Motto: Tous les enfants ont des imagination heroïques: ils se voient accomplissant des actions d’éclat qui leur valent la reconnaissance et l’admiration publiques.
Léon Frapié, Les Contes de la Guerre.
Vertaling: Alle kinderen hebben heldhaftige fantasieën. Zij zien zichzelf heldendaden verrichten, die hun erkenning en bewondering van hun omgeving bezorgen.
Samenvatting
Kees Bakels woont samen met zijn ouders, zijn jongere zusje Truus en zijn jongere broertje Tom in Amsterdam. Zijn ouders hebben een schoenenwinkel. Kees zit in de zesde en laatste klas van de lagere school. Het gaat goed op school. Kees wordt benoemd tot ‘jongen-van-de-bel’, hij moet de deur openen voor laatkomers en ouders. Kees wil anders zijn dan de anderen. Als de kinderen op school prijzen mogen kiezen, kiezen de meisjes voor een naaidoos en de jongens voor een figuurzaag, atlas of een postzegelalbum. Kees niet. Kees kiest een schaakspel. Een prijs die nog nooit iemand heeft gekozen. In de loop van het verhaal komt Rosa Overbeek bij Kees in de klas. Ze komt van een rijk instituut en Kees vindt haar al vanaf het eerste moment bijzonder. Hij vindt dat ze samen boven de medeleerlingen uitsteken en fantaseert regelmatig over haar.
Thuis gaat het minder goed. Zijn vader is ernstig ziek en de armoede staat voor de deur. Net als zijn vader weigert Kees de armoede en de ziekte van zijn vader te accepteren. Ondanks de armoede geeft zijn vader Kees een nieuwe atlas en een mooi pak in plaats van een vermaakte oude mantel. De cadeaus zijn een aderlating voor het gezin, maar leven voort als hoogtepunten in de herinnering van Kees. Zijn vader sterft als Kees met zijn broertje en zusje bij een oom en tante is. Op school ontfermt Rosa zich over hem. Ze schudt haar hoofd als de leraar voorstelt om te gaan zingen. Kort daarna geeft ze Kees een pen. Kees vlucht ermee zijn fantasie in.
Thuis gaat het na de dood van zijn vader steeds slechter. Ze verhuizen en krijgen een nieuwe kamergenote: juffrouw Dubois. De moeder van Kees begint samen met haar een koffie- en theehandeltje om aan geld te komen. Kees helpt hen door de nieuwe voorraden op te halen. Als de koude winter en hoge stookkosten het gezin verder de armoede in drijven, accepteert Kees de neergaande lijn. Hij besluit een baas te gaan zoeken en de school te verlaten. Zijn moeder gelooft hem eerst niet, maar is hem later vooral dankbaar.
In de slotscène van het boek ontmoeten Kees en Rosa elkaar. Op aandringen van Rosa, die merkt dat hij ergens mee zit, vertelt Kees dat hij gaat werken. Rosa kust hem op zijn wang en vlucht dan weg. Kees voelt zich dan zielsgelukkig.
Herkenbaar
Ik vond het boek “Kees de jongen” redelijk herkenbaar. Vroeger had ieder kind volgens mij wel Kees zijn trekjes. Als kind lette je namelijk op de kleinste dingetjes als in alles de beste zijn of zo beleefd mogelijk zijn zodat mensen je een perfecte zoon vinden. Ook had Kees alles door, zoals de geldproblemen van zijn ouders en de ziekte van zijn vader. Volgens mij hebben veel kinderen dit soort dingen door, al denken ouders van niet.
Geloofwaardig
Ik vind dat het boek “Kees de Jongen” een erg geloofwaardig verhaal is. Naar mijn idee heeft Kees echt bestaan en dat komt doordat het verhaal zo realistisch geschreven is. De gedachtes van Kees worden tot in de puntjes beschreven, wat het verhaal erg geloofwaardig maakt. Ook de gebeurtenissen worden zo mooi beschreven, wat het erg realistisch laat lijken.
Mooi
Ik vond het zeker weten een mooi boek. Dit komt vooral doordat alles in de puntjes wordt beschreven. De gedachten van Kees worden zo mooi verwoord, dat het mij ontroerd. Het mooiste stuk in het boek was de oplopende liefde voor Rosa Overbeek. Ik vond het zó schattig hoe hij steeds verliefder werd op Rosa en Rosa op hem. Ook vond ik het mooi hoe Theo Thijssen schreef over hoe Kees langzaamaan de situaties rond de ziekte en dood van zijn vader en de geldproblemen in de zaak begon te begrijpen.
Een belangrijke open plek
Een belangrijke open plek in het boek was de ziekte van zijn vader. Er was bekend dat zijn vader ziek was, maar wat voor ziekte hij had kom je niet te weten. Ook weet je dat het een ernstige ziekte geweest moet zijn, omdat Kees zijn vader er uiteindelijk ook aan overlijdt.
De Hoofdpersoon
De titel van het boek zegt het eigenlijk al, de hoofdpersoon is Kees, Kees Bakels. Kees is een karakter omdat zijn gedachtes uitgebreid beschreven worden.
Kees is een typisch kind. Hij voelt zichzelf speciaal en heeft het gevoel dat hij boven al zijn andere klasgenoten staat. Hij voelt precies aan hoe het gaat met de zaak van zijn ouders en offert zich aan het einde van het boek op om te stoppen met school en te werken om zijn moeder, broertje en zusje te onderhouden.
Fabel/sujet
De verhouding fabel en sujet verschillen niet van elkaar. Het boek wordt namelijk in chronologische volgorde verteld.
Tijd
Het boek komt uit 1923, maar het verhaal speelt zich af aan het einde van de 19e eeuw. Dit is ong. de tijd waar de schrijver ongeveer net zo oud was als Kees is in zijn boek.
Thema
Het boek beschrijft de twee werelden van het leven van Kees. Het beschrijft de realiteit en zijn fantasiewereld.
Belangrijke motief
Fantasie
De fantasiewereld van Kees is een belangrijk motief in het boek. Hij fantaseert heel veel en over alles. Wat wel jammer is, is het feit dat zijn fantasieën niet uit zijn gekomen. De realiteit is eigenlijk precies het omgekeerde dan zijn fantasiewereld.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden