1. algemeen en oriënterend
a. Titel: Knielen op een bed violen
b. Schrijver: Jan Siebelink
Jan Siebelink is 28 februari 1938 geboren in Velp. Toen hij één jaar oud was begon zijn vader een bloemisterij. Zijn vader was streng gelovig. Omdat zijn vader de christelijke school te licht vond, ging hij naar een openbare lagere school. Via de ulo kwam hij bij een kweekschool en werd onderwijzer. In zijn vrije tijd studeerde hij Franse taal- en letterkunde. Hij vertaalde een Frans boek naar het nederlands en de avond dat hij dit verhaal inleverde, schreef hij zijn eerste verhaal, namelijk ‘Witte Chrysanten’.
c. De motte van het boek is ‘…en had de liefde niet…’. Deze halve zin is gebaseerd op de bijbel in het deel 1 Corintiërs 13. Dit motto past goed bij het verhaal, omdat het een regel uit de bijbel is en godsdienst centraal staat in het verhaal. En ook omdat de zijn liefde voor god zo ver gaat dat hij vergeet dat hij ook nog een gezinheeft. Zijn gezin heeft in het boek het idee dat zijn liefde voor god zo groot is dat hij geen liefde meer heeft voor zijn gezin. In het boek staat aan het begin voor Kaj, Hanne, Teun, Alana. Dit zijn de kleinkinderen van Jan Siebelink.
e. Het boe telt met nawoord 446 woorden en zonder nawoord 443.
f. Ik heb in totaal er 14 uur over gedaan om het boek uit te lezen.
g. Ik heb het boek uitgelezen op 7 februari 2011.
h. Mijn verwachting voordat ik ging lezen was dat het een langdradig verhaal zou zijn met heel veel stukken waarin het over god gaat. Ik zag er nogal tegen op om erin te beginnen. De achterkant vertelt ook niet duidelijk waar het over gaat. Ik had dus geen idee wat ik ervan kon verwachten, maar omdat we in de les eventjes over het boek hebben gehad, wist ik dat het over een man gaat die heel ver in zijn geloof gaat.
2. De samenvatting
Eerste Boek
Een: Hans Sievez zit op de lagere school, op het schoolplein wil hij indruk maken op Margje, een meisje dat hij erg leuk vindt. Hij wil die indruk maken door op het schoolplein in de pauze toneel te spelen. Hans is geen slechte leerling, hij doet goed zijn best, maar op een dag merkt zijn strenge vader dat hij een vulpen van de meester in zijn zak heeft. Zijn vader slaat hem hard en bovendien moet hij de pen naar de meester brengen. Zijn vader heeft thuis alles voor het zeggen: zijn moeder wil Hans nog wel eens beschermen. De vader verlaat de kerk van Lathum om voortaan lezingen te volgen bij een groep van een bijna sektarische groep predikers. Als Hans op een dag uit school komt, treft hij zijn moeder na een hersenbloeding aan: hij denkt dat ze al dood is, maar ze wordt toch naar het ziekenhuis gebracht. Het wordt beschouwd als een straf voor haar zonden: ze wilde de oude kerk niet de rug toe keren. Toch sterft de moeder van Hans kort daarna en de begrafenis wordt geleid door een dominee uit Embden. Hans weet zeker dat ze dat niet had gewild. Zijn vader die kweker is, krijgt het erg moeilijk. Zo schopt hij op een dag de gave kolen allemaal kapot, hardop roepend dat ze van binnen rot zijn. Hij slacht het varken dat ze bezitten en Hans moet hem daarbij helpen. Hij walgt daarvan.
Hans heeft een eigen schuilplaats geschapen en hij laat die schuilplaats jaren later als ze van school af zijn aan Margje zien. Ze is erg onder de indruk en ze zijn wel een beetje verliefd op elkaar. Op een dag heeft zijn vader ook het konijn van Hans geslacht en dat doet bij hem de deur dicht: hij besluit de ouderlijke woning te verlaten en hij gaat dan ook de volgende dag op pad. Hij neemt de roeiboot, vaart de rivier over en is verdwenen.
Twee: Hans Sievez is terecht gekomen in Den Haag, waar hij zich op een tuinderij aanmeldt en hij wordt meteen aangenomen. Hij gaat ook in Den Haag op kamers wonen in de deftige Laan van Meerdervoort bij de oude mevrouw Fleer. Die is wel van hem gecharmeerd en ze geeft hem onderdak. Hij heeft wel een goed tehuis bij haar. Hans werkt hard op de tuinderij, waarmee hij zich onderscheidt van de andere arbeiders. Hij ontmoet er ook een bijzonder man, de dikke Jozef Mieras, die bij de rest van de arbeiders niet goed ligt. Het blijkt nogal een gelovige kwezel te zijn die direct contact zoekt met hem. Mevrouw Fleer moet in ieder geval weinig van hem hebben. Ze steekt intussen Hans wel in de dure kleren in ruil voor een kleine huurverhoging. Jozef begint hem steeds meer lastig te vallen en dan voornamelijk over het geloof. Mevrouw Fleer vraagt of Hans haar tante wil noemen: ze zorgt nog steeds heel goed voor hem. Hans doet een cursus plantkunde in Boskoop, is een ijverige leerling totdat hij een keer Jozef als toehoorder in die les ziet zitten. Hij voelt zich dan heel ongemakkelijk. Omdat Jozef rare dingen doet, hij vernielt op een bepaald moment gave bloembollen (zie de vergelijking met Hans’ vader) en hij hem blijft achtervolgen met zijn geloofskwesties, wordt Hans het op een dag zo zat dat hij Jozef Mieras een flink plag slaag bezorgt.
Conclusie deel Twee: Hans is een heel ijverige leerling, heeft een prima kosthuis, maar heeft een collega Jozef die hem te veel lastig valt met het geloof.
Drie: Hans’ vader is overleden en hij is met Margje op de begraafplaats waar zijn vader natuurlijk door een dominee uit Embden wordt begraven.. Ook zijn hospita is inmiddels overleden en omdat hij de huur had opgezegd, krijgt hij niets van de door haar beloofde erfenis. Hans wil zich weer in de buurt van Arnhem vestigen en Margje neemt het initiatief om in Velp een kwekerij te kopen. Aan de Bergweg heeft een arts een stuk grond te koop en ze mogen ook het huis dat daarop staat huren. Daar beginnen ze hun kwekerij. Hans en Margje werken er hard aan om de bloemenkwekerij klaar te stomen, wat hun uiteindelijk lukt. Voordat ze de woning betrekken, gaan ze trouwen in de Hervormde Kerk. Hun trouwtekst is afkomstig uit 1 Cor 13.: “maar had de liefde niet, ik ware niets.” Het is een brief van Paulus die een lofzang op de liefde beschrijft. Geloof, hoop en liefde, maar zonder de liefde ben je nergens. Maar hun financiële bestaan is in het begin heel moeizaam.
Kort daarna is Margje zwanger en wordt Ruben geboren. (In werkelijkheid is Ruben Jan Siebelink zelf.) Kort samengevat: deel Drie: Margje en Hans ontmoeten elkaar weer, ze zijn verliefd en beginnen een kwekerij, vooral door Margjes toedoen. Ze trouwen en krijgen een zoon: Ruben.
Tweede boek
Vier: Er wordt een behoorlijke periode overgeslagen: de oorlog is al voorbij en Ruben is tien jaar. Vreemd genoeg wordt over de gehele Tweede Wereldoorlog nauwelijks iets verteld. Zijn vader kweekt prachtige bloemen, maar rijk hebben ze het niet. Er zijn namelijk al veel bloemenhandelaren in Arnhem en Velp. Bovendien behandelen die hem nogal kleinerend of ze betalen hem heel slecht of pas maanden later. Het gaat dan ook niet goed met de kwekerij en wie komt er dan plotseling om de hoek kijken: de Haagse Jozef Mieras, die natuurlijk weer over het geloof begint. Hij verkoopt Hans bij die eerste ontmoeting een oud boek voor geld dat hij eigenlijk niet kan missen. Jozef vertelt ook over een man die heel goed kan prediken. Naar hem moet Hans eens gaan luisteren. Deze Huib Steffen is een zogenaamde oefenaar, te vergelijken met een hulpdominee. Margje is intussen zwanger van de tweede en beiden zijn ze ervan overtuigd dat het een meisje zal worden. De predikers Jozef en Steffen beginnen hem nu vaker lastig te vallen en Hans houdt dat zoveel mogelijk voor Margje verborgen. Die ziet namelijk helemaal niets in die vreemde snoeshanen.
Hans gaat intussen steeds minder mee naar de Hervormde Kerk, omdat hij onder invloed van de predikers staat. Hij krijgt een opdracht om voor een bruiloft de bloemen klaar te maken; hij doet dat heel goed en ontvangt een behoorlijke fooi. Hij rijdt daarna naar Arnhem om bij het station Jozef en Steffen te ontmoeten. Die verkopen hem weer een boek voor het geld dat hij als fooi heeft gekregen. Zijn gezin lijdt armoe en hij doet hun dus tekort. (30) Als hij naar huis terugkeert, hoort hij dat Margje naar het ziekenhuis is gebracht en een miskraam heeft gekregen. Voor een korte periode is hij van de mannenbroeders genezen en hij wil hen voorlopig niet meer ontmoeten. Maar niet veel later komt er een derde prediker langs in de kwekerij: de enge Chris Ibel. Margje heeft ontdekt dat Hans stiekem boeken van de predikers koopt.
En dan gebeurt het: op een warme zomerdag wordt Hans Sievez door de Here God zelf geroepen. De aanblik van God is groot en Hans wordt door zijn zoon Ruben op de grond aangetroffen. Eigenlijk is dit het begin van alle ellende (34) Margje die van niets weet, probeert ’s avonds nog met hem te vrijen, maar Hans wil op dat moment niet van seks weten. Hij is nu helemaal in de ban van de vreemde predikers en haalt op een dag Ruben uit school om hem mee te nemen naar Lunteren, waar een eredienst van de vreemde predikers wordt gehouden. Hans moet ook daar getuigenis afleggen van zijn roeping: het grote moment was om vijf minuten over half vier. Als hij met Ruben terugkeert naar huis, is Margje best wel boos. Ze heeft nieuws voor hem: ze is opnieuw zwanger, maar ze krijgt steeds meer het gevoel dat ze Hans kwijt raakt. Die wordt weer bezocht door Jozef en Steffen en hij krijgt opnieuw boekjes aangeboden. Zelf heeft hij geen geld, maar Ruben die zijn vader graag een plezier wil doen, biedt aan de boekjes te kopen van zijn spaargeld. Ruben doet wel meer dingen om zijn vader een plezier te doen: zo leert hij de langste psalm – psalm 119 - uit zijn hoofd om telkens een couplet voor zijn vader op te zeggen. Hij is van plan dat een keer te doen met alle 88 coupletten achter elkaar. Hans verbiedt zijn vrouw en kind min of meer naar de Hervormde Kerk te gaan, daartoe aangespoord door de predikers. Hij leidt op zondag nu zijn eigen kerkdienst thuis in het gezin en zijn vrouw en kind lijden mee. (43) Hans koopt dure sieraden voor zijn vrouw, omdat hij tijdelijk over wat meer geld beschikt, maar dan slaat het noodlot ineens toe. Er komt een verschrikkelijk noodweer en de warenhuizen raken allemaal hun glas kwijt. Als Margje zegt dat ze weet waar de verzekeringspapieren zijn, wordt Hans heel stil: hij heeft de glasverzekering op aanraden van de geloofsbroeders opgezegd en de schulden lopen natuurlijk nu helemaal op.
