hij gehad heeft met Ingeborg, waarom hij het uit heeft gemaakt en waarom de anderen zich er zo mee bemoeien. Door die vele flashbacks en terugverwijzingen duurt de vertelde tijd in het boek ook maar een avond, nacht en een ochtend. Het boek is helemaal niet verdeeld in gedeeltes het is in 1 geheel geschreven, maar er zijn wel ogenblikken waar het van onderwerp verandert. Inleiding: Dat is dat de excursie bijna voorbij is en dat ze met het probleem tussen Ingeborg en George beginnen. Kern: Speelt zich af rond het Elzenbroekbos en gaat gepaard met meerdere personen die wel willen weten hoe het zit tussen Ingeborg en George. Slot: Lijkt het net of George de hele tijd met Anton naar vuurbuiken zou hebben gezocht. Dit boek zou je kunnen karakteriseren als een veerinnerlijke variant van de geschiedenis van Romeo en Julia. Motieven: Bladzijdes: Ingeborg en George (relatie). 5/16/17/25/26/40/78 t/m 83
Vuurbuiken 9/11/13/24/38/43/45/58/59/62/63/65/73/93
Nijhoff 22/60/61/65/79 · Ruimte: Natuur(Elzenbroekbos): Geluiden en Dieren: Bladzijde: 5/10/28/29/39/40/43/52
In de ruimte waarin het zich afspeelt zijn ze het meest in het Elzenbroekbos bij de pont en op de holle weg (blz. 5 t/m 45 en 56 t/m 94). De rest van het verhaal (blz. 45 t/m 56) speelt zich af op de kamer van George in het groepshuis. · Figuren: George raakt meer onder de indruk van Marijke. Ingeborg wordt achterna gelopen door Pieter, hoewel het duidelijk is dat ze nog steeds naar George verlangd. Marijke wil niets van George weten, maar valt daartegen op Pieter. · George: Beterweter, snel chagrijnig, maar van de andere kant is hij ook behulpzaam, maar hij kan ook door zeuren en volgens Marijke is hij gewoonweg bot (blz. 39). · Marijke: Ze weet precies wat ze doet en wil, ze is rustig op het ene moment bijvoorbeeld als ze fatsoenlijk met George praat en dan op dat hek gaat zitten en in slaap valt op de schouder van George en dan doet ze ineens weer heel afstandelijk van George terwijl ze een uur heeft liggen slapen(blz. 77/78). · Jakob: Heel rustig en interesseert zich enorm voor de biologie, maar hij kan ook hele rare opmerkingen maken(blz.15/16) · Anton: Ook heel rustig. Hij is dan niks anders dan naar vuurbuiken op zoek(blz.9/11/13/24/43/45) Van Ingeborg wordt niet veel gezegd alleen in de gedachten van George. Hij kan haar niet vergeten en daarnaast verlangt hij naar Marijke. · Perspectief: Dit verhaal kijk je vanuit de Ik Verteller George hoe hij de situatie meemaakt tussen hem en de betrokken personen. Soms wordt er wel iets verteld door de andere personen maar dat staat dan tussen haakjes. De schrijver komt in dit verhaal bijna niet van pas. Dit verhaal is een ik Vertelsituatie.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden