Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

J’avais douze ans, j’ai pris mon vélo et je suis partie à l’école door Sabine Dardenne

Beoordeling 8.7
Foto van een scholier
Boekcover J’avais douze ans, j’ai pris mon vélo et je suis partie à l’école
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2381 woorden
  • 28 december 2004
  • 335 keer beoordeeld
Cijfer 8.7
335 keer beoordeeld

Boekcover J’avais douze ans, j’ai pris mon vélo et je suis partie à l’école
Shadow
J’avais douze ans, j’ai pris mon vélo et je suis partie à l’école door Sabine Dardenne
Shadow
Primaire gegevens Auteur: Sabine Dardenne (in samenwerking met Marie-Thèrese Cuny) Titel: Ik was twaalf en ik fietste naar school Ondertitel: Tachtig dagen in de kelder van Dutroux Vertaald uit het Frans door: Joris Vermeulen en Noor Koch Oorspronkelijke titel: J’avais douze ans, j’ai pris mon vélo et je suis partie à l’école... Verschenen in: 2004 Aantal bladzijdes: 221 Leestijd: 4 uur Uitgever: Saffraan, Amsterdam
Omslagontwerp: Studio Jan de Boer Foto’s omslag: Jean Marie Périer Opdracht: Voor alle slachtoffers Titelverklaring: Sabine Dardenne was twaalf jaar en fietste naar school toen zij op 28 mei 1996 door Marc Dutroux (en Michel Lelievre) werd ontvoerd. Samenvatting: Het boek is het persoonlijke verhaal van Sabine Dardenne, geschreven door haarzelf. Sabine Dardenne is twaalf jaar oud als ze door Marc Dutroux en zijn handlanger Michel Lelievre van haar fiets wordt gesleurd, in een busje wordt gedrogeerd en naar een onbekend huis wordt gebracht. Wat Sabine daar moet ondergaan is vreselijk. Zij moet zich uitkleden, Dutroux doet haar een ketting om de hals en bindt haar daarmee aan een bed. Na een paar dagen wordt Sabine naar een kelder overgebracht, waar Dutroux een ‘schuilplaats’ van negenennegentig centimeter breed en drie meter vierendertig lang heeft ‘gebouwd’ achter een zware betonnen muur met een rek met planken ervoor. (De bergplaats wordt op blz. 33 t/m 35 uitgebreid beschreven.) In de tijd die volgt wordt ze steeds weer lastig gevallen door Dutroux. Ze kreeg nauwelijks te eten, mocht zichzelf niet verzorgen en werd constant lichamelijk en geestelijk bedreigd en mishandeld en werd op een afschuwelijke manier volledig gemanipuleerd. Er is een bende die wat met haar vader te verrekenen heeft, die haar wilde vermoorden en geld van haar ouders wil, maar gelukkig is hij er om haar te beschermen. Marc Dutroux laat Sabine denken dat hij haar “redder in de nood” is (blz. 31). Later laat hij haar geloven dat haar ouders geen losgeld voor haar willen betalen en zich erbij hebben neergelegd dat ze nooit meer terugkomt. Ze moet onderduiken in de kelder en stil zijn, één stap buiten de deur of een kreet om hulp was voldoende om te sterven. En sterven was voor Sabine geen optie, ze wilde blijven leven (blz. 30). Sabine Dardenne was een kind van twaalf en op dat vlak, net zoals alle andere kinderen, makkelijk te manipuleren. Ze schreef in gevangenschap brieven aan haar ouders, waarin zij hun smeekte om haar zo snel mogelijk weer te komen ophalen. Waarin ze beloofde om de ideale dochter te worden, het vuilnis buiten te zetten, de afwas te doen, betere cijfers op school te halen en voortaan altijd naar haar ouders te luisteren. Delen van deze brieven zijn opgenomen in het boek. Dutroux had ze natuurlijk nooit verstuurd, ze werden later in zijn huis teruggevonden. Marc Dutroux was er volledig in geslaagd om bij Sabine de werkelijkheid te vervangen door een opgelegde schijnwereld waarin hij de totale de macht over haar kreeg. Omdat Sabine zich verveelde vroeg ze om een vriendinnetje (blz. 104). Hier voelt ze zich later erg schuldig over (blz. 142). Nadat Sabine bijna tachtig dagen in een kelder van het huis van Dutroux had doorgebracht, wist Dutroux ook Laetitia Delhez te ontvoeren. Gelukkig voor iedereen waren er deze keer wel getuigen en enkele dagen later werden de beide meisjes door de politie bevrijd. Hierdoor overleven Sabine en Laetitia - in tegenstelling tot de vier andere meisjes - de sadistische martelingen ternauwernood. Hierna volgt de beschrijving van de tijd tot en met het proces tegen Marc Dutroux en zijn medeplichtigen. Personages: Sabine Dardenne: Qua uiterlijk is er veel te halen uit de omschrijving die door heel België heeft gehangen (blz. 10-11). Verder schrijft Sabine zelf:
“Ik was een vrij opstandig - in ieder geval behoorlijk eigenwijs - meisje dat zich niet snel de kaas van het brood liet eten. Ik maakte vaak ruzie met mijn oudere zussen en mijn moeder.” (blz. 9) “Twaalf jaar, ik zag er uit als tien, één meter vijfenveertig en drieëndertig kilo… Ik was zó iel, zó petieterig dat de oudere kinderen op school me vaak plagend vroegen: ‘Hè? Weet je zeker dat je al in de brugklas zit?’” (blz. 17) Ze overvoert Dutroux met vragen en kan er niet tegen als een vraag niet beantwoord wordt. Ze is goed in het herinneren van details (blz. 148). In het verhaal dat zich meer in het heden afspeelt, rondom het proces, komen vooral Sabines zwarte humor en nuchterheid naar voren. Marc Dutroux: De ontvoerder van Sabine. Hij heeft zwarte ogen en een raar accent (blz. 18). Op dezelfde bladzijde volgt ook de volgende omschrijving: “Ik werd meteen agressief van die idioot: hij zag er goor uit, had angstaanjagende ogen, vet, plat haar alsof er frituurvet in zat, een belachelijke snor. Mijn eerste indruk? Ik zei bij mezelf: wat is dat voor een viezerd, voor een ploert? Ik vertrouw hem voor geen cent.” Als Sabine vraagt hoe hij heet antwoordt hij dat ze mag kiezen tussen Alain of Marc, maar ze hield liever vast aan een onpersoonlijker aanspreekvorm en bleef ‘u’ gebruiken blz. 32). Michel Lelievre: De medeontvoerder van Sabine, hij zat achter het stuur van het bestelbusje waarmee Sabine ontvoerd werd. In vergelijking met Dutroux is hij nogal klein, Sabine dacht “wat een schrielhannes, dat is natuurlijk het sukkeltje dat doet wat die grote hem vraagt. Jong, en met donker haar. Een zwart jack, een armoedige pet met een embleem erop, behoorlijk fout.” (blz. 18) Dutroux noemt hem ‘die andere’ (o.a. blz. 20).
Laetitia Delhez: Leatitia herinnert zich de aanplakbiljetten van Sabine die door heel België hangen en vertelt dit Sabine, Sabine geloofde haar niet. Ook Leatitia liet zich niet zomaar beetnemen, ze spuugde de verdovingspillen in eerste instantie uit in de fles cola. “Leatitia was groter, maar ik voelde dat ze mentaal minder weerstand had dan ik omdat ze was gedrogeerd, en dat ze de eventuele klappen minder goed zou kunnen opvangen.” (blz. 123) Structuur: Het boek begint met een soort van inleiding waarin Sabine zich ‘voorstelt’, het verhaal heel in het kort vertelt en de reden van het schrijven van het boek vertelt. Hierna volgen tien hoofdstukken met titel en een dankbetuiging. Het verhaal wordt verteld vanuit haar oogpunt en haar gedachten over de verschillende situaties achteraf. Soms lijkt het verhaal chronologisch te verlopen, maar valt het ineens weer terug naar de eerste paar dagen of de eerste weken. Toch gaat het verhaal van ‘het begin’ naar ‘het eind’, maar er zit niet echt een logische opbouw in, ik heb hem in ieder geval niet kunnen ontdekken. Het boek begint op het moment dat Sabine ontvoerd wordt en eindigt na het proces, het heeft dus een gesloten einde. Tijd en ruimte Het ‘hoofdverhaal’ in het boek speelt zich acht jaar geleden af. Het begint op 28 mei 1996 met de ontvoering van Sabine en duurt ongeveer 80 dagen (ondertitel: “Tachtig dagen in de kelder van Dutroux”). Daarna is er nog de periode na de ontvoering tot en met het proces, dit is verkort weergegeven en duurt ongeveer acht jaar. Het boek speelt zich af in Doornik waar Sabine woont, in Marcinelle waar het huis van Dutroux staat waarin hij Sabine verborgen houdt en in het Hof van Aarlen. Een belangrijke plaats in het boek is de Rue de Stade in Doornik, de straat waar Sabine ontvoerd wordt. Hierover wordt in het boek het volgende gezegd: “Het was een afgelegen straat, op dat tijdstip is het er stil.” (blz. 14)
“[…] de verlaten straat af, langs de dichte en vrij hoge heg.” (blz. 15) “Ik reed langzaam, de Rue de Stade was smal en rustig maar ook donker, en erachter lag het voetbalstadion.” (blz. 15) Als de burgemeester haar na haar ontvoering thuis komt opzoeken maakt ze van de gelegenheid gebruik om hem te vragen straatverlichting aan te laten brengen in die beruchte Rue de Stade (blz. 150), twee of drie weken later was er verlichting. De bergplaats waarin Sabine verborgen wordt gehouden wordt op blz. 33 t/m 35 uitgebreid beschreven. Thema en motief Wat mij bij het lezen erg opviel was het steeds terugkeren van het thema 'schuld'. Dit zegt Sabine zelf ook: “In al mijn brieven is het thema schuld aanwezig.” (blz. 87). Zo zoekt ze de schuld van de ontvoering en het niet willen betalen van het losgeld bij zichzelf, in de brieven verontschuldigt ze zich keer op keer voor alles wat ze verkeerd heeft gedaan. En later verontschuldigt ze zich er voor dát ze die verhalen geloofd heeft. En ze voelt zich schuldig omdat ze om een vriendinnetje heeft gevraagd (blz. 142). Taalgebruik Sabine Dardenne is geen schrijfster en dat is te merken in haar taalgebruik en schrijfstijl, deze zijn simpel. Het boek is wel vertaald uit het Frans, wellicht dat het in het Frans anders leest. Perspectief Het verhaal is geschreven vanuit de ik-persoon, het wordt verteld vanuit Sabines oogpunt en haar gedachten over de verschillende situaties achteraf.
Relatie tekst-auteur Het boek is een autobiografisch verslag vanaf het moment dat Dutroux Sabine Dardenne van haar fiets trok tot zijn veroordeling. Ze schreef het boek om de rechters in de hele wereld ervan te overtuigen dat pedofielen nooit mogen worden vrijgelaten wegens “goed gedrag” en ook als therapie voor haarzelf, in een poging om enigszins afstand te kunnen nemen van haar verloren jeugd: “Ik ben een van de weinigen die het geluk hebben gehad te ontsnappen aan een dergelijke moordenaar. Het vertellen van dit verhaal is voor mij een noodzaak en als ik al de moed heb om deze hellegang te reconstrueren, dan is het vooral opdat rechters geen pedofielen meer vrijlaten halverwege hun gevangenisstraf wegens goed gedrag, en zonder enige waarschuwing.” (achterflap). Ook schreef ze het boek “in de hoop dat de mensen in de toekomst niet langer ‘raar’ naar me kijken en dat niemand me meer vragen stelt” (blz. 12). Tot slot schrijft ze het boek ook “opdat de stem van de slachtoffers eindelijk gehoord zal worden en de fascinatie voor dit soort monsters voor altijd zal verdwijnen” (achterflap). Eigen mening Toen ik acht jaar geleden voor het eerst in de Belgische Ardennen was hingen overal aanplakbiljetten met de foto’s en omschrijvingen van Julie en Melissa en An en Eefje. Op dat moment wist niemand hoe het zat. Na deze vier meisjes verdwenen eerst Sabine en vervolgens Leatitia. Ik wilde dit boek erg graag lezen, omdat ik het de afgelopen acht jaar allemaal in de media heb gevolgd en het ook graag van andere kant wilde bekijken. Doordat ik alles al in de media heb gevolgd, wist ik veel dingen al, dit maakt het boek minder lastig om te lezen. Wanneer je alles voor het eerst leest of hoort, zul je je verbazen over hoe de geest van sommige mensen in elkaar zit. Je vraagt je af hoe iemand zo iets kan doen (dat vraag ik me nu nog steeds af). En het is eng om te beseffen dat je kinderen niet of nauwelijks kunt beschermen tegen dergelijke mensen. Het meest indrukwekkende vond ik de brieven die Sabine aan haar moeder schreef, hierin is te lezen hoe ze de verhalen van Dutroux geloofde en ze verontschuldigt zich voor alles wat ze verkeerd heeft gedaan (onvoldoende voor wiskunde gehaald, rommel op haar kamer niet opgeruimd). De gebeurtenissen worden beschreven vanuit Sabines oogpunt en worden aangevuld met haar gedachten over de verschillende situaties achteraf. Sabine Dardenne schreef na het proces tegen Marc Dutroux, dit voorjaar, alles op wat er met haar in die tachtig dagen gebeurd was - behalve de details over de verkrachtingen. Bepaalde stukken uit de tekst zijn weggelaten, vanwege de ernst van de zaak. Er zijn ook delen van brieven aan haar ouders opgenomen. Het is verschrikkelijk om in de brieven te lezen dat Sabine Dardenne die verhalen gelooft en dat ze zich verontschuldigt voor alles wat ze verkeerd heeft gedaan (onvoldoende voor wiskunde gehaald, rommel op haar kamer niet opgeruimd) en ook dat ze zich er later voor verontschuldigt dát ze die verhalen geloofd heeft. De brieven en de bevrijding hebben op mij het meeste indruk gemaakt, maar ook de rest van het boek laat een diepe indruk achter. De gedachte aan wat er met Julie, Melissa, An en Eefje gebeurd is maakt het lezen van het boek voor mij moeilijker. Het boek is een autobiografisch verslag, de personages zijn dus levensecht en komen ook zo over. Sabine beschrijft het uiterlijk en het gedrag van de personages duidelijk. Verder beschrijft ze ook haar eigen gedachten, waardoor je een goed beeld krijgt van hoe zij zich voelt en wat zij denkt. Begrijpen kan je het niet, want zoals Sabine zelf al zegt: “iets wat je niet zelf hebt beleefd, kun je niet begrijpen” (blz. 172). Ik vind wel dat Sabine erg streng is richting haar ouders. Het schrijven van het boek was een soort therapie voor Sabine. Het boek beschrijft de periode vanaf het moment dat Dutroux haar van haar fiets trok tot zijn veroordeling. Sabine noemt de naam van Dutroux niet of nauwelijks, ze ‘noemt’ hem meestal “monster”, “zak”, “worm” of D. (bijvoorbeeld blz. 150, 157, 191). De zin
“in gedachten noemde schold ik hem uit voor klootzak” komt in het begin opvallend vaak terug. “Monsters verdienen het niet om een naam te hebben”, vertelde ze de Volkskrant. Het verhaal is op zich niet ingewikkeld opgebouwd, soms lijkt het verhaal chronologisch te verlopen, maar valt het ineens weer terug naar de eerste paar dagen of de eerste weken. Toch gaat het verhaal van ‘het begin’ naar ‘het eind’, maar er zit niet echt een logische opbouw in, ik heb hem in ieder geval niet kunnen ontdekken. Ze vertelt het verhaal vanuit haar oogpunt en haar gedachten over de verschillende situaties achteraf. Het boek begint op het moment dat Sabine ontvoerd wordt en eindigt na het proces, het heeft dus een gesloten einde. Het boek stelt 'taalkundig' niet zo veel voor, het taalgebruik is behoorlijk simpel, waardoor het goed doorleest. De inhoud is natuurlijk wel erg indrukwekkend en daar gaat het bij dit boek ook om, daarom is het goed dat je niet door moeilijk taalgebruik gehinderd wordt om het boek te lezen, de inhoud blijft zo op de eerste plaats staan. Als je op zoek bent naar een geweldig literair boek, dan moet je 'Ik was twaalf en ik fietste naar school' niet lezen. Als je wilt weten wat Sabine allemaal heeft meegemaakt, dan wel. Het is een boek wat je niet los kunt laten.

REACTIES

A.

A.

het is blz 20 en 21.

14 jaar geleden

C.

C.

er wordt vermeld dat ze wordt bedreigd door een bende dit heeft hij inderdaad wijsgemaakt maar in het geheel heeft ze schrik van "de chef" die wilt haar vermoorden niet de bende

groetjes chris

17 jaar geleden

A.

A.

jeetje wat een indrukwekkend verhaal jij hebt het zeker met veel gedachten gelezen?

19 jaar geleden

W.

W.

ik vind het heel goed wat je heb gedaan!!

19 jaar geleden

G.

G.

Hallo Leonie,

Ik vind dat je een uitstekende recensie hebt geschreven over : J’avais douze ans, j’ai pris mon vélo et je suis partie à l’école. Ik heb het verslag gelezen en heb het boek nu zelf gekocht in Leuven (belgie).
Ik hoop dat je nog meer recensies schrijft van boeken die je hebt gelezen want jij kunt alles goed formuleren en duidelijk uitleggen.

Met vriendelijke groeten,
Gerben
Friesland

19 jaar geleden

R.

R.

vet goed joh!!!1

19 jaar geleden

M.

M.

hee leonie. ik vind je boekverslag heel erg goed! vind je het goed als ik jouw mening gebruik als één van de gevonden recensies die ik moet inleveren?

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "J’avais douze ans, j’ai pris mon vélo et je suis partie à l’école door Sabine Dardenne"