Complete titelbeschrijving.
E.J. Potgieter, Jan, Jannetje en hun jongste kind, Thieme-Zutphen,1928, Tweede oplaag.
Motivatie boekkeuze.
Ik moest nog een boek lezen en dat mocht zowel een boek uit de modern-christelijke literatuur als een boek uit de Romantische periode zijn. Ik dacht eerst: dat word natuurlijk een modern-christelijke roman, maar wat daarbij in de lijst stond bleek ook niet zo veel soeps te zijn! Toen hoorde ik van iemand dat dit wel een leuk boek zou zijn. Ook de titel sprak me wel aan. Die leek op Jan, Jans en de kinderen, een strip die wij thuis hebben. Ik koos dus voor dit boek.
Samenvatting van het verhaal.
Het verhaal begint wanneer Jan en Jannetje op oudejaarsavond 1841 wachten op hun kinderen. Jan en Janetje kijken terug op het afgelopen jaar. Jan vertelt dat het een slecht jaar was, maar dat maakte niet zo veel uit omdat hij hard gewerkt had en veel had gespaard. Dus had Jan geen financiële problemen.
De eerste zoon die thuis komt is Janmaat, hij was altijd matroos geweest maar is dit jaar geen enkele keer de zee op gegaan. Er is namelijk geen werk voor de matrozen.
Toen Janmaat al even zat hoorde hij een stem die vroeg of hij wat te drinken wilde. Het was zijn jongste broertje Jan Salie. De enige van de zoons van Jan die nog thuis woonde. Hij was een vervelend mannetje en een schande voor de familie. Hij was namelijk te lui om werk te zoeken en geld te verdienen. Ook stond hij bekend als een grote klungel die haast niets kon.
Dan komen weer 2 zoons van Jan binnen, het zijn Jan Contant en Jan Crediet. Deze twee zoons zijn beiden handelaars. Jan vraagt aan hen of zij Jan Salie niet willen leren om handel te drijven. Maar ze vinden het geen goed idee omdat Jan Salie een luilak is en je kunt hem ook geen belangrijke zaken toevertrouwen. Hij is totaal niet geschikt voor de handel.
Opnieuw komt er een zoon binnen. Het is Jan de Poëet, die ook wel Jan de Rijmer wordt genoemd. Ook hij wil Jan Salie niet opnemen om hem wat te leren.
Dan komen er weer twee zoons van Jan naar binnen. Het zijn Jan Cordaat en Jan Compagnie. Zij zijn twee dappere mannen die proberen in Indie een kolonie te stichten voor de Nederlanden.
Dan bedenkt iemand dat Jan Salie maar soldaat moet worden, maar Jan Cordaat en Jan Compagnie vinden hem daar ook helemaal niet geschikt voor. In het vervolg van het gesprek vertelt Jan Compagnie dat er veel mogelijkheden zijn voor Nederland om activiteiten in Indië op te bouwen. Bij het horen van dit nieuws word Jan weer een stuk gelukkiger, Hij ziet dat hier een kans ligt voor Nederland. Nu gaat het dan wel slecht met Nederland, maar door een kolonie in Indie zou dat opgelost kunnen worden. De Nederlanders waren overmoedig geworden van de Gouden eeuw. Het gevolg daarvan was dat het nu slecht ging met de economie. Maar als iedereen nu weer hard aan het werk gaat kan het allemaal nog goed komen met Nederland. Maar er was nog steeds geen besluit genomen over wie Jan Salie nu zou willen opnemen. Na lang nadenken besloot Jan, dat niemand Jan Salie in dienst hoefde te nemen want hij zal alleen maar tot last zijn. Jan Salie wordt naar een instelling gestuurd die onderdak en verzorging aan hem zal geven. Hij mag nog wel bij de feestmaaltijd aanwezig zijn maar de volgende dag moet hij echt weg. Op het eind van het verhaal brengt Jan nog een toast uit op Oranje en de vrijheid van het land.
Verdieping.
A. structuur: Het verhaal is opgebouwd uit alinea’s en regelnummers. Er zijn geen hoofdstukken aanwezig.
B. Perspectief: Het verhaal is geschreven door een persoon die eigenlijk in het gezin thuis hoort. Het lijkt wel of hij alles weet van het gezin, en dat hij in de toekomst kan kijken. Het is dus net of de schrijver vanuit een helikopter naar het verhaal heeft gekeken.
C. Tijd: Rond 1841
D. Ruimte: Het verhaal uit dit boekje speelt zich af in de huiskamer van Jan en Jannetje.
E. Personages:
- Jan is de vertegenwoordiger van Nederland.
- Jannetje, zij symboliseert de Hollandse vrouw
- Janmaat, hardwerkende matroos
- Jan Crediet, handelsman
- Jan Contant, Werkt samen met Jan Crediet
- Jan De Rijmer, Filosoof en denker
- Jan Cordaat, probeert activiteiten in Indie op te bouwen
- Jan Compagnie, Werkt samen met Jan Cordaat
- Jan Salie, Hij is de sloomste van alle zoons, doet geen moeite om werk te krijgen of om geld te verdienen en word dan ook aan het eind van het verhaal weggestuurd.
F. Verklaring titel: Dit boek gaat eigenlijk over een gewoon hedendaags gezin in de Nederlandse samenleving. De titel slaat direct op het gezin van Jan en Jannetje, dat de Nederlandse samenleving voorstelt. De vader, Jan, is daarbij de onafhankelijke Nederlandse staat en de moeder, Jannetje, staat voor de Nederlandse vrouw. De zoons staan voor ijverige en hardwerkende lieden die van Nederland een rijk land willen maken, door onder andere koloniën te stichten, handel te drijven en geld te verdienen op de grote vaart. De laatste zoon staat symbool voor de nietsnut en word dan ook aan het einde van het verhaal door zijn eigen schuld weggestuurd.
Ondertitel, motto en opdracht zijn niet aanwezig.
G. Thema en motieven:
Het thema van dit boek is de lamlendigheid van het Nederlandse volk. De schrijver ergert zich hieraan en wil dat de negentiende-eeuwse samenleving die van de zeventiende eeuw als voorbeeld nemen. Toen werkte iedereen nog hard en de handel, de scheepvaart, de dichtkunst en het toneel bloeiden toen. Toen hadden de Nederlanders nog kracht en ondernemingslust en daarom waren ze welvarend. In de negentiende eeuw daarentegen is iedereen echter futloos en lamlendig.
H. Genre of stroming: Het boek is geschreven in de tijd van de romantiek, die als hoofdkenmerk heeft de innerlijke onvrede met het bestaan met als gevolg een vlucht uit de werkelijkheid.
I. Schrijfstijl: hier is niet veel over te vertellen.
J. Spanning: Er is geen spanning aanwezig in dit boek. Het gaat juist over een vredige, rustige oudejaarsavond.
K. Biografische gegevens over de auteur:
Informatie over de schrijver
Everhardus Johannes Potgieter werd geboren in Zwolle op 27 juni 1808. Hij overleed in Amsterdam op 3 februari 1875. Hij was een Nederlandse schrijver.
Verschillende werken van E.J. Potgieter:
- Het Noorden in omtrekken en tafereelen (1836-1840)
- Liedekens van Bontekoe (1840)
- Albert (1841)
- Jan, Jannetje en hun jongste kind (1842)
- Het Rijksmuseum te Amsterdam (1844)
- Het uurwerk van 't Metalen Kruis (1856)
- Proza 1837-1845 (2 delen) (1864)
- Proza 1837-1845. Eerste deel (1864)
- Proza 1837-1845. Tweede deel (1864)
- Florence (1867)
- Poëzy 1832-1868 (1868)
- Gedroomd paardrijden (1875)
- Poëzij II (1875)
- Poëzy 1827-1874 (1875)
Uitgewerkte reactie op het boek:
Het boek viel me vies tegen. Het was eigenlijk helemaal niet leuk om te lezen en dat Oudhollandse taalgebruik komt me nu na zes boekverslagen ook de keel uit. Ook was het niet spannend. Ik had er wel meer van verwacht.
Bespreking van een literatuurkenner:
Jan compagnie word als een voorbeeldfiguur neergezet. Een zoon om trots op te zijn, en dat was nou net wat Potgieter met zijn boek wilde bereiken. Want Potgieter was een vechter, een man van de daad, die zich geheel wil inzetten om de in zijn ogen ontredderde maatschappij te helpen opbouwen. Hij was vaderlandslievend, zeer gesteld op de burgerlijke vrijheid en een waardig romanticus. In Jan, Jannetje en hun jongste kind wil hij het Nederlandse volk laten zien hoe groot en belangrijk we in de 17e eeuw waren, toen onze schepen over alle wereldzeeën voeren. En ook wat er gebeurt met ons land als de Jan-Saliegeest niet verdwijnt.
Het boek is namelijk een allegorie. Dat betekent dat de figuren die erin voorkomen, eigenlijk staan voor hele groepen mensen. Zo komen Jan Contant en Jan Crediet erin voor. Zij vertegenwoordigen de handelsgeest. Janmaat is de zeeman, maar Jan Compagnie is naar Indie gegaan en heeft daar fortuin gemaakt. Hij is rijk geworden en heerst over vele onderdanen.
Het verhaal is eigenlijk heel aardig. Het is oudejaarsavond en Jan (de vader) zit met Jannetje (de moeder) te wachten op hun kinderen en kleinkinderen. Ze zitten erg in hun maag met Jan Salie, hun jongste zoon die maar niet deugen wil. Hij is slungelig, slap, zet nooit door, onderneemt niets en is eigenlijk iedereen tot last. Nee, dan hun andere zonen, daar kunnen ze trots op zijn! Vooral Jan Compagie, die is nog het best terecht gekomen.
Uiteindelijk wordt besloten dat Jan Salie in “een hofje uitbesteed wordt”. Wij zouden nu zeggen: “opgeborgen wordt”, ergens waar hij zichzelf en anderen in zijn onnozelheid geen kwaad kan doen...
Bibliografie:
Boek Jan, Janetje en hun jongste kind
http://nl.wikipedia.org/wiki/Everhardus_Johannes_Potgieter
http://www.scholieren.com/boekverslagen/10706
http://www.scholieren.com/boekverslagen/19690
E.J. Potgieter, Jan, Jannetje en hun jongste kind, Thieme-Zutphen,1928, Tweede oplaag.
Motivatie boekkeuze.
Ik moest nog een boek lezen en dat mocht zowel een boek uit de modern-christelijke literatuur als een boek uit de Romantische periode zijn. Ik dacht eerst: dat word natuurlijk een modern-christelijke roman, maar wat daarbij in de lijst stond bleek ook niet zo veel soeps te zijn! Toen hoorde ik van iemand dat dit wel een leuk boek zou zijn. Ook de titel sprak me wel aan. Die leek op Jan, Jans en de kinderen, een strip die wij thuis hebben. Ik koos dus voor dit boek.
Samenvatting van het verhaal.
Het verhaal begint wanneer Jan en Jannetje op oudejaarsavond 1841 wachten op hun kinderen. Jan en Janetje kijken terug op het afgelopen jaar. Jan vertelt dat het een slecht jaar was, maar dat maakte niet zo veel uit omdat hij hard gewerkt had en veel had gespaard. Dus had Jan geen financiële problemen.
Toen Janmaat al even zat hoorde hij een stem die vroeg of hij wat te drinken wilde. Het was zijn jongste broertje Jan Salie. De enige van de zoons van Jan die nog thuis woonde. Hij was een vervelend mannetje en een schande voor de familie. Hij was namelijk te lui om werk te zoeken en geld te verdienen. Ook stond hij bekend als een grote klungel die haast niets kon.
Dan komen weer 2 zoons van Jan binnen, het zijn Jan Contant en Jan Crediet. Deze twee zoons zijn beiden handelaars. Jan vraagt aan hen of zij Jan Salie niet willen leren om handel te drijven. Maar ze vinden het geen goed idee omdat Jan Salie een luilak is en je kunt hem ook geen belangrijke zaken toevertrouwen. Hij is totaal niet geschikt voor de handel.
Opnieuw komt er een zoon binnen. Het is Jan de Poëet, die ook wel Jan de Rijmer wordt genoemd. Ook hij wil Jan Salie niet opnemen om hem wat te leren.
Dan komen er weer twee zoons van Jan naar binnen. Het zijn Jan Cordaat en Jan Compagnie. Zij zijn twee dappere mannen die proberen in Indie een kolonie te stichten voor de Nederlanden.
Dan bedenkt iemand dat Jan Salie maar soldaat moet worden, maar Jan Cordaat en Jan Compagnie vinden hem daar ook helemaal niet geschikt voor. In het vervolg van het gesprek vertelt Jan Compagnie dat er veel mogelijkheden zijn voor Nederland om activiteiten in Indië op te bouwen. Bij het horen van dit nieuws word Jan weer een stuk gelukkiger, Hij ziet dat hier een kans ligt voor Nederland. Nu gaat het dan wel slecht met Nederland, maar door een kolonie in Indie zou dat opgelost kunnen worden. De Nederlanders waren overmoedig geworden van de Gouden eeuw. Het gevolg daarvan was dat het nu slecht ging met de economie. Maar als iedereen nu weer hard aan het werk gaat kan het allemaal nog goed komen met Nederland. Maar er was nog steeds geen besluit genomen over wie Jan Salie nu zou willen opnemen. Na lang nadenken besloot Jan, dat niemand Jan Salie in dienst hoefde te nemen want hij zal alleen maar tot last zijn. Jan Salie wordt naar een instelling gestuurd die onderdak en verzorging aan hem zal geven. Hij mag nog wel bij de feestmaaltijd aanwezig zijn maar de volgende dag moet hij echt weg. Op het eind van het verhaal brengt Jan nog een toast uit op Oranje en de vrijheid van het land.
Verdieping.
A. structuur: Het verhaal is opgebouwd uit alinea’s en regelnummers. Er zijn geen hoofdstukken aanwezig.
B. Perspectief: Het verhaal is geschreven door een persoon die eigenlijk in het gezin thuis hoort. Het lijkt wel of hij alles weet van het gezin, en dat hij in de toekomst kan kijken. Het is dus net of de schrijver vanuit een helikopter naar het verhaal heeft gekeken.
C. Tijd: Rond 1841
D. Ruimte: Het verhaal uit dit boekje speelt zich af in de huiskamer van Jan en Jannetje.
E. Personages:
- Jannetje, zij symboliseert de Hollandse vrouw
- Janmaat, hardwerkende matroos
- Jan Crediet, handelsman
- Jan Contant, Werkt samen met Jan Crediet
- Jan De Rijmer, Filosoof en denker
- Jan Cordaat, probeert activiteiten in Indie op te bouwen
- Jan Compagnie, Werkt samen met Jan Cordaat
- Jan Salie, Hij is de sloomste van alle zoons, doet geen moeite om werk te krijgen of om geld te verdienen en word dan ook aan het eind van het verhaal weggestuurd.
F. Verklaring titel: Dit boek gaat eigenlijk over een gewoon hedendaags gezin in de Nederlandse samenleving. De titel slaat direct op het gezin van Jan en Jannetje, dat de Nederlandse samenleving voorstelt. De vader, Jan, is daarbij de onafhankelijke Nederlandse staat en de moeder, Jannetje, staat voor de Nederlandse vrouw. De zoons staan voor ijverige en hardwerkende lieden die van Nederland een rijk land willen maken, door onder andere koloniën te stichten, handel te drijven en geld te verdienen op de grote vaart. De laatste zoon staat symbool voor de nietsnut en word dan ook aan het einde van het verhaal door zijn eigen schuld weggestuurd.
Ondertitel, motto en opdracht zijn niet aanwezig.
Het thema van dit boek is de lamlendigheid van het Nederlandse volk. De schrijver ergert zich hieraan en wil dat de negentiende-eeuwse samenleving die van de zeventiende eeuw als voorbeeld nemen. Toen werkte iedereen nog hard en de handel, de scheepvaart, de dichtkunst en het toneel bloeiden toen. Toen hadden de Nederlanders nog kracht en ondernemingslust en daarom waren ze welvarend. In de negentiende eeuw daarentegen is iedereen echter futloos en lamlendig.
H. Genre of stroming: Het boek is geschreven in de tijd van de romantiek, die als hoofdkenmerk heeft de innerlijke onvrede met het bestaan met als gevolg een vlucht uit de werkelijkheid.
I. Schrijfstijl: hier is niet veel over te vertellen.
J. Spanning: Er is geen spanning aanwezig in dit boek. Het gaat juist over een vredige, rustige oudejaarsavond.
K. Biografische gegevens over de auteur:
Informatie over de schrijver
Everhardus Johannes Potgieter werd geboren in Zwolle op 27 juni 1808. Hij overleed in Amsterdam op 3 februari 1875. Hij was een Nederlandse schrijver.
Verschillende werken van E.J. Potgieter:
- Het Noorden in omtrekken en tafereelen (1836-1840)
- Liedekens van Bontekoe (1840)
- Albert (1841)
- Jan, Jannetje en hun jongste kind (1842)
- Het Rijksmuseum te Amsterdam (1844)
- Het uurwerk van 't Metalen Kruis (1856)
- Proza 1837-1845 (2 delen) (1864)
- Proza 1837-1845. Tweede deel (1864)
- Florence (1867)
- Poëzy 1832-1868 (1868)
- Gedroomd paardrijden (1875)
- Poëzij II (1875)
- Poëzy 1827-1874 (1875)
Uitgewerkte reactie op het boek:
Het boek viel me vies tegen. Het was eigenlijk helemaal niet leuk om te lezen en dat Oudhollandse taalgebruik komt me nu na zes boekverslagen ook de keel uit. Ook was het niet spannend. Ik had er wel meer van verwacht.
Bespreking van een literatuurkenner:
Jan compagnie word als een voorbeeldfiguur neergezet. Een zoon om trots op te zijn, en dat was nou net wat Potgieter met zijn boek wilde bereiken. Want Potgieter was een vechter, een man van de daad, die zich geheel wil inzetten om de in zijn ogen ontredderde maatschappij te helpen opbouwen. Hij was vaderlandslievend, zeer gesteld op de burgerlijke vrijheid en een waardig romanticus. In Jan, Jannetje en hun jongste kind wil hij het Nederlandse volk laten zien hoe groot en belangrijk we in de 17e eeuw waren, toen onze schepen over alle wereldzeeën voeren. En ook wat er gebeurt met ons land als de Jan-Saliegeest niet verdwijnt.
Het boek is namelijk een allegorie. Dat betekent dat de figuren die erin voorkomen, eigenlijk staan voor hele groepen mensen. Zo komen Jan Contant en Jan Crediet erin voor. Zij vertegenwoordigen de handelsgeest. Janmaat is de zeeman, maar Jan Compagnie is naar Indie gegaan en heeft daar fortuin gemaakt. Hij is rijk geworden en heerst over vele onderdanen.
Uiteindelijk wordt besloten dat Jan Salie in “een hofje uitbesteed wordt”. Wij zouden nu zeggen: “opgeborgen wordt”, ergens waar hij zichzelf en anderen in zijn onnozelheid geen kwaad kan doen...
Bibliografie:
Boek Jan, Janetje en hun jongste kind
http://nl.wikipedia.org/wiki/Everhardus_Johannes_Potgieter
http://www.scholieren.com/boekverslagen/10706
http://www.scholieren.com/boekverslagen/19690
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden