Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

J.Kessels: The novel door P.F. Thomése

Beoordeling 7.4
Foto van Cees
Boekcover J.Kessels: The novel
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3960 woorden
  • 1 april 2009
  • 174 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
174 keer beoordeeld

Boekcover J.Kessels: The novel
Shadow
J.Kessels: The novel door P.F. Thomése
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens over het boek
Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum 1e druk: maart 2009
Aantal bladzijden: 220
Uitgegeven door: Contact

Beschrijving van de cover
Op de gele voorkant staan de grote zwarte letters van de titel alsmede een cartoonachtige afbeelding van een Toyota met een open achterklep. Een motief dat in de roman voorkomt.

Opdracht
Het boek wordt opgedragen: aan de nagedachtenis van Hank Chinaski, Dean Moriarty, Hunter S. “Dr. Gonzo”Thompson, Kinky Friedman en al die andere krankzinnige gasten “die niemand iets maakt”of ze nu dood zijn of nog leven of dat ze nooit van hun leven ook maar één seconde hebben geleefd. Ik denk aan ze, en gedenk ze op mijn geheel eigen wijze.

Aan J.Kessels, de echte dan.


Genreaanduiding van het boek
De roman verscheen eerst als gratis feuilleton in NRC-next. Kort daarop verscheen de roman in een boekuitgave. Het karakter heeft iets weg van een schelmenroman en doet me qua inhoud ook denken aan de romans van Herman Brusselmans.

Vanwege de inhoud van de roman kun je het ook een zg. “roadnovel” kunnen noemen : een roman waarin de personages onderweg interessante avonturen beleven. Het lijkt er dan op alsof Thomése met deze roman daarop een persiflage wil schrijven. De inhoud is volgens secondair: het gaat meer om het schrijven van een boek op de grens van fictie en werkelijkheid.

De flaptekst
J. Kessels: The Novel is het krankzinnige verslag van een ongewenste reis van de schrijver P.F. Thomése met zijn beste vriend (en favoriete personage) J. Kessels naar Sankt-Pauli, Hamburgs uitgewoonde hoerenbuurt, en weer terug naar Tilburg.
Het is allemaal de schuld van ene Bertje, een oude kennis uit de Cafetaria Van Vroeger, wiens knetterhete frituurspetter van een zus de tongen nog steeds weet los te maken. En niet alleen de tongen. Waardoor de vrienden al gauw verstrikt raken in een web van intriges waar zij zelf part noch deel aan hebben.
‘Van mij hoeft het allemaal niet zo,’ verzucht J. Kessels als ze het zoveelste pittoreske toplesstentje uitlopen.
Maar als hij de kofferbak van zijn Toyota Kamikaze openmaakt, doet hij een afgrijselijke ontdekking. En dan begint het balletje (of wat het ook is) pas goed te rollen.


Motto
Het Engelstalige motto luidt: "Yeah, we are on the road again. “
Dit is natuurlijk heel toepasselijk voor deze roman, waarin de hoofdpersoon op weg gaat naar Hamburg om iemand op te halen. Onderweg speelt zijn vriend J. Kessels veel cd-muziek af die te maken heeft met de Amerikaanse road-muziek.

Structuur en/of verhaalopbouw
Er zijn vier delen:
- Part One : Een vreemd effect (onderverdeeld in 10 hoofdstukken)
- Part Two: Kutstank in Sankt Pauli(onderverdeeld in 7 hoofdstukken)
- Part Three: Volle bak(onderverdeeld in 9 hoofdstukken)
- Part Four: De merkwaardige thuiskomst van de hete burrito in de cafeteria van vroeger
- (onderverdeeld in 11 hoofdstukken)

Deze vier delen geven het relaas van een queeste naar een man die naar Hamburg vertrokken is. Het blijkt de zwager van de opdrachtgever te zijn die ze gaan terughalen. In deel I wordt de reis naar Hamburg verteld; in Deel II de lotgevallen in Hamburg, In deel III de terugreis en in deel IV de thuiskomst in Breda. Daarmee is aan de kenmerken van de queeste voldaan:
- Begin en eindpunt zijn hetzelfde

- Avonturen op vreemde bodem worden beleefd
- De afloop is voor de held meestal goed : de opdracht is vervuld.
De geschiedenis wordt overwegend chronologisch verteld al heeft de hoofdfiguur (P.F. Thomèse) steeds een terugblik aan de tijd dat hij aan de ontmoeting met de zus van zijn opdrachtgever een erotische herinnering heeft.

Gebruikt perspectief
De verteller is een ik-verteller in de o.v.t.. Het is de schrijver P.F. Thomèse die hier het literaire spel speelt van fictie en werkelijkheid. Hij doet ook herhaaldelijk als verteller voorkomen alsof hij de touwtjes van zijn personages in handen heeft. Eigenlijk is dat aspect van de roman ook interessanter dan de geschiedenis die zijn personage beleeft. Dat is toch min of meer de geschiedenis van een B-film of een goedkope soapserie.

De tijd van het verhaal
Er worden nauwelijks mededelingen gedaan over de tijd waarin de roman zich afspeelt. Wel praten we over een periode in de 21e eeuw. Er zijn namelijk euro’s en de verhalenbundel van Thomèse is al verschenen. (Greatist Hits, 2001) In die bundel speelt J.Kessels ook al een rol.
Verder is het duidelijk dat het verhaal zich in een weekend afspeelt. In Hamburg wonen ze namelijk de voetbalwedstrijd van Sankt Pauli bij en er is slechts sprake van één overnachting in het hoerenhotel in Hanburg. Daarna rijden ze weer naar Breda.

De plaats van handeling
In deel I wordt de reis afgelegd naar Hamburg. In deel II verblijven ze in de Duitse stad. In deel III wordt de terugreis aanvaard en in deel IV zijn de personages in Breda. Er is dus een duidelijke indeling wat het decor betreft in deze roman.

Samenvatting van de inhoud
-
Part One”: Een vreemd effect
De verteller wordt benaderd door een man uit zijn verleden. Hij heet (Berend) Bertje de Braaij en zijn familie bezat een snackbar waarin vooral vette frieten en frikadellen werden geserveerd. (de cafetaria Van Vroeger) Ook heeft hij een heel levendige herinnering aan de geile Birgit de Braaij (B.B.) Ze stond met haar heerlijk uitstekende billen voorde jukebox te heupwiegen en bij dat beeld heeft hij jarenlange erotische fantasieën gekoesterd. Berend wil de verteller een opdracht laten vervullen in Duitsland en hij vraagt ook of zijn vriend J. Kessels hem daarbij wil helpen. Die heeft nogal wat expertise op het Duitse terrein. Die wil wel mee en in een Toyota Kamikaze ondernemen ze de reis. (Thomèse, Kessels en Berend) Onderweg wordt veel harde en vooral Amerikaanse muziek gedraaid door Kessels. Dan volgt er ook werkoverleg: de mannen moeten een naar Hamburg gevluchte Bredanaar (Nac-fan) terughalen naar Nederland. Die is bekend in de pornowereld. Hij heet Perry Boone. Ook onderweg moet de verteller steeds terugdenken aan de geile zuster van Berend.

- Part Two: Kutstank in Sankt Pauli
De verteller en Kessels nemen hun intrek in een derderangshotel in de hoerenbuurt van Hamburg (Reeperbahn)Berend wil daar niet logeren en neemt een ander hotel. De twee mannen gaan zich in de hoerenbuurt vermaken en komen in een parkeergarage terecht waar ze door hoeren kunnen worden “genomen” in een aantal klaarstaande Opel Kadetjes. Thomèse krijgt een betalingsprobleem met de hoer en dus ook met haar pooier (een Turk) Uiteindelijk betaalt hij 30 euro voor een potje neuken dat hij niet voltooide. Kessels weet alles van Duits voetbal en ze zijn op zoek naar een Nac-fan die ook naar het voetbal in Hamburg zal zijn gegaan. Dat moet dan de bizarre hoerenclub Sankt Pauli zijn die midden in de hoerenbuurt ligt. Het is een bizarre vertoning: er is werkelijk een heel hoerenvak, waar de hoeren slipjes en bh’s op het veld gooien en er allerlei erotische handelingen op het tribunevak worden vertoond. Een Duitse supporter geeft aan dat hij niet meer met zijn zoontje naar het voetballen kan. De wedstrijd zelf is een parodie op voetbal: een dj speelt keiharde muziek . Dan zien ze ineens in dat vak de gezochte NAC-supporter. Ze waarschuwen Berend die met de hulp van een Duitse steward de man van de tribune aalt. Ze boeien hem. Wanneer Kessels en de verteller naar hun Toyota lopen, zien ze dat er een dode Turk in de kofferbak ligt. Het is de Turk die ze hebben ontmoet in de parkeerkelder.

- Part Three : Volle bak
Daarna halen ze Berend op met de Nac-supporter. Hij moet mee in de auto maar stribbelt wel een beetje tegen. Berend begint te zeuren dat het zo stinkt in de auto ( dat moet de dode Turk zijn) Dan blijkt dat Perry Boon de echtgenote is van zijn zus Birgit (de geile meid uit Thomèses jeugd) en lekker vreemd gaat in Hamburg met zijn lekkere hoeren. Hij is echt een beetje een pornokoning. De stank blijft en dan blijkt dat Perry in zijn broek gescheten te hebben. Berend moet hem gaan verschonen en zo krijgen Kessels en Thomèse de mogelijkheid om net te doen alsof het lijk door “Polen” in de kofferbak is gelegd. Of is de NAC-man schuldig aan de dood? Boone is naar een hoer geweest in Hamburg en Berend de Braaij vindt dat zijn kutzwager dat niet moet doen. In opdracht van zijn zus gaat hij hem dus terughalen. Ook onderweg denkt de verteller steeds terug aan de geile, heupwiegende billen van Birgit, zoals ze voor hem bewoog in de snackbar van haar ouders. Dat is inmiddels toch wel een jaar of dertig geleden. Hij maakt ook steeds opmerkingen over het schrijverschap van hemzelf en dat zorgt voor een zeker “Verfremdungseffekt”.

-
Part Four: De merkwaardige thuiskomst van de hete burrito in de cafeteria van vroeger
Ze komen weer in Nederland en ze rijden meteen door naar Breda, waar Perry Boone woont. De verteller ontmoet sinds jaren de door hem begeerde Birgit: ze leveren Perry af die overhoop wordt gescholden door het viswijfachtige lijf van Birgit. Die heeft bovendien een al even uitdagende dochter Birgit 2 (Silleke) die net zo geil heupwiegend door het leven gaat als haar moeder vroeger. Kessels voelt zich tot de jonge meid aangetrokken en Birgit maakt werk van Thomèse. Nu het begeerde doel zo onder hand -en gulpbereik is, wil die echter niet meer zo graag als vroeger tijdens zijn fantasie. De twee vrouwen laten de schrijver zijn boeken signeren. Dan blijven de vrouwen hen opgeilen en ze krijgen ook nog eens vette snacks (frikadellen – de berenlullen) toegediend. De dode Turk is inmiddels in de groencontainer verdwenen en Berend vertelt dat Perry Boon de dode Turk in hun auto heeft gelegd. Hij vertelt van een crime passionel, want de hoer uit de parkeerkelder was het lievelingetje van de Turk die haar had veroverd. Daarom moest die dood. Boone had haar in de kelder “genomen.” Zo wil Bert alles in de schoenen van anderen schuiven. Wanneer de twee B.B.’s de mannen maar blijven opgeilen, wordt Thomèse het ineens zat. Hij zet het op een lopen en rent naar de auto. B.B. werpt zich nog op de motorkap, maar ze zijn onverbiddelijk. Ze rijden over de hond van Boone en gaan dan op weg naar Tilburg. Kessels geeft aan dat het jonge meisje helemaal niets voor hem is en dat hij meer op de oudere Birgit geilde. Dan komen ze in Tilburg aan. Kessels geeft Thomése nog 30 euro: die had hij afgetroggeld van Berend, want die had Thomése moeten betalen voor een niet voltooid potje neuken. Kessels wil niet graag dat zijn vriend bedonderd wordt.

Titelverklaring
J.Kessels: the novel hoeft verder weinig verklaring. J.Kessels is een personage dat al eerder in de verhalen van Thomèse voorkwam. (Greatist Hits, 2001) Nu is hij één van de hoofdpersonen in een roman.
Wie Jos Kessels? In Vrij Nederland geeft Jeroen Vullings aan: Jos Kessels, columnist bij Het Eindhovens Dagblad, ís het personage J. Kessels: de man die nooit danst en nooit huilt - ofschoon hij een vat vol versteende emotie is. Het signalement van de mens en het personage Kessels, die beiden een leven in de luwte leiden, luidt: liefhebber van vette country, Amerikaanse films - Scorsese! -, de boeken van Jack Kerouac en vooral Charles Bukowski. Hardboiled. Overtuigd roker en drinker. Zoveel werd duidelijk uit die ontmoeting: J. Kessels leeft als de helden uit zijn favoriete countrysongs, films en tranche de vie-literatuur. Het moet voor Thomése zijn geweest of hij zijn eigen Neal Cassady ontmoette, met wie hij - in afwachting van zijn te schrijven literatuur - alvast kon leven als romanpersonage in een boek dat hij misschien ooit zou schrijven

Thematiek en interpretatie
Het heeft m.i. weinig zin om uitgebreid op de thematiek van dit boek in te gaan.


In deze roman komen de volgende motieven voor:
- De queeste naar een ontsnapte echtgenoot
- De zinloosheid van een bestaan
- De relatie tussen Dichtung und Wahrheit
- Seksualiteit (Hamburg en de vroegere Birgit)
- Jeugdherinneringen en desillusies
- Vriendschap (Kessels en Thomése)
- Muziek als leidmotief
- On the road
- Misdaad met een whodunitmotief

Beoordeling scholieren.com
Ik heb in de afgelopen jaren enkele “grappige” boeken van Herman Brusselmans gelezen (vooral de trilogie van Danny Muggepuut. Ik denk dat je van het genre moet houden om die boeken echt leuk te vinden. Het verhaal gaat eigenlijk nergens over: het valt nauwelijks na te vertellen en als je het boek gelezen hebt, is er verder geen stof tot nadenken. Zoveel tijd heb je ook niet, want voordat je het boek van Brusselmans gelezen hebt, heeft hij alweer een ander in de etalage liggen. In vond het eerste deel van de trilogie nog wel aardig, maar in het derde boek “Toos” kreeg ik bijna een “perfecte koppijn”na het lezen van steeds weer dezelfde grappen en grollen.

Dezelfde grappen en grollen maakt Thomése in zijn roman J. Kessels. Het verhaal betreft een m.i. zinloze reis naar Hamburg om een kutzwager van zijn opdrachtgever op te sporen. Waarom de man dat zelf niet kon, blijft me ook na het lezen een raadsel. Zo’n gevaarlijk individu is de kutzwager niet: hij heeft een voorliefde voor hoeren en dat is het. Zusje Birgit is bovendien ook niet vreemd van seksuele neigingen en dat is de link die met de hoofdfiguur wordt gelegd. Zijn herinneringen aan haar heupwiegende billen die voor menig masturbatieavontuur hebben gezorgd. Tientallen keren worden die bewegingen in de roman beschreven. Zelf vind ik tot vervelend toe: ook de discussie onderweg wordt herhaalde keren over hetzelfde onderwerp gevoerd. Het bijwonen van een zinloze voetbalwedstrijd waarbij de hoeren in het tribunevak een aardig voorspel opvoeren, is op zichzelf leuk beschreven, maar het doel van dit bezoek aan Hamburg wordt me niet duidelijk.


Wanneer het de bedoeling van de auteur is geweest, een boek over de zinloosheid van het bestaan te schrijven, dan is hij daar wel in geslaagd. Voor het lezen van een lekker verhaal hoeft een scholier dit boek niet op zijn lijst te zetten. Het is wel een interessant boek om de verhouding tussen schrijver en verteller, fictie en werkelijkheid te begrijpen. Verder maakt het verhaal nauwelijks indruk en is het veelvuldig gebruik van schuttingwoorden en de beschrijving van de voortdurende heupbewegingen van Birgit de Braaij op den duur niet meer zo aantrekkelijk. Soms moet je om enkele fraai gevonden fragmenten echt wel lachen ( ik ben heel leuke zinnen tegengekomen) maar een bladzijde later ben je bereid het boek van je nachtkastje te flikkeren, omdat het beschrevene zo melig is.
Kortom, ik ben niet zo gecharmeerd van de schrijver Thomése van “Vladiwostok' en Kessels
” Ik hou meer van de schrijver van “Schaduwkind”en “Izak.”
Op de lijst van scholieren.com dan ook een waardering van 1 punt.

Relevante recensies
Thomése heeft naam gemaakt, waardoor een nieuwe roman van de man in het gehele literaire circuit wordt besproken. Dat heeft wel eens iets onrechtvaardigs als je ziet dat debuterende schrijver met prachtige romans nooit de krant halen. Thomése lukte het om recensies in landelijke bladen te krijgen.

In Het Parool van 11 maart 2009 schrijft Maarten Moll de volgende conclusie in zijn recensie over dit bijzondere boek: Het verhaal - Thomése ziet het als het script van een B-film - heeft niet veel om het lijf. Het is de manier waarop Thomése deze geschiedenis op papier zet die deze roman smakelijk maakt. Beginzin, als een voice-over: 'Het begon allemaal met zo'n telefoontje waar ik echt niet op zat te wachten.'
Thomése schmiert er heerlijk op los in deze van sigaretten, frikadellen - noem mij een boek waarin meer wordt gerookt en waarin meer frikadellen voorkomen - en jeugdherinneringen aan een met een geweldige kont uitgedoste dochter van een snackbareigenaar ('een knetterhete frituurspetter') vergeven roman, waarin ook nog een lijk in de kofferbak van J. Kessels' Toyota Kamikaze blijkt te liggen.
J. Kessels: the novel is een geweldige B-film.

Janet Luis in
NRC-NEXT van vrijdag 13 maart 2009: Wat is er dan toch zo aantrekkelijk en zelfs zo onweerstaanbaar grappig aan deze snackbarromance annex speurdersroman? Wat is er leuk aan een roman die bolstaat van gemeenplaatsen en vooroordelen en die alles wegheeft van een morsige B-film? Dat is de A-kwaliteit van de afgewogen toon en het soepele taalgebruik van Thomése. De ranzigheid, het gescheld en het gefoeter worden verpakt in mooie zinnen, zoals we die van hem gewend zijn.
Steeds balanceert het boek tussen echt en niet-echt, tussen melig en tragisch, tussen gemeenplaats en spitsvondigheid, tussen literatuur en pure slapstick. De verwarring wordt nog vergroot door het feit dat één van de twee kettingrokende en zuipende Brabanders P.F. Thomése heet en schrijver is. Veelzeggend in dit verband is de conversatie die hij voert met een Hamburgse hoer. Zij stelt zich voor als Sabine. ‘Und du?’, vraagt ze dan. ‘„P.F. Thomése”, zei ik. „Ich bin der Autor dieser Scheisse”, wilde ik er kordaat aan toevoegen, maar ik had niet het idee dat zij in literatuur geïnteresseerd was.’ Hier zien we de dubbelzinnige opzet van deze ‘novel’ in al zijn komische kracht voor ons opdoemen: P.F. Thomése niet alleen als de gevangene, maar ook als de risee van zijn eigen schepping. Een heldhaftige rol is er voor de schrijver dus niet weggelegd. Hij hobbelt steeds schaapachtig achter de zelfverzonnen feiten aan. En als hem dan eindelijk toch nog een kans wordt geboden op het zo lang verhoopte ‘geiligheidsgeluk’ met het meisje uit de Bredase cafetaria van vroeger, dan weet ‘ons Franske’ niet hoe snel hij zich uit de voeten moet maken. Weg van de deinende borsten en billen.


In De Volkskrant van vrijdag 13 maart schrijft Arjen Peters : “Waar het om gaat, is weer eens onvindbaar zijn, on the road, met de muziek uit Kessels ’ collectie op volle sterkte, rookwaar binnen handbereik, en in alle vroegte genieten van koteletten met koffie in een godvergeten Raststätte langs de authentiek ongezellige Autobahn. Geen gezeur onderweg over een strategie, we zien wel waar we stranden.

Er zijn namelijk twee soorten zinloosheid: de grauwe die immer voorhanden is, en waar je naar kunt zitten staren in je eigen huis waar je alles stomvervelend piekfijn op orde hebt; en de magische. Dat is die van de omtrekkende beweging: je gaat er op uit, en je vindt niks – weet je tevoren ook wel– maar samen kun je er nog iets van máken. Die Autobahn is, met een beetje goede wil, zoiets als de highway, het Ruhrgebied is net Detroit, Thomése denkt aan Bruno Ganz en Dennis Hopper in de Hamburgse filmklassieker Der amerikanische Freund. En de hologige nachtvlinders die je een parkeergarage in lokken om je tot ongehoorde vunzigheden te verleiden, in zwoel Duits, dat is nou niet direct de vervulling van een jarenlang sluimerende wens. Alleen heb je wél iets om over te praten, straks, als je weer samen in de brik terug toert, naar de gare zompigheid die werkelijkheid heet.

Jeroen Vullings schrijft op 14 maart 2009 in Vrij Nederland : “. Kessels, the Novel drijft op de spanning tussen de schrijver (in zijn rol als personage in zijn eigen boek) en diens vriend en personage J. Kessels. Niet alleen is de schrijver op zoek naar een verhaal en als hij in een krankzinnig verhaal belandt, dan probeert hij er uit alle macht voor te zorgen dat het verhaal niet uit de klauwen loopt. Omdat J. Kessels zijn eigengereide gang gaat of gewoon wegloopt, terug naar 'zijn tijdelijk permanent toegewezen noodflatje in de Koekenbakkerstraat' in Tilburg. Zodat het nooit wat wordt met het avontuur, om nog maar te zwijgen over de roman waarin een en ander geboekstaafd dient te worden.

In
Trouw op 21 maart 2009 is Bas Belleman van mening: “ Dus verstand op nul en rijden maar. Op naar Hamburg om met zijn drieën een vrouwenhandelaar annex schuinsmarcheerder op te snorren die Berts zwager blijkt te zijn, oftewel Birgits echtgenoot: een NAC-fan, die naar een zwakke Duitse voetbalclub gaat kijken en in een supportersvak vol topless prostituees is beland, dat bewaakt wordt door een Duitser met een geweer. En dan ligt plotseling dat lijk in de kofferbak.
Zo’n soort roman is het. Allemaal opgeschreven in een vulgaire, hyperbolische stijl vol rauwe typeringen die de schijn van spreektaal wekt. Het doet denken aan de boeken van Herman Brusselmans en de films van Quentin Tarantino: doen alsof het troep is, maar ondertussen de ene memorabele scène na de andere schrijven. Zolang het ritme klopt, kan alles. Wie de platte grappen niet waardeert, kan het boek maar beter wegleggen.
Door het spreektaaltoontje lijkt de ik-figuur zijn verhaal voor de vuist weg te vertellen, zoals het in hem opkomt. Bovendien is hij het grootste deel van de tijd hitsig of geprikkeld, wat ook verklaart waarom hij bij vlagen zo plat overkomt.

