Jan Wolkers werd op 26 oktober 1925 in Oegstgeest geboren, een dorpje in de buurt van Leiden. Hij is het derde kind in een gezin van elf kinderen. Zijn vader was streng gereformeerd. Als baby kreeg Jan stevige bronchitis en zijn hele leven lang blijft hij astmatisch. Om hem te genezen zetten zijn ouders toen hij klein was een keteltje met kokend water bij zijn wiegje. Door de stoom zou het slijm los moeten komen, maar het tuitje van de ketel kwam op zijn gezicht en hij hield hier een lelijk litteken aan over. Hij vond het dan ook heel erg dat zijn vader uit zuinigheid de haren van de kinderen zo kort mogelijk knipte (volgens Amerikaans model), want iedere keer kwam het litteken weer tevoorschijn. De middelbare school verliet Jan vroegtijdig, omdat zijn resultaten heel slecht waren. Hij ging zijn vader in de kruidenierszaak helpen en had wat losse baantjes. In 1942 verhuisde Jan naar Leiden en gaat daar lampenkappen beschilderen. In zijn vrije tijd volgde hij lessen op de Leidse schilderacademie. In 1944 stierf onverwacht zijn oudste broer. Na de oorlog volgde hij nog meer opleidingen als beeldend kunstenaar. In 1957 kreeg hij van de Franse regering een beurs om bij de beroemde beeldhouwer Zadkine te studeren. In Parijs begon hij ook met schrijven. Zijn werk
In 1961 debuteerde hij met de verhalenbundel Serpetina’s petticoat, die grotendeels autobiografisch is. Kort Amerikaans verscheen in hetzelfde jaar en veroorzaakte verontruste reacties. Ondanks dat veel mensen hem een vieze man vonden werd het boek een enorm succes en verschenen er binnen een jaar 10 drukken en werd het boek later verfilmd. Andere boeken uit zijn beginperiode zijn: Gesponnen suiker, De hond met de blauwe tong en de roman Terug naar Oegstgeest. Het grootste succes van Jan kwam in 1969 met de roman Turks Fruit. Aanvankelijk werd het boek uit bibliotheken en scholen geweerd,omdat het te pornografisch zou zijn. Later werd het boek verfilmd en onlangs is deze verfilming uitgeroepen tot Nederlandse speelfilm van de eeuw. Andere bekende boeken zijn: Een roos van vlees, Brandende Liefde, De Walgvogel, De perzik van onsterfelijkheid en De doodshoofdvlinder. Erkenning
Ondertitel: Voor Karina & Rosita
Meulenhoff, de plaats van uitgave is Den Bosch, 175 blz. (het jaar van de eerste druk is 1962) 5. Titelverklaring De titel slaat op het kapsel dat de hoofdpersoon Eric moest dragen van zijn vader, zijn vader schoor zijn haar altijd heel kort en daardoor was het litteken dat Eric had steeds duidelijk zichtbaar. Dit soort kapsel wordt Kort Amerikaans genoemd. Ook slaat de titel ook een beetje op het eind van het boek, de bevrijding is slechts ‘kort Amerikaans’. 6. Genre Het boek ‘’Kort Amerikaans’’ is een psychologische roman. 7.Keuze Ik heb het boek gelezen omdat mijn vader dit boek een keer voor me had gekocht. Hij zei dat ik dit wel zou moeten lezen voor mijn literatuurlijst. 8. Samenvatting Eric Poelman is een jongen die ondergedoken is voor de arbeidsdienst tijdens de oorlog. Eric heefteen vriendinnetje Ans en heeft een baan bij d’Ailleurs, waar Elly een Joods meisje ondergedoken is. Stiekem vindt Eric Elly wel een leuk meisje. Als Eric op een dag postzegels moet halen, gaat alles mis. Samen met zijn vriend Peter gaat hij naar de winkel. Peter blijft buiten op Eric wachten. Maar als Eric terugkomt is Peter weg, opgepakt door de Duitsers, tijdens een razzia. Ans maakt het daarna uit met Eric, omdat Eric teveel met haar doen wilt, wat zij zelf niet wilt. Als Eric op een gegeven moment te horen krijgt dat zijn broer Frans heel ziek is, gaat Eric een keertje langs bij zijn broer. Eric staat aan het sterfbed van zijn broer als hij doodgaat. Nu gaat het al helemaal niet goed meer met Eric. Eric weet niet meer wat te doen en besluit naar Elly te gaan. Stiekem gaan ze met elkaar naar bed, maar Eric verlaat haar alweer heel vroeg in de morgen. De Spin is een man die NSB’er is. Maar voor Eric is hij een heel aardige man. Eric krijgt door de eigenaar van de kunstacademie een brief in zijn handen gedrukt die hij aan De Spin moet geven. Als Eric naar De Spin toegaat ziet hij dat De Spin zichzelf heeft opgehangen. Buiten leest hij de brief die voor De Spin bestemd was. Er staat in dat het verlies dichtbij was en dat de eigenaar zou vluchten in de burcht en dat ze elkaar na de bevrijding zouden zien. De beheerder van de academie, waar Eric inmiddels lid van is geworden, verlaat de academie en overhandigt de academie aan Eric. Plotseling komt Elly langs en Eric laat haar maar al te graag binnen. Elly verteld waarom ze uiteindelijk toch wel naar hem toe is gekomen. Maar als Elly op een nacht ziet dat Eric het met een tors voor stillevens ‘’doet’’ wordt ze razend op Eric, waarop Eric ook furieus reageert. Hij grijpt Elly met beide handen vast en wurgt haar. Dan op bevrijdingsdag wordt Eric vermoordt door de bevrijders, ze dachten dat hij een NSB’er was, omdat de hele academie NSB’er zou zijn geweest. Eric probeert zichzelf nog te redden door een antiek wapen te pakken. Maar Eric is niet opgeleid om te kunnen schieten en is veel te laat met richten en vuren. Eric krijgt de kogel. Nota bene van een bevrijder. 9. Personages De hoofdpersoon is Eric van Poelgeest. De belangrijkste bijpersonen zijn jonkheer Ans, Van Grouw, Paul d’Ailleurs, Elly en Kees de Spin. Uiterlijke kenmerken
Kees de Spin: Gelig, doodshoofdachtig gezicht met een bril met ronde glazen en een donker montuur en een grote gulzige mond. Hij ziet er verder wat slobberig uit. Innerlijke eigenschappen
Eric van Poelgeest: Eric voelt zich eigenlijk altijd eenzaam. Hij zit erg met het litteken dat hij van kleins af aan heeft en ook met zijn streng gelovige opvoeding en ouders. Hij voelt zich hierdoor gebrandmerkt en verminkt. Dit zit Eric heel erg dwars waardoor hij zijn haar later lang gaat dragen over zijn litteken. Aan het eind van het boek is Eric er steeds slchter aan toe en komt steeds meer met zichzelf in de knoop, vooral doordat hij vaak alleen is en behoefte heeft aan liefde om zich heen. Ans: De vriendin van Eric in het begin. Ans is een beetje zo’n moederskindje en heel erg onzeker en gaat vaak biechten. Als Eric haar verkracht biecht ze dit ook op en stopt ze met de relatie tussen Eric en haar. Van Grouw: Eigenaar van een schildersacademie waar Eric later in zal wonen. Van Grouw is een NSB-er zoals alle ‘’bewoners’’ van de academie. Paul d’Ailleurs: Eric schildert bij hem lampenkappen. Eric vind het maar een stom mannetje, want hij vindt alles wat Eric schildert maar lelijk en stom. Ook kan Eric het niet uitstaan dat d’Ailleurs gek is op Elly. Hij kijkt graag naar de bij hem ondergedoken Elly. Elly: Een meisje dat al veel met jongens gedaan heeft en zo ook met Eric. Als Elly na een tijdje bij Eric in de academie gaat wonen wordt ze vermoord door Eric. Ze zag Eric klaarkomen op een soort pop om te schilderen. Daar kon Elly niet tegen en ging tekeer tegen Eric, die hierop Elly doodde door haar te wurgen. Kees de Spin: De enige andere leerling naast Eric op de academie. Het is een hele aparte man en heeft rare theorieën, hij gelooft bijvoorbeeld niet in zwaartekracht. De Spin denkt dat kleuren alles op aarde bij elkaar houden. De Spin heeft vroeger zijn hondje vermoord, omdat die niet wilde praten. De Spin kan dit maar niet verwerken en hangt zich hierdoor op. 10. Schrijfstijl Ik vind dat hij veel over zijn verleden schrijft zoals hij de dingen mee heeft gemaakt. Ook vind ik dat hij er veel seks bij betrekt, maar opzich zijn de verhalen wel goed. 11. Ruimte (plaats en tijd) Het verhaal speelt zich af aan het eind van de tweede wereldoorlog. Eigenlijk alles speelt zich af in Leiden waar Eric ondergedoken zit. Het verhaal zit meestal gewoon van voor naar achter in elkaar, chronologisch dus. Maar heel af en toe kom je ook een flashback tegen. Dit is maar enkele keren zo. 12. Vertelwijze Er wordt voornamelijk vertelt door de ogen van Eric, zodat je meer komt te weten over de emoties van de hoofdpersoon (personele vertelsituatie). 13. Thematiek Het thema is eigenlijk dat men gevoelens nooit op zij kan zetten, dat je altijd met gevoelens heb te maken. Er zit ook een soort boodschap in dat je de dood niet kan ontlopen, ook een soort thema dus. Het litteken speelt een belangrijke rol in het verhaal (hier speelt de titel dus ook een belangrijke rol omdat dit laat zien dat het litteken altijd zichtbaar is), omdat Eric hier nooit helemaal meer bovenop gekomen is en het steeds weer terugkeert in het boek. Ook dit is dus een thema. 14. Plaats in de literatuurgeschiedenis Het boek is in 1962 uitgekomen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden