Titelbeschrijving
Adriaan van Dis, Indische duinen, Uitgeverij J.M. Meulenhoff en Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, eerste druk, 1994.
Samenvatting
Een jongen komt met zijn zussen en moeder naar Nederland. Ze komen allen uit Indië, maar de jongen is geboren in Nederland. Allen hebben ze een oorlog meegemaakt. Ook hebben de meeste in een of meerdere Japanse kampen gezeten. Over het verleden wordt niet verteld, met name niet over de kampen. De jongen probeert met behulp van het dagboek van zijn overleden zus, erachter te komen wat er in het verleden allemaal is gebeurd. Zo komt hij ook meer te weten over zijn vader, die hem jarenlang mishandelt heeft. Hij beseft dat hij toch wel van hem houdt, ondanks de slaag die hij jaren heeft gehad Hij komt ook meer te weten over zijn moeder, en wat er allemaal gebeurt is tijdens de Japanse kampen. Zo krijgt hij steeds meer begrip en respect voor zijn familie, waarvan hij eerst niets wou weten. Hij begint zelfs van ze te houden.
Analyse
1. Waar gaat het verhaal over?
Het verhaal gaat over een jongen die met zijn familie over is gevlogen vanuit Indië. Nadat zijn zus is gestorven vindt hij een dagboek, en zo komt hij steeds meer te weten over zijn familie en wat er is gebeurd in de kampen.
2. Wie zijn de hoofdpersonen?
-De hoofdpersoon is een man van 46 jaar. Hij is de zoon van een boerenvrouw en een KNIL- soldaat. Hij heeft nog drie Indische halfzussen. Zijn vader is al een tijd dood, maar de herinneringen aan hem zijn nog vers. Hij heeft hem jarenlang mishandeld, hij moest een vent worden. Hij begint een speurtocht naar het verleden, nadat hij het dagboek van zijn gestorven zus heeft gevonden.
-De vader Justin 2. Hij is de tweede man van Lea. Hij was een KNIL-soldaat en is al vroeg gestorven. Hij heeft vanalles meegemaakt in de kampen. Daardoor voedt hij zijn zoon hardhandig op, klaar voor een volgende oorlog. Maar niet alleen zijn zoon is het slachtoffer. Zijn vrouw en haar kinderen ook.
-De moeder Lea. Zij is een heel zwak persoon. Toen haar man de kinderen en haarzelf sloeg, is ze nooit opgekomen. Ze was te bang om nog meer klappen te krijgen.
-Aram. Aram is het neefje van de hoofdpersoon. Zijn vader, Maarten, heeft een ziekte waardoor hij alles vergeet. Nadat zijn moeder, Ada, sterft, moet Maarten voor Aram zorgen. Hij is erg zelfstandig, en gaat zijn eigen weg. Maar hij zal nooit zijn vader in de steek laten. De hoofdpersoon en Aram hebben een band. Beiden hebben ze op vroege leeftijd een ouder verloren.
- Maarten. Maarten is de vader van Aram en de weduwnaar van Ada. Door zijn ziekte kan hij geestelijk en lichamelijk niets. En speelt daardoor geen grote rol in Aram’s leven. Maar diep in zijn hart houdt hij wel van de jongen, en omgekeerd ook.
- Edmee. Edmee is de halfzus van Justin 2. Dat maakt haar een soort tante voor de hoofdpersoon. Ze is heel eenzaam. De meeste familieleden zijn gestorven durende de oorlog of de kampen, of ze wonen ver weg.
- Justin 1. Justin van Capellen is de vader van de drie halfzusjes van de hoofdpersoon, Jana, Ada en Saskia. Hij was getrouwd met Lea, maar werd op brute wijze vermoord in een Japans kamp. Hij werd in het bijzijn van zijn kinderen onthoofd.
- Saskia. Saskia is de halfzus van de hoofdpersoon. Zij is ongelukkig getrouwd, maar ontzettend rijk. Zij verpleegt haar zus Ada tijdens haar sterfbed. Door de oorlog heeft ze problemen. En ze geeft haar moeder daar de schuld van. Doordat ze in een praatgroep zit, waarmee ze haar problemen probeert op te lossen. Maar omdat ze altijd met zichzelf bezig is, beseft ze niet dat ze zelf de oorzaak van haar problemen is.
3. De tijd
Er zijn veel flashbacks in het verhaal. Omdat de hoofdpersoon wil weten wat er is gebeurd in het verleden, is het verhaal opgebouwd uit flashbacks.
4. De plaats
Het verhaal speelt zich grotendeels af in Nederland en in Indië. De personen zijn bijna allemaal geboren in Indië of hebben daar in Japanse kampen vastgezeten. Ze zijn nu naar Nederland verhuisd. Ze lijdt een lange weg naar de dood, waarbij haar familie een grote rol speelt.
5. De omstandigheden
De omstandigheden zijn in dit verhaal heel belangrijk. Ze komen uit Indië en wonen nu in Nederland. Ze zijn voor andere buitenlanders. Wat ze in de kampen hebben meegemaakt willen ze niet vertellen. Ook het feit dat de hoofdpersoon uit Nederland komt speelt een rol. Zijn zussen zijn “bruin”, en daardoor voelt hij zich buitengesloten.
6. Het vertelstandpunt
Het verhaal is geschreven in het ik-perspectief. Dit komt omdat het volgens mij gedeeltelijk een autobiografisch verhaal is. Het verhaal wordt verteld door de ogen van de hoofdpersoon, Adriaan van Dis. Je krijgt te zien wat hij denkt en wat hij voelt over bepaalde gebeurtenissen. Het verhaal wordt dan ook niet-chronologisch verteld.
7. Wat is het thema en wat zijn de motieven?
Het thema is haat -liefde verhouding. Alles draait erom wat er in het verleden is gebeurd met zijn vader en andere familieleden. Hij heeft zijn vader nooit goed gekend, maar beseft dat hij ondanks de haat, toch van hem houdt.
De motieven zijn liefde, angst, ziekte, leugens, geheimen, oorlog en geweld.
8. De structuur.
Je begint midden in een gebeurtenis, in medias res. Ze zijn al op weg naar Nederland. Dit is wel belangrijk, omdat je zo niet weet wat er in die kampen is gebeurd, of nog verder in het verleden. Hier draait het hele boek om.
9. Wat wilde de schrijver aan zijn lezers duidelijk maken/overbrengen?
Omdat het een autobiografisch verhaal is, denk dat de schrijver duidelijk wil maken hoe erg het is geweest in een Japans kamp. Niemand wil vertellen wat er is gebeurd in die kampen, waarschijnlijk omdat het zo verschrikkelijk is geweest.
10. Wat is het genre?
Het is een autobiografische roman.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden