Kort Amerikaans door Jan Wolkers

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover Kort Amerikaans
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3373 woorden
  • 23 maart 2011
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
25 keer beoordeeld

Boekcover Kort Amerikaans
Shadow

Een 19-jarige jongen is geobsedeerd door een litteken, dat hij in zijn jeugd door onachtzaamheid van zijn ouders heeft opgelopen. Het protestant-christelijke milieu waaruit hij afkomstig is, heeft een zwaar stempel op hem gedrukt, waarvan hij tevergeefs probeert los te komen. In het laatste jaar van de Duitse bezetting is hij weg van huis en doet wanhopige pogingen to…

Een 19-jarige jongen is geobsedeerd door een litteken, dat hij in zijn jeugd door onachtzaamheid van zijn ouders heeft opgelopen. Het protestant-christelijke milieu waaruit hij afk…

Een 19-jarige jongen is geobsedeerd door een litteken, dat hij in zijn jeugd door onachtzaamheid van zijn ouders heeft opgelopen. Het protestant-christelijke milieu waaruit hij afkomstig is, heeft een zwaar stempel op hem gedrukt, waarvan hij tevergeefs probeert los te komen. In het laatste jaar van de Duitse bezetting is hij weg van huis en doet wanhopige pogingen tot menselijk contact, hetgeen slechts resulteert in nog grotere eenzaamheid. Meesterlijke roman in een directe stijl, waarin Wolkers (1925-2007) op navrante en zeer eerlijke manier de onuitwisbare invloeden van het milieu beschrijft. 

Kort Amerikaans door Jan Wolkers
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1 Boekbeschrijving
A Kort Amerikaans, Jan Wolkers
B Maart 1971 (28e druk), Meulenhoff Amsterdam
C 185
D Geen
E Geen
F Het boek is ingedeeld in negentien hoofdstukken, ze zijn aangegeven met cijfers. De hoofdstukken zijn niet heel groot, elk hoofdstuk bestaat ongeveer uit negen á tien bladzijden.
G Op de voorkant wordt de scene op driekwart van het boek geschetst. Elly heeft Erik betrapt op het vrijen met de gipsen tors. Ze is bezig met de tors op de grond te gooien. Als ze dit gedaan heeft zal Erik haar wurgen.



2 Samenvatting
Erik van Poelgeest zit ondergedoken in Leiden voor de arbeidsinspectie. De oorlog is nog in volle gang. Zijn ouders wonen in een dorpje naast Leiden en komen elke dag eten brengen verpakt in een luier. Erik zijn passie is schilderen en is dan ook van plan zich samen met een vriend van hem op te geven voor de schilderacademie. Maar op het moment dat hij zich wil gaan opgeven patrouilleren de Duitsers door de straten en houden een razzia. Voor zijn eigen veiligheid verstopt hij zich in de dichtstbijzijnde bioscoop. De eigenaar is hier natuurlijk niet erg blij mee en gooit hem eruit, gelukkig zijn de Duitsers al weg. Erik komt er goed vanaf, maar zijn vriend daarentegen is wel opgepakt. Dus besluit hij alleen naar de academie te gaan. Na een kort gesprek word Erik gelijk toegelaten tot de academie. Hij verteld aan de academieleider meneer van Grouw dat hij ondergedoken zit. Meneer van Grouw verteld hem dat hij altijd bij de academie kan schuilen. Daarna komt hij weer in het atelier en heeft een goed gesprek met Elly en begint haar te vingeren. En ze besluiten een keer met elkaar naar bed te gaan. Als ze dit gaan doen sluipt Erik als meneer d´ailleurs de hond aan het uitlaten is naar binnen. Na de nacht samen met Elly wil hij naar buiten sluipen. Maar dat gaat niet helemaal soepel. Dus besluit Erik nooit meer terug te gaan naar het atelier om daar te werken. Kort daarna verteld Ondertussen heeft hij problemen met zijn vriendin Ans. De priester waar ze altijd komt biechten wil Erik en Ans uit elkaar hebben. Mede hierdoor wil Erik niets meer met Ans te maken hebben en verkracht haar. Erik denkt dat ze het ook heeft uitgemaakt door zijn litteken op zijn linkerslaap, daar heeft hij zijn hele leven al last van. Na het voorval met d´ailleurs besluit Erik de Spin, een academiemaatje van hem, nog eens op te zoeken. De spin was sowieso altijd al een beetje de weg kwijt, maar toen Erik binnenkwam zag hij dat De spin zichzelf had opgehangen. Erik is helemaal verbouwereerd en besluit terug te gaan naar de acedemie. Hij verteld aan meneer van Grouw dat hij wil vluchten omdat het voor hem gevaarlijk word. Maar van Grouw stelt voor dat Erik bij hem kan schuilen. Erik vind dit een goed idee en trekt bij hem in. Ook vraagt hij Elly om bij hem te komen wonen. Ze wil eerst niet, maar als d´ailleurs opgepakt is vlucht Elly en komt toch bij Erik wonen. Een paar nachten later vrijt Erik met een gipsen tors die in het atelier staat, dit doet hij vaker omdat hij het idee heeft dat hij zich niet voor de tors hoeft te schamen voor zijn litteken. Maar deze keer betrapt Elly hem, en ze gaat enorm tegen hem tekeer. En ze smijt de tors kapot op de grond. Door dit tafereel word Erik helemaal gek en wurgt Elly. Een paar dagen later hoort hij via de radio dat de oorlog is afgelopen en ziet hij via het raam dat het feest op straat is. Maar als hij daarna drie soldaten voor zijn huis ziet staan denkt hij dat hij verraden is en het alsnog slecht met hem zou aflopen. Hij pakt zijn geweer om de soldaten te lijf te gaan, maar het is al te laat de soldaten hebben hem neergeschoten.



3 Verhaalfiguren

A
Erik is eigenlijk de enige persoon die echt goed beschreven word en daarom kan je dus ook zijn uiterlijk, gedrag en karakter goed beschrijven. Erik wordt ook niet in alle opzichten goed beschreven maar wel vele malen meer als de andere figuren in het boek. Daarom zou ik van de andere figuren die belangrijk zijn een globaal beeld proberen te schetsen.

Erik van Poelgeest
(hoofdfiguur)
Uiterlijk: Erik heeft een groot litteken op zijn slaap. Zijn hele leven is hij hier al onzeker over en denkt dat vrouwen hierdoor van hem walgen. Hij heeft express zijn haar langer laten groeien zodat je zijn litteken minder goed kan zien. Hij ziet er een beetje uit als een kunstenaar, onverzorgd en artistiek.
Gedrag: Hij gedraagt zich veel stoerder dan hij is, want eigenlijk heeft hij heel veel problemen en onzekerheden. Maar daar spreekt hij eigenlijk helemaal niet over. Hij kropt alles op en dat kan er soms op een rare manier uitkomen.
Karakter: Erik is zwaar calvinistisch opgevoed, en dit kan je ook terug zien in zijn karakter. Hij loopt niet te koop met zijn successen of andere dingen waarmee je zou kunnen pronken. De calvinisten stralen vaak soberheid en lijdzaamheid uit en dat kun je ook terug zien in Erik zijn karakter.

Elly (bijfiguur)
Elly is een meisje van rond de achttien jaar oud. Ze werkt samen met Erik in het atelier van d’ailleurs. Ze gaat met iedereen naar bed en doet daar ook niet moeilijk over. Zij word Erik zijn tweede vriendin in het boek. Voor haar zit nog Ans. Aan het einde van het boek gaat ze bij Erik wonen en word niet lang daarna door hem gewurgd.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden


Kees (bijfiguur)
Kees wordt ook wel ‘de spin’ genoemd in het boek. Hij heeft een hele rare manier van leven en het lijkt wel alsof hij autistisch is. Hij heeft ook allemaal rare filosofische ideeën. Maar is tegelijkertijd ook heel erg creatief en weet dat goed te uiten door te schilderen op de academie waar Erik ook op zit. Aan het eind van het boek hangt hij zichzelf op.

Paul (bijfiguur)
In het boek wordt hij vaak d’ailleurs genoemd, omdat dit zijn achternaam is. Hij heeft ook een eigen zaak die zo heet. Hij verkoopt lampenkappen. Het is een beetje een aparte man die zichzelf afsluit van de buitenwereld. Hij heeft af en toe ook seks met Elly.


