Kruistocht in spijkerbroek
Inhoud
Waarom dit boek 2
Hoofdpersonen en bijpersonen 3
Schrijfster 4
Samenvatting 5
Mijn mening
Waarom dit boek?
Ik lees graag en was al bezig in dit boek, omdat dit boek
een beetje over geschiedenis gaat en de kruistochten en dat vind ik wel interessant.
Hoofdpersonen en bijpersonen
Dolf Wega:
Hij is erg avontuurlijk, want hij gaat terug in de tijd. Ook is hij een echte leider. Dit blijkt onder andere uit dat hij de leiding voor een deel op zich neemt en dat de meeste kinderen naar hem luisteren. Verantwoordelijk is hij ook. Als hij met de kruistocht meegaat voelt hij zich gedwongen om de kinderen veilig naar Jeruzalem te brengen.
Hij draagt een spijkerbroek (vandaar ook de titel).
Leonardo:
Dolf's rechter hand, een slimme student uit Pizza. Hij is sluw, sarcastisch en behulpzaam.
Hij is een grote steun voor Dolf en hij is er altijd als ze hem nodig hebben. En ook zijn trouw ezeltje was er altijd bij.
Nicolaas:
Een simpele, goedgelovige, domme, jongen. Zijn opdracht was de kinderen naar het heilige land te leiden. Nicolaas was zo gelovig dat hij zich niet bekommerde over de kinderen. Nikolaas en Dolf konden absoluut niet met elkaar opschieten.
Dom Anselmus:
Hij is niet aardig voor de kinderen, hij wil alleen maar dat de kinderen snel in Genua komen zodat hij veel geld kan verdienen als de kinderen als slaven worden weggevoerd naar Afrika.
Mariecke:
Lieve kleine Mariecke zoals Dolf haar noemde. Een meisje van een jaar of acht negen. Een weesje dat haar in Keulen had aangesloten bij de kinderkruistocht in de hoop om het heilige land te bevrijden. Dolf hield van haar. Zij hield ook erg veel van Dolf ze zou hem nooit in de steek laten.
Dom Thaddeus Peter:
De monnik die voor Dolf is. Hij vindt Dolf wel een ketter maar hij vindt ook dat Dolf moet blijven, want als hij er niet was zou het allemaal veel slechter gegaan zijn.
Schrijfster
Ze werd in 1923 geboren en was enig kind. Haar vader was kantoorbediende, maar werd in de crisisjaren ontslagen en was werkloos. Studeren was kon Thea Beckman ook niet, er was geen geld voor. Maar het was ook omdat Thea een meisje was en haar ouders vonden dat ze thuis mee zou moeten helpen in de huishouding.
In het begin leek Thea zich daarbij neer te leggen; ze deed de afwas, werkte op kantoor en zorgde voor haar man en kinderen. Maar toen de kinderen eenmaal wat groter waren en ze meer tijd kreeg om te schrijven, was ze niet meer te stoppen.
Ze schreef meer dan dertig boeken en ging alsnog studeren. Met haar boeken won ze veel prijzen.
In 2003 overleed ze.
Samenvatting
Het verhaal begint in het laboratorium van dr. Simiak, Dolf is uitgenodigd om een kijkje te komen nemen bij een soort tijdmachine, de materie-transmitter. Dr. Simiak verteld Dolf dat hij ermee probeert voorwerpen uit het verleden te transporteren. Dolf raakt super enthousiast en stelt voor om zichzelf naar het verleden te sturen. Dr. Simiak wijst zijn voorstel meteen af, maar na een hoop gezeur gebeurt het alsnog, Dolf reist met de materie-transmitter naar de 13e eeuw. Hij moet om vijf uur terug zijn op precies dezelfde plek als waar hij heen geflitst is. Als dat lukt is alles goed, maar als dit niet lukt kan hij pas na een paar maanden terug komen. Dolf is terecht gekomen in de 13e eeuw, hij staat op een grote steen, deze markeert hij met de meegekregen vetkrijtjes. De wereld om Dolf heen is prachtig, vogels vliegen over het rotsige landschap. Dolf staat op en begint te lopen, al snel komt Dolf terecht bij een overval. Twee rovers proberen een jongen met zijn ezel te bestelen. Dolf grijpt vrijwel meteen in en bevrijd de jongen. Van af dat moment zijn ze beste vrienden. De jongen blijkt Leonardo te heten, Dolf en Leonardo hebben een lang en interessant gesprek. Als Dolf op zijn horloge kijkt ziet hij dat het al bijna 5 uur is, zo snel als hij kon haastte Dolf zich terug naar de steen. In de verte ziet Dolf iets vreemds, een rij kinderen lopen langs hem, honderden, Duizenden kinderen. Ineens wordt Dolf van de steen afgeduwd, achter hem lopen kinderen over de steen, Dolf probeert zich door de menigte terug naar de steen te vechten. Maar dan ziet Dolf een flits, een van de kinderen is weggeflitst. Dolfs enige manier om terug te keren naar de 20e eeuw is vergaan. Dolf besluit om samen met Leonardo met de kinderen mee te reizen. Als hij aan Leonardo vraagt wat dit eigenlijk moet voorstellen krijgt hij als antwoord: Deze kinderen lopen een kinderkruistocht, hen is belooft dat ze naar het heilige land zouden reizen waar ze de Saracenen zouden verjagen. De heilige Nicolaas zou de kinderen naar de zee leiden, deze zou voor hem opgaan zodat ze ter voet naar Jeruzalem konden lopen. Dolf liep met de kruistocht mee en zag vreselijke dingen, uitgehongerde gezichtjes en doden langs de weg. In de avond besloot Dolf zich te gaan bemoeien met de leiding. Dolf stelde zich voor als Rudolf van Amstelveen. De huidige leider was Dom Johanis. Rudolf hielp hier en daar wat met de organisatie van de kruistocht. Al snel was te zien dat het stukken beter ging met de kinderen. De kinderen gingen beter samenwerken om hun voedsel te verdienen. Er kwamen bewakingsploegen, jagersploegen, vissersploegen en natuurlijk ook ziekenploegen. Rudolf maakte in de loop der tijd van alles mee. Zoals overvallen. Vele kinderen gingen verloren in de lange, moeilijke reis. Maar uiteindelijk kwam toch meer dan de helft van de kinderen aan in Genua. De kinderen wisten niet beter dan dat de zee die hier lag de juiste was, maar Rudolf bekommerde zich erom omdat hij veel meer verstand had van Aardrijkskunde. Op het kamp in Genua was dagen lang achter elkaar nergens te bekennen, bij het kamp was Dom Johanis er niet. Rudolf besloot naar hem opzoek te gaan.Na enige tijd vond hij hem snikkend onder een boom. Toen Rudolf vroeg wat er aan de hand was begon Johanis zich over te geven, hij wilde niet meer liegen. Hij zei vooral:
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden