Nederlands boekverslag ‘KINDERJAREN’
Titelbeschrijving
Oberski, Jona. Kinderjaren, uitgeverij BZZToH, ‘s-Gravenhage 1987, 18e druk
Motivering van de boekkeuze
Toen er weer een boekverslag op de planning stond ben ik gaan zoeken in het laagland boek naar titels. Na twintig titels gevonden te hebben kwam ik op het boek Kinderjaren uit. Na opgezocht te hebben waar dit boek over ging leek het me een leuk boek om te lezen.
Samenvatting
Een joods jongetje van ongeveer 3 jaar (1) leeft samen met zijn vader en moeder (2) in Amsterdam (6). Je komt in het boek er niet achter hoe het jongetje heet. Hij heeft een goede band met zijn ouders (3). Zijn moeder beschermt hem tegen de buitenwereld, ze is een echt moedertype; warm, liefdevol en altijd in de buurt.
Samen met zijn ouders belanden ze in het kamp Westerbork (6). Ze mogen na een week weer naar huis, omdat er een vergissing is gemaakt. Het dagelijkse leven gaat weer verder, maar het wordt wel moeilijker gemaakt voor de Joden zoals het dragen van de ster en ze mogen niet overal meer komen.
Na een paar maanden worden ze weer op de trein gezet naar Westerbork (4). Moeder en kind mogen bij elkaar blijven, maar de vader wordt naar een ander deel van het kamp gestuurd. Ze zien elkaar zelden. Nadat ze een tijdje in het kamp gezeten hebben, worden ze uitgeloot om naar het beloofde land Palestina te gaan. Aan dit idee hebben de Joden veel steun. De trein gaat in plaats van Palestina naar het werkkamp Bergen-Belsen in Duitsland.
Ook in dit kamp wordt de vader gescheiden van moeder en kind. De vader moet er zwaar werk verrichten Ze zien hem pas weer als ze tegen betaling zijn verjaardag mogen vieren hoewel ze maar een paar minuten bij elkaar mogen zijn. Vader is dan ziek en sterft snel daarna. In de ziekenbarak overlijdt hij in het bijzijn van zijn vrouw en zoon. Nu hoort de hoofdpersoon bij de grote kinderen, omdat hij zijn vader dood heeft zien gaan. Om te bewijzen dat hij geen kleintje meer is, moet hij het knekelhuis binnengaan. Daar ziet hij heel veel lijken liggen, kriskras door elkaar op een hoop gegooid. Hij zoekt er wanhopig naar zijn vader.
Als de oorlog bijna afgelopen is, worden ze weer op de trein gezet, omdat ze moeten vluchten voor de oprukkende Russen. Deze reis duurt wekenlang. Tijdens een stop worden ze bevrijd door de Russen. De moeder van de hoofdpersoon is intussen erg ziek geworden; zij wordt afgevoerd naar het ziekenhuis. Het jongetje en tante Trude, een kennis van vóór het kamp, worden naar een groot huis gebracht. Als de hoofdpersoon van iemand anders, een zekere Eva, hoort dat zijn moeder overleden is, wordt hij zeer boos op Trude en geeft haar de schuld van de dood van zijn moeder. Hij is zo overstuur dat hij flauw valt en doodziek wordt. Hij overleeft het op het nippertje.
Wanneer hij weer beter is, worden ze onder begeleiding van de Canadezen naar Amsterdam gebracht.
Na de bevrijding kan Trude niet meer voor de jongen zorgen. Hij wordt als pleegkind opgenomen in het gezin van de vroegere werkgever van zijn vader (meneer Paul) en zijn vrouw (tante Lisa). Het leven van de jongen is door het boek heen veel veranderd, doordat er oorlog is en door het verlies van zijn ouders (5).
Het verhaal speelde natuurlijk af tijdens de tweede wereldoorlog (7).
Eerste persoonlijke reactie
Toen ik begon met het lezen in dit boek vond ik het meteen een leuk boek. Vooral de manier waarop het verteld word vind ik mooi. Het verhaal wordt in het begin namelijk door een peuter verteld en dat merkte je tijdens het lezen. Alles wat er gebeurde werd beschreven zoals een peuter dat zou beleven. Door het boek heen merkte je dat de jongen ouder en wijzer word. Doordat het door de ogen van een peuter word verteld en doordat hij niet alles te horen krijgt wat er gebeurd, is het spannend en niet diepzinnig. Sommige momenten vond ik best droevig, vooral wanneer de jongen zijn moeder in het ziekenhuis gaat bezoeken.
Belangrijkste open plekken
Een belangrijke open plek waar je geen antwoord op krijgt is hoe er een fout gemaakt had kunnen worden toen ze naar Westerbork gebracht werden en na een week weer terug mochten. En hoe de moeder wist dat er een fout was gemaakt.
Structuur en kunstgrepen
Het boek is in chronologische volgorde opgebouwd en is een fabel. Het verhaal bevat geen flashback.
Verhaallijnen en de verbanden ertussen
Het verhaal bestaat maar uit één verhaallijn. Deze is degene van de jongen.
Perspectief
Het perspectief in dit verhaal is een onbetrouwbaar ikvertelsituatie. Ikvertelsituatie omdat het door één iemand, de ik-persoon, verteld word en onbetrouwbaar omdat het een peuter is die ook niet alles te horen krijgt van wat er aan de hand is.
Eindoordeel
Ik vond het een mooi boek, want je kreeg precies mee hoe ze zich voelden in het kamp. Ik zou dit boek zeker aanraden aan anderen om het te lezen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden