Kom maar op! door Chris Vegter

Auteur: Chris Vegter
Titel: Kom maar op! Eerste druk: 1995
Dit boek is: 3e druk 1996
Uitgever: La Riviére en Voorhoeve
De opbouw is chronologisch. Het boek heeft 14 hoofdstukken en ze hebben allemaal een titel. In het 12. hoofdstuk ligt het hoogtepunt; de titel is “rot op”. Hier gaan ze met een groep Arnoud aanpakken. En nu is Bas niet meer bang voor hem. Het boek heeft een gesloten einde. Het probleem is dat een jonge gepest wordt op zijn vakantie in Frankrijk. Hoofdpersonen zijn: Bastiaan, ze noemen hem Bas; Arnoud, de pestkop; en Jasmijn, meisje in de rolstoel, die bevriend raakt met Bas.
Karakters: Bas: verlegen, bang. Jasmijn: zelfverzekerd, nergens bang voor, kan goed van zich afbijten. Arnoud: stoer. Bijfiguren: Jurgen, broertje van Bas; de vader en moeder van Bas; vader van Jasmijn; de vriendengroep van Jasmijn (Irma, Kim, Nienke, Jolijn, Alex, Marijn), zij komen maar heel even voor in het verhaal; Pierre, de baas van de camping (hij is de begeleider bij de wandeltocht). Het boek is levensecht. Het verhaal is in de hij-vorm verteld. Het verhaal speelt zich af in de zomervakantie, op een camping in Frankrijk. Samenvatting: Bas is een jongen van 11 jaar en hij gaat met zijn gezin op vakantie naar Frankrijk. Vorig jaar waren ze ook al naar Frankrijk geweest, maar nu gaan ze naar een andere camping toe. Bas wil niet op vakantie, omdat hij de vorige keer gepest werd door een oudere jongen. Hij is bang dat hij hem dit jaar weer tegenkomt. Hij moet de hele tijd aan vorig jaar denken. Maar hij moet toch mee van zijn ouders. Onderweg komen ze in de file te staan, langs hen komt een auto aanrijden. Er zit een meisje in. Bas en het meisje kijken elkaar aan, Bas krijgt het warm. Als ze aankomen gaan Jurgen, het broertje van Bas, en Bas zwemmen. Bas durft eigenlijk niet, maar hij moet van zijn vader mee. Bij het zwembad komt hij de jongen tegen die hem vorig jaar gepest heeft. Zijn naam is Arnoud. De nachtmerrie van Bas begint nu al. Hij durft nergens meer naar toe te gaan, omdat hij bang is dat hij Arnoud tegenkomt. ‘s Nachts om half drie durft Bas pas naar de wc te gaan. Daar komt hij het meisje tegen dat ook in de file stond. Bas kijkt haar raar aan. Ze zit in een rolstoel. Ze zeggen niet veel tegen elkaar, en Bas gaat weer naar de caravan terug. Bas en Jasmijn, het meisje in de rolstoel, komen elkaar de volgende dag tegen bij het zwembad en praten nu met elkaar, en gaan samen zwemmen. Bas en zijn familie gaan boodschappen doen. Bas en Jurgen blijven in de auto zitten. Het is warm en ze gaan onder een boom staan. Ze doen de deuren op slot, maar ze zijn vergeten de autosleutels eruit te halen. Nu kunnen ze niet terug naar de camping. Jasmijn komt er ook net aan met haar ouders. Haar ouders willen wel de reservesleutels gaan halen in de caravan. De ouders stellen elkaar aan elkaar voor. Bas droomt die nacht over Jasmijn en Arnoud. Bas moet de volgende dag ook de hele tijd aan Jasmijn en Arnoud denken. Plotseling staat Jasmijn voor de caravan en vraagt of Bas mee gaat tafeltennissen. Ze spreken over 10 minuten af. Bas loopt naar de tafeltennisplaats en onderweg komt hij Arnoud tegen. Arnoud houdt hem tegen en commandeert hem. Hij pakt zijn batje af en krast erop. Arnouds ouders komen eraan en hij laat Bas verder lopen. Bas rent hard weg. Hij wil voortaan in de caravan blijven. en daarom pakt hij een doorntak en krast daarmee over zijn been. Het begint een beetje de bloeden. Bas liegt tegen zijn vader, hij zegt dat hij gevallen is. Zijn broertje komt bij de caravan aan met een briefje in zijn hand. Bas kijkt wat er in het briefje staat. Het is van Arnoud, een soort dreigbriefje. Bas zou eigenlijk morgen gaan wandelen, met zijn broertje en vader, maar van Arnoud moet hij naar het zwembad komen. Hij weet nog niet zo goed wat hij moet doen. Als hij niet naar Arnoud gaat is hij bang dat hij het slachtoffer is. In het briefje stond dat Arnoud anders met Jasmijn en Jurgen ging “spelen”. Bas loopt de volgende dag gewoon mee met de bergtocht. Hij ziet dat Jasmijn ook mee gegaan is. Jasmijn kijkt Bas boos aan, omdat hij al twee keer niet op hun afspraak is gekomen. Bas vraagt of hij Jasmijn mag duwen en dat mag. Jasmijn kijkt hem nog niet aan. Bas heeft lang nagedacht of hij het allemaal aan Jasmijn zou vertellen. Uiteindelijk durft hij het te zeggen.Nu begrijpt Jasmijn ook waarom hij twee keer niet was gekomen. Ze bedenken samen wat ze tegen Arnoud kunnen doen. Jasmijn vraagt aan een paar vrienden of die mee willen helpen Arnoud te pakken. Ze doen allemaal mee. Bas en Jasmijn praten wat. Over dat Bas in groep 5 ook al eens gepest werd en zo. En dat ze Jasmijn ook ooit pestten.De vrienden van Jasmijn hebben onderweg een plan bedacht. Als ze op de camping terug zijn, spreken ze af dat de om 3 uur bij het zwembad zijn, en dan gaan ze Arnoud aanpakken. Bas is toch wel een beetje bang als hij naar het zwembad loopt. Ze lokken Arnoud naar een plaats toe. Daar wachten ze hem op met de hele groep. Ze gaan met zijn allen om Arnoud heen staan, en leggen hem op de grond. Bas is nog een beetje bang. Hij durft Arnoud nog niks te doen. De groep moedigt hem aan. Bas pakt graspollen en laat die Arnoud eten. Ze laten Arnoud los, hij rent hard weg. Bas denk dat hij nog steeds last van hem zal hebben. Hij heeft nog steeds een beetje schrik. Bas ligt te slapen opeens hoort hij getik en hij denkt dat het Arnoud is. Hij is bang. Maar dan staat hij op en loopt naar de tent van Arnoud en gaat naar binnen en wil dat Arnoud nu met hem gaat vechten. Bas slaat Arnoud met zijn zaklamp. Arnoud begint te schreeuwen van de pijn. Zijn vader wordt wakker. Ze blijven alle twee stil in de tent liggen. Bas weet nu dat Arnoud bang is voor zijn vader. Bas zegt dat als hij hem blijft pesten hij alles aan zijn vader gaat vertellen. Bas haalt Jasmijn op en ze gaan naar de plaats waar Arnoud ligt. Bas wil zo laten zien dat hij niet meer bang is voor Arnoud. Jasmijn is trots op Bas. Ze gaan nu nog een wedstrijdje zwemmen. Bas heeft nog een leuke vakantie samen met Jasmijn. Heel de familie denkt dat ze nu iets hebben.