Samenvatting

Op een dag komt Dolf Wega (16 jaar) in het laboratorium van Dr. Simiak en Dr. Kneveltoer, 2 vrienden van zijn vader. Daar laat Dr. Simiak Dolf de materietransmitter zien. Dr. Simiak vertelt dat je hiermee in de tijd terug kan.

Dat lijkt Dolf wel wat, en na veel zeuren mag Dolf in de tijdmachine. Hij wil graag naar een riddertoernooi in Frankrijk, op 14 juni 1212. Maar er gaat iets mis met de berekening waardoor Dolf op 24 juni 1212, bij de stad Spiers in Duitsland terechtkomt.

Hij ziet op de weg een jongen (Leonardo) die wordt overvallen door  twee rovers.

Hij schiet meteen te hulp en met hum twee schakelen ze uiteindelijk de twee rovers uit.

Ze leren elkaar beter kennen en gaan naar Spiers.

Wanneer ze terug komen stoten ze op een hele kinderstoet, Leonardo verteld Dolf dat dit een Kinderkruistocht is.

 Dolf merkt dat er een jongen op zijn steen staat waarmee hij terug naar de 20e eeuw gaat. Hij probeert door alle kinderen door naar de steen te geraken, maar opeens is de jongen weg, het is te laat.

Dolf en Leonardo besluiten met de kinderkruistocht mee te trekken naar het heilige land Jeruzalem om daar de Saracenen te verjagen.

Onderweg leert dolf vele mensen kennen, onderandere Marieke. Mariecke was acht jaar oud. Tijdens de kruistocht begint Dolf veel voor haar te zorgen en groeien ze heel dicht bij elkaar.

Dolf kan er niet tegen hoe slecht de kinderkruistocht georganiseerd is en gaat zich bemoeien over de organisatie, Dolf vraagt aan Marieke wie en waar de organisatoren zijn. Ze verteld hem dat de leider Nicolaas is, hij is uitverkorenen van de engelen. Hij wordt geholpen door twee monniken: Dom Johannis en Dom Anselmus.

Dolf gaat met hen spreken en krijgt een grote rol in de kinderkruistocht.

Na een lange lange reis vol met virussen gewonden, doden en een lange tocht door de Alpen komen ze aan in Genua waar de zee voor Nicolaas zou moeten wijken.

De dag voor de belangrijke dag merkt Dolf dat Dom Johannis heel triestig is, na lang aandringen verteld dom Johannis dat de stemmen van de engelen die Nicolaas had gehoord gewoon de stem van Dom Anselmus en dat de zee niet gaat wijken voor hem maar dat er schepen gaan komen die de kinderen naar Afrika brengen en verkocht worden als slaven.

Na het hele verhaal besluit Dolf dit te vertellen aan de kineren zodat ze niet op de boten stappen.

De volgende dag wanneer de zee niet wijkt en Dom Ansemus komt aanlopen en zegt:”Er zijn schepen die god ons heeft gestuurd, ze liggen in de haven” loopt Dolf naar Dom Anselmus en roept heel luid voor de kinderen die het nig niet gehoord hadden dat het een valstrik is van Dom Anselmu  en de kinderen vermoorden Dom Anselmus.

De mensen van Genua vinden het niet oke dat de kinderen in Genua zouden blijven waardoor de kinderen in drie groepen splitsen.

1 groep blijft in Genua wonen, de 2de gaat terug naar Keulen waar ze vandaan komen en de 4de trekt verder om naar Jeruzalem.

Tijdens de tocht vind iemand een aluminium doosje waarin een boodschap van Dr. Simiak zit. Als hij 24 uur later op de indentieke plek zou staan waar hij het doosje had gevonden werd hij terug geflitst naar de 20e eeuw.

Hij nam afscheid van Leonardo,Marieke en de rest en werd 24 uur later terug geflitst naar zijn tijd.

Hoofd personages

Dolf:

Dolf is een heer ondernemende en lieve jongen, hij houd heel veel van de kinderen en vind het prachtig om te zien hoe ze geloven dat ze de sarcanen gaan verjagen. Het hele verhaal over de engelen die Nicolaas had gehoord geloofde hij al niet vanaf het begin maar hij wou bij Marieke en zijn goede vriend Leonardo blijven.

Leonardo:

Leonardo is de rechterhand van Dolf, zonder Leonardo zou Dolf niet weten hoe hij verder moest. Wanneer ze in Pisa aankomen blijft hij in pisa en neemt afscheid van de groep.

Marieke:

Marieke is een jong maar ook heel ondernemend meisje, ze houd het allermeeste van Dolf en wanneer Dolf wegging was het een heel triestig afscheid.

Dom Anselmus:

Dom Anselmus trekt zich niet veel aan van de kinderen, hij vind het niet zo erg dat de kleintjes doodgaan of achterblijven, hij heeft toch alleen maar de sterken nodig.

Hij heeft de kruistocht samen geregeld met

Dom Johannis:

Dom Johannis had samen met Dom Anselmus het plannetje bedacht om de kinderen als slaven te verkopen.

Tijdens de tocht bouwde hij een goed band op met de kinderen want eigenlijk was hij een goed man, hij kreeg het niet over zijn hart om de kinderen te verkopen.

Nicolaas de herdersjongen:

Nicolaas bleef geloven dat de engelen hem gekozen hadden.

Hij was niet erg slim en ook geen goede vriend van Dolf.

Nicolaas vertrouwde erop dat god alles deed, dus zelf konden de kinderen hem eigenlijk niets schelen.

Mijn mening

Ik vind het een mooi en triestig boek.

Ik heb dit boek gekozen omdat mijn papa zij dat het een super boek is.

Het is een spannend verhaal en je kan er helemaal in meeleven

Ik vindt het ook ontroerend hoe kinderen lijden op hun weg naar Jeruzalem en wat ze er voor over hebben om in Jeruzalem de Sarcanen te verjagen

Thea Beckman

Thea Beckman wilde als kind graag schrijfster of ontdekkingsreiziger worden.

Ze werd in 1923 geboren en was enig kind.

Haar vader was kantoorbediende bij de Holland-Amerikalijn, maar werd in de crisisjaren ontslagen en raakte werkloos. Studeren was er daardoor voor Thea geen optie. Maar het was ook omdat Thea een meisje was en haar ouders vonden het vanzelfsprekend dat ze thuis mee zou helpen in de huishouding.