Kleren maken de vrouw door Hella S. Haasse

1. Structuurvragen:
2. Titel: kleren maken de vrouw

Auteur: Hella S. Haasse

Uitgever: Querido

1^ste druk: 1947

Gelezen druk: 2^de (2013)

1. Reina woont in de jaren 30’ met vriendin Abbie in Amsterdam. Ze droomt van een carrière in de modewereld, maar heeft er geen geld voor. Ze gaat op bezoek bij een oude, vriendelijke vrouw genaamd mevrouw Rantburg. Zij helpt Reina met haar geldprobleem zodat ze de opleiding tot modetekenares kan volgen.  Reina blijkt erg goed te zijn, waardoor tweedejaarsstudent Harriët jaloers wordt. Ze kan niet tegen kritiek en er ontstaan op de opleiding twee partijen, de eerste en tweedejaarsstudenten.

Ondertussen is daar Roel, een knappe jongeman die denkt enkel  met zijn charmes Reina te kunnen versieren. Hij komt er later achter dat dat bij Reina niet zal werken en bloeit een  fijne vriendschap op. Verwende Harriët loopt weg van huis om een baan te zoeken, maar niemand wil haar. Ze maakt een fout door als ‘mannequin’ op feesten rond te lopen, bedenkt in wat voor business ze beland is en vlucht weg. Ze komt bij Reina terecht, die haar opvangt als ze niet meer naar huis terug kan gaan. Ze sluiten vriendschap.

Vooral duidelijk uit het boek blijkt dat Reina geen zin heeft in de traditionele rolverdeling tussen

man-vrouw.

6.      een belangrijk thema is de rol van de vrouw. In die tijd was het niet normaal dat een jonge         vrouw gaat studeren in plaats van te trouwen. Dit thema komt later in het boek aan bod als Reina Roel ontmoet, die eigenlijk vind dat vrouwen niet moeten werken.

Een tweede thema is jaloezie. Harriët is ontzettend jaloers op Reina als blijkt dat die even goed kan tekenen als zij. Er ontstaan grote afgunst tussen beide vrouwen.

7. de titel is Kleren maken de vrouw. Dit is de laatste zin van het boek, uitgesproken door de enthousiaste Tine, een vriendin van de mode-opleiding. Er word mee bedoelt dat vrouwen, ook al zijn ze maar simpele kleermaaksters, erg belangrijk zijn voor de samenleving.

Het boek heeft geen motto.

8. het hele verhaal speelt zich af in Amsterdam, met uitzondering van de uitstapjes die Reina en Abbie maken en Harriëts ‘avontuur’ in Den Haag. Veel voorkomende plek in het boek is Studio Alexander, waar Reina les heeft, en de kamers van Reina en Abbie. De sfeer is over het algemeen fijn en aangenaam, behalve als er weer woorden zijn tussen met name Harriët en Reina. Natuurlijk zijn er uitzonderingen.

9. er zitten maar weinig open plekken in het boek. Een daarvan is de vijandigheid tussen Harriët en Reina, die al ontstaan op de eerste dag in Studio Alexander. Het is te verwachten dat de twee vrouwen ooit vrede sluiten en misschien wel vriendinnen worden omdat een van de twee iets doms doet. Dit gebeurd ook zo, al duurt het wel lang. Een open plek die hierbij aansluit is de vraag of Reina ooit echt uitvalt tegen Harriët, wat ze niet doet. Ze blijft steeds hetzelfde reageren en doet er vrij onverschillig over. Uiteindelijk valt ze niet echt uit tegen Harriët in de vorm van een soort

 ‘bitsch fight’.

Dit wil je ook lezen:

Online oplichting

 Een andere open plek is de vriendschap/relatie tussen Reina en Roel. Roel denkt dat hij Reina kan verleiden met enkel zijn charmes en trucjes, terwijl Reina daar niet van gediend is. Je vraagt je af of die twee nog een keer bij elkaar zullen komen of dat Reina niets van hem moet weten. Uiteindelijk ontstaat er een hechte vertrouwensband, maar weet je niet of ze ooit een keer gaan trouwen. Deze open plek word dus niet ingevuld.

10. er is vrij weinig spanning in het boek, het is een lieve maar redelijk simpele, bijna standaard meisjesroman waarin het einde altijd goed af loopt en waarin weinig actie en spanning in zit. De enige spanning die er is, die overigens goed word opgebouwd, is de vijandigheid tussen Reina en Harriët. Een belangrijke manipulatietechniek hierbij is dat Reina er vrij onverschillig over blijft doen en steeds hetzelfde reageert, terwijl haar klasgenoten steeds bozer op Harriët worden.

11.  het boek is aan de ene kant best wel realistisch. Vijandigheid tussen mensen komt natuurlijk overal voor, zeker in de vorm van twee partijen in één klas. Niet zo realistisch is dat Reina als jonge vrouw eind jaren 30’ gaat studeren, omdat dat in die tijd niet gebruikelijk was.

Ik weet niet of het boek echt gebeurd is of dat er personen in voorkomen die echt hebben bestaan. Ik weet tevens ook niet of dit boek op iets/iemand is gebaseerd.

12. de fabel en sujet zijn nagenoeg hetzelfde. Het verhaal is dan ook chronologisch verteld met enkele, zeer korte flashbacks. Dat zijn dan herinneringen van Reina. De functie van deze kleine terugblikken is achtergrondinformatie geven.

13. samenhang die ik kon vinden is de vijandigheid tussen Harriët en Reina, dit blijft terugkomen voordat ze eindelijk vriendschap sluiten.

14. er zijn drie verhaallijnen in het boek. De belangrijkste is weer de vijandigheid tussen Harriët en Reina. Een tweede verhaallijn is de relatie van Reina en Roel. Een laatste kleine verhaallijn is de brieven van Reina en de twee dames die haar willen helpen, mevrouw Rantburg en mevrouw Van Ryckhoven. Hierbij hoort ook de logeerpartij bij mevrouw Rantburg. In die brieven schrijft Reina aan beide dames voor informatie over onder andere scholingsmogelijkheden. Ook schrijft mevrouw Rantburg over eventuele geldproblemen en over een feest waar ze voor uitgenodigd worden. Het verband tussen de derde en eerste lijn is duidelijk, nadat ze de derde verhaallijn is afgelopen, gaat Reina studeren en word Harriët jaloers. De tweede verhaallijn met Roel staat los van deze de eerste verhaallijn en hangt voor een klein deel samen met de tweede verhaallijn, aangezien Roel familie is van mevrouw Rantburg en op het feest kennis maakt met Reina. Zonder die brief was er geen Roel geweest.