Kerst en andere liefdesverhalen door Kristien Hemmerechts

Boekverslag “ Kerst en andere liefdesverhalen” Titel: Kerst en andere liefdesverhalen in bundel Alle verhalen
Auteur: Kristien Hemmerechts
Jaar en plaats van uitgave: 2001 Amsterdam/Antwerpen
Aantal bladzijden: 191 bladzijden
Ondertitel: n.v.t. Opdracht: bij Weekendzusjes staat er “ Voor Jaklien Peeters
Indeling van het boek: het boek bestaat uit 10 hoofdstukken. De hoofdstukken worden aangegeven met blokletters met een dikke streep eronder. Beschrijving kaft: de kaft is paars en er staat een foto op van een vrouwelijk lijf met doorzichtige kleding aan. De rest van de kaft is paars en de achterkant is geheel gevuld met een foto van de schrijfster. Samenvatting: Ik heb gekozen voor het verhaal “sprookje”: Dit verhaal gaat over Kristien die twee kinderen, Ben en Rob, heeft verloren door wiegendood. Het verhaal is in een soort van dagboek geschreven. In dit verhaal wordt de begrafenis en het rouwproces volledig beschreven. Het verhaal eindigt met dat Kristien haar man verlaat en dat haar andere dochter, Kathy, bij haar man blijft. Het andere verhaal waarvoor ik heb gekozen is “Weekendzusjes”: Het verhaal gaat over een dertienjarig meisje. Zij doet neerbuigend tegen Saskia, die bang is in het donker, komt in het weekend bij hen. Saskia is de dochter van haar vader Leo en hij is de minnaar van Marijn, de moeder van het dertienjarige meisje. Saskia haar vader was vreemd gegaan met een vrouw, Vera, maar hij werd betrapt door zijn vrouw. Die twee vrouwen zijn nu samen gaan wonen. Saskia en de hoofdpersoon praten veel over vrijen en hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Ze praten over waarom hun ouders zijn gaan scheiden. Waarom de hoofdpersoon haar moeder is gaan scheiden hoort ze als ze met zijn tweeën bij haar Tante Alma aan het logeren zijn. De hoofdpersoon vertelt Saskia ook over haar grootmoeder dat zij haar dochter in een klooster stopte. Haar grootmoeder werd dood gevonden bij de brug waar zij haar eerste verliefdheid had. Het laatste verhaal waar ik voor gekozen heb is “ Regen ”: Het gaat over een vrouw, Stella, die haar man heeft verlaten. Ze woont samen met Ben en haar dochter Lotte. Stella en Ben hebben veel ruzie gemaakt over Lotte en daarom is Ben nu vertrokken voor een lange zeereis. Ze is erg eenzaam en verlangt naar het moment dat zij en Ben elkaar ontmoette. Ze wacht op een telefoontje van hem maar elke keer als er gebeld wordt is het niet Ben. Negen van de tien keer is het haar geestelijk gehandicapte zuster of ze wordt lastig gevallen door een van haar buren. Aan het einde van het verhaal gaat de telefoon weer maar er wordt niet vertelt wie er belt.
Verhaalfiguren “Sprookje”: - Kristien is een vrouw die twee kinderen heeft verloren. Ze heeft nog wel een dochter die nog leeft. Een van de twee is overleden aan wiegendood en de ander bleek later aan zijn hart te zijn overleden. Ze geeft vooral haar zelf de schuld van de dood van haar twee kinderen. Ze moet verder maar ze kan niet verder als ze nog bij haar man blijft of bij haar dochter daarom gaat ze in de stad wonen in haar eentje. - Kristien is uitbouwkarakter. Je krijgt veel te lezen over hoe zij zich gedraagt in deze situatie. Je krijgt veel te weten over haar en uiteindelijk neemt ze toch de beslissing om weg te gaan van haar dochtertje en haar man. Verhaalfiguren “Weekendzusjes”: - Hoofdpersoon is een dertienjarig meisje wat bij haar moeder en haar vriend Leo woont. Ze praat met Saskia veel over seks hoe dat allemaal precies gaat. Ze hoort als ze op bezoek is bij haar tante waarom haar moeder en vader zijn gescheiden. Ze vertelt aan Saskia hoe haar grootmoeder is overleden. Ze heeft haar eerste verliefdheid al beleeft bij de brug. - Saskia is de dochter van Leo en komt in het weekend. Ze is bang in het donker en haar moeder woont samen met de oude minnares van haar vader. Haar ouders zijn dus gescheiden omdat haar vader een relatie had met Vera. Ze praat veel over seks met de hoofdpersoon van het boek. - Er zit geen uitbouwkarakter in het boek. Je krijgt niet veel te weten van de personen. Je krijgt eigenlijk alleen maar wat basis informatie van de personen maar geen diepgaande gevoelens. Verhaalfiguren “Regen”: - Stella is gescheiden van haar ex-man heeft daarmee 1 dochtertje, Kathy. Ze heeft haar man verlaten voor de man Ben. Het lijkt wel of ze al de mannen in haar leven verjaagt. Ze is nu eenzaam en wacht alleen maar op zijn telefoontje. Ze voelt zich verplicht om naar haar zuster te luisteren. - Stella blijft een gegeven karakter omdat ze nog steeds op het telefoontje van Ben wacht en nog steeds het zelfde handelt als in het begin van het verhaal. Ruimte: - “Sprookje” speelt vooral af op de plek waar Kristien in haar dagboek schrijft. Het is niet precies aan gegeven waar het verhaal speelt. Het enige wat ik daarom ook kan bedenken is de plek waar ze haar dagboek schrijft en dat is waarschijnlijk thuis. “Weekendzusjes” speelt zich af bij de hoofdpersoon thuis en bij tante Alma. “Regen” speelt zich af in de keuken waar de telefoon van het huis hangt. - de belangenruimte in “Sprookje” is begraafplaats. Het is een de plek waar alle twee de zoontjes zijn begraven en dat is een erg ingrijpende plek voor Kristien. Het is een verdrietige sfeer en de stemming van Kristien is ook erg verdrietig. De belangenruimte in “Weekendzusjes” is de brug waar de hoofdpersoon haar eerste verliefdheid beleefd en daar is ook haar grootmoeder dood gevonden. Het heeft een dubbele sfeer want aan de ene kant is haar grootmoeder dood gevonden maar aan de andere kant is ze daar ook erg gelukkig omdat ze daar verliefd is geworden. De belangenruimte in “Regen” is de keuken waar de telefoon hangt. Alles in Stella haar leven leidt om dat ene telefoontje van Ben. Ze is daar eenzaam en niet gelukkig en ze heeft daar verlangens. Vertelwijze: - De vertelwijze in “Sprookje” is de ik-vorm. Ze schrijft in haar dagboek en je leest haar gevoelens en hoe ze alles beleefd. De vertelwijze in “Weekendzusjes” is de ik-vorm. Je leest de vragen die de hoofdpersoon heeft en de hoofdpersoon haar gevoelens. De vertelwijze in “Regen” is de ik-vorm. Dat zie je aan dat je de gevoelens en gedachtes van Stella leest en het verhaal wordt verteld vanuit 1 gezichtspunt.
