Kees Bakels is een jongen die met zijn ouders, broertje en zusje in Amsterdam woont, boven hun schoenenwinkel. Hij is goed in school en doet overal zijn best voor. Kees loopt vaak over van alles en nog wat te fantaseren en wordt een beetje verliefd op een meisje in zijn klas, Rosa Overbeek.
Thuis gaat het wat slechter. De schoenenwinkel verkoopt niet meer goed en zijn vader wordt erg ziek. Maar Kees vertrouwt erop dat alles snel weer beter wordt. Hij kan zich niet voorstellen dat er iets nóg erger kan gebeuren en inderdaad word Kees’ vader weer beter.
Maar later wordt hij nog een keer ziek en deze keer is het erger. Het gezin komt in geldnood en verhuurt een kamer aan juffrouw Dubois, waarmee zij ook bevriend raken. Met vader gaat het steeds slechter en ze verhuizen naar een kleiner huis in een armere wijk. Juffrouw Dubois verhuist met hen mee.
Nu komt het gezin nog meer in geldnood. Zijn moeder verdient niet veel, ze hebben die winter niet eens genoeg geld voor turf.
Hoewel hij nog maar drie maanden naar school hoeft om die af te maken, besluit Kees om niet meer naar school te gaan maar een baantje te nemen om het gezin te helpen. Op zijn laatste schooldag loopt hij verdrietig en in zichzelf terug naar huis, waar Rosa Overbeek hem ziet lopen. Als afscheid geeft zij hem een zoen en Kees is helemaal gelukkig.
Ondanks dat hij zo goed overal in was en zo zijn best deed, is hem door armoede toch een goede toekomst ontnomen.
Ervaringsverslag
Personen
De hoofdpersoon van het verhaal is Kees Bakels, een fantasierijke jongen die door iedereen aardig gevonden wil worden. Ook wil hij overal goed in zijn, wat hem meestal ook lukt.
Kees fantaseert altijd over wat er zou kunnen gebeuren, of wat er gebeurd had kunnen zijn als hij het iets anders had aangepakt.
Tijd
Alles vindt plaats rond 1900, toen er nog geen uitkeringen en andere sociale voorzieningen waren. Dit speelt een grote rol in het verhaal, omdat Kees zijn familie in geldnood kwam doordat zijn vader ziek werd en overleed. Tegenwoordig zouden ze een uitkering hebben gekregen en had Kees niet van school gemoeten om te werken.
Plaats/Ruimte
Alles vindt plaats rond 1900, toen er nog geen uitkeringen en andere sociale voorzieningen waren. Dit speelt een grote rol in het verhaal, omdat Kees zijn familie in geldnood kwam doordat zijn vader ziek werd en overleed. Tegenwoordig zouden ze een uitkering hebben gekregen en had Kees niet van school gemoeten om te werken.
Het verhaal speelt zich af in Nederland, wat niet per se noodzakelijk is. Het is wel belangrijk dat het zich afspeelt in een stad, in dit geval Amsterdam.
Het verhaal wordt chronologisch verteld, hoewel er een soort van flashforwards in zitten. Die flashforwards komen als Kees fantaseert over wat er zou kunnen gebeuren, of op welke manier hij iets voor elkaar zou krijgen.
Het verhaal begint als Kees een jongen is, van ongeveer elf jaar. Het eindigt in een gesloten einde, met Kees die naar huis loopt nadat hij een zoen heeft gekregen van Rosa Overbeek.
Vertelstandpunt
Je volgt het hele verhaal door de ogen van Kees, en je weet alles wat hij denkt en fantaseert. Als je het verhaal niet door de ogen van Kees had gevolgd zou het verhaal wel intact blijven, maar in het boek gaat het er vooral om hoe Kees als jonge jongen alle gebeurtenissen en tegenslagen ervaart.
Titel
De titel, Kees de Jongen, slaat op de hoofdpersoon Kees, de jongen die, hoewel hij overal goed in was, niet bekend en beroemd is geworden omdat zijn familie arm was.
Betekenis
Het boek is een soort beklag tegen de maatschappelijke omstandigheden aan het begin van de twinstigste eeuw. De schrijver zegt dit niet hardop, maar hij laat de lezer meevoelen met Kees, en als dan Kees’ toekomst aan diggels gaat omdat er geen ziekteverzekering of weduweuitkering is leef je met hem mee en wil je eigenlijk dat er wel verzekeringen en uitkeringen waren geweest en dat hij wel was geslaagd in het leven.
Mening
Het onderwerp spreekt mij niet ontzettend aan, maar ik vind het wel leuk om te lezen over hoe de maatschappij was in het begin van vorige eeuw, en hoe een twaalfjarige jongen daarmee omgaat. Dit is ook het belangrijkste in het boek, de gedachten van Kees. De gebeurtenissen zijn daarom ook niet echt spannend, maar wel geloofwaardig.
Het verhaal is niet erg ingewikkeld opgebouwd, en hoewel ik af en toe wel even goed moest opletten of dit stuk in het verhaal nou fantasie van Kees was of dat het echt gebeurde, was het lekker te lezen, maar niet erg vlot.
Het taalgebruik is leuk om te lezen, omdat het een beetje plat is en van honderd jaar geleden. Kees gebruikt bijvoorbeeld het woord ‘aanschellen’ als wij, honderd jaar later, ‘aanbellen’ zouden zeggen.
Mijn eindoordeel: het is een mooi boek met een, voor het begin van vorige eeuw, actueel onderwerp. Ik vind het een aanrader en ik geloof dat dit boek al zo bekend is dat het bijna verplichte kost is voor iedereen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
fout in de samenvatting:
kees vader gaat eerst dood, en dan verhuizen ze pas. ook komt kees bij een heel goed bedrijf te werken, dus een goede toekomst is helemaal niet ontnomen door armoede
12 jaar geleden
Antwoorden