Kortsluiting door Lieneke Dijkzeul

A. Inleiding
1.Waarom heb je dit boek gekozen? De reden waarom ik dit boek gekozen heb is omdat ik het al eens eerder gelezen heb en ik het een leuk boek vind om daar een boekverslag van te maken. En ik heb het boek zelf thuis. 2.Wat vertelt het bibliotheekkaartje? A. Titel: Kortsluiting
B. Auteur: Ineke Dijkzeul 1950- C. Uitgever: Rotterdam Lemniscaat
D. Jaar van uitgave: 1996
E. Inhoudsannotatie: •Voor Daniel zijn de aanpassingsmoeilijkheden groot als hij na een mislukt verblijf in een kindertehuis in een pleeggezin wordt geplaatst. Vanaf ca. 13 jaar. F. Groepswoorden: ••gezin 3. Hoe ziet het kaft eruit? De voorkant: (afbeelding weggevallen) De achterkant: Daniel komt in een pleeggezin terecht. Voor het eerst in zijn leven woont hij bij een echte familie. Zijn pleegzusje Marieke is even oud, maar het botert niet tussen hen. Net als hij op school en thuis een beetje gewend raakt, doet ze iets onvergeeflijks. Bij Daniel slaan het stoppen door.
Bespreking
1. Persoonlijke reactie Ik vind het een mooi boek. Het is interessant en het zet me aan het denken, want ik heb er eigenlijk nooit bij stil gestaan, dat een jongen die bij een pleeggezin gaat wonen het zo moeilijk kan hebben. Het boek was makkelijk te lezen, ik had het dan ook zo uit. Het einde vond ik zielig. Daniël (de hoofdpersoon) is dan namelijk opzoek gegaan naar zijn moeder en als hij dan naar de stad gaat waar hij vroeger heeft gewoond, vindt hij alleen Mick. Dat
is/ was de vriend van zijn moeder. Hij vertelt Daniël dat zijn moeder is verhuist naar het buitenland. Daniël vindt zijn moeder niet. 2. Samenvatting Daniel komt in een pleeggezin. Het gezin bestaat uit, Jesse, Marja, Marieke en Pim de kinderen. Daniel krijgt een eigen kamer op de zolder, en zo ontstaat het eerst conflict want Marieke wou de zolderkamer hebben. Hij krijgt nieuwe kleren en schoolspullen. Hij mist zijn moeder Roza heel erg en hij schrijft haar brieven met allerlei dingen die hij meemaakt, maar hij maakt zijn verhalen leuker dan dat ze zijn. Hij gaat ook naar een nieuwe school het Erasmus College. Hij komt in de eerste klas. Hij moet wel erg zijn best doen want hij loopt behoorlijk achter met school. Daniel kan goed met Pim opschieten, hij krijgt ook van Pim een geluksknikker. Het eerste probleem op school is dat Daniel de klas uitgestuurd wordt omdat hij zijn huiswerk niet overschrijft. Hij denkt dat hij van school is getrapt en gaat naar het park, hij wacht daar tot dat de school uit is. Marieke merkt het want ze ziet hem niet op school. De volgende ochtend loopt Daniël achter haar aan naar school. Maar in plaats echt naar school te gaan gaat hij naar de bibliotheek. En hij gaat daar boeken lezen. Wanneer hij thuis komt vraagt Marja waar hij vandaag geweest is en hij vertelt het hele verhaal. Op school krijgt hij een paar vrienden: Rob, Dennis en Richard. Ze hebben een tussenuur en hij neemt ze mee naar huis. Toen ze op school kwamen pakte Gert de conciërge hen. Want ze mogen niet van school af als ze een tussenuur hebben. Ze moeten voor straf twee uur gaan prikken, Daniël is het er niet mee eens en hij krijgt ruzie met Gert, nu moet hij vier uur gaan prikken. Als Gert hem in zijn nek grijpt en Danny tegen hem zegt wordt hij woedend, niemand mag hem Danny noemen omdat zijn moeder hem altijd zo noemde. Hij vecht met Gert. Hij wordt een week geschorst. Na een week komt hij weer op school en hij is de held van de school. Hij mag in het voetbal team meespelen. Als Marieke in zijn kamer aan het neuzen is vindt ze de brieven en op dat zelfde moment komt Daniël naar boven en ziet het. Zijn stoppen slaan door. Hij loopt weg maar hij weet niet waar heen. Hij loopt langs een oude man die hulp nodig heft in zijn tuin. Hij mag de man helpen en zo kan hij dan wat geld verdienen. Die avond blijft hij daar ook eten en daarna gaat hij weg. Maar als het donker is komt hij weer terug want hij wil daar slapen. De oude man vindt het goed maar hij doet een oneerbaar voorstel. Daniël gaat er weer vandoor. Hij gaat stiekem bij twee oude vrouwen het huis in en blijft een paar dagen op de zolder wonen en zo komt hij ook aan eten. Dan krijgt hij een idee. Hij gaat op zoek naar Mick een ex vriend van zijn moeder. Van het laatste geld koopt hij een treinkaartje en gaat op zoek naar het café waar Mick vroeger werkte. Als hij daar komt ziet hij dat Mick de eigenaar is. Daniël vraagt aan hem of hij weet waar zijn moeder is. Hij vertelt dat zijn moeder in het buitenland is. Daniël gaat naar de wc en spoelt al zijn brieven die hij aan zijn moeder heeft geschreven door de wc. Hij belt zijn pleegouders op en het enige wat Marja zegt is “je trui is af”. 3. De inhoud van het boek
A. Waarom deze titel? Marieke leest de brieven die Daniël aan zijn moeder heeft geschreven. Wanneer hij dat ziet slaan bij hem “het stoppen” door, er ontstaat Kortsluiting. B. De hoofdpersonen Daniël Bax; de belangrijkste persoon in het boek. Hij is dun, klein voor zijn 14 jaar, heeft haflang donker haar dat ongelijk geknipt is, hij heeft een smal gezicht, met een kinderlijk korte bovenlip en uitstekende jukbeenderen. Zijn oogharen zijn lang, donker en krullend. Hij vertrouwt niemand aan het begin van het verhaal, maar naarmate het verhaal vordert begint hij vertrouwen in Marja, Jesse en Pim te krijgen. Marieke vertrouwt hij nog niet omdat zij hem niet aardig vindt en dat ook duidelijk laat blijken. Zijn karakter is erg onzeker, al komt hij erg zeer zeker over op de wereld. Marieke; is even oud als Daniël, en heeft blond haar. Meer wordt er niet over haar uiterlijk niet verteld. Ze is heel bang dat ze haar vader en moeder kwijt zal raken (omdat Daniël bij haar in huis komt wonen) of dat ze meer van Daniël gaan houden dan van haar. Dat is heel goed merkbaar aan de manier waarop ze op Daniël reageert. Ze is zeer arrogant, ze wil alles voor haar zelf hebben, en probeert dat met alle mogelijke middelen.
C. Mening over de hoofdpersoon Daniël vind ik een jongen die heel veel dingen heeft meegemaakt maar hij kan zijn hoofd koel houden. Je merkt wel dat dit een houding is. Ik zou niet op hem willen lijken. Het lijkt me beter om over je problemen te praten als je daar niet uit kunt komen en ik zie dat Daniël niet zo snel doen. Zijn eigenschap die ik bewonder maar aan de ene kant ook niet zelf wil hebben is dat hij zijn hoofd koel kon houden tot het moment dat het niet meer ging. Je gaat erg met Daniel mee leven als hij zijn moeder zoekt. Iemand die ik ken lijkt erg op Daniel die gene heeft ook veel mee gemaakt en praat daar moeilijk over en probeert maar een beetje een houding te nemen van de stoere kijk mij is jongen. Dat doet Daniel ook. Ik vind het wel heel erg goed van hem dat hij op het laatst besluit zelf zijn pleegouders te bellen D. Bijpersonen Marja; over haar uiterlijk wordt niks gezegd. Ze is de moeder van Pim en Marieke. Ze doet er zoveel mogelijk aan om het Daniël leuk te laten vinden in zijn nieuwe gezin. Ze doet er ook alles aan om aardig, maar wel redelijk te blijven tegenover Daniël. Daardoor is ze erg aardig en normaal tegenover Daniël. Jesse; over zijn uiterlijk wordt niks gezegd. Hij is de vader van Pim en Marieke. Hij wil Daniël graag een kans geven en doet dan ook erg zijn best een goede pleegvader voor Daniël te zijn. Pim; hij is 9 jaar oud. Er wordt niets over zijn uiterlijk verteld. Hij lijkt hoogbegaafd en is heel leergierig. Hij vindt Daniël wel aardig en doet vriendelijk tegen Daniël zoals een 9 jarige tegen iemand zou doen. Er wordt verder niet veel over Pim verteld. Rosy/Rozeke; de moeder van Daniël, ze heeft zich verslaafd aan drank en drugs. Daniël schrijft in zijn brieven altijd aan haar. Daarin weerspiegelt hij de wereld altijd mooier voor zichzelf af dan het echt is. Andere kleinere bijpersonen: Richard, Rob, Dennis, Floor, Daniëlle (klasgenootjes van Daniël, Grad, Mick (oude vriend van Daniël), Lorre (kat van het gezin), Ton, Gert Bovenkamp (conciërge), Job Swaanswijk (directeur), Juf. Dils (mentor Daniël) E. Ruimte en Tijd Het verhaal speelt zich gewoon in een stad en in deze tijd af. Er gebeuren veel dingen op school, in het huis, in het centrum, in de bibliotheek, in het park, in een cafetaria of gewoon op school. Het verhaal speelt zich gewoon in onze tijd af. Vanaf begin tot eind beslaat de vertelde tijd ongeveer 1 maand. Daardoor is er ook bijna geen tijdsverdichting in het verhaal. De verteltijd is 186 blz. Er wordt in dit verhaal veel gebruik gemaakt van flashbacks. Daniël blikt heel vaak terug naar de tijd toen hij nog met zijn moeder woonde. Hij blikt ook vaak terug in zijn brieven dan schrijft hij bijvoorbeeld weet je nog dat we altijd…… en dan de herinnering erachter. Het verhaal wordt continu verteld er is bijna geen tijdsverdichting of vertraging en versnelling. De ene dag wordt natuurlijk wel gedetailleerder beschreven dan de ander maar verder is er niet echt sprake van versnelling of tijdsverdichting
C. over het boek
1. Is het boek fictie of non-fictie? Het boek kortsluiting is fictie want het gaat niet over iets dat werkelijk gebeurd is. Het verhaal is wel heel erg werkelijk omdat er dagelijks dingen gebeuren als de dingen die zich in het boek afspelen. Er zijn zat kinderen die ouders met een alcoholverslaving hebben en die bij een pleeggezin wonen en zich daar niet echt op hun gemak voelen omdat ze weten dat bijv. In dit boek de dochter je helemaal niet ziet zitten. Er zijn ook zat kinderen die van huis weglopen als ze het thuis niet meer zien zitten. 2. Is het verhaal realistisch of niet-realistisch? Ja, het is realistische want in het echt zoals ik hierboven al vertelden gebeurt het ook dat er kinderen naar pleeggezinnen worden gebracht en dat ze ouders hebben die ze willen vinden. 3. Chronologisch of niet-chronologisch? Achter in het boek staat dat het verhaal logisch-chronologisch verteld is en aan de ene kant klopt dat ook wel want de gebeurtenissen spelen zich gewoon achter elkaar af in de juiste volgorde. Maar aan de andere kant kan het ook niet-chronologisch verteld zijn omdat er al het nodige is gebeurd met Daniël en door flashbacks en brieven aan zijn moeder kom je er achter wat er nou vroeger allemaal gebeurd is met zijn moeder. Dit boek begint midden in het verhaal. Het begint dat Daniël zit te wachten op zijn pleegvader en je weet helemaal niet wat er daarvoor allemaal is gebeurt. Daar kom je later in het verhaal pas achter. 4. Heeft het verhaal een open of een gesloten einde? Een gesloten eind denk ik want Daniel gaat terug naar huis. Je weet niet hoe het gaat in het pleegezin. En ook kom je niet te weten of hij ooit nog zijn moeder vind. Maar ik denk dat hij haar nooit zal vinden. 5. Door wie zijn ogen zie je de gebeurtenissen in het boek? Het verhaal is verteld in de alwetende vertelsituatie. Je ziet de meeste dingen door de ogen van Daniel, die hij denkt en doet. Maar je ziet de dingen ook door de ogen van Marja, Pim, Jesse en Marieke. Je kunt ook hun gedachtes over Daniël lezen. Daarom is het de alwetende vertelsituatie. De schrijver geeft van alle personen de gedachten weer. 6. Hoe wordt de spanning in het boek opgebouwd? Je krijgt eigenlijk wel alles te gelijk te horen en daarom vind ik het zo knap van de schrijfster dat ze toch de spanning er in weet te houden. Je gaat meeleven met Daniel en je hoopt heel de tijd dat het goed afloopt daarom blijft het denk ik spannend.
