Samenvatting Het verhaal begint op een avond, als Karel in bed ligt. Plotseling verschijnt er een engel in zijn kamer die hem, uit naam van God, beveelt uit stelen te gaan. Na enige aarzeling besluit Karel aan dit bevel gehoor te geven. Stilletjes verlaat hij zijn kasteel. Vermomd, dat wel, want hij wil niet herkend worden. Eenmaal op pad beseft Karel dat hij zich in een lastig parket bevindt. Hij is nu wel uit stelen gegaan, maar wát moet hij eigenlijk stelen, en hóé? Hij wenst hartstochtelijk dat Elegast bij hem was; die zou wel weten hoe hij dit zaakje aan moest pakken. Elegast is een van Karels ridders, die hij ooit, om een kleine misstap, heeft moeten verbannen. Hij leeft sindsdien als roofridder in het woud. Toevallig komt Elegast, in het zwart gekleed, hem op dat moment tegemoet. Eerst beseft Karel niet met wie hij te maken heeft, maar na een duel vertelt de zwarte ridder hem wie hij is. Karel stelt zich voor als Adelbrecht, een ‘collega-roofridder’. Misschien kunnen ze vannacht wel samenwerken, oppert hij. Hij wil namelijk vannacht een grote slag gaan slaan en heeft daarvoor het kasteel van Karel de Grote op het oog. Elegast protesteert hevig: hij is nog steeds trouw aan zijn vroegere heer en wil hem geen kwaad doen. Daarom besluiten ze bij Karels zwager Eggeric van Eggermonde in te breken. Bij Eggerics kasteel blijkt dan waarom Karel door God uit stelen is gestuurd. Elegast luistert namelijk een gesprek af tussen Eggeric en zijn vrouw, waarin Eggeric bekent dat hij van plan is Karel te doden – de volgende dag, als er feest is op Karels kasteel – samen met een paar andere edelen. Eggerics vrouw, Karels zus, wil dit voorkomen, maar Eggeric brengt haar met een flinke vuistslag tot zwijgen. Als Elegast zijn ontdekking aan ‘Adelbrecht’ vertelt, die buiten de wacht heeft gehouden, spreken ze af dat de keizer dit nieuws zo snel mogelijk moet weten. Adelbrecht zal het hem vertellen, want Elegast kan zich, als banneling, natuurlijk niet op het kasteel vertonen. Karel keert dan terug naar zijn kasteel. Hij besluit de volgende dag met de samenzweerders af te rekenen zodra ze binnen de kasteelmuren zijn. Dat gebeurt: Eggeric en zijn vrienden worden beschuldigd van hoogverraad en Elegast wordt erbij gehaald om tegen hen te getuigen. In het duel dat volgt, wordt Eggeric door Elegast gedood. Deze krijgt vervolgens niet alleen eerherstel, maar mag ook met Eggerics weduwe trouwen. Analyse-opdrachten 1. Verklaar de titel Het verhaal gaat over Karel, die uit stelen gaat met Elegast. Zij zijn de hoofdpersonen samen met Eggeric. Door Elegast komt Karel niet om en daarom wordt Elegasts eer hersteld en mag hij trouwen met de weduwe van Eggeric.
2. Motto Er is geen motto. 3a. Geef nauwkeurig de inhoud van de eerste drie bladzijden Bladzijde 11: Karel ging slapen in de nacht voor de hofdag. Hij was keizer en koning van heel de omgeving. ’s Nacht werd hij gewekt door een engel, die zei dat hij uit stelen moest gaan, anders zou hij sterven voor de hofdag afgelopen was. Keizer Karel dacht dat het een droom was en sliep verder. Toen kwam de engel weer met dezelfde boodschap. Bladzijde 13: Karel geloofde nog steeds niet dat hij moest gaan stelen en ging weer slapen. Op dat moment kwam de engel voor de laatste keer om Karel te waarschuwen. Hij vroeg zich nog steeds af waarom hij moest gaan stelen, maar Gods bevel kon hij niet naast zich neerleggen. Bladzijde 15: Karel ging uit stelen met de beste wapenuitrusting en kon zo het kasteel uit lopen zonder dat een slot of deur hem tegenhield. Hij pakte zijn paard, maar niemand zag hem. 3b. Geef nauwkeurig de inhoud van de laatste drie bladzijden Bladzijde 59: Elegast en Eggeric gingen vechten. Elegast kwam als uitdager het eerste in het perk en richtte zich tot god. Hij bad tot God en vroeg daarin om hem te sparen en toen zijn gebed afgelopen was sloeg hij een kruisje. Eggeric bad niet tot God en begon meteen met de aanval, maar Elegast stootte hem van het paard. Eggeric pakte zijn zwaard. Bladzijde 61: Eggeric zei dat Elegast meteen moest afstijgen, omdat hij en zijn paard het anders niet zouden overleven. Elegast liet Eggeric echter weer op het paard, omdat hij eer aan Eggeric wilde behalen. Koning Karel vond het jammer dar Elegast de strijd rekte, maar Eggeric was al op zijn paard. Op dat moment ontstond een gevecht dat tot in de avond duurde. Bladzijde 63: Elegast pakte zijn zwaard en sloeg het hoofd van Eggeric eraf. Karel bedankte God en Elegast leefde de rest van zijn leven met Eggerics vrouw. Ook had hij zijn eer terug. 4. De opbouw van het boek Het boek heeft zes hoofdstukken, die allemaal een titel hebben. Hoofdstuk 1: “Bevel en gehoorzaamheid”, hierin krijgt hij het bevel van God om uit stelen te gaan en dit doet hij ook. Hoofdstuk 2: “De ontmoeting”, hierin ontmoet hij Elegast in het bos. Hoofdstuk 3: “De diefstal”, hierin breken Karel en Elegast in het kasteel in. Hoofdstuk 4: “Het verraad”, hierin hoort Elegast dat Eggeric Karel wil vermoorden. Hoofdstuk 5: “De beschuldiging”, hierin beschuldigt Karel Eggeric van zijn verraad. Hoofdstuk 6: “De tweekamp als godsgericht”, hierin gaan Elegast en Eggeric een duel met elkaar aan, die wordt gewonnen door Elegast, die hulp van God krijgt. Vertelsituatie Er is maar één verhaallijn en er is een alwetende verteller.
5. De thema’s van het boek Het centrale thema is geloof. Karel gaat uit stelen, omdat God dat hem heeft bevolen en Elegast wint het gevecht met de hulp van God. Ook wordt het verhaal afgesloten met “Laat ons nu allen amen zeggen”, een teken dat dit een bedank aan God is. Personages De personages zijn koning Karel, Elegast en Eggeric. Ook de engel van God speelt een rol. Karel is zorgzaam voor zijn spullen en zijn leven, omdat hij niet zomaar uit stelen gaat alsof het hem niets kan schelen, maar voordat hij uit stelen gaat, bedenkt hij eerst wat hij allemaal kan verliezen. Daarom voel ik me betrokken bij Karel, hij probeert zoveel mogelijk goed te doen. Elegast is trouw. Hij wil koning Karel niet gaan beroven, terwijl die hem toch verbannen heeft. Ook over Elegast ben ik positief, omdat hij mensen, ook al is het zijn vijand (Eggeric) in hun waarde laat. Eggeric is hebzuchtig. Hij wil het rijk van koning Karel hebben, terwijl hij al een hoge functie heeft en hij bevriend is met de koning. Eggeric is gemeen, omdat hij het Rijk van koning Karel wil “stelen”. Over de engel valt weinig te zeggen. Bedoeling van het verhaal De bedoeling van dit verhaal is het overbrengen van het christelijke geloof. Dit zie je bijvoorbeeld door het bidden van Elegast, de goede ridder. Nog een bedoeling is het vergroten van de eer van koning Karel. Waarschijnlijk is het door hem opgedragen om dit verhaal te schrijven, zodat hij meer eer zou krijgen van zijn volk. Belangrijke gebeurtenissen De belangrijkste gebeurtenissen zijn de verschijning van een engel, het inbreken van Karel en Elegast bij Eggeric en het duel tussen Elegast en Eggeric. Verband tussen tekst en werkelijkheid Het verband tussen tekst en werkelijkheid lijkt groot, maar ik denk dat dit niet echt gebeurd is. Ik denk dat koning Karel iemand de opdracht heeft gegeven om een verhaal te schrijven, waarin hij de held zou zijn en waarin God ook een grote rol zou spelen. Dit is hem gelukt en je ziet dat God een grote rol speelt in het verlaten van het kasteel door Karel. Geen deur staat hem in de weg en iedereen slaapt. Dit verhaal is geschreven omstreeks 1250 na Christus.