Titel

De titel geeft al aan waar het boek over gaat, namelijk een kruistocht die wordt belopen door iemand in een spijkerbroek. De schrijfster heeft deze titel gekozen, omdat zij dan de lezer nieuwsgierig maakt. Want in de tijd van de kruistochten bestonden er nog helemaal geen spijkerbroeken. Ook geeft ze het onderwerp van het boek aan, want het boek gaat over kruistochten. Ik zou geen betere titel weten.

Samenvatting

Het verhaal gaat over Dolf Wega. Hij staat in een laboratorium met 2 doctors die de materie-transmitter hebben gemaakt. Hij gaat terug in de tijd, maar komt niet op de goede plek aan. Zo besluit  hij om mee te lopen in een Kinderkruistocht die op hetzelfde moment langskomt. Hij maakt veel vrienden, maar Dolf ziet ook dat het erg slecht gaat met de kinderen. Op een avond besluit hij om naar de leiders van het kamp te gaan om te zeggen dat het niet goed gaat met de kinderen. Hij stelt voor om voortaan verschillende groepen kinderen, verschillende taken te geven, waardoor het steeds beter met de kinderen gaat en er steeds minder kinderen doodgaan. Toch komt Dolf moeilijkheden tegen op zijn pad, zoals ziekte, kinderroof, gevechten met boeren enz., maar lost die op een goede manier op. Op het eind van het verhaal vertelt Dom Johannis waarom ze naar Genua zijn gegaan; de kinderen zouden hier naar Noord-Afrika gaan om als slaven te worden verkocht. Dolf redt de kinderen van dit gevaar. Daarna gaan veel kinderen terug naar huis, maar sommigen blijven ook. Het kinderleger wordt steeds kleiner. Op het eind van het verhaal krijgt Dolf een bericht uit de toekomst. Hij kan terugkeren naar het heden als hij op een specifieke plaats, op een specifiek tijdstip klaarstaat. Dat gebeurt en Dolf keert terug naar het heden.

Plaats

Het verhaal speelt zich op allemaal verschillende plekken in Europa af. Dolf is namelijk op een Kinderkruistocht en die blijven niet stil staan. Dolf reist door: Het Duitse Rijk en Italië. Het begin en einde speelt zich af in Amstelveen in Nederland.

Bewijs: “Maar dan bevond hij zich niet in Frankrijk, dan zat hij in Duitsland! Blz. 18

Tijd

Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in 1212 in de middeleeuwen. Alleen het begin en het einde spelen zich af in het heden.

Bewijs: “’Welk jaar hebben we?’ ‘1212.’ Blz. 18

Je komt te weten uit die tijd dat veel kinderen slecht gekleed waren, geen ouders meer hadden en slaven aren. Er was een groot verschil in de hoeveelheid macht  tussen arm en rijk, tussen het volk en de edelen en geestelijken. Ook gelooft iedereen in God, omdat je anders gek gevonden wordt en snel veroordeeld wordt.

Het valt op dat dit in onze tijd bijna niet meer voorkomt. Het verhaal wordt bijna helemaal chronologisch verteld. Af en toe komen er flashbacks in voor als Dolf aan de 21ste eeuw denkt. De tijdsduur is 2 ½ maand. Het is belangrijk dat dit verhaal zich in de middeleeuwen afspeelt, omdat kinderen die in onze tijd leven wel geweten zouden hebben dat de zee voor hen niet zou uitwijken en dat Jeruzalem heel ergens anders ligt. Ook zouden de kinderen waarschijnlijk niet zijn meegegaan maar  achter hun computer blijven zitten of zou een kinderorganisatie gezegd hebben dat dit niet kan. 

Genre

De genres van het boek zijn avontuur en de Middeleeuwen. Dolf beleeft veel avonturen in de Middeleeuwen.

Verteller

Het is een hij/zij-verhaal, want er wordt de hele tijd in de 3de persoon enkelvoud verteld.

(Hoofd)personen

Dolf: Een normale jongen van onze tijd. Hij heeft blond haar en blauwe ogen. In het begin van het boek is hij erg blank, maar later in het boek wordt het steeds bruiner. Hij is erg avontuurlijk, verantwoordelijk, koppig en leidend. Hij is de hoofdrolspeler.

Bewijs: “Om die blinde koppigheid van hem geen enkel moment to verliezen. Blz. 11

Leonardo: Hij heeft lang, donker haar, bruine huid en ogen. Hij is erg sluw en altijd behoedzaam. Hij is een student.

Bewijs: “Hij had lange, donkere haren, mooie bruine ogen en een gebruinde huid.’’ Blz. 16/17

Marie>