Tijd “Sprookje”: - het verhaal speelt zich af vanaf 1983 tot en met 1984. Dit kan je zien aan de data’s die zijn geschreven in het verhaal. - Het verhaal is in dagboek vorm geschreven en het is in het verleden geschreven maar het verhaal is wel chronologisch opgebouwd. - Het verhaal bevat geen flash-backs. Tijd “Weekendzusjes”: - Het verhaal speelt zich af in het begin van de jaren negentig. Dit haalde ik uit dat de ouders van beide kinderen waren gescheiden en dat er volkomen normaal over werd gedaan. In de jaren negentig was het redelijk geaccepteerd dat men ging scheiden van elkaar. Het staat niet precies aangegeven in het verhaal dus ik weet het niet honderd procent zeker. - Het verhaal is chronologisch vertelt. Het wordt in de normale tijdsvolgorde vertelt. - Er zitten geen flash-backs in dit verhaal. Het verhaal wordt zo vertelt dat het niet nodig is. Tijd “Regen”: - Het verhaal speelt zich af in het begin van de jaren negentig. Dit staat niet precies in het verhaal aangegeven maar dit kan je halen uit het feit dat Stella is gescheiden en dat het volkomen normaal is. Haar dochter kan makkelijk haar school skippen en in de vroegere tijden ging dat niet zo makkelijk. - Het verhaal is chronologisch vertelt. Het is van een paar dagen geschreven. - Er zitten geen flash-backs in het verhaal. Motieven “Sprookje”: De motieven in “Sprookje” zijn: Verdriet en de dood. Verdriet omdat Kristien nog steeds verdriet van het verlies van haar twee zonen. Dat komt als maar terug in het verhaal. Het speelt nog steeds een grote rol in haar leven. De dood keert steeds terug in Kristien haar leven omdat haar twee zoons overlijden. Het speelt een grote rol in haar leven omdat ze er elke dag aan denkt. Motieven “Weekendzusjes”: De motieven in “Weekendzusjes” zijn: Scheiden en liefde. Scheiden omdat de ouders van de hoofdpersoon en de ouders van Saskia zijn gescheiden. De liefde speelt ook een grote rol. Leo en Marijn komen bij elkaar doordat de ouders zijn gescheiden en de moeder van de hoofdpersoon heeft weer haar nieuwe liefde gevonden. De hoofdpersoon zelf is ook verliefd geworden op Marius, die ze heeft ontmoet bij de brug.
Motieven “Regen”: De motieven in “Regen” zijn: Scheiden, eenzaamheid en verlangen naar liefde. Scheiden omdat Stella zelf is gescheiden van haar man en nu is ook gescheiden van haar huidige vriend Ben. Stella voelt zich eenzaam nu haar vriend haar heeft verlaten. Ze voelt zich eenzaam en gaat daarom ook wachten op een telefoontje van Ben. En ze heeft verlangen naar de vurige liefde die ze op het begin had met Ben. Ze verlang weer naar liefde en wilt Ben weer terug. Titelverklaring “Sprookje”: Ik denk dat de titel op slaat dat het leven niet altijd een sprookje is. Dat het altijd maar wordt voorgedaan alsof alles maar mooi is, maar dat het nog is flink tegen kan vallen. Titelverklaring “Weekendzusjes”: De hoofdpersoon in het boek en Saskia zien elkaar in het weekend. En dan zijn ze in het weekend zusjes van elkaar maar door de weeks niet. Dat verklaart dus de titel “Weekendzusjes”. Titelverklaring “Regen”: Op dit moment is Stella niet gelukkig en ze ziet de dingen niet gelukkig in en ze is de hele dag somber. De regen wordt geassocieerd met somber dus ik denk dat de titel daarvandaan komt. Motto “Sprookje”: Er is geen motto aanwezig. Motto “Weekendzusjes”: Er is geen motto aanwezig. Motto “Regen”: Er is geen motto aanwezig. Thema “Sprookje: Een vrouw heeft twee kinderen verloren en daardoor is ze ongelukkig en verlaat ze haar kind en man. Thema “Weekendzusjes”: Twee meisjes wonen in het weekend samen en praten over dingen die ze meemaken en ze gaan twee weken logeren bij een tante.
Thema “ Regen”: Een vrouw is verlaten door haar vriend en wacht nu op haar telefoontje maar elke keer als de telefoon rinkelt krijgt ze valse hoop. Stijl “Sprookje”: - De zinnen uit het verhaal zijn kort opgebouwd. Enkele voorbeelden uit het verhaal: ‘Mijn man is jarig’ , ‘Daarom blijft ze in de stad’, ‘Ik liet mijn haar nog korter knippen’. - De woordkeuze van het verhaal is makkelijk en goed te begrijpen. Het is namelijk in dagboek vorm geschreven dus het is ook gewoon in spreektaal geschreven. Enkele voorbeelden uit het verhaal: ‘reanimeren’, ‘plotseling’, ‘grijs uniform’. Enkele voorbeelden uit het verhaal die makkelijk om te lezen zijn. De woordkeuze is niet echt humoristisch maar wijkt meer naar de kant van verdrietig. Stijl “Weekendzusjes”: - De zinnen uit het verhaal zijn van gemiddelde lengte. Het is makkelijk te lezen, omdat het wijkt naar de kinderlijke kant. Enkele voorbeelden uit het verhaal: ‘Saskia probeert lief te zijn en ik mag iedere nacht bij haar in bed’, ‘Ze is heel lief nu, ik moet in de holte van haar armen gaan liggen’. - De woordkeuze is aan de makkelijke kant. Er stond geen een woord in waar ik niks van begreep. Stijl “Regen”: - De zinnen uit het verhaal zijn aan de korte kant. Het is makkelijk geschreven en het maakt het verhaal ook wat leesbaarder. Enkele voorbeelden uit het verhaal: ‘Vanmorgen toen hij naar zijn werk vertrok, was hij er nog en nu was hij weg.’ - De woordkeuze is aan de makkelijke en moderne kant. Het verhaal is daarom ook makkelijk te lezen en je leest er zo ook snel doorheen. Verband tussen de verhalen: Er zijn een aantal dingen die overeenkomen tussen de verhalen. In elk verhaal is het thema liefde verwerkt. Het verhaal is meestal kort en sober geschreven. De verhalen zijn bijna allemaal rond eind jaren tachtig, begin jaren negentig geschreven. Behalve “Vogels” dit verhaal speelt zich af in de jaren zeventig.
Eigen mening: Sommige verhalen in het boek vond ik leuk te lezen namelijk de verhalen: “Weekendzusjes”, “Sprookje”, “Regen” en “Gas”. Door de rest van de verhalen moet ik maar door lezen en hopen dat het volgende verhaal wel leuk was. Het verhaal “Sprookje” kon ik me erg in inleven, omdat ik zelf ook een zusje heb verloren aan wiegendood. Dit was ook een van de redenen om dit boek te lezen. Omdat ik het soms nog moeilijk heb met wiegendood dacht ik dat het mij misschien goed deed om een verhaal over wiegendood te lezen. Het verhaal heeft voor mij geen informatieve waarde gehad. Ik denk dat de schrijfster deze verhalen echt haar eigen gevoelens in een verhaal heeft geschreven. Het komt namelijk zo op mij over. Ik vind dit een leuke, originele en leesbare manier van gevoelens uiten en verhalen vertellen. Ik denk dat dit ook een van de grote redenen zijn waarom de verhalen mij wel raakte in ieder geval dat ik geboeid raakte van de verhalen. Maar er bij sommige verhalen moest je goed na denken wat Hemmerechts bedoelde omdat er diep liggende gedachtes achter sommige verhalen zitten. Een voorbeeld daarvan is “Appels en zwam”. Als ik het iemand moet aanraden of afraden om deze verhalenbundel te lezen zal ik voor aanraden kiezen. Omdat er goede verhalen tussen zitten die mij persoonlijk erg aanspraken. Ik zal er dan wel bij zeggen welke verhalen mij niet aanspraken en waarom niet. Maar er zaten in de verhalen enkele herkenningspunten voor mij en ik denk daarom ook dat dat de voornaamste reden is geweest dat sommige verhalen mij aanspraken. Ik denk dat het een grote rol speelt bij iemand eindoordeel want als iemand niets ervan weet of iets van heeft meegemaakt. Dan kan het juist heel erg leuk zijn of juist heel erg saai en langdradig. Ik denk dat het voor mij daarom ook goed heeft geholpen dat ik het boek snel uithad. Ik heb er geen spijt van dat ik dit boek heb gekozen voor mijn lijst en over het algemeen ben ik wel te spreken over dit boek.