Iris door Caja Cazemier

Caja Cazemier; Iris
Uitgeverij; Van Holkema & Warendorf
Jaar van uitgave; © 1994
Het boek heeft 166 bladzijden. A. Persoonlijke reactie Ik vond het een heel mooi boek, maar soms een beetje saai. Het verhaal is soms langdradig en dan kun je gauw een aantals bladzijdes overslaan. Maar je kunt je wel goed inleven in het verhaal en de personages. Iris’ haar reacties zijn bekend bij mij. B. Samenvatting Iris is 16 jaar. Haar moeder heeft samen met haar nieuwe vriend (Gijs) een tweeling gekregen. Alle aandacht gaat naar de baby's. Iris loopt weg naar haar beste vriendin, en logeert daar een paar dagen. Ze gaat naar een hulpverlener (Jeanette) en die zorgt dat ze in een pleeggezin komt. Soms komt haar vriend David langs, waar ze eigenlijk niet meer verliefd op is. Iris wil niet bij hem en zijn moeder komen wonen, want die bemoeien zich teveel met haar. Vervolgens mag ze een week proefdraaien in een leefgroephuis. Ze vindt het daar leuk en ze besluit er te gaan wonen. Eenmaal daar valt het tegen. Ze kan zich moeilijk aanpassen aan de regels en ze maakt ruzie met de andere jongeren die daar wonen. Op school gaat het ook slecht. Op een avond valt Ilona (=medebewoonster) heel erg uit tegen Iris. Iris is van plan haar leven te verbeteren. Er komt een nieuwe bewoner (Thijs) in huis. Ze krijgt goed contact met hem, hij komt elke avond even langs en op een avond zoenen ze met elkaar. Ze maakt het uit met David en ze vertelt ook Thijs dat ze niets met hem wil. Eindelijk begint ze voor zichzelf haar leven met een schone lei.
C. Open plekken Er zitten een aantal open plekken in het boek, maarheel erg veel vragen komen er niet in je op. Het verhaal is leuk, maar eigenlijk is het boek een beetje saai. Er gebeurt wel veel, maar het is behoorlijk langdradig. Spanning Er zit weinig spanning in het boek, want er gebeuren niet veel spannende dingen in het boek. Je bent wel benieuwd hoe het afloopt, maar bijzonder veel spanning zit er niet in. Een aantal voorbeelden zijn als Iris weg loopt van huis, als het uitgaat met Bart, als ze naar Leonie gaat, enz. Personages Iris, meisje van ongeveer 16 jaar, die het thuis niet meer leuk vind. Haar moeder heeft sinds de geboorte van de tweeling alleen nog maar tijd voor hen. Iris voelt zich in de steek gelaten door haar moeder, omdat Iris niet dezelfde vader heeft als de tweeling. De tweeling hebben een lieve vader. De moeder van Iris heeft tegen Iris gezegd dat haar vader niet deugde. Iris is echt een puber. Eigenlijk is het een hele lieve meid, maar door alle problemen verschuilt ze zich achter een persoonlijkheid van schelden en vloeken en vooral heel stoer doen. Later leert ze aan zichzelf te zien waarom ze op bepaalde momenten zo reageert, en dan lukt het haar om haar echte karakter te laten zien. Ze is een beetje alternatief, want ze draagt altijd zwarte kleren. Iris’ moeder Leonie. Zij is hertrouwd met Gijs en hebben samen twee kinderen, de tweeling, Marjorie en Frank. Ze is ook de moeder van Iris. Saskia. Saskia is de beste vriendin van Iris. Bij haar heeft ze een tijdje gewoond. De tijd dat ze van huis was weggelopen tot aan de tijd dat ze naar Herbert en Erica ging. Bart. Bart is de vriend van Iris. Bart is een hele lieve jongen die altijd iedereen wil helpen. Maar dat wil Iris niet altijd. Hij had ook wel gewild dat hij Iris kon of mocht helpen. Maar Iris wilde dat niet hebben. Ze vond Bart te bemoeizuchtig. Herbert en Erica. Dat zijn de ouder van het pleeggezin waar Iris een tijdje naar toe gaat als ze thuis niet meer wil wonen. Dit is het ‘station’ voordat je naar het leefgroephuis gaat, maar je kunt daar nooit blijven wonen. De meeste blijven maar een paar maand. Ilona, Ilona is een meisje dat Iris leert kennen is het leefgroephuis. Ze is ongeveer 17 jaar en ze zit al een paar jaar in het huis. Haar ouders zijn verongelukt en haar tante, waar ze een paar jaar heeft gewoond, kan nu niet meer voor haar zorgen. Ilona wordt de vriendin van Iris in het huis. Iris moet in het begin nog niet zo veel van haar weten, ze vindt haar zo bezorgd. Iris is meer op haarzelf. De leiding en de rest van Iris’ huisgenoten in het leefgroephuis. Donald, Wubbe en Jeanette zijn de begeleiders. Iris kan niet zo goed opschieten met Wubbe, altijd als ze wat heeft gedaan moet ze bij Wubbe komen en die geeft haar dan weer straf. Met Donald en Jeanette kan ze beter opschieten. Van hen krijgt ze nooit straf en daar hoeft ze ook niet zoveel te doen, want die zijn er bijna nooit. Jan, Ilona (eerder genoemd), Tosca, Stephanie en Ferry zijn de huisgenoten van Iris. Met Tosca en Stephanie kan ze niet zo goed opschieten. Die zijn precies het omgekeerde van Iris. Jan is een beetje een rare jongen, daar gaat ze ook niet zo veel mee om en Ferry, dat is wel een lekker ding, alleen kan hij soms van die kindse opmerkingen hebben. Dan komt er later ook nog een jongen, Thijs, die komt als Ilona weggaat. Met Thijs krijgt ze wat, terwijl ze ook nog wat met Bart heeft. D. Beschrijving van mijn leeservaring 1 Onderwerp
Het onderwerp sprak me eigenlijk helemaal niet aan het leek me een beetje een langdradig boek. Het boek heeft me nieuwe kanten van het onderwerp laten zien, want het leek me langdradig, maar dat was het helemaal niet. Alle kanten van het onderwerp hebben volgens mij evenveel aandacht gekregen. 2 Gebeurtenissen
Er waren genoeg gebeurtenissen om te blijven boeien. Iris had wel eens een probleem en dat boeide mij wel. Ik kon goed begrijpen wat Iris meemaakte. Hoe ze haar gevoelens uitte vond ik knap, want eerst hield ze alles voor zich en later praatte ze erover. Maar ik denk dat als ik Iris was geweest, dat ik alles heel anders had gedaan. Ik zou er juist met mijn ouders over praten, maar ik vind het wel moeilijk om me in zo’n situatie te verplaatsen. In het boek kan ik goed meeleven, maar in het echt weet ik niet hoe ik het zou doen. 3 Personages
De hoofdpersoon is geen held. Ik zou aan de ene kant wel op Iris willen lijken maar de andere kant niet, want ze had zoveel problemen. Het is wel een hele lieve meid, maar wel alternatief. Ze droeg altijd zwarte kleren (later in het boek verandert dat) en ze rookte al shag. Ik bewonder Bart wel, want het is een hele lieve en zorgzame jongen. Hij staat altijd klaar om anderen te helpen, en hij steunt Iris echt heel erg. Soms ben ik Iris, want ik zou ook gek worden van al die mensen die je steunen. Het is ook wel eens goed om ruzie te hebben. Ik vind dat ze niet zo voorspelbaar zijn, want dat ik wist niet hoe ze reageerden op bepaalde situaties. Over Iris kom je het meest te weten, want zij is de hoofdpersoon. Ik bne met de beslissing eens, die Iris nam om te gaan veranderen. Ze is positief veranderd. 4 Bouw