De buurman Maters, een omhooggevallen aannemer, wil een stuk grond van Hans Sievez kopen om zijn tuin wat uit te breiden. Maar door een Bijbelse ingeving weigert Hans dat. De drie broeders in het geloof: Jozef, Huib Steffen en Ibel zoeken hem weer op om hem te steunen. Na hun bezoek weet Hans het zeker: hij maakt werkelijk deel uit van de broeders, van het wonder. Hij knielt op het bed violen en vouwt zijn handen om God te danken. (Titelverklaring: 49)
Niet lang daarna komt Huib Steffen op zondag onaangekondigd langs om met hen de maaltijd te gebruiken. Margje vindt het nog steeds allemaal goed, ook al baalt ze wel van die predikers.
Op Koninginnedag doet Tom mee aan de wedstrijd versierde fietsen en aan de wedstrijd wie de beste schoolplant heeft gekweekt. In beide gevallen zou Tom de prijs moeten krijgen, maar in de jury zitten de collega-bloemenhandelaren en de kleine Tom valt buiten de prijzen. Woedend gooit Hans de plant naar de koppen van de juryleden, hetgeen hem weer een aantal potentiële klanten minder oplevert. Na die daad gaat hij weer naar Lunteren voor een avondmaalsdienst. Margje wil hem weerhouden, maar kan dat niet voor elkaar krijgen. In de dienst wordt het de gelovigen psychisch vrijwel onmogelijk gemaakt om aan tafel te gaan: ze worden eigenlijk de hel in gepreekt. Margje blijkt achteraf met de kinderen Hans achterna gegaan te zijn en probeert hem duidelijk te maken dat hij helemaal op het verkeerde spoor zit. (53) Hans trekt zich echter niets van haar opmerkingen aan en op een bepaald moment komen alle drie de predikers op zondag bij hen thuis de eredienst leiden en mee-eten. Margje krijgt geen hap meer door haar keel.
Buurman Maters komt weer langs om te vragen of hij het stukje land wil verkopen. Margje weet van niets. Maar ze wil het eigenlijk ook niet verkopen. Hans krijgt ineens weer zin in seks met Margje en ze doen het in de kwekerij. Het loopt niet zoals het moet, omdat Hans niet veel meer van vrijen weet en zijn zaad op de grond morst (net als de Bijbelse Onan!) Door een openstaande deur ziet Margje zijn inmiddels dure opgebouwde bibliotheek. Heel veel geld heeft hij in de boeken van de predikers gestopt en dat is allemaal ten koste van zijn gezin en de zaak gegaan.
Hans wordt op een dag ook gegrepen door de waanzin die zijn vader ooit getroffen had: hij slaat gave knollen allemaal kapot. Als zijn woede is bekoeld, ziet hij dat Chris Ibel plaats heeft genomen in het kleine huisje achterin de tuin, omdat hij uit zijn huis is gezet. Hans weet hem verborgen te houden voor Margje en biedt hem enkele dagen onderdak en eten aan. Eigenlijk wil hij het niet. De nood wordt intussen zo hoog dat Margje hem min of meer dwingt geld te halen bij bloemenhandelaar Wieland. Er staat meer dan zevenhonderd gulden uit: de man schoffeert hem: gooit het geld voor hem op de grond en wanneer Hans dat heeft opgeraapt, slaat hij de winkelier vol woede in elkaar. Eigenlijk is hij boos op Ibel, maar hij koelt zijn woede op Wieland. Het gevolg is dat hij natuurlijk weer een klant kwijt is. (59) Ook schopt hij Ibel daarna resoluut zijn woning uit.
Zes: Huib Steffen leidt weer een dienst op zondagmorgen bij Hans thuis. Ze eten natuurlijk weer allemaal mee, de klaplopers. Margje kan het niet meer aanzien. Tom wordt bovendien steeds vervelender en onhandelbaarder. Na het opdienen van de linzensoep braakt ze de soep over Steffen uit. Die zien ze een tijdje voorlopig niet meer terug.
Margje wacht Hans op na weer zo’n Lunterens avontuur. Hij wil vrijen met haar, maar ze wijst hem af. Ze wil eerst eens praten over hun relatie. Het gesprek leidt tot niets. Kort daarna ontstaat er weer een conflict tussen hen beiden, als Hans naar een bijeenkomst in Hardinxveld-Giesendam wil. Margje dreigt hem te zullen verlaten. Als Hans terugkeert, heeft ze met de kinderen het huis verlaten. (63)
Zeven We springen weer naar een periode van vijf jaar later. Heel kort wordt verteld dat Margje precies twee weken bij Hans weggeweest is en dat ze daarna is teruggekeerd. De eigenaar van het huis dat ze huren, is overleden en Hans en Margje mogen het van de erfgenamen kopen voor 60.000 gulden: op zich is dat een goede prijs, maar ze hebben het geld niet. Dan komt het aanbod van buurman Maters goed uit. Hans gaat met hem praten en de buurman wil best 60.000 gulden bieden voor het stukje grond. Hans hapt meteen toe, tot verdriet van Margje, maar ze kunnen nu wel het huis kopen. De buurman is echter een sluwe vos en hij gaat een golfslagbad op de aangekochte grond neerleggen. De buurt komt in opstand, maar Hans durft niet mee te doen in het verzet. Maters krijgt met geld veel zaken voor elkaar en bovendien nog de gewenste vergunningen in zijn bezit. Met veel herrie en vertier wordt het zwembad geopend. De godsdienstige kweker mag voor veel geld de bloemen leveren. Hans Sievez krijgt er later wel spijt van, want hij heeft regelmatig overlast van de gasten van het bad, die ook nog op zijn land en in de kwekerij komen. Hij voelt zich genoodzaakt om een hek te zetten om zijn eigen bezittingen, waardoor hij het recht van overpad verliest.
Op een koude winteravond overnacht Jozef nog een keer in zijn kas en opnieuw houdt hij dat voor Margje verborgen. Ruben heeft verkering gekregen met een meisje van goede komaf, Johanna. Bij de eerste kennismaking is Hans helemaal weg van haar: hij is zelfs een beetje verliefd op haar en koestert zelfs seksuele gevoelens. In de kas overgiet hij zijn geslachtsdeel met nicotine om de lust te blussen. (72) Hans is enkele dagen na zijn 55e verjaardag ineens niet erg lekker: hij kan vrijwel niets in zijn handen houden en Ruben komt hem helpen. Het lijkt erop alsof hij reuma heeft. Ruben vertelt dat Tom opnieuw van school verwijderd is. Hans kan hem duidelijk niet meer de baas.
Hans wacht vol ongeduld op de nieuwe afspraak met Johanna: hij heeft voor haar een kostbaar collier met parels gekocht. Wanneer ze komt, geeft hij dat aan haar. Margje vindt het wel vreemd. Als ze op bezoek is, doet Tom weer heel dwars en verziekt hij eigenlijk het bezoek. Een tijdje later komt Tom weer dronken thuis en als hij zijn vader ziet, die hem daarop aanspreekt, begint hij zijn vader te kleineren. Hij vertelt ook dat zijn vader alleen maar aandacht voor het geloof had en zijn gezin verwaarloosde.
Hans leert er niet zo veel van, want op Tweede Kerstdag zijn Johanna en haar ouders op bezoek. Hij begint weer vol overgave uit zijn godsdienstige geschriften te blaten, wetende dat de ouders van Johanna niet gelovig zijn. Een leuke Kerst is anders. (77)
Aangezien ze het niet meer financieel kunnen bolwerken, vragen ze bij de gemeente een uitkering aan. Die krijgt hij tenslotte wel, maar hij moet nogal wat zaken inleveren. De tuin wordt officieel gesloten en zelfs verzegeld. Het gaat lichamelijk steeds slechter met Hans. Johanna mag hem wel voorlezen, Margje niet. Als hij even alleen is met Johanna, vraagt hij of ze Jozef Mieras wil bellen. Het is duidelijk geworden dat hij geen reuma heeft, maar longkanker met uitzaaiingen en daardoor zal hij niet zo lang meer te leven hebben. Op een dag staan Jozef, Steffen en weer een nieuwe prediker Taverne voor de deur. Ze worden door Ruben binnengelaten. Ze gaan onmiddellijk aan het werk met de stervensbegeleiding. Daarin is nauwelijks plaats voor de gezinsleden: ze nemen zelf alle honneurs waar, maar maken de doodstrijd voor Hans bepaald niet eenvoudiger met hun zware woorden van het geloof. Margje mag eigenlijk niet eens aanwezig zijn in de kamer, want ze is een onbekeerde in hun ogen en dat kan ten koste gaan van Hans’ zielenheil. Eigenlijk is het te zot voor woorden, dat Margje, Ruben en Johanna niet bij het sterven van Hans mogen zijn. Tom vlucht steeds uit huis en in de drank. Hij is voorlopig bij de buurman in de zwembadbar gaan werken. In de nacht van 19 augustus sterft Hans: Margje moet op een afstandje toekijken. Ze mag als onbekeerde de stervende man niet in de ogen kijken. De predikers maken nog een opmerking dat op de grafsteen geen tekst á la “Veilig in zijn Jezus armen”, mag staan, want dat kan een mens immers nooit zeker weten. Zodra Hans dood is, vertrekken de predikers, koel en onaangedaan. Alleen Jozef keert even later nog terug om persoonlijk afscheid te nemen. Hij heeft waarschijnlijk het hart wel op de goede plaats.
Epiloog Het gezin zoekt een mooie travertin steen uit waarop de tekst In Jezus ontslapen komt te staan. Ruben wil zijn moeder nog troosten en begint een gesprek met haar over de relatie met Hans. Hij vindt dat ze het erg moeilijk heeft gehad met zijn vader. Margje antwoordt: “Hoe kom je daar nu bij? “Met pappa en haar was het altijd goed geweest.”
Ze dacht: “ Later zie ik Hans terug. Ik zie hem terug. Zonder twijfel.” (slotzin)
B belevingsvragen
3. Eerste reactie
a. Het boek spreekt mij niet aan, omdat ik nooit iets te maken heb gehad met god. Ik kan niet snappen dat een mens zo ver met zijn geloof gaat en daardoor zijn gezin achter laat. Je leeft wel heel erg mee met het verhaal, want op sommige momenten kan je Hans Sievez wel wat aandoen dat hij niet thuis blijft en in de tuin gaat werken of voor zijn kinderen zorgen. Hoewel het verhaal vanuit Hans wordt vertelt, zou ik toch meer willen weten van hem om te weten waarom hij niet ziet dat hij hetzelfde doet met zijn gezin als zijn vader deed. Hans Sievez is voor mij een raadsel
b. In het boek is Tom mij heel erg bij gebleven. Je komt niet heel veel over deze zoon van Hans en Margje te weten, maar het wordt wel heel duidelijk dat hij hetzelfde vindt als ik, namelijk dat zijn vader zich teveel met het geloof bezig houdt en daarom zijn gezin verwaarloosd. Toch kon ik soms in het boek me afvragen waarom Tom nou zo veel drinkt en waarom hij nooit thuis is. Ik denk dat het door de band die hij heeft met zijn vader komt.
C Verdieping
4. Tijd, ruimte en personen
a. Het verhaal begint een paar tien jaar voor de tweede wereldoorlog en loopt door tot een paar jaar na de tweede wereldoorlog. De tweede wereldoorlog wordt overgeslagen in het boek. Af en toe kom je nog regels tegen die over de tweede wereldoorlog gaat tegen, maar deze zijn niet van belang. Er wordt hier een tijdsprong gemaakt.
b. De vertelde tijd is niet heel duidelijk maar zoals je hierboven kan lezen is de vertelde tijd van voor tot na de tweede wereldoorlog.
c. In het boek zijn geen flashbacks te vinden. Je leest wel soms een regel die over een paar jaar eerder gaat maar er zijn geen flashbacks in het boek te vinden.
d. Het verhaal speelt zich in het begin af in Lathum, later in Den Haag nog een stukje en aan als Hans terug komt uit Den Haag gaat hij naar Velp. Daar blijft hij wonen tot zijn dood.
e. Hans Sievez: de hoofdpersoon van het boek. Heeft een streng gelovige vader en een moeder die hem probeert te beschermen van zijn vader. Hij is enigs kind zijn broers zijn allebei al overleden aan het begin van het verhaal. Op de lagere school had hij al een oogje op Margje. Als hij uiteindelijk nadat hij is gevlucht voor zijn vader en naar Den Haag is geweest, de kwekerschool heeft gedaan, weer terug gaat naar Lathum komt hij Margje weer tegen. Ze trouwen en krijgen twee kinderen. Hans Sievez is gelovig. In het boek lees je dat hij heel ver in zijn geloof gaat. Hij sterft uiteindelijk aan longkanker. Hij rookte al vanaf dat hij van de kwekerij werkte in Den Haag. Hans heeft een eigen kwekerij die hij wegens te weinig geld moet verkopen.
Margje: zij zat op de lagere school bij Hans in de klas. Ze gaat heel erg mee in de overtuiging van het geloof van Hans, terwijl ze zijn geloof maar helemaal niks vindt.
Ruben: de oudste zoon van Margje en Hans. De favoriete zoon van Hans. Zijn vader is zijn voorbeeld. Hij doet alles wat Hans hem vraagt en leert zelf 88 verzen van een psalm uit zijn hoofd. Ongeveer aan het eind van het boek krijgt hij een relatie met Johanna, een meisje van een andere rijkere stand. Hans vindt haar helemaal het einde, omdat hij zelf geen dochter heeft. Als zijn vader door de longkanker bijna niks meer kan doen in zijn kwekerij, helpt Ruben hem daarmee.
Tom: Tom is een nakomertje. Hans had liever gehad dat hij een meisje was dus hij laat Tom een beetje links liggen. Als hij jong is, heeft hij daar nog geen last van, maar naar mate hij ouder wordt, wordt hij daardoor steeds opstandiger en komt vaak dronken thuis of helemaal niet thuis. Hij is van twee scholen afgestuurd en niemand weet eigenlijk wat hij ermee moet. Hij gaat uiteindelijk werken bij het zwembad dat in hun tuin is gekomen nadat ze het stuk grond hadden verkocht aan de buurman die een rijke aannemer is. Doordat zwembad is Hans veel klanten kwijt geraakt en hebben ze veel geluidsoverlast.
5. Vertelwijze(perspectief/ opbouw
a. Het verhaal is vertelt vanuit een personale vertelsituatie. Het grootste gedeelte vanuit Hans Sievez en een paar kleine delen vanuit Margje.
b. Het is een personale vertelsituatie
c. Het bijzondere is dat je er eigenlijk helemaal niet achter komt, waarom Hans het allemaal doet. Je kan op gegeven moment lezen dat hij denkt dat hij zijn vader tegenkomt, dus het zou kunnen dat hij het voor zijn vader doet, maar ondertussen weet je ook dat hij zijn vader helemaal niet mocht.
d. Het boek bestaat uit 2 boeken die weer zijn onderverdeelt in hoofdstukken.
e. In het epiloog lees je een stuk van na Hans’ dood. Dat Margje een steen voor zijn graf uitkiest en welke tekst erop komt te staan. Ook denkt ze (zie de samenvatting) dat ze later Hans tegen komt. Des ondanks hij zoveel deed om in de hemel te komen en zij eigenlijk niet zo heel erg veel gaf om het geloof.
6. Thematiek en interpretatie
a. Op gegeven moment in het boek als zijn ‘medegelovige’ langs zijn gekomen, bidt Hans op een bed violen voor de hulp en steun van god. Het is dus een letterlijk citaat uit het boek.
b. de dood: allebei zijn ouders sterven in het boek, hij heeft twee broers gehad die beide zijn gestorven en Hans sterfs zelf aan het eind van het boek.
geld: toen hij jong was, hadden zijn ouders weinig geld en toen hij op de kwekerij ging werken, verdiende hij niet zoveel. Hij huisbaas betaalde zijn kleren voor meer huur.
als hij zijn eigen kwekerij heeft, heeft Hans heeft een klant die voor 500 gulden een rekening open heeft staan. Hij verdient niet heel veel geld met de kwekerij en hoopt nog elke dag dat zijn kwekerij heel veel klanten krijgt en heel populair wordt. Als de eigenaar van het huis wat ze huren, overleed, hebben ze niet genoeg geld om er te blijven wonen, maar ze willen het wel heel graag. Hun buurman die interesse had getoond in een stuk tuin koopt uiteindelijk dat stuk tuin voor veel te veel geld zodat ze het huis kunnen betalen. Als Hans ziek is, is hij zelf niet meer in staat geld te verdienen en verdient Ruben het geld voor Hans en Margje.
Phelipe: dit betekend doorwaadbare plaats en hier is het woord velp van afgeleid. Dit lees je eerst als de meester het tegen hans verteld, daarna lees je het al Hans het tegen Margje verteld. Later in het verhaal verteld Ruben het aan zijn vader en als de aannemer het zwembad heeft gebouwd, noemt hij het Phelipe en vraagt aan Hans of hij weet wat het betekend.
c. het thema van het boek is heel duidelijk: geloof. De vader van Hans was streng gelovig en ging naar een andere kerk dan zijn moeder wou. Hans zelf wil nooit zo worden. Het tegendeel gebeurd. Hij raakt zo erg in de ban van het geloof dat hij de dingen vergeet die belangrijker zijn, zoals zijn gezin en zijn kwekerij. Geloof is waar het hele boek om draait. Voor elk nieuw deel van het boek staat een vers uit de bijbel. Hans leest en preekt elke zondag voor zijn gezin. Margje moet er eigenlijk niks van hebben en vindt het te veel geschreeuw en schaamt zich dat het op straat te horen is wat Hans of Huib allemaal zeggen en vraagt zich af wat de voorbij lopende mensen er van zullen denken. Hoewel ze dit vindt gaat ze wel te ver mee met Hans in het geloof. Gelukkig krijgt ze het wel voor elkaar om de prekers een jaar weg te houden.
d. De schrijver heeft laten zien met ‘knielen op een bed violen’ dat geloof een enorme invloed kan hebben op je bestaan. Mensen die te ver gaan in hun geloof zijn ook niet meer in staat te bedenken dat ze de grens over schrijden. Je moet niet je geloof de belangrijkere dingen vervangen. Het boek laat duidelijk zien dat geloof een enorme invloed kan hebben. Dit zie je heel duidelijk aan het eind van het verhaal, als Hans op sterven ligt, mag hij geen afscheid nemen van zijn vrouw en kinderen, omdat hij een zuivere geest moet hebben om de hemel in te gaan. Hans vind het lastig om niks tegen zijn vrouw te zeggen. Margje, die eerst niet weet waarom hij niet terug praat vindt het alleen nog maar erger.
D persoonlijke reflectie
7. Persoonlijke reflectie
Ik vind het boek goed geschreven, maar het is niet mijn soort verhaal. Zoals ik al eerder zei, heb ik niks met religie. Ik snap niet wat er in Hans zijn hoofd omgaat dat hij zo ver gaat. Maar dat ik dit vind geeft wel aan dat het boek goed is geschreven. Want volgens mij is het de bedoeling dat je Hans zou willen vragen waar hij mee bezig is.
het boek zelf was niet moeilijk om te lezen, er werden geen moeilijke woorden gebruikt en zat goed in elkaar.
ik denk dat dit boek een boek is waar je echt moet van houden om het te gaan lezen en om het als je het uit hebt, nog een keer te gaan lezen. het verhaal heeft een sterke verhaallijn waarbij je veel terug kunt koppelen naar het begin van het boek en waarbij je emotie van kwaad naar afschuw naar medelijden en ergernis kan gaan. Je wordt erg in het verhaal mee getrokken wat emoties betreft. De enige emotie die ik mis in het boek is humor. Het is een heel serieus boek. Het hoeft ook niet aan een stuk door vol met grappen te zitten, maar et enige moment waarbij je merkt dat Hans en Margje gelukkig zijn, is als ze net samen zijn en het huis huren. Voor de rest heeft het geeft het een somber gevoel.
E recensies
Schrijver Lieburg, F.A. van
Jaar van uitgave 2008
Bron Nederlands Dagblad
Publicatiedatum 22-02-2008
Recensent Gert van de Wege
Recensietitel [Knielen] op een bed violen is een roman
Veel en uiteenlopende reacties heeft [Knielen] op een bed violen (2005) opgeroepen. Veertig drukken en 450.000 verkochte exemplaren, een bekroning met de AKO Literatuurprijs en overstelpend veel aandacht in de kranten en op de televisie en waar al niet - de roman heeft iets losgemaakt in Nederland, zo valt driejaar na verschijnen te concluderen. In orthodox-protestantse kring heeft men benadrukt dat Siebelinks beeld van het bevindelijke protestantisme karikaturaal en onjuist is, en men toog aan het corrigeren. De hoogleraar Jan Hoek in het Nederlands Dagblad en zijn collega W.J. op 't Hof in het Reformatorisch Dagblad schreven respectievelijk over "quasibevindelijk koeterwaals" en "de huilspiegel van Siebelink". Een nicht van Siebelink bekende in het Nederlands Dagblad dat ze zijn boeken niet wilde lezen, ze vond het erg dat "normale oprechte christenen zo zwart gemaakt zijn". Op een aan dominee J.P. Paauwe gewijde website wordt bij de levensbeschrijving van Paauwe onder het kopje 'Enkele misverstanden en onjuistheden' netjes op een rij gezet op welke punten de roman van Siebelink niet overeenkomt met de leer van deze predikant, die immers model heet te staan voor dominee Poort in [Knielen] op een bed violen (zie www. ds-paauwe.nl).
Hoe men dergelijke reacties ook waardeert, men kan moeilijk ontkennen dat ze juist zijn. Iedereen die iets weet van de bevindelijk-gereformeerde geloofsbeleving en van de ideeën van Paauwe, ziet dat Siebelink zijn lezers een ratjetoe van halfbegrepen termen en concepten voorschotelt. Ook volgens Fred van Lieburg, hoogleraar in de geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de Vrije Universiteit, heeft Siebelink de klok van het piëtisme horen luiden zonder te weten waar de klepel hangt. Nu zou men ter verdediging van Siebelink kunnen volstaan met een verwijzing naar het genre: " sinds wanneer moet een schrijver zich in een roman aan de feiten houden? Wie zou het een auteur kwalijk nemen dat hij aandikt en afzwakt, schift en selecteert, bijkleurt en aanvult? Deze tegenwerping zou hout snijden als niet Siebelink zelf steeds weer had benadrukt, met een zekere graagte, dat zijn roman waarheidsgetrouw is -een pretentie die ook zou kunnen blijken uit de literatuurvermeldingen die achter in [Knielen] op een bed violen staan. Het is daarom goed dat een historicus met kennis van bevindelijke zaken zijn licht over de roman laat schijnen. Niet om [Knielen] op een bed violen definitief naar de oudpapierbak te verwijzen, maar om ten minste eens en voorgoed duidelijk te maken dat we met een roman te doen hebben.
De studie van Van Lieburg behelst veel meer dan een opsomming van corrigenda. Het is ook een religieuze geschiedenis van de familie Siebelink, en deze geschiedenis is beslist interessant. Van Lieburg weet de voorouders van Siebelink fraai te situeren in de Liemers, de streek tussen de Achterhoek en de Betuwe. Daar, aan de Bandijk te Lathum, kwamen de schippers en de schoolmeesters die grootvader Siebelinks innerlijk met hun ideeën beroerden. Daar werd dit doorsnee lidmaat van de Hervormde Gemeente van Lathum (waar de predikanten orthodox waren, maar niet geneigd tot afscheiden of doleren) tot een overtuigd thuislezer. Grootvader Siebelink krijgt contouren door Van Lieburgs levendige beschrijving van de religieuze en sociale context. Op l juni 1929 stond een deurwaarder bij de voorzitter van de kerkenraad op de stoep om hem ten eerste mee te delen dat zijn 'requiranten' (zijnde grootvader Siebelink en zijn vrouw) het lidmaatschap van de kerk opzegden en hem ten tweede aan te zeggen dat zij zich niet meer als lidmaten wensten beschouwd te zien. Aan duidelijkheid geen gebrek. Van Lieburg schrijft dat hij nog nooit zo'n merkwaardig document in handen heeft gehad als deze verklaring: wie zijn lidmaatschap opzegde, deed dat gewoonlijk door een briefje aan de kerkenraad te sturen. Niet door een kostbare mededeling via een deurwaarder.
Grootvader Siebelink kerkte toen al bij dominee Paauwe, die buiten de Hervormde Kerk gezet was vanwege zijn verzet tegen de vrijzinnigheid. Zijn zoon Jan, 'vader' Siebelink, stak de IJssel over en begon een bloemkwekerij in Velp. Hij ging in het spoor van grootvader Siebelink en werd thuislezer. Van Lieburg typeert hem als een moderne devoot. Siebelink kon de werkzaamheden op de kwekerij afwisselen met stichtelijke lectuur of meditatie; zijn zakbijbel met beduimelde en vervuilde randen legt er getuigenis van af. Dankzij oral history (vader Siebelink overleed in 1971) kan Van Lieburg een tamelijk gedetailleerd portret van de kweker geven. Ook de toenmalige wijkpredikant, die de thuislezende Siebelink natuurlijk niet kende, weet zich hem nog te herinneren. Deze dominee Dijkstra zocht Siebelink op toen bekend werd dat hij ongeneeslijk ziek was. >, "Hij had meteen.mijn sympathie gewonnen, deze kleine, vriendelijke mens, van wie ik iets voelde uitstralen dat ik moeilijk onder woorden kan brengen. Er lag iets om hem heen van wat zijn innerlijk leven was.
De lezer zal zich afvragen of het sterfbed van vader Siebelink was zoals het in de roman is beschreven. Duidelijk is in elk geval dat hij aan zijn ziekbed werd bezocht door Steven van den Brink, een man "die ieder geestelijk plantje dat tussen de bevindelijke dorens en distels dreigde op te bloeien, vroegtijdig vertrapte", aldus Van Lieburg. Deze Van den Brink, de leider van een Bar-neveldse gemeenschap van mensen in de marge van het kerkelijke protestantisme, drong de gezinsleden letterlijk en figuurlijk naar achter. Desondanks zou vader Siebelink getroost heengaan.
Rechtvaardiging
Dan volgt bij Van Lieburg een beschrijving van het geruisloze geloofsverlies van Jan Siebelink, de schrijver, en van de wording van [Knielen] op een bed violen. Het lijkt Van Lieburg moeite te kosten om te balanceren op de smalle streep tussen bewondering voor de roman(schrijver) enerzijds en de neiging van de historicus om 'onjuistheden' aan te wijzen anderzijds.
Helder en juist schetst Van Lieburg zowel de bevindelijke ideeën over de weg van het geloof als de positie van Paauwe, die van allerlei ingewikkelde onderscheidingen weinig moest hebben. Men was het of men was het niet - daar zat niets tussen. Ook een esoterisch concept als 'de vierschaar der conscientie' brengt Van Lieburg voor het voetlicht, ten behoeve van het publiek van De Bezige Bij. Hij verzuimt slechts uit te leggen wat de dogmatische term 'rechtvaardiging' inhoudt. Lezers van [Knielen] op een bed violen, zeker lezers die denken dat de roman een waarheidsgetrouw beeld geeft van het geloof van bepaalde Nederlandse protestanten, zouden naast de roman ook deze studie van Van Lieburg moeten lezen. Dan zou hun niet alleen blijken dat de roman niét waarheidsgetrouw is, ze zouden ook een leesbare, mooi in de context ingebedde familiegeschiedenis lezen. En: ze zouden [Knielen] op een bed violen kunnen herlezen als roman, over een sympathieke hoofdpersoon die in de greep komt van enkele lugubere piassen en daardoor in een isolement terechtkomt - niet als een tot in de details kloppende biografie van de vader van Jan Siebelink, hoe graag de schrijver het ons ook anders wil doen geloven.
Schrijver Siebelink, Jan
Titel [Knielen] op een bed violen : roman
Jaar van uitgave 2005
Bron NRC Handelsblad
Publicatiedatum 24-04-2009
Recensent Coen van Zwol
Recensietitel Wat literair geslaagd is, kon in beelden niet
Film Paul Verhoeven ziet af van verfilming van Siebelinks '[Knielen] op een bed violen', Ben Sombogaart neemt overPaul Verhoeven ziet ervan af. De grootste levende regisseur gaat niet de populairste Nederlandse roman sinds tijden verfilmen. Een ander doet '[Knielen] op een bed violen'.
Nederlands grootste regisseur die Nederlands beroemdste roman verfilmt: het heeft niet zo mogen zijn. Paul Verhoeven, sinds 2006 bezig aan een film op basis van [Knielen] op een bed violen van Jan Siebelink, haakt af: "De hoofdpersoon bleef mij gewoon tegen de borst stuiten." Het lukt Verhoeven niet sympathie te koesteren voor het door godsdienstwaanzin gekwelde karakter Hans Sievez, zegt hij. Regisseur Ben Sombogaart (De Tweeling, Kruistocht in Spijkerbroek, Bride Flight) neemt het project van hem over.
Maar het grootste probleem bleef het in zijn ogen onsympathieke karakter van Hans Sievez uit [Knielen] op een bed violen, gebaseerd op de vader van de schrijver Jan Siebelink. Sievez is een bloemenkweker uit Velp die lijdt onder de tirannie van zijn streng gereformeerde vader, voor wie hij naar Den Haag vlucht. Maar gekweld door doodsangst laat Sievez zichzelf tot de Heer roepen, sluit zich aan bij een extreme calvinistische sekte en verwaarloost vrouw, zoons en bedrijf.
Verhoeven, die in 1967 een inzinking beleefde ten gevolge van de ongewenste zwangerschap van zijn vrouw en bijna toetrad tot een Pinkstergemeente, nam na lezing meteen een optie op Siebelinks bestseller, in 2005 bekroond met de AKO Literatuurprijs. "Soms denk je dat een verhaal voor jou geschapen is, maar lukt het je niet het je eigen te maken", verzucht hij nu. "Wat literair geweldig goed slaagt, zag ik in filmbeelden niet lukken. Een ander ziet dat misschien wel." Hoewel Verhoeven een beetje verrast lijkt door de snelle toezegging van Sombogaart, wenst hij hem succes.
Scenarist Gerard Soeteman zegt dat hij productiemaatschappij NL Film en TV, die de optie op de roman van Paul Verhoeven had overgenomen, suggereerde het project voor te leggen aan Sombogaart. Die las naar eigen zeggen "het razend knappe script ademloos"; het boek kwam pas later. Sombogaart legt momenteel de laatste hand aan Watersnoodfilm De Storm, over een ongehuwde moeder uit een streng gereformeerd dorp die op zoek gaat naar haar verdwenen baby. Sombogaart: "Mijn laatste films raakten aan religie, [Knielen] op een bed violen voelt daarom als een logische volgende stap."
Producent Alain De Levita van NL Film & TV hoopt al volgend jaar te kunnen draaien. Hij weet zich gesteund door de NCRV en een distributeur, ook met het Filmfonds verwacht hij geen problemen. Dat stak al het maximale bedrag van 30.000 euro in de ontwikkeling van het scenario. De Levita: "Het richtbedrag blijft 10 miljoen euro, al wordt het zonder Paul Verhoeven waarschijnlijk goedkoper." Sombogaart kan naar eigen zeggen ook met de helft toe. Draaien in 2010? "Zonder een optimistische producent was er nog nooit een film gemaakt. Soms gaat zoiets snel, soms duurt het vijf jaar, het is een loterij. Maar ik weet zeker dat deze film er komt."
Sombogaart ziet in Hans Sievez vooral een tragische figuur. "De adembenemende kwetsbaarheid van die man. Zelf als jongen zo door de mangel gehaald en zich dan uit angst voor het hellevuur toch weer onder die zwarte mannen mengen. Vaak stiekem, het is een soort overspel richting zijn vrouw." Make-up lijkt hem niet zo'n probleem. "Het gros van het verhaal speelt zich af in de jaren 1948, 1958 en 1968, dan ligt een acteur van rond de veertig jaar voor de hand."
Jan Siebelink betreurt het dat Verhoeven afhaakt. "We hadden een leuk gesprek toen hij een optie nam. Hij was erg enthousiast en vertelde me over zijn ervaring met die Pinkstergemeente. Hoe zijn hart in zijn borstkas brandde en hij vol vuur voor de Heere was. 'Ik ga jouw boek niet verraden', zei Paul. 'Ik kap alles weg en eindig bij het mysterie. En daar vind ik God'." Eigenlijk een heel religieus mens, denkt Siebelink, die het script nog niet heeft gelezen. Hij is ook blij met Sombogaart: met name De Tweeling waardeerde hij.
Wat Verhoeven nu zo tegenstaat in Hans Sievez? Scenarist Soeteman kan het "niet precies peilen". "Na de tweede versie zei Paul: wat een onaangename kerel is dat eigenlijk! Ik denkt dat hij eerst in de roman herkende wat hem ooit zelf bijna overkwam. Maar zo'n angstig iemand die zich wel volledig in religie verliest, vond hij bij nader inzien vooral gevaarlijk en fascistoïde." Ook vermoedt hij dat Verhoeven, die lang werkte aan een boek over Jezus, "gewoon even geen God of Jezus meer kan zien".
Schrijver Siebelink, Jan
Jaar van uitgave 2007
Bron De Volkskrant
Publicatiedatum 14-03-2008
Recensent Gert J. Peelen
Recensietitel Glorieuze terugkeer van de Almachtige te Velp
'Laat zijn roman vooral een roman blijven.' Met deze oproep besluit Fred van Lieburg, hoogleraar in de geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, zijn poging om 'de ware wereld' achter Jan Siebelinks [Knielen] op een bed violen boven water te krijgen. In die poging is hij geslaagd; Het punt des tijds is een informatief document, dat de Siebelinkfans van pas komt bij hun rondgang door de krochten van het zwartste calvinisme.Helaas klinkt daardoor Van Lieburgs hartenkreet wat ongeloofwaardig. Want die volgt op 173 pagina's waarin weinig anders wordt gedaan dan de 'harde' historische en religieuze feiten rond de fictieve figuur Hans Sievez boven water te krijgen. En daarmee dreigt de roman van Siebelink, die tijdens het schrijven de schriftelijke waarschuwing 'De vader loslaten!' op zijn bureau had liggen, alsnog de biografische documentaire over die vader en diens religieuze Werdegang te worden, die het lezerspubliek er toch al in zag. Is dat erg? Welnee. Het blijft, ook letterkundig gezien, altijd boeiend te ontdekken waar feit en fictie elkaar raken. En daartoe reikt Van Lieburg met gulle hand het nodige materiaal aan. Zoals over de eigenzinnige grootvader van de auteur, die zijn afscheid van de hervormde kerk in Lathum door een deurwaarder liet bezegelen. Ook de opmerkelijke rol van turf- en andere schippers in de verspreiding van een duistere, wereldmijdende, veelal harteloze doctrine wordt belicht. En de lezer ziet zich ingewijd in het strak belijnde geloofsgoed van de als predikant geschorste ds. Paauwe (ds. Poort in het boek) en andere paradijsvogels.
Wie stonden model voor colporteur Jozef Mieras en oefenaar Huib Steffens? We komen het dankzij Van Lieburgs speurzin allemaal te weten. Maar onbeantwoord blijft de vraag naar de oorzaak van Siebelinks overweldigende succes.
Want hoe is het mogelijk dat betrekkelijk kort na de door Geert Mak gesignaleerde verdwijning van God uit Jorwerd, de Almachtige, in een veel strengere rol nog wel, glorieus kon terugkeren te Velp?
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
S.
S.
dramatisch..
12 jaar geleden
Antwoorden