Klaaglied om Agnes door Marnix Gijsen

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Klaaglied om Agnes
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2102 woorden
  • 22 januari 2005
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6
6 keer beoordeeld

Boekcover Klaaglied om Agnes
Shadow
Klaaglied om Agnes door Marnix Gijsen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Beschrijving Marnix Gijssen
Klaaglied om Agnes
21e druk
Uitgeverij Nijgh & van Ditmar, ‘s Gravenhage
143 bladzijden
Siehe, es weinen die Götter, es weinen die Göttinnen alle, Dass das Schöne vergeht, dass das Volkommene stirbt. Auch ein Klaglied zu sein im Mund der Gelbiebten ist herrlich, Denn das Gemeine geht klaglos zum Orkus hinab
Schiller, “naenie”. Het boek is ingedeeld in hoofdstukken met nummers, namelijk veertien. Het verhaal wordt verteld door een ik-persoon. Het verhaal begint als ‘ik’ 16 jaar oud is. Hij heeft nog geen belangstelling voor meisjes. Het ‘enige vrouwelijke wezen’ dat, buiten zijn moeder, een rol in zijn leven heeft gespeeld is Agnes. Zij was zijn zusje en hij heeft haar nooit gekend, omdat ze aan een kinderziekte is overleden. Op een dag, hij is inmiddels 17, gaat hij naar een pianoconcert. Onder dat concert struikelt een meisje over zijn voeten. Samen met haar vriendinnetje gaat ze naast hem zitten. Hij vangt op dat ze Agnes en Henriëtte heten. Henriëtte leek ouder. Agnes zat naast hem. Ze interesseerde zich voor hem. Hij schatte dat ze ongeveer een jaar jonger was dan hem. In de pauze loopt de verteller met Armand de Vos mee. Dat is een beetje de opschepper van de groep. Hij stelt de verteller en Agnes aan elkaar voor. Hij komt er achter dat haar achternaam De Muynck is. Hij was zeer ontsteld toen hij ontdekte dat hij verliefd op Agnes was. Hij vergelijkt haar met zijn dode zus die hij nooit gekend heeft en hij snapt zelf ook niet goed waarom. Na een week zag hij Agnes pas weer terug bij de parochiale bioscoop. Hij ging naast haar zitten. De verteller vraagt Agnes aan het einde van de pauze of ze de film nog verder wil zien, maar Agnes gaat liever een stuk lopen. Ze lopen samen door de regen en hebben het over allerlei dingen. Aan het einde van de wandeling vraagt Agnes of de verteller mee wil komen naar haar huis. Hij ontmoet daar Agnes’ moeder, zussen en broers. Haar moeder en haar zus Carla mogen hem wel. Als hij weer weggaat, vraagt Agnes hem of hij nog eens terugkomt. De week daarop zien ze elkaar weer in de bioscoop en sluipen weer weg om te wandelen. Vanaf dat moment waren ze onafscheidelijk. Nadat ze samen bovenop de toren zijn geweest, zoent hij haar voor de eerste keer. De verteller was met school gestopt en op zoek naar een baan. Enkele weken later vond de verteller werk als redactielid van het weekblad ‘De Banier’. Nadat hij erin slaagt zijn baas een keer te helpen door heel veel exemplaren van ‘De Banier’ te verkopen, wordt hij de enige die Kuypers vertrouwt. Hij kreeg een verhoging van salaris. Als op een dag de verteller besluit eens vroeg naar zijn werk te gaan, komt hij zijn baas op kantoor tegen. Die loofde hem voor zijn ijver en gaf hem 2 kaartjes voor een muziekvoorstelling. Hij ging samen met Agnes. Ze vonden de voorstelling prachtig en waren vanaf dat moment ‘aan de muziek verslaafd. Na een jaar bij ‘De Banier’ gewerkt te hebben, moest de verteller in dienst en werd dus gescheiden van Agnes. In het gasthuis had
hij 2 vrienden, Prosper van Willebroeck en Peter van Aerschot. Er was ook een zuster waarop iedereen massaal verliefd was, zuster Beatrix. De verteller schreef nog bijna elke dag aan Agnes over de dingen die er rondom hem gebeurde (hij kon z’n gevoelens niet goed op papier zetten) en hij was nog verliefd op haar, maar hij vroeg zich af of hij ook verliefd van op Beatrix. Hij kon heel goed praten met zuster Beatrix en vond haar heel aardig. Hij had het heel slecht naar zijn zin in dienst, hij vond dat hij was omringd door vuiligheid. Omdat niet duidelijk was wanneer hij verlof zou krijgen, vroeg hij Agnes of ze hem wou komen bezoeken. Er was nog maar weinig werk in het ziekenhuis en hij kreeg extra lang verlof om naar huis te gaan. Als er later een jonge patiënt