B
Erik is als enige een uitbouwkarakter. De rest van de personages zijn allemaal gegeven karakters. Maar Erik verandert ook niet veel in het verhaal. Wel zijn visie op bepaalde zaken veranderd. En de ideeën die hij heeft worden ook steeds meer extravagant. Dit komt ook mede omdat hij zich steeds meer gaat afzonderen van de buitenwereld. Hij wordt steeds eenzamer en kan dus met niemand over zijn ideeën praten. Dit zorgt dus voor rare gedachten en soms ook uitwerking of toepassing van deze gedachten.



4 Ruimte

A

Het verhaal speelt zich grotendeels af in de stad Leiden. Het verhaal speelt zich het meeste af in het atelier en de academie waar Erik vaak naartoe gaat. Maar ook bijvoorbeeld de bioscoop waar Erik naartoe vlucht als de razzia een keer langskomt. En Erik zijn eerste vriendin Ans woont ook in Leiden. Eigenlijk is geen van de figuren een keer buiten Leiden. Op Erik, zijn broer en zijn ouders na, want die wonen of woonden in Oegstgeest. Als de broer van Erik dood gaat is dat in een ziekenhuis iets buiten Leiden. Maar het verhaal speelt zich voornamelijk in Leiden af.



B
Voorbeeld belangenruimte (blz. 45)
Voor hij zijn kamer opzocht ging hij de Hartebrugkerk binnen. De duisternis leunde er zwaar tegen een paar lange brandende kaarsen bij het altaar. De gebrandschilderde ramen sloten de avondhemel buiten. Toen zijn ogen aan het donker gewend waren en hij gezien had dat er niemand in de kerkbanken zat liep hij naar voren, naar de plaats waar een grote smeedijzeren kandelaar voor een Mariabeeld stond. Hij pakte de langste kaars en wilde ermee de kerk uitlopen toen van achter een pilaar een droevige rustige stem zei:

- Al denkt u dat geen mens u ziet, God ziet u altijd.

Even bleef Erik ademloos staan, toen zei hij:

- Als de oorlog voorbij is zal ik hier zoveel kaarsen branden dat Maria zwart zal worden van de walm.

Het citaat hierboven wekt een spannend gevoel op. Maar ook wel het gevoel dat Erik ergens mee bezig is wat niet hoort en maling heeft aan iedereen. En dat hij door de oorlog een beetje zijn gevoel voor redelijkheid verliest. Ook visualiseert het Erik zijn situatie, want hij zondert zich enorm af van iedereen. Maar er zijn altijd nog mensen die je in de gaten houden. En eerst ziet Erik niemand. En daarna blijkt dat er toch iemand op hem let. Zo is het ook in zijn leven, het liefst heeft hij niemand om zich heen maar er zijn wel altijd nog mensen die om hem heen zijn.



5 Vertelwijze
Het boek wordt verteld in de verborgen ik-vorm. Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van Erik, maar Erik wordt wel als ‘hij’ aangegeven. De gevoelens en gedachtes van Erik worden wel verteld en je leeft dus ook echt met hem mee. Dit word niet beschreven van de andere personen, die zie je alleen vanuit de invalshoek van Erik. Dus zoals in de toelichting van het boekverslag staat: “lijkt het alsof er geen verteller is. Maar deze verteller zit verborgen in een hij- of zij-figuur. Vanuit die ene figuur wordt het verhaal verteld. Het is dus eigenlijk een ik-verhaal zonder ik-vorm.”

Voorbeeld vertelwijze (blz. 104)
- Als u hier schuin tegenover bij Templum Salomonis eens probeert, hebt u misschien kans van slagen, riep de winkelbediende hem na.

Toen hij buiten stond, dacht hij: Ik moet naar iemand toe. Iemand moet mij helpen. De Spin, dacht hij ineens. De Spin kan mij helpen. Ik moet hem zeggen dat mijn broer ernstig ziek is, dat hij misschien dood zal gaan. De Spin weet het zeker, hij kan in de toekomst kijken, hij weet water er gebeuren gaat. Als hij maar thuis is, dacht hij, terwijl hij de richting van Lammenschansweg insloeg.


Voorbeeld vertelwijze 2 (blz. 111)
- En u meneertje, vroeg de portier.

- Ik heb geen kaart, zei Erik.

- Dan komt u hier zeker voor het eerst. Erik knikte. Voor uzelf of komt u familie bezoeken, vroeg de portier, terwijl hij Erik taxerend aan keek.

- Ik kom mijn broer bezoeken, die is ziek.

- Ja, dat hij ziek is dat begrijp ik wel, anders zou hij hier niet zijn.

- Hoe is uw naam?

- Van Poelgeest.

De man liep de portiersloge binnen en ging op een stoel achter een kleine tafel zitten.



6 Tijd

A
Het verhaal begint ongeveer vanaf augustus 1944 en eindigt op de Bevrijdingsdag 5 mei 1945.
Het verhaal speelt zich dus af in het laatste half jaar van de Tweede Wereld Oorlog.


B
Het boek is grotendeels chronologisch verteld, wel komen er af en toe herinneringen van Erik in voor. Je moet het voorstellen als je eigen leven, zo word dit verhaal ook verteld. Je denkt wel eens terug aan vroeger, maar die situatie word niet nagedaan als een soort van déjà vu, je denkt er alleen maar aan. Als het niet chronologisch zou zijn zou het tegenovergesteld verteld worden en dat is in dit verhaal niet het geval.



C
Ja, er komen flash-backs voor in het boek. Maar dat zijn eigenlijk meer passages waar Erik aan vroeger denkt. Of dat Erik een verhaal verteld over vroeger. Maar echte flash-backs komen er niet in voor. Daarom hebben de citaten hieronder geen doel, ze zijn gewoon onderdeel van het verhaal maar hebben geen doel om iets te verduidelijken zoals een flash-back dat wel heeft.

Voorbeeld flash-back (blz. 51)
- Moet je eens horen, Elly, zei hij, moet je horen. Je hebt erom gevraagd, ik zou het je nooit uit mezelf verteld hebben. Ik weet alles, vanaf het begin dat ik geboren werd. Jij denkt misschien, dat kan niet. Je lag in de wieg en je wist van niets. Maar een baby richt met zijn gehoor en zijn reukorganen een periscoop op die hij over de rand van de wieg steekt en waardoor hij alles kan zien wat er in zijn omgeving gebeurt. Van het vroegste begin weet ik dat ik aanhouden een schurend geluid hoorde. Ik dacht dat een boek steeds doorgebladerd werd, maar later zag ik dat het uit de tuin kwam. Mijn ouders lagen er geknield in lange zwarte gewaden. Ze hadden allebei een troffel in de hand waarmee ze cement uitwreven op de kiezelstenen tot er een vierkante vloer was ontstaan. Het was zomer toen, maar het leek winter omdat mijn vader alle takken waar bladeren aan zaten van de bomen had gezaagd.


Voorbeeld flash-back 2 (blz. 109)
Erik keek omhoog.
- Daar hing vroerg mijn schommel aan. Hij was na mijn kindertijd blijven hangen omdat mijn hondje er altijd op zat. Ik wiegde hem zahtjes heen en weer. Ik zat er op de grond bij en sprak tegen hem. Hij jankte en blafte, hij kon me verstaan, hij wist wat ik bedoelde Hij luisterde naar me. Ik wilde iemand hebben om mee te praten. Ik wilder dat hij tegen mij sprak. Op een dag maakte hij geluiden, het was geen blaffen en janken meer. Hij sprak, hij zei iets tegen me. Ik wilde dat hij doorging… doorging!



7 Motieven

Eenzaam
Door de oorlog worden alle geliefden van elkaar uit elkaar gespeeld. Dit zie je bij bijna alle figuren in het boek. Voornamelijk bij De Spin, hij is erg eenzaam, ook omdat hij zijn doofstomme moeder min mogelijk bij zichzelf wil laten zijn. En je ziet dat iedereen dat op zijn eigen manier verwerkt. De Spin bijvoorbeeld met zijn creativiteit, andere bijvoorbeeld met seks. Erik wordt ook steeds eenzamer, hij heeft met Elly maar eigenlijk hecht hij veel meer waarde aan de tors waar hij af en toe mee vrijt. Dat geeft aan hoe eenzaam hij is of wil zijn.

Seks
Seks is een uitlaatklep in de oorlog voor sommige figuren in het boek. Zo gebruiken d’ailleurs, Erik en Elly seks om hun problemen te vergeten. Dit kan je ook terug zien in dit citaat: “- Je moet alles vergeten, zei ze. Je moet je niet al die onzin in je hoofd halen. Het betekent niets. Ik vind je toch fijn zoals je bent. Ze trok zachtjes aan zijn dijbeen. Kom maar op me liggen, jongentje, dan vergeet je alles. Dan doe ik mijn dijen van elkaar en dan vergeet je alles, dan denk je nergens meer aan.” (blz. 178)


Verraad
In het boek worden veel mensen verraden. Natuurlijk omdat het verhaal zich afspeelt in de oorlog. D’ailleurs word ook verraden en opgepakt in het midden van het boek. Maar vroeger ook de vrienden van Erik hebben hem verraden, omdat hij een litteken op zijn slaap heeft, door zich niet als zijn vrienden te gedragen maar hem te pesten. Maar ook aan het eind van het boek denkt Erik dat hij op de Bevrijdingsdag alsnog verraden is.

Eigenlijk sluiten alle motieven op elkaar aan, van het een komt het ander. Door het verraad ontstaat er veel eenzaamheid en deze eenzaamheid word vergeten door seks.




Kees (bijfiguur)
Kees wordt ook wel ‘de spin’ genoemd in het boek. Hij heeft een hele rare manier van leven en het lijkt wel alsof hij autistisch is. Hij heeft ook allemaal rare filosofische ideeën. Maar is tegelijkertijd ook heel erg creatief en weet dat goed te uiten door te schilderen op de academie waar Erik ook op zit. Aan het eind van het boek hangt hij zichzelf op.

Paul (bijfiguur)
In het boek wordt hij vaak d’ailleurs genoemd, omdat dit zijn achternaam is. Hij heeft ook een eigen zaak die zo heet. Hij verkoopt lampenkappen. Het is een beetje een aparte man die zichzelf afsluit van de buitenwereld. Hij heeft af en toe ook seks met Elly.


B
Erik is als enige een uitbouwkarakter. De rest van de personages zijn allemaal gegeven karakters. Maar Erik verandert ook niet veel in het verhaal. Wel zijn visie op bepaalde zaken veranderd. En de ideeën die hij heeft worden ook steeds meer extravagant. Dit komt ook mede omdat hij zich steeds meer gaat afzonderen van de buitenwereld. Hij wordt steeds eenzamer en kan dus met niemand over zijn ideeën praten. Dit zorgt dus voor rare gedachten en soms ook uitwerking of toepassing van deze gedachten.



4 Ruimte

A

Het verhaal speelt zich grotendeels af in de stad Leiden. Het verhaal speelt zich het meeste af in het atelier en de academie waar Erik vaak naartoe gaat. Maar ook bijvoorbeeld de bioscoop waar Erik naartoe vlucht als de razzia een keer langskomt. En Erik zijn eerste vriendin Ans woont ook in Leiden. Eigenlijk is geen van de figuren een keer buiten Leiden. Op Erik, zijn broer en zijn ouders na, want die wonen of woonden in Oegstgeest. Als de broer van Erik dood gaat is dat in een ziekenhuis iets buiten Leiden. Maar het verhaal speelt zich voornamelijk in Leiden af.



B
Voorbeeld belangenruimte (blz. 45)
Voor hij zijn kamer opzocht ging hij de Hartebrugkerk binnen. De duisternis leunde er zwaar tegen een paar lange brandende kaarsen bij het altaar. De gebrandschilderde ramen sloten de avondhemel buiten. Toen zijn ogen aan het donker gewend waren en hij gezien had dat er niemand in de kerkbanken zat liep hij naar voren, naar de plaats waar een grote smeedijzeren kandelaar voor een Mariabeeld stond. Hij pakte de langste kaars en wilde ermee de kerk uitlopen toen van achter een pilaar een droevige rustige stem zei:

- Al denkt u dat geen mens u ziet, God ziet u altijd.

Even bleef Erik ademloos staan, toen zei hij:

- Als de oorlog voorbij is zal ik hier zoveel kaarsen branden dat Maria zwart zal worden van de walm.

Het citaat hierboven wekt een spannend gevoel op. Maar ook wel het gevoel dat Erik ergens mee bezig is wat niet hoort en maling heeft aan iedereen. En dat hij door de oorlog een beetje zijn gevoel voor redelijkheid verliest. Ook visualiseert het Erik zijn situatie, want hij zondert zich enorm af van iedereen. Maar er zijn altijd nog mensen die je in de gaten houden. En eerst ziet Erik niemand. En daarna blijkt dat er toch iemand op hem let. Zo is het ook in zijn leven, het liefst heeft hij niemand om zich heen maar er zijn wel altijd nog mensen die om hem heen zijn.



5 Vertelwijze
Het boek wordt verteld in de verborgen ik-vorm. Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van Erik, maar Erik wordt wel als ‘hij’ aangegeven. De gevoelens en gedachtes van Erik worden wel verteld en je leeft dus ook echt met hem mee. Dit word niet beschreven van de andere personen, die zie je alleen vanuit de invalshoek van Erik. Dus zoals in de toelichting van het boekverslag staat: “lijkt het alsof er geen verteller is. Maar deze verteller zit verborgen in een hij- of zij-figuur. Vanuit die ene figuur wordt het verhaal verteld. Het is dus eigenlijk een ik-verhaal zonder ik-vorm.”

Voorbeeld vertelwijze (blz. 104)
- Als u hier schuin tegenover bij Templum Salomonis eens probeert, hebt u misschien kans van slagen, riep de winkelbediende hem na.

Toen hij buiten stond, dacht hij: Ik moet naar iemand toe. Iemand moet mij helpen. De Spin, dacht hij ineens. De Spin kan mij helpen. Ik moet hem zeggen dat mijn broer ernstig ziek is, dat hij misschien dood zal gaan. De Spin weet het zeker, hij kan in de toekomst kijken, hij weet water er gebeuren gaat. Als hij maar thuis is, dacht hij, terwijl hij de richting van Lammenschansweg insloeg.


Voorbeeld vertelwijze 2 (blz. 111)
- En u meneertje, vroeg de portier.

- Ik heb geen kaart, zei Erik.

- Dan komt u hier zeker voor het eerst. Erik knikte. Voor uzelf of komt u familie bezoeken, vroeg de portier, terwijl hij Erik taxerend aan keek.

- Ik kom mijn broer bezoeken, die is ziek.

- Ja, dat hij ziek is dat begrijp ik wel, anders zou hij hier niet zijn.

- Hoe is uw naam?

- Van Poelgeest.

De man liep de portiersloge binnen en ging op een stoel achter een kleine tafel zitten.



6 Tijd

A
Het verhaal begint ongeveer vanaf augustus 1944 en eindigt op de Bevrijdingsdag 5 mei 1945.
Het verhaal speelt zich dus af in het laatste half jaar van de Tweede Wereld Oorlog.


B
Het boek is grotendeels chronologisch verteld, wel komen er af en toe herinneringen van Erik in voor. Je moet het voorstellen als je eigen leven, zo word dit verhaal ook verteld. Je denkt wel eens terug aan vroeger, maar die situatie word niet nagedaan als een soort van déjà vu, je denkt er alleen maar aan. Als het niet chronologisch zou zijn zou het tegenovergesteld verteld worden en dat is in dit verhaal niet het geval.



C
Ja, er komen flash-backs voor in het boek. Maar dat zijn eigenlijk meer passages waar Erik aan vroeger denkt. Of dat Erik een verhaal verteld over vroeger. Maar echte flash-backs komen er niet in voor. Daarom hebben de citaten hieronder geen doel, ze zijn gewoon onderdeel van het verhaal maar hebben geen doel om iets te verduidelijken zoals een flash-back dat wel heeft.

Voorbeeld flash-back (blz. 51)
- Moet je eens horen, Elly, zei hij, moet je horen. Je hebt erom gevraagd, ik zou het je nooit uit mezelf verteld hebben. Ik weet alles, vanaf het begin dat ik geboren werd. Jij denkt misschien, dat kan niet. Je lag in de wieg en je wist van niets. Maar een baby richt met zijn gehoor en zijn reukorganen een periscoop op die hij over de rand van de wieg steekt en waardoor hij alles kan zien wat er in zijn omgeving gebeurt. Van het vroegste begin weet ik dat ik aanhouden een schurend geluid hoorde. Ik dacht dat een boek steeds doorgebladerd werd, maar later zag ik dat het uit de tuin kwam. Mijn ouders lagen er geknield in lange zwarte gewaden. Ze hadden allebei een troffel in de hand waarmee ze cement uitwreven op de kiezelstenen tot er een vierkante vloer was ontstaan. Het was zomer toen, maar het leek winter omdat mijn vader alle takken waar bladeren aan zaten van de bomen had gezaagd.


Voorbeeld flash-back 2 (blz. 109)
Erik keek omhoog.
- Daar hing vroerg mijn schommel aan. Hij was na mijn kindertijd blijven hangen omdat mijn hondje er altijd op zat. Ik wiegde hem zahtjes heen en weer. Ik zat er op de grond bij en sprak tegen hem. Hij jankte en blafte, hij kon me verstaan, hij wist wat ik bedoelde Hij luisterde naar me. Ik wilde iemand hebben om mee te praten. Ik wilder dat hij tegen mij sprak. Op een dag maakte hij geluiden, het was geen blaffen en janken meer. Hij sprak, hij zei iets tegen me. Ik wilde dat hij doorging… doorging!



7 Motieven

Eenzaam
Door de oorlog worden alle geliefden van elkaar uit elkaar gespeeld. Dit zie je bij bijna alle figuren in het boek. Voornamelijk bij De Spin, hij is erg eenzaam, ook omdat hij zijn doofstomme moeder min mogelijk bij zichzelf wil laten zijn. En je ziet dat iedereen dat op zijn eigen manier verwerkt. De Spin bijvoorbeeld met zijn creativiteit, andere bijvoorbeeld met seks. Erik wordt ook steeds eenzamer, hij heeft met Elly maar eigenlijk hecht hij veel meer waarde aan de tors waar hij af en toe mee vrijt. Dat geeft aan hoe eenzaam hij is of wil zijn.

Seks
Seks is een uitlaatklep in de oorlog voor sommige figuren in het boek. Zo gebruiken d’ailleurs, Erik en Elly seks om hun problemen te vergeten. Dit kan je ook terug zien in dit citaat: “- Je moet alles vergeten, zei ze. Je moet je niet al die onzin in je hoofd halen. Het betekent niets. Ik vind je toch fijn zoals je bent. Ze trok zachtjes aan zijn dijbeen. Kom maar op me liggen, jongentje, dan vergeet je alles. Dan doe ik mijn dijen van elkaar en dan vergeet je alles, dan denk je nergens meer aan.” (blz. 178)


Verraad
In het boek worden veel mensen verraden. Natuurlijk omdat het verhaal zich afspeelt in de oorlog. D’ailleurs word ook verraden en opgepakt in het midden van het boek. Maar vroeger ook de vrienden van Erik hebben hem verraden, omdat hij een litteken op zijn slaap heeft, door zich niet als zijn vrienden te gedragen maar hem te pesten. Maar ook aan het eind van het boek denkt Erik dat hij op de Bevrijdingsdag alsnog verraden is.

Eigenlijk sluiten alle motieven op elkaar aan, van het een komt het ander. Door het verraad ontstaat er veel eenzaamheid en deze eenzaamheid word vergeten door seks.



8 Titel en motto

A
Kort Amerikaans is de titel van het boek en tegelijkertijd ook een kapsel wat in die tijd veel gedragen werd. Erik zijn familie had niet veel geld in zijn jeugdjaren en om het kappersbezoek wat minder te laten kosten moest hij zijn haar in de Kort Amerikaans-stijl laten knippen. Dit was een heel typerend kortgeschoren kapsel. Hierdoor was Erik zijn litteken erg goed zichtbaar. En hij schaamde zich er al zijn hele leven voor. Dit is de grootste zwakte van Erik dus daarom heeft de schrijver denk ik besloten het boek zo te noemen.

Voorbeeld titel (blz. 36)
Vooral als mijn haar pas geknipt was en het gedeelte van het litteken bloot kwam dat eronder verborgen was, zag je het erg. Kort Amerikaans model, godverdomme.



B
“There is no trap so deadly as the trap you set for yourself”
Vertaling: Geen val is zo dodelijk als de val die je voor jezelf zet.

Dit motto is existentialistisch en daar is het hele boek ook op gebaseerd. Existentialisme is: “Een theorie over de mensen, die zegt dat de ervaring van de mens niet te beschrijven is in wetenschappelijke of rationele begrippen. Het existentialisme legt de nadruk op de keuze, gebruik makend van de vrijheid van de mens in een onbepaalde en klaarblijkelijk zinloze wereld. ” Het motto zegt dus dat de val die je zelf zet het dodelijkst is, dat blijkt ook wel aan het einde van het boek, want Erik woonde in een huis van een NSB’er en begon op de soldaten te schieten tijdens Bevrijdingsdag, hij heeft dus voor zichzelf een val gecreëerd en bleek achteraf dus ook de meest dodelijke te zijn.


9 Thema
Eenzaamheid als gevolg van uiterlijk, verraad en oorlog met seks als drug om dit allemaal te vergeten.



10 Stijl

A
De zinsbouw is eigenlijk heel afwisselend. De ene keer worden er hele lange zinnen gebruikt, maar de andere keer zijn er bijvoorbeeld zinnen van maar zes woorden. Ook vind ik het apart hoe er aangegeven word dat iemand iets zegt of aan het woord is, dat word namelijk aangegeven met een streepje voor het eerste woord van de zin. Ik vind het heel erg variëren, want de zinsconstructies zijn soms ook erg lastig. Soms zijn de dingen ook erg raar opgeschreven, dan heeft de schrijver niet alles verwoord bijvoorbeeld en gebruikt hij een × in plaats van ‘keer’. En een keer schrijft hij gewoon een woordenboek over, wel origineel maar wel apart.

Voorbeeld zinsbouw (blz. 24) [lange zin]
Zijn linkerhand rustte op de kop van een grote barzoi, die hem in de strijd om het bestaan – die bijvoorbaat al in zijn voordeel beslist leek – ter zijde scheen te staan.


Voorbeeld zinsbouw 2 (blz. 25) [moeilijke zinsconstructie]
Als ik ergens ben heb ik het gevoel alsof ik in mijn omgeving oplos, uiteenval tegen de achtergrond waar ik voor sta, ermee vervloei als een te waterig aquarel. Maar híj is niet weg te cijferen. Zelfs als hij er niet is brandt zijn afwezigheid nog een gat in het azuur.


Voorbeeld zinsbouw 3 (blz. 79) [Streepjes]
- Zo mag je niet praten, zei ze snikkend. Zo mag je niet praten. Ze schudde aanhoudend met haar hoofd, en maakte aanstalten om de kant van de Breestraat uit te lopen. Erik greep haar bij de mouw van haar mantel en trok haar de andere kant uit.

- Je gaat eerst met mij mee, ik wil het uitpraten.

- Dat kunnen we hier op straat ook doen.

- Je bent toch zo bang dat ik te hard schreeuw

- Je kan toch wel wat zachter praten, je hoeft toch niet zo tegen me te schreeuwen.

- Goed, ik zal niet meer tegen je schreeuwen, maar dan ga jij met mij mee.


Voorbeeld zinsbouw 4 (blz. 125) [raar opgeschreven]
- Grafruimte 1 × 2 meter, voor drie lijken, voor de tijdsduur van tien jaren f 60,-. Grafruimte

1 × 2 meter, voor vier lijken, voor de tijdsduur van tien jaren f 80,-.


Voorbeeld zinsbouw 5 (blz. 103) [woordenboek]
Hij pakte een verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal uit een rek en sloeg dat open op de D.

Dikbuik, ding-ding, Dioscuren: Castor, de paardentemmer en Pollx, de vuistvechter. Daaronder stond het: dipht(h)e-rie, v.; diphtheritis (Gr. diphthera = vel: besmettelijke keelziekte, d.i. slijmvliesontsteking) ; lees diftee-.

Diphthera is vel, dacht hij.



B
Ik vind de woordkeuze helemaal niet verrassend, origineel of humoristisch. Het zijn over het algemeen hele makkelijke woorden die worden gebruikt. Maar ik kan me voorstellen dat voor sommige mensen de woorden wel lastig zijn. Al zou ik er zo even geen woord uit kunnen plukken waar ik de betekenis niet van weet. Wel gebruikt de schrijver woorden die we in het hedendaagse leven niet meer gebruiken zoals. En in sommige woorden word ook de oude spelling gebruikt zoals in: ‘reproduktie’ (blz. 173)

Voorbeeld woordkeuze (blz. 23)
Hij vergat de barsten en gaten in de muren waardoor men zijn handelingen gade zou kunnen slaan.


Voorbeeld woordkeuze (blz. 173)
Wij gaan naar De Burcht. We zullen vechten tot het uiterste.
Hoe ook ons beider lot zal zijn, ik zal altijd met diepe vriendschap aan je blijven denken.
Je toegenegen kameraad,
Frits van Grouw

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Kort Amerikaans door Jan Wolkers"