Boekverslag - Kruistocht in Spijkerbroek
Algemene informatie
Titel van het boek: Kruistocht in Spijkerbroek
De auteur van het boek: Thea Beckman
De uitgeverij: Lemniscaat
Het aantal bladzijden: 364 bladzijden
Het jaar van eerste uitgave: 1973
Wie, wat, waar, wanneer
De hoofdpersoon is Dolf Wega (volledige naam: Rudolf Wega van Amstelveen)
Belangrijke bij personen zijn: Leonardo Fibonacci da Pisa, Mariecke, Dom Anselmus, Dom Johannis, Carolus en Nicolaas
Wat: De kinderkruistocht
Waar: In een deel van Europa, de reis gaat van Duitsland naar Italië
Wanneer: in het verleden, in het jaar 1212
De Titel verklaren
De titel is Kruistocht in Spijkerbroek. Die titel slaat op de hoofdpersoon, Dolf, Dolf wordt terug in de tijd gegooid naar de 13e eeuw, Dolf beland hier dus in zijn gewone kleren, waaronder een spijkerbroek. Dolf gaat mee met een Kinderkruistocht naar Italië. Hij doet dit dus in zijn spijkerbroek, omdat in die tijd er geen spijkerbroeken waren vond de schrijfster dit wel een leuke bij passelijke naam.
Samenvatting
In de kerstvakantie mag Dolf Wega in het laboratorium komen kijken naar de materietransmitter, een tijdmachine die is uitgevonden door dr. Salmiak en dr. Kneveltoer. Zijn vader is bevriend met de uitvinders en daarom mag Dolf komen kijken. Hoewel de tijdmachine eigenlijk nog niet geschikt is om mensen te transporteren, weet Dolf de geleerden over te halen hem naar het verleden te sturen. Hij kan hen namelijk vertellen wat hij ziet, iets wat proefdieren natuurlijk niet kunnen. Ze spreken af dat Dolf naar Montgivray in Frankrijk op 14 juni 1212 gestuurd zal worden, daar was namelijk op die dag een riddertoernooi wat Dolf heel graag zou willen zien. Gewapend met een broodmes stapt Dolf in de tijdmachine en verdwijnt naar het verleden. Als hij daar aankomt markeert hij nauwkeurig de plek waarop hij is geland. Hij moet namelijk op precies deze plek zijn wanneer dr. Salmiak en dr. Kneveltoer hem over vier uur weer naar zijn eigen tijd flitsen.
Dolf heeft vier uur de tijd om de middeleeuwen te onderzoeken en meteen belandt hij al in een avontuur. Hij ontmoet Leonardo Fibonacci, een student die uit Pisa komt. Dolf redt Leonardo die door twee struikrovers aangevallen wordt. Hij steekt zijn broodmes in het been van een van hen terwijl Leonardo de andere velt met zijn grote knots. Hij raakt aan de praat met de student die hem natuurlijk dankbaar is. Ze spreken Diets met elkaar, wat Dolf maar half begrijpt. De tijd vliegt voorbij en Dolf wil teruggaan naar de steen waarop hij aankwam, maar stuit op een kinderkruistocht. Hij kan de steen waarop hij terug geflitst zal worden al zien, maar over de weg die hij moet oversteken lopen duizenden kinderen. Dolf kan de steen niet op tijd bereiken en ziet hoe een andere jongen wordt weg geflitst. Hij is verslagen en besluit met Leonardo mee te trekken met de kinderkruistocht.
De kruistocht bestaat uit wel achtduizend kinderen. Ze worden geleid door Nicolaas, een voormalige herdersjongen die in een visioen de opdracht heeft gekregen om zoveel mogelijk kinderen naar Genua te leiden, waar de zee voor hem zal splijten om hen naar Jeruzalem te laten lopen. De Saracenen zullen verdreven worden door de onschuld van de kinderen en Jeruzalem zal weer bevrijd zijn. Dolf stelt zich voor aan de kinderen die ze ontmoeten als Rudolf Wega van Amstelveen. Door deze toevoeging denkt iedereen dat hij van adel is en wordt hij met respect behandelt. Dolf verbaast zich over de slechte organisatie van de kruistocht en besluit daar wat aan te veranderen. Nicolaas wordt in zijn leiding bij gestaan door twee monniken Dom Anselmus en Dom Johannes, maar zij zorgen niet voor de kinderen en elke dag sterven er wel wat door uitputting en ondervoeding. Dolf stelt voor om het kinderleger in verschillende groepen te verdelen die ieder een eigen taak krijgen, een groep jagers, een groep vissers, een groep ordebewakers, een groep ziekenverzorgers enzovoorts. Ieder kind krijgt een taak en draagt daarmee bij aan de structuur en zorg voor anderen. Dit systeem wordt ingevoerd en de kinderen zijn nu gezonder.
Dolf moet goed op zijn woorden letten. Hij is atheïstisch opgevoed, maar voor de middeleeuwers is godsdienst heel belangrijk en tegen ketters wordt hard opgetreden. Dolf worstelt ermee dingen uit te leggen die voor hem als kind van de eenentwintigste eeuw heel normaal zijn en door zijn kleding die niet aansluit bij wat de middeleeuwers dragen valt hij nog meer op. Hij heeft er moeite mee zich aan te passen, maar gelukkig wordt hij gesteund door Leonardo en Mariecke.
De kinderen zijn er dankzij Dolfs aanpassingen beter aan toe dan daarvoor, maar nog steeds eist de barre voettocht zijn tol. Het noodlot lijkt toe te slaan wanneer de Scharlaken Dood uitbreekt, een kinderziekte waar vooral de kleine kinderen vatbaar voor zijn. Dolf weet dat ziektes zich verspreiden door contact tussen mensen en grijpt dus snel in door alle zieke kinderen te isoleren. Hij begint zijn gevecht tegen de Scharlaken Dood aan het meer van Konstanz. De twee monniken willen geen rust nemen, maar Dolf overtuigd hen ervan dat als ze nu door reizen ze de helft van de kinderen zullen verliezen aan de ziekte. Het duurt acht dagen voordat er geen nieuwe ziektegevallen meer zijn. En de monniken willen vertrekken, maar daar steekt Leonardo een stokje voor, hij geeft hun gif waardoor ze een week lang vreselijke buikpijn hebben en niet verder kunnen trekken. Tegen die tijd is het gevaar van de Scharlaken Dood geweken en heeft de ziekte ongeveer honderd kinderen het leven gekost. Het valt Dolf op dat vooral Dom Anselmus telkens haast heeft om verder te trekken, ook wanneer Dolf de kinderen voorraden in wil laten slaan voordat ze de Alpen over trekken.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden