Kapers op de kust door Gerrit van Heerde

Vraag 1: Beschrijf waarom je dit boek hebt gekozen?

Dit boek lag op de plank dus ik dacht ik neem deze heb ik ook niet verder te zoeken. Ik had het boek al een stukje gelezen dus ik wist dat het een leuk boek was.
Het boek was niet zo dik dus ik dacht die heb ik dan wel op tijd uit.
En de voorkant zag er wel spannend uit en de titel gaf dat ook aan “kapers op de kust”.

Vraag 2: Beschrijf wat je ziet op de voorkant. Wat heeft dit met de inhoud van het boek te maken ?

De voorkant is net zo duidelijk als de titel van het boek.
Je ziet een zeilschip, een man met een zwaard, een explosie en een jongen van een jaar of 14. het lijkt een spannend boek en je kunt zien waar het boek over gaat. Je kunt zien dat er veel in beleefd wordt, want ze komen ook bij bedoeïnen. De boot is een VOC boot dat staat op de vlag.

Vraag 3: Hoe luidt de titel en wat heeft de titel te maken met de inhoud van het boek ?

De titel is “kapers op de kust” het woord kapers zegt al niet veel goeds dat zijn vaak de mensen die je niet graag wil tegen komen.
Op de kust betekent aan land. De titel is kapers op de kust.
Dus de kapers zijn aan land en dan zullen er mensen aan land zijn gekomen die last hebben van kapers of andere mensen.

Vraag 4: Komen er in het boek dingen aan de orde waarover een mening word gegeven ?

De personen in het boek hebben verschillende meningen over slavenhandelaars, bedoeïenen, en zeerovers.
Ze vonden slavenhandelaars mensen die niet aan anderen denken alleen aan geld en dat ze maar werken voor hun. Bedoeïenen waren mensen die eerst erg lief tegen je deden en daarna je verkochten aan slavenhandelaars ze vonden hen schijnheilige mensen.
En zeerovers dat waren mensen die alleen aan winnen konden denken en moesten alles hebben.

Vraag 5: Wie zijn de hoofdpersonen in het boek ?

Willem: Willem was de scheepstimmerman hij was de beste vriend van peter.
Peter: Peter was een scheepsjongen en was 14 jaar oud.
Hein: Hein was gevangen genomen en was slaaf Willem en Peter hebben hem gered van de slavenhandelaars.

Vraag 6: Welke Bij figuren komen er in het boek voor ?

Saïdna Abu, Betul en haar moeder: Dat waren de mensen die zij tegenkwamen in de woestijn de Bedoeïenen.
De bootsman, de schipper, de kok: de bemanning van de “paladijn”.

Vraag 7: Geef een samenvatting van ongeveer 1 a anderhalf a4?

Peter zat op het schip aan het schoonmaken hij zat daar met Willem te praten de bootsman gaf hem een trap en zei je moet doorwerken. s avonds begon het te stormen en Peter viel bijna van boord Willem helpte hem en zij houd je goed vast de schipper gilde: “ ga van het dak af”. Een paar dagen later zagen ze 2 schepen aan komen het waren piraten en kwamen steeds dichterbij ze begonnen de aanval.
Willem en Peter hadden het overleefd en hielden zich vast aan een reddingsboot, ze kwamen aan land ze hadden daar dagen lang gezworven en leefden van water uit de bergen en van de noodles van de palmbomen.
Ze zagen een stad en waren er s avonds in geglipt en keken of ze een boot zagen om naar huis te gaan maar toen ze keken waar het allemaal piraten schepen dus ze waren zo snel mogelijk er weer uit gerend en liepen weer dagen tot ze een volgende stad tegen kwamen maar dat was geen havenstad ze liepen een bos in en daar waren allemaal slaven aan het hakken van bomen.
Daar was ook een Nederlandse slaaf genaamd Hein die probeerden ze te redden het was mislukt maar waren toch net gevlucht voor de slavenhandelaars ze waren overnacht in een soort grot en hadden besloten de volgende dag de woestijn in te gaan.
Ze waren al een tijd aan het lopen in de woestijn en konden geen oase vinden Peter was flauw gevallen en Willem en Hein waren zitten wachten tot ie bijkwam toen ie bijkwam was hij in een tent.
Die tent was van een bedoeïen die hadden hun zien liggen en hebben hun meegenomen en verzorgd.
Ze hadden al heel wat dagen op de zelfde plek gebleven en waren eindelijk doorgetrokken naar de stad maar als ze dicht bij een stad waren begon de hoofd van het gezin de vader Saïdna Abu heel scherp op ze te letten dat ze niet zouden vluchten.
De bedoeïenen hadden ook een eigen taal die had Peter al een beetje geleerd van de dochter van Saïdnu Abu die heet Betul.
Peter kon een keer niet slapen en hoorde in de tent van Saïdna Abu ze hadden het over dat ze Peter, Willem en Hein wilden verkopen als slaaf dus dat vertelde Peter snel aan Willem en Hein ze bedachten een plan om te vluchten en zaten dagen aan het denken Betul wilde iets vertellen maar ze durfde niet want haar vader “saïdna Abu” let erg op haar op een dag vertelde ze het dat ze werden verkocht als slaven en gaf Peter een
soort paspoort dat was een soort tekening van de grote Sjeik van de Dzjalo dat was de hoofd van de bedoeïenen.
toen ze uiteindelijk in de nacht waren gevlucht zagen ze de stad ze liepen er heen in de verte zagen ze een kameel aan komen dat was “Saïdna Abu” maar toen werden ze aangehouden door een andere bedoeïen stam en werden meegenomen de tent in en zouden daar moeten blijven. Maar toen dacht peter ik heb een soort paspoort en door die paspoort mochten ze de tent weer uit en hadden ze vrije wil en overnachten die nacht in een soort schaapskooi en daar overnachten ze.
De volgende dag liepen ze de stad binnen en liepen naar de haven daar zagen ze een Italiaans schip. Daarmee konden ze naar huis ze mochten mee van de mensen en gingen met het Italiaanse schip mee en zij brachten hun naar huis.

Vraag 8: Sprak het onderwerp van je boek je aan ?

Ja want als je het leest kun je echt lezen hoe mensen in de woestijn waren en hoe mensen daar zijn.
Het was een mooi spannend boek en een mooi boek.

Vraag 9: Geef je mening over het boek ?

Het boek is een heel mooi boek aan het begin is het een best saai boek maar je moet wel doorlezen. Het is wel spannend op verschillende plaatsen in het boek en het is een mooi boek en het zegt iets over andere culturen en je leert er ook nog wat van.
En er zijn verschillende soorten mensen in, en verschillende emoties.
De 1 is erg gemeen en de ander heel lief. Het boek vind ik een aanrader.