D. Verwerkingsopdracht
1. Wat hebben de groepswoorden te maken met het verhaal? Gezin is het groepswoord en de reden daarvoor is dat het om een gezin gaat waar een jongen word in opgenomen
Gezin is een plek waar iedereen het gezellig moet hebben en daarom vind ik het erg goed dat er mensen zijn die andere kinderen een kans willen geven toch liefde te krijgen in een gezin die dat van hun eigen gezin niet meer krijgen zoals bij Daniel. 2. Andere boeken maar de zelfde groepswoorden? Al wat we weten van de hemel
Van Peter Crowther (Adams moeder wordt na een ernstig ongeluk kunstmatig in leven gehouden. Samen met zijn vader moet hij beslissen of de artsen door moeten gaan met de behandeling.) Ik ken het boek niet ik zou het denk ik wel willen lezen lijkt me wel een mooi onderwerp. De reden dat het groepswoord ook gezin is is omdat het over een gezin gaat dat moet bepalen wat er met de moeder gebeurd
Baal baby’s
Van Anne Fine (De leerlingen van een nogal domme middelbare schoolklas krijgen de vreemde opdracht drie weken een baaltje meel te verzorgen, als was het een baby. Hierdoor leert Simon de betekenis van zorgen en verantwoording dragen van een heel andere kant.) Ik ken het boek het is een leuk boek het is meer iets voor iets jonger ik verbaasde me er eigenlijk over dat dit ook bij het gezin stond. Maar toen ik er over na ging denken snapte ik wel waarom Simon leert hoe het is om een gezin te hebben. Ontsnapt
Van June Oldham (Na haar eindexamen wil een meisje graag studeren, maar haar vader heeft andere plannen. Omdat hij haar seksueel misbruikt, loopt ze van huis weg.) Ik ken het boek niet. En het lijkt me weer een goed onderwerp. De reden dat het om het gezin gaat is dat het meisje word misbruikt in haar eigen gezin door haar vader.
4. Andere titels voor het boek 1. Opzoek naar iets
2. Zijn verleden wordt ook zijn toekomst
3. Pleeggezin
1. Daniel zoekt iets maar dat is niet alleen zijn moeder maar meer hoe hij zich gaat voelen. 2. Je merkt dat Daniel zijn verleden wil vergeten maar op het laatst ontdekt dat dit niet kan want altijd zal het meespelen in je toekomst
3. Daniel wordt in een pleegezin opgenomen dus deze titel lijkt me duidelijk 5. Een film over het boek welke hoofdrol Ik zou als er een film of toneelstuk zou komen de rol willen van het pleegzusje van Daniel Marieke dat lijkt me een leuke rol omdat ze lekker haar mening geeft. En ik snap haar eigenlijk ook wel eerst had ik zo iets wat een trut maar ik zou het zelf ook niet leuk vinden als er een wild vreemde jongen in ons huis komt wonen en dan ook nog is jou kamer krijgt. Maar op het laatst heeft zij er spijt van dat ze zo heeft gedaan. 6. Een ander kaft Zie laatste blad.
7. Songtekst of gedicht Omdat Daniel ook weg loopt eigenlijk voor liefde die die krijgt maar toch later weer terug komt vind ik dit een goed gedicht bij het boek. Angst
In het dikkere woud
Waar de stilte heerst
Waar je zult bibberen van de kou
Zoals een donker boek dat je leest
Daar waar er angst leeft
Waar je hart niet geeft
En het verborgen houdt in jou
Door al die kou
Je zult nooit tot rust komen
Je moet daar hard weg lopen
Door de kille nacht
Loop je naar de mooie pracht
Waar er zon schijnt, en mooi
Daar kom je op je plooi
Waar er liefde heerst en schoon
Zodat je je hart kan geven
Nu heb je een mooi leven
vermeire Ritchie E. over de schrijfster De boeken van Lieneke Dijkzeul hebben vaak de opbouw van een detective of speurdersverhaal. Daardoor zijn ze spannend en blijf je als lezer steeds nieuwsgierig naar de afloop van het verhaal. Hoewel de boeken over heel verschillende onderwerpen gaan, komt een aantal thema’s steeds terug. Zo speelt in al haar verhalen vriendschap een belangrijke rol. Soms zijn dat gewone vriendschappen, zoals tussen Daan en zijn vriendinnetje Eva in Hou je taai!. Maar soms gaat het over een bijzondere vriendschap, zoals de band die groeit tussen David en de oude dame Bella in De tweede viool. Eenzaamheid is een ander thema dat vaak in Lieneke Dijkzeuls verhalen terugkeert. Zo heeft Merel Muys uit Een muis met klauwen weinig vriendjes op school en wordt ze vaak gepest. De reden waarom eenzaamheid steeds weer als thema in haar boeken opduikt, is dat Lieneke Dijkzeul meent dat ieder mens in zijn leven ooit op een bepaalde manier met eenzaamheid te maken krijgt. Dat heeft voor iedereen andere gevolgen. 1990 Hou je taai! 1991 De tweede viool
Getipt door de Nederlandse Kinderjury 1992

1993 Een muis met klauwen
Getipt door de Nederlandse Kinderjury 1994
1994 Een bezem in het fietsenrek
Vertaald in het Duits
1996 Kortsluiting
Getipt door de Nederlandse Kinderjury 1997
en door de Jonge Jury 1997
1997 Bevroren tijd
2001 Eiland in de wind