binnen wordt gebracht en die sterft, valt de verteller heel er uit tegen zuster Beatrix. Daarna wordt hij overgeplaatst naar de hoofdstad. Zijn nieuwe chef was kolonel Tussort. Na een poosje zat zijn diensttijd erop. Hij wilde niet terug naar ‘De Banier’. Voor een Nederlands dagblad ging hij de Olympiade verslaan. Hij gaat daarvoor samen met Agnes naar een bokswedstrijd. De volgende dag krijgt hij een briefje dat ze ziek naar haar familie in Doorwaarden is gegaan. De dokter had haar verteld dat ze het begin van tuberculose had. Dan blijkt dat ze heel erg ziek is en dat ze waarschijnlijk zal sterven. Agnes wordt overgebracht naar het ziekenhuis. Daarna ging ze op aandringen van de verteller met haar moeder in Kempen wonen. Het gaat niet goed met haar. Daarna wordt ze overgebracht naar een sanatorium. De verteller gaat haar zo vaak mogelijk bezoeken en ze beginnen elkaar weer te schrijven. Daarna werd Agnes naar een sanatorium in Davos gebracht.. Eens in de drie maanden gaat de verteller haar bezoeken. De laatste woorden die hij van haar hoort zijn: ‘Ik ben nog zo jong’. Een paar weken later sterft ze. Structuurelementen Tijd
Het verhaal begint als de hoofdpersoon 16 is. Dat is tijdens de bezetting door de Duitsers. Aan het einde van het verhaal is de hoofdpersoon ongeveer 21 of 22. De vertelde tijd is ongeveer 20 jaar. Voor het grootste gedeelte is dit 5 jaar, maar op de laatste bladzijde wordt een sprong van ongeveer 15 jaar gemaakt. Er komt dus veel tijdversnelling voor. Net als tijdsprongen. De schrijver maakt ook gebruik van flashbacks en ook van vooruitwijzingen. Klaaglied om Agnes is een terugblik. Op het moment dat het boek begint weet de hoofdpersoon al dat zijn geliefde Agnes is gestorven. Het is een terugblik op de tijd voor het overlijden van Agnes en het begin van hun relatie. Plaats
De plaats waar alles zich afspeelt is in België. Ook speelt het zich nog even af in Zwitserland (sanatorium in Davos). Personen
De hoofdpersonen zijn: Ik-figuur: 16 jaar als het verhaal begint. Hij is een jongen die alleen, kwetsbaar en twijfelachtig is en bovendien vaak met zijn hoofd in de wolken loopt. Hij vindt zichzelf een romanticus. Hij wil de wereld verbeteren, zijn enige methoden hiervoor zijn spot en verachting. Agnes: Een jaar jonger als de ik-figuur als het verhaal begint, wel is zij rijper. De ik-figuur ziet haar als de kuise geliefde, die de schoonheid en het goede symboliseert. Ook ziet hij haar als de reïncarnatie van zijn overleden zus Agnes. Agnes is opgegroeid onder armzalige omstandigheden, waardoor haar gestel vrij zwak is geworden. Zij heeft een bleek gezichtje. Zij overlijdt aan tbc. De belangrijkste bijfiguren zijn: Moeder van de ik-figuur: zij is een zuinige vrouw en wil graag gewaardeerd worden door de anderen 'van haar klasse'. De ik-figuur heeft nauwelijks contact met haar. Carla: De oudste zus van Agnes. Zij heeft een goede band met de ik-figuur. Kuypers: De beheerder van het weekblad 'de Bannier'. Zijn enige doel is geld verdienen. Beatrix: Zuster bij het militair hospitaal. Ze is knap en bloeit in het hospitaal op. Tussort: Kolonel, een levensgenieter, die veel drinkt en veel interesse heeft voor erotiek. Hij bezoekt regelmatig bordelen en maakt veel schulden. De politicus: werkgever van de ik-figuur. Een eerlijke en hardwerkende man. Bij hem voelt de ik-figuur zich op zijn gemak. De directrice van het sanatorium: indrukwekkend figuur, liegt veel en spreekt alleen troostend en geruststellend, hierdoor wekt zij woede op bij de ik-figuur. Perspectief en verteller
Het boek is in enkelvoudig personaal perspectief geschreven, want je leest alleen de gevoelens en gedachtes van de ik-persoon. Verhaalconventie
Het is een realistisch boek, maar wel een beetje overdreven geschreven vind ik. Ik kan me bijvoorbeeld niet voorstellen dat je je afscheid van je moeder omdat je geen zakgeld krijgt. Stijl
Er worden lange zinnen gebruikt, met heel veel bijvoeglijke naamwoorden. Vooral als de ik-persoon het over Agnes heeft zijn er veel bijvoeglijke naamwoorden. Ook vond ik vooral door de manier van schrijven, die toch al wat ouderwetser is, het boek in het begin wat minder interessant. Verder wordt er weinig beeldspraak gebruikt. Bedoeling Verklaring van de titel (en ondertitel) De ik-persoon heeft een zus gehad Agnes, die hij is kwijtgeraakt door een ziekte. Hij krijgt een vriendin, Agnes, en die raakt hij ook kwijt aan een ziekte. Hij vergeleek de twee Agnessen met elkaar, en daarom denk ik dat het boek zo heet. Verklaring van het motto

Het hele gedicht: Auch das Schöne muß sterben! Das Menschen und Götter bezwinget, Nicht die eherne Brust rührt es des stygischen Zeus. Einmal nur erweichte die Liebe den Schattenbeherrscher, Und an der Schwelle noch, streng, rief er zurück sein Geschenk. Nicht stillt Aphrodite dem schönen Knaben die Wunde, Die in den zierlichen Leib grausam der Eber geritzt. Nicht errettet den göttlichen Held die unsterbliche Mutter, Wann er, am skäischen Tor fallend, sein Schicksal erfüllt. Aber sie steigt aus dem Meer mit allen Töchtern des Nereus, Und die Klage hebt an um den verherrlichten Sohn. Siehe! Da weinen die Götter, es weinen die Göttinnen alle, Daß das Schöne vergeht, daß das Vollkommene stirbt. Auch ein Klagelied zu sein im Mund der Geliebten, ist herrlich. Denn das Gemeine geht Hanglos zum Orkus hinab. Friedrich Schiller, 1799
Ik denk dat de schrijver dit motto heeft gekozen, omdat het gedicht ook over een klaaglied gaat om een persoon waar je veel van houd/ gehouden hebt. Motieven · liefdesrelatie (zuivere liefde) · groei naar volwassenheid · verlangen naar zuiverheid · ziekte (t.b.c.) en dood · muziek (opera van Gluck) · soldatenleven/oorlog · verliezen van de geliefde. Leidmotieven en/of herhalingen
Ziekte en dood
Thema
Tegenstrijdigheid tussen goed en kwaad. Idee
Het verliezen van een geliefde doet veel pijn. Schrijver
Marnix Gijsen, Marnix is het pseudoniem van Jan-Albert Goris (Antwerpen 1899 – Lubbeek 1984), Belgisch Nederlandstalig schrijver, was doctor in de geschiedkundige wetenschappen (Leuven 1925), was ambtenaar en verbleef te New York als Belgisch Commissaris voor de Informatie (1941–1964) en gevolmachtigd minister (1959–1964). Na de Eerste Wereldoorlog was hij een van de belangrijkste dichters van de expressionisten in Vlaanderen. Zijn pseudoniem ontleende hij aan de namen Marnix van St Aldegonde (burgemeester van Antwerpen in de 16e eeuw) en de achternaam Gijsen van zijn moeder. Gijsen legde zich toe op het schrijven van romans en novellen en veroverde snel een groot publiek na het succes van zijn eerste roman, Het boek van Joachim van Babylon (1947), die, op het gegeven van het bijbels Suzannaverhaal, het symbolisch relaas van een mislukt huwelijk en de bekentenis van een nieuw verworven levensinzicht bracht. Jaar na jaar verschenen van hem korte romans en verhalen, waarvan Goed en kwaad (1951), Klaaglied om Agnes (1951), De diaspora (1961), Het paard Ugo (1968) en De kroeg van groot verdriet (1974) de opmerkelijkste zijn. Beoordeling Onderwerp
Het onderwerp was wel gewoon, een verloren liefde, een onderwerp waar veel boeken over gaan. Wat dat betreft vond ik het ook niet zo interessant, en al helemaal niet herkenbaar, ik heb nog nooit een geliefde verloren aan een ziekte. Gebeurtenissen
Erg veel gebeurde er niet in het boek vond ik, tenminste geen opzienbarende dingen. Wat dat betreft vond ik het saai. Het gedeelte in het leger, dat was wel weer leuk, daar gebeurde ook het meeste. Personen
De hoofdpersonen niet echt voor me, voor de de ik-persoon niet, hoe hij dingen zag, en hoe hij over vrouwen dacht vond ik een beetje raar. Hij bleef maar doorzeuren over hoe geweldig hij vrouwen nou wel niet vond, en vooral zijn Agnes. Opbouw

Ik vond het verhaal niet echt makkelijk te lezen, vooral omdat er niet zoveel gebeurde in het begin, er werd heel veel verteld, maar vaart zat er verder niet in. Maar toen de ik-persoon in het leger zat werd het wat beter. En toen Agnes ziek was werd het weer wat minder interessant, omdat het boek klaaglied om Agnes heet wist ik al zeker dat ze dood zou gaan, alleen duurde dat nog een hele tijd, en er was heel veel gezeur over die dood van haar en dat ze het zo eng vond, en dat de ik-persoon het zo erg vond en zoveel van haar hield enz. Taalgebruik
Het taalgebruik vond ik ook niet altijd zo fijn, omdat het ouderwets was, en er zulke lange zinnen en veel bijvoeglijke naamwoorden werden gebruikt. Als dat wat minder was, was het boek al wat makkelijker om doorheen te komen. Over het algemeen vond ik het geen leuk boek, en kostte het me ook veel moeite er doorheen te komen. Dit had ik eerder niet verwacht, ondanks de waarschuwingen van mijn moeder.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Klaaglied om Agnes door Marnix Gijsen"