Het boek is niet echt spannend, want er komen geen situaties voor waarbij je nagels afgebeten worden. Het is wel een boeiend boek, want ik las het in één keer uit. De bouw van het boek zit goed in elkaar, want aan het begin vertellen ze hoe het thuis ging en later hoe het gewoon eindigt. Ze gaan soms terug naar het begin dat gebeurt in haar dromen. Er zitten niet veel terugblikken en herinneringen in het boek. Ik vind dat het boek een open einde heeft omdat het zo verteld is dat het verhaal nog wel verder zou kunnen gaan. Je zou best nog willen weten hoe het verder gaat met Bart of Thijs, hoe het met Leonie samen gaat en hoe het gaat als Iris ouder wordt. 5 Taalgebruik
Ik vond het boek niet echt moeilijk om te lezen, want er stonden over het algemeen geen moeilijke woorden in en ik kon het goed volgen. De taal die Iris spreekt is voor mijn leeftijd geschikt, dus het was geen moeilijk boek. E. Verwerkingsopdracht 11. Zoek twee gedichten die passen bij het verhaal en leg uit waarom dat zo is. 1 Als je echt van iemand houdt
iemand alles toevertrouwt
een die echt weet wie je bent
ook je zwakke plekken kent
die je bij staat en vergeeft
en die “naast” en “in” je leeft
dan voel je pas wat leven is. Ik heb voor dit gedicht gekozen, omdat Iris met Bart verkering heeft gehad. 2 Ga dan maar. Allen gaan. Ik wil je vreugd niet krenken, Nu ik mijn hand voor’ t laatst moet leggen in jouw handen, Zeggen: vaarwel, en godbelovende, en de banden
Van vroeger blijven hecht. Ga maar. Ik zal niet wenken. Niet staan te zwaaien met mijn hoed en geen geschenken
Meegeven voor op reis. ’t Papier zal ik verbranden

En, nu ik eenzaam word, niet dromen van de landen
Die jij gaat zien. Ik zal geen uur zelfs aan je denken! Het wordt toch telkens avond en lange dagen
Zijn vol genoeg van werk en vrienden en verdriet. Herinnering is nog een van onze grootste plagen. Ga maar en dit is alles. Beter weet ik niet
Dan’ t hard bevel, waartoe ons het leven zelf gebied: In een wanhopig hart een groot
Ik heb voor dit gedicht gekozen, omdat Iris van huis weg was gegaan en gaat naar en pleeggezin en daarna naar een leefgroephuis. Ze gaat dus eigenlijk van huis.