Beschrijvingsopdracht 1. Kees de jongen, Theo Thijssen. Uitgeverij C. de Boer jr. - Bussum, 19e druk, september 1972 (1e druk, 1923). 2. Ik moest een boek lezen uit de periode 1880-1940. Ik begon met zoeken in de boekenkast bij ons thuis en daar vond ik dit boek. Om dat ik het boek ook nog nooit gelezen had en het me wel een leuk boek leek nadat ik het korte stukje voorin had gelezen, besloot ik dit boek te gaan lezen. 3. Het verhaal speelt zich af in de 19e eeuw. Rond het leven van de arme burgers. Dit kan je merken aan dat de mensen niet zo rijk zijn, en omdat ze niet zoveel hebben, geen auto’s bijvoorbeeld. Het gaat over Kees Bakels, een dromerige jongen met veel fantasie, woont samen met zijn ouders, zijn jongere zusje Truus en zijn jongere broertje Tom in Amsterdam. Hij kan goed met zijn ouders en zusje opschieten. Zijn ouders hebben een schoenenwinkel, maar verdienen er niet zo veel mee. Kees zit in de zesde en laatste klas van de lagere school. Kees doet het erg goed op school. Hij wordt benoemd tot 'jongen-van-de-bel', omdat hij de deur open moet doen voorkinderen die te laat komen en voor ouders. Kees wil anders zijn dan de anderen. Als de kinderen op school prijzen mogen kiezen, na een wedstrijd, kiezen de meisjes voor een naaidoos en de jongens voor een figuurzaag, atlas of een postzegelalbum. Maar Kees niet. Want hij kiest een schaakspel. Een prijs die nog nooit iemand heeft gekozen. Een tijdje later komt Rosa Overbeek bij Kees in de klas. Ze komt van een rijk instituut en ze vindt Kees al vanaf het eerste moment bijzonder, en aardig. Hij vindt dat zij het bijzonderste kind uit de klas is. Thuis gaat het niet zo goed met Kees. Zijn vader is ernstig ziek en ze zijn niet zo rijk, eerder een beetje aan de arme kant. Kees, en ook zijn vader, accepteren de armoede en de ziekte niet echt. Ondanks dat ze arm zijn geeft zijn vader Kees een nieuwe atlas en een mooi pak in plaats van een vermaakte oude mantel. De cadeaus zijn een erg luxe voor het gezin. Zijn vader sterft als Kees met zijn broertje en zusje bij een oom en tante is. Op school past Rosa een beetje op Kees, ze helpt hem veel na de dood van Kees zijn vader. De leraar wil gaan zingen met de hele klas, maar Rosa ziet dat niet zo zitten. Ze denkt: ’Zingen in een klas waarin een jongen zit die net zijn vader heeft begraven, dat gaat toch niet?’. Kort daarna geeft ze Kees een pen. Kees vind de pen bijzonder. Thuis gaat het na de dood van zijn vader steeds slechter. Ze verhuizen en er komt iemand bij hen wonen, Juffrouw Dubois. De moeder van Kees begint samen met haar een koffie- en theehandeltje om aan geld te komen. Kees helpt hen door de nieuwe voorraden op te halen. Als de koude winter komt,worden ze al armer, omdat ze het warm moeten houden in huis. Hij besluit werk te gaan zoeken en wil van school af gaan, om geld te verdienen. Zijn moeder gelooft hem eerst niet, maar is hem later, als Kees geld heeft verdient, erg dankbaar. In het laatste stuk van het boek gaan Rosa en Kees iets meer met elkaar om. Rosa ziet Kees huilen op de brug, en vraagt wat er aan de hand is. Hij vertelt dat hij is gaan werken. Rosa kust hem op zijn wang en vlucht dan weg. Kees voelt zich dan zielsgelukkig, omdat hij een kus van haar heeft gekregen. Kees verdient genoeg geld,om met het gezin rond te komen. En zo is het leven van Kees en zijn moeder, weer een beetje beter geworden. 4. Onderwerp Het onderwerp van de tekst is de jeugd van een jongen, Kees Bakels. Ik vind het onderwerp boeiend, Kees verteld zelf zijn verhaal en zo kom je veel te weten over zijn jeugd. Ik verwachtte een verhaal over een jongen die op een humoristische manier zijn jeugd beschreef, verder had ik geen idee wat er zou gebeuren. Dat zijn jeugd werd beschreven was dus wel zo en ook is het wel op een humoristische manier geschreven, maar dit komt ook door de gebeurtenissen en door de gedachten van Kees. Het onderwerp ligt wel in mijn belevingswereld, omdat ik zelf natuurlijk ook mijn jeugd al heb gehad en daar denk ik ook nog wel eens over na. Het onderwerp wordt wel goed uitgewerkt, je maakt alles mee wat Kees ook heeft meegemaakt, en ook lees je wat zijn gedachten zijn. Je kunt je dus goed een voorstelling maken. Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van Kees en je krijgt daardoor natuurlijk ook zijn mening. Ik was het niet altijd eens met die mening, maar dat komt ook omdat Kees soms niet beter weet doordat hij niet alles doorheeft en alles weet.
Gebeurtenisssen De belangrijkste gebeurtenissen in het boek zijn als Kees zijn vader overlijdt want dan wordt het leven van Kees heel anders. Hij verhuist dan en heeft niet meer zijn vader om mee te praten zoals hij altijd deed. Ook een belangrijke gebeurtenis is als Rosa Overbeek in zijn klas komt, Kees heeft dan het gevoel dat dat iemand is waarmee hij kan praten en mee kan omgaan. In dit boek spelen de gedachten en gevoelens van Kees een grotere rol dan de gebeurtenissen. Kees fantaseert graag en dat lees je dan allemaal. Door de gedachten van Kees waarover je leest zijn de gebeurtenissen ook logisch, je snapt waarom hij zich op een bepaalde manier gedraagt. De gebeurtenissen zijn erg verschillend. Wel heeft het in het grootste deel van het boek allemaal er mee te maken dat zijn vader ziek wordt en uiteindelijk overlijdt, maar Kees doet wel erg verschillende dingen. De gebeurtenissen zijn realistisch, Kees beschrijft ze wel vanuit zijn visie, maar toch beschrijft hij wel wat hij ziet en merkt. Ook vind ik de gebeurtenissen boeiend, Kees doet een heleboel verschillende dingen, het is telkens weer iets nieuws, dit houdt het boeiend. De gebeurtenis die het meeste indruk op mij heeft gemaakt is dat Kees zijn vader nog met Kees zou schaken, maar dat niet meer kon omdat hij zo ziek was. Dat Kees zijn vader overleed heeft mij wel aan het denken gezet, bijvoorbeeld over hoe ik zou reageren als mijn vader ozu overlijden als ik 12 was. De gebeurtenissen bleven me wel boeien, ik hoefde niet te worstelen om verder te komen. Kees vertelt veel over een bepaalde situatie, daardoor kun je je veel voorstellen van de situatie waarin hij zich bevindt. Ik vond dit niet vervelend, want dat las wel lekker door, dat je zelf niet echt verbanden hoefde te leggen. Personages Ik vind Kees wel een held. Ook na het overlijden van zijn vader, wat hij heel erg vindt, blijft hij verder gaan met school en helpt hij zijn moeder met geld verdienen door voor haar de koffie en thee weg te brengen. Later stopt hij zelf met school om te gaan werken zodat ze meer geld krijgen. Je leert Kees wel goed kennen in het boek. Hij vertelt veel wat hij denkt waardoor je zijn visie krijgt. Ook lees je hoe hij zich in bepaalde situaties gedraagt. Bij dit boek kan dat bijna niet anders, want dan worden de gebeurtenissen te onduidelijk. Ik vind de personages wel levensecht, omdat ze heel menselijk reageren in de situaties. Het zijn niet altijd helden, maar het zijn normale mensen. Ik ben niet beïnvloedt door bepaalde meningen van personen ut het boek. ik kon mij wel goed verplaatsen in Kees, dit komt omdat je al zijn gedachten leest. Ik vind Kees sympathiek, omdat hij zijn moeder helpt tijdens de ziekte en het overlijden van zijn vader. Ook vind ik zijn moeder sympathiek omdat die toch probeert verder te gaan met haar leven en voor haar kinderen te zorgen. Ook vind ik juffrouw Dubois erg sympathiek, omdat ze weet in wat voor situatie ze belandt is. Ze moet op de kinderen passen, de moeder van Kees helpen en arm moet leven. Ik keur het gedrag van de hoofdpersoon wel goed, Kees gedraagt zich soms wel erg kinderachtig, maar dit hoort erbij als je nog een kind bent! Het gedrag van de andere personages keur ik ook goed. Ze helpen elkaar door de moeilijke tijd heen. Ik vind de beslissingen van Kees wel begrijpelijk, omdat je al zijn gedachte al weet, en hij handelt natuurlijk vanuit zijn gedachten. Ik zou in zo'n situatie niet net zo reageren als de hoofdpersoon. Ik zou niet meteen helpen met geld verdienen als mijn vader zou overlijden, nu is dat ook minder nodig doordat er uitkeringen zijn, dus dat probleem is ook wel tijdgebonden. Opbouw Ik vind het verhaal niet ingewikkeld van opbouw. De opbouw is ook wel logisch. Eerst leer je Kees een beetje kennen en dan wordt zijn vader ziek, die overlijdt en dan lees je over Kees na het overlijden van zijn vader. Ik vind het verhaal niet spannend. De gebeurtenissen vlogen ook niet heel snel op elkaar en je leest telkens de gedachten van Kees al, dus zijn de gebeurtenissen dan meestal wel logisch. Het hele verhaal is eigenlijk een flashback, omdat het gaat over de jeugd van de hoofdpersoon. Dat het hele verhaal eigenlijk een flashback is hoort bij een beschrijving van de jeugd van een persoon. Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van 1 persoon, Kees. Ik vind dat voor dit verhaal heel goed, want zo leer je de persoon goed kennen en krijg je een erg realistische beschrijving van zijn jeugd. Je blijft aan het eind eigenlijk niet met onduidelijkheden zitten, dit vind ik wel prettig. Het boek boeide me al vrij snel, het las lekker en het was wel leuk geschreven. Taalgebruik Ik vind het taalgebruik helemaal niet moeilijk in dit boek. Het is heel duidelijk geschreven. Wat soms wel een probleem was dat ik een bepaald woord niet kende. het boek bevatte vooral veel gedachten, en daardoor ook beschrijvingen. Er waren minder gebeurtenissen. Dit vond ik niet erg, hierdoor begreep je juist het verhaal beter. In het boek kwamen niet echt ingewikkelde beeldspraak of symbolische verwijzingen voor. Het taalgebruik past bij die tijd waarin het boek afspeelt. Eindoordeel Ik vond het een leuk boek. De gebeurtenissen interesseerden me. Alles werd goed beschreven en het boek las lekker door. Ook vond ik de opbouw en het taalgebruik niet lastig.
Verdiepingsopdracht Secundaire literatuur: Terug naar school, Theo Thijssen - Kees de jongen (1923) (http://www.schrijversnet.nl/wandeling/kees.html). Peter-Paul de Baar, oorspronkelijk gepubliceerd in BWSA 7 (1998) p. 226-232 (http://www.iisg.nl/bwsa/bios/thijssen.html) 1. Kees en zijn familie horen tot de laagste klasse in het klassenstelsel. Zij willen natuurlijk dat het klassenstelsel wordt opgeheven (het socialisme), maar het boek gaat vooral over Kees en die houdt zich daar niet erg mee bezig. De familie leeft ook in de crisisjaren. 2. Het boek heeft geen duidelijke relatie met de sociaal-economische achtergronden. 3. De relatie tussen het boek en de culturele achtergronden is ook niet duidelijk. 4. Het boek past in het modernisme, in de genre van de innerlijke monologen. Kees fantaseert veel, en zijn gedachten, gevoelens en meningen vloeien in elkaar over. Bijvoorbeeld als Rosa Overbeek op school komt, dan denkt hij dat zij hem wel zal zien staan als eindelijk een serieuze jongen en dat hij niet zo is als de rest. Of als hij 'jongen van de bel' wordt en er komt een mevrouw, dan denkt hij dat zij wel zal denken dat hij zo'n aardige jongen is en zo goed opgevoed. 5. In Kees de jongen beschrijft Theo Thijssen zijn eigen jeugd voor een groot deel. Hij laat dus door middel van zijn boeken zien hoe hij zich gevoelt heeft in al de situaties die in het boek voorkomen, en hoe ieder kind zich wel zal voelen. In zijn boeken vindt hij het belangrijk dat er wat overgedragen wordt, dit is dus ook in Kees de jongen te lezen. 6. The Thijssen heeft zelf les gegeven. Hij heeft ook een aantal boeken over school geschreven. Dit zijn bijvoorbeeld; Schoolland (1925), De gelukkige klas (1926). Kees de jongen is daarvoor geschreven, een groot deel van het verhaal speelt zich af op school en in het leven van Kees speelt school ook een belangrijke rol. 7. De twee werelden waarin Kees leeft; de realiteit en de fantasie. Evaluatie Ik ben tevreden over het uitvoeren van dit verslag. Het enige waar ik wat moeite mee had, was het vinden van bruikbare informatie over de auteur. Het lezen van het boek verliep ook goed, het was wel een dik boek, maar het las wel lekker door. Ik had het idee dat mijn kennis en vaardigheid genoeg was voor het uitvoeren van deze opdracht.