In De Groene maart 2009 is Joost de Vries niet zo erg te spreken over de taal van het boek. Het is een krankzinnig verslag, in de beste traditie van Hunter S. Thompson. Niet ontoevallig, want de roman is opgedragen aan Pulp/ Beat/Gonzo-personages Hank Chinaski, Dean Moriarty, Kinky Friedman en Hunter Thompson zelf. J. Kessels functioneert voor Thomése zoals Dr. Gonzo dat voor Thompson deed: als verbale sparringpartner en verlengstuk van zijn eigen ziel tegelijk.
We lezen hier dus Pulp en Thomése maakt dat waar. Het adjectief kut vliegt zo vaak over het papier dat het iets pathologisch lijkt. Er is een overdaad aan zinnen als: ‘Voor je het wist was je in de beenschroef genomen en werd je kop afgeklemd, waarna je hele gezicht door goed getrainde schaamlippen op vaginaal-ambachtelijke wijze vacuüm werd gezogen.’
Dit is wel/niet leuk (doorhalen wat voor uw gevoel van humor niet van toepassing is).
Maar net als in Vladiwostok! (2007) zitten de onderliggende thema’s opgesloten in die vuige taal.[…..] Maar is die taal genoeg? Thomése doet zo zijn best die taal vitaal te houden dat het eigenlijk te veel wordt om te lang achter elkaar te lezen. Die extra dimensie die je in Vladiwostok! geïnteresseerd hield in de personages, is hier weggecijferd. Maar goed, het is Pulp, dus meer dan de zinnen moet je niet verwachten.
J. Kessels: The Novel wordt deze week integraal, verspreid over vijf werkdagen, afgedrukt in nrc.next. Als iemand fish & chips in de krant wikkelt, zou dat mooi aansluiten op alle frituurwaren die in het boek de revue passeren


Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: Wikepedia
Frans Thomése (Doetinchem, 23 januari 1958) is een Nederlands schrijver. Van 1979 tot 1984 is Thomése redacteur en verslaggever bij het Eindhovens Dagblad. In 1984 pakt hij zijn geschiedenisstudie voor drie jaar weer op, maar voltooit deze niet. Daarna schrijft Thomése voor het weekblad De Tijd en levert hij bijdragen voor NRC Handelsblad, enkele regionale dagbladen en Vrij Nederland. Een aantal malen belandde Thomése in stevige literaire polemieken. Leon de Winter verweet hem antisemitisme naar aanleiding van een column van zijn hand in de GPD Dagbladen. Joost Zwagerman verweet hem dubbelhartigheid inzake cultuurpessimisme; Thomése had medio jaren negentig in de Revisor een essay gepubliceerd getiteld 'De narcistische samenzwering', waarin hij het commercialisme in de literatuur hekelde. Naar de mening van critici verweet hij echter schrijvers als Connie Palmen datgene wat hij nadien ook zelf zou doen: het zoeken van publiciteit met autobiografische literatuur. In 1991 en 2003 ontving hij literaire prijzen.
Thomése publiceert zijn eerste literaire verhaal in 1986 in het literair tijdschrift De Revisor. Dit verhaal maakt in 1990 deel uit van zijn debuut in boekvorm, de novellenbundel Zuidland. Van januari 1998 tot april 2001 was Thomése redacteur van De Revisor. In september 2007 verscheen zijn roman Vladiwostok! over het "politieke bedrijf" in Den Haag, de media en andere valkuilen. Vladiwostok! werd genomineerd voor de Gouden Uil 2008.

REACTIES

T.

T.

in welke eeuw speelt dit verhaal zich eigenlijk af, en waarom dan?

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "J.Kessels: The novel door P.F. Thomése"

Ook geschreven door Cees