Jongleren door Marc van Velzen

LEESVERSLAG

NAAM:

KLAS:

DATUM:

 

DEEL A: BOEKGEGEVENS

1.Wat is de titel van het boek?

Jongeleren

 

 

2.Verklaar de titel.

De hoofdpersoon heeft talent voor jongleren.

 

 

3.Wie is de schrijver?

Marc van Velzen

 

 

4. Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk hoe de boekomslag er uitziet.      (Je kunt ook een voorblad maken waarop de boekomslag is afgebeeld)

Het boek is geel gekleurd. In het midden staat een foto van een

jongen. Boven zijn hoofd zweven ongezonde snacks. De titel is blauw en de naam van de schrijver is paars.

 

4.Noem de naam van de eventuele tekenaar/ illustrator/ fotograaf.

Dorèl en anderen.

 

 

5.Wat voor soort verhaal is het? Leg uit waarom.

Het is een realistisch verhaal, omdat het gaat over problemen met ouders, pesten en verliefdheid.

 

DEEL B: BOEKBESPREKING

7. Wie is de hoofdpersoon/ zijn de hoofdpersonen in het verhaal?

Duco van Staveren.

 

8. Als er meerdere hoofdpersonen zijn, hoe is dan hun onderlinge relatie?

Niet van toepassing.

 

9. Omschrijf kort het uiterlijk van de hoofdpersoon of hoofdpersonen. (Geef tenminste 3 kenmerken)

Duco is een jongen van 12 jaar. Hij heeft krulhaar en bruine ogen. In het begin van het boek is hij veel te zwaar (meer dan 90 kilo) en aan het einde van het verhaal weegt hij 80 kilo .

10. Omschrijf kort het karakter van de hoofdpersoon of hoofdpersonen. (Geef tenminste 3 eigenschappen)

Duco is onzeker, een doorzetter en stoer.

 

 

11. Welke bijfiguren spelen nog een belangrijke rol in het verhaal?

Gert-Jan

Ilse

Larry

Yakima

Brian

12. Wat is de relatie tussen de hoofdpersoon en de bijfiguur/ bijfiguren?

Gert-Jan is de vader van Duco. Ze hebben veel ruzie, maar aan het einde van het verhaal wordt dit beter.

Ilse is de moeder van Duco. Zij is altijd heel lief. Duco vindt het vervelend dat ze hem volstopt met ongezond eten en ze hem kinderachtig behandeld.

Larry is de eigenaar van de jongleerwinkel. Hij helpt Duco met jongleren en geeft hem meer zelfvertrouwen.

Yakima zit bij Duco op school. Duco vindt haar erg knap en als snel krijgen ze verkering.

Brian is een pestkop bij Duco op school. Later in het boek wil Brian les in jongleren van Duco, omdat hij hem stoer vindt.

 

13. In welke plaats(en) of in welk land(en) speelt het verhaal zich af?

In Amsterdam.

 

14. In welke tijd speelt het verhaal zich af?

In het heden, omdat er internet en mobiele telefoons zijn.

 

15. Schrijf de gebeurtenis of het probleem op waar de hoofdpersoon of hoofdpersonen mee te maken krijgt/ krijgen.        

Duco mag auditie doen voor een circusschool, maar zijn vader geeft geen toestemming.

 

16. Hoe loopt het verhaal af? Leg uit in hoeverre het probleem wordt opgelost.

Duco loopt weg van huis en zijn vader verandert van gedachten.

 

17. Heeft het verhaal een open of een gesloten einde? Leg dit uit.

Een open einde, want je weet niet of Duco door de audities heen komt.

 

DEEL C: INHOUD VAN HET VERHAAL

18. Schrijf een korte samenvatting van het verhaal. Schrijf in het kort de belangrijkste gebeurtenissen op.

Duco woont samen met zijn ouders in Amsterdam. Hij heeft thuis veel ruzie met zijn vader. Op school wordt hij gepest, omdat hij veel te dik is. Samen met zijn ouders gaat hij naar een circusvoorstelling. Hij is erg onder de indruk van de jongleur. Hij koopt een paar balletjes in de speelgoed winkel en gaat oefenen. Al snel merkt hij dat hem dit goed af gaat. Hij gaat naar de jongleerwinkel om meer spullen te kopen en leert daar Larry kennen. Larry nodigt Duco uit voor een workshop in de theaterschool. Yakima is ook bij de workshop en Duco krijgt verkering met haar. In de theaterschool wordt Duco opgemerkt door een scout van de circusschool. De ouders van Duco moeten toestemming geven om naar de school te mogen, maar vader ligt dwars. Duco loopt weg van huis en gaat bij Yakima en haar moeder wonen. Na een paar dagen haalt vader hem op. Er volgt een warrig gesprek en Duco krijgt toch toestemming op auditie te doen. Inmiddels is Duco door het vele oefenen veel afgevallen en wordt hij niet meer gepest. Hij is zelfverzekerd en zijn ouders zijn trots op hem.

 

Deel D: JOUW MENING OVER HET BOEK

19. Schrijf hieronder je eigen mening over het boek. Geef daarbij aan wat je goed,minder goed of slecht vond. (Gebruik tenminste 3 beoordelingswoorden)