Inhoudsopgave
Pagina 1
Schrijver
Titel
Uitgeverij
Jaar van uitgave
Pagina 2
Inhoudsopgave
Pagina 3
Samenvatting
Hoofdpersoon
Pagina 4
Gegevens over de auteur
Pagina 5
Setting
Verhaallijn
Thema
Vertelinstantie
Titelverklaring
Pagina 6
Motto
Literatuurgeschiedenis
Eindoordeel
Pagina 7
Eindoordeel
Samenvatting
Kees Bakels is een jongen op de lagere school in Amsterdam. Zijn ouders werken in een schoenenwinkel, waar hij mee meehelpt. Hij wil graag behulpzaam zijn, om als een held over te komen. Zijn vader wordt ziek, maar wordt door de apotheker weer snel beter. Kees denkt er aan om aan hem te vragen of hij hem Latijns wilt leren, maar vraagt het uiteindelijk toch niet.
Kees hoopt op een dag een Fransman tegen te komen. Hij gaat fantaseren dat hij hem helpt en andere mensen dat doorhebben. Hij fantaseert naast dit nog heel veel, in de hoop een held te worden. Er komt ook een nieuw meisje bij Kees in de klas, genaamd Rosa Overbeek. Kees is stiekem een beetje verliefd op haar. Zijn vader wordt weer ernstig ziek, maar geneest na een hele tijd alsnog.
Kees krijgt van zijn grootouders een mantel om kleren uit te laten maken. Na een tijd gingen ze vragen waar de kleding bleef, maar hij was er nog niet aan begonnen. Na nog een tijd bleek de kleermaker verhuist te zijn. Rosa daagt ook niet meer op school op.
Het gezin van Kees kwam in geldproblemen. Ze lieten iemand genaamd mevrouw Dubois een kamer huren. Ze werd steeds meer een deel van het gezin. Kort hierna werd Kees zijn vader weer ernstig ziek.
Kees mocht aan het einde van het jaar een cadeau uitzoeken op kosten van school. Hij vroeg om een schaakbord met stukken. Dit zou waarschijnlijk te duur zijn volgens de leerkracht, maar Kees krijgt het toch. Hierna kreeg Kees de eervolle taak van de bel. Rosa Overbeek komt na een tijdje weer op school terug.
Het gaat steeds slechter met de vader van Kees. Zijn broertje Tom en zusje Truus gaan bij familie logeren. Kees mag nog in huis blijven, maar moet ook na een korte tijd bij zijn oom en tante gaan logeren. Voordat Kees die avond in slaap valt, hoort hij dat zijn vader is overleden.
Kees moet verhuizen, omdat ze zonder zijn vader de winkel niet meer kunnen betalen. Mevrouw Dubois mocht mee. Zijn moeder gaat koffie en thee verkopen. Kees moet deze koffie en thee halen bij Stark & Co.. Hij gaat steeds meer om met Rosa Overbeek en ze worden verliefd op elkaar.
Kees ziet na een tijdje bij Stark & Co. een vacature staan voor jongste bediende. Hij solliciteert, om mee te kunnen verdienen voor het gezin. Zijn moeder was het er in de eerste instantie niet mee eens, omdat Kees dan 3 maanden van te voren van school gaat, maar ze is uiteindelijk overgehaald. Hij wordt aangenomen. Toen hij aan Rosa vertelde dat hij ging werken kreeg hij kusjes van haar. Hij gaat beginnen met werken, maar met een hele geschiedenis achter zich.
Hoofdpersoon
Kees Bakels
Kees is een 12 jarige jongen. Hij zit in groep 8 van de basisschool. Later in het verhaal overlijdt zijn vader aan een onbekende ziekte. Hij wil bij iedereen als goed worden aangezien. Kees is verliefd op een meisje van zijn school genaamd Rosa Overbeek. Hij heeft een broer genaamd Tom en een zus genaamd Truus. Hij gaat vervroegd van school om te werken bij een kantoor genaamd Stark & Co.. Hij is de ik-persoon in dit verhaal. Hij heeft een sociaal karakter. Kees draagt bijna altijd een pet, wat typisch voor deze tijd is.
Gegevens over de auteur
Theo Thijssen was geboren op 16 juni 1879. Hij was schrijver, politicus en leerkracht. Hij zat van 1933 tot en met 1940 in de tweede kamer als lid van de SDAP (tegenwoordig de PvdA). Hij was ook van 1935 tot en met 1941 lid van de Amsterdamse gemeenteraad bij dezelfde partij.
Theo was als kind zijnde zoon van een arme, Amsterdamse schoenmaker. Na een zwaar toelatingsexamen kreeg hij een rijksbeurs voor zijn studie aan de Rijkskweekschool voor onderwijzers in Haarlem. Aan het eind van deze studie (1897) heeft hij een nieuw tijdschrift opgericht, genaamd Baknieuws, Weekblad van den Nederlandschen Kweekeling. Het jaar daarna begon hij aan zijn eerste baan. Hij werkte als leerkracht op verschillende lagere scholen in Amsterdam-Oost. Dit deed hij tot en met 1921.
In 1905 richtte Theo met zijn kweekschoolvriend Piet Bol het blad De Nieuwe school op. Hierin behandelde hij veel kritische zaken over onderwijsmethoden, leesboeken en leerboeken. Hij schreef hierin ook zijn eerste boek, genaamd Barend Wels, dat in 1908 werd uitgegeven. Hij schreef ook fragmenten van Kees de Jongen in dit blad. Hij vermeldde hierin ook voor het eerst de zwembadpas. Later ontstond er de Dag van de Zwembadpas.
Er is ook een prijs naar Theo hernoemd. De vroegere Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur heet sinds 1988 de Theo Thijssenprijs. Er is ook een standbeeld voor hem gebouwd in de Amsterdamse Jordaan en de PABO van de Hogeschool Utrecht is naar Het Theo Thijssen Instituut vernoemd. Hij heeft ook een eigen museum.
Theo Thijssen stierf op 23 december 1943 na enige ernstige ziektes en een hersenbloeding.
Boeken:
Titel
Jaar van uitgave
Barend Wels
1908
Jongensdagen
1909
Taal en schoolmeester
1911
Sommenboek voor de volksschool
1912
Cijfers
1913
Cijferboek voor de volksschool
1913
Kees de Jongen
1923
Schoolland
1925
De gelukkige klas
1926
Het grijze kind
1926
De examenidioot (Later hernoemd tot: De kinderexamens van 1928)
1929
Egeltje: Een bundel vrolijke proza
1929
Het taaie ongerief
1932
De fatale gaping
1934
Een bonte bundel
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden