Boek: Van Dis,
Adriaan Indische duinen Amsterdam, 1994
(6e druk 1994)
Samenvatting
Een gezin van 1 moeder, 3 dochters en 1 zoon(de ik-persoon) gaan zich vestigen in Nederland. Het gezin heeft in WO II geleefd in Nederlands-Indië. Daar hebben de ouders en de drie dochters in een kamp gezeten.
De ik persoon begint herinneringen op te halen vanuit zijn jeugd en vertelt over zijn ervaringen met zijn zussen en zijn ouders. De ik persoon is namelijk lange tijd mishandeld en gekleineerd door zijn vader.
Na een lange zoektocht van mensen die zijn vader kende beseft hij eindelijk dat hij zijn vader niet haat.
Titelverklaring:
Het boek van Adriaan van Dis heet Indische duinen, omdat een Nederlands-Indisch gezin zich vestigt in de Nederlandse duinen en daar allemaal herinneringen ophaalt van hun tijd in Nederlands-Indië.
Citaten:
Citaat nr. 1[blz. 144]
“De vloed kwam op, mijn vader deed zijn schoenen uit en rolde zijn broekspijpen op, ik hoefde alleen maar mijn schoenen uit te trekken, het was nog geen nieuwjaar en ik trainde voor mijn soldatenbenen.”
Citaat nr. 2[blz. 174]
“Ik zei: ‘Hij sloeg.’
‘Zit je daar nog mee?’ Zei er een.
‘Ja.’
‘Een pak slaag heeft nog nooit iemand kwaad gedaan.’
‘De oorlog zat hem dwars,’ zei ik voorzichtig
‘Ach wat een aanstellerij’ “
Citaat nr. 3[Blz. 230]
“Hoe graag had ik niet bekend, maar ik vond de kracht niet om te liegen ik viel tegen de boom en zakte in elkaar.”
Citaat nr. 4[blz. 236]
“Alles werd blauw in mijn tranen.
‘Nee,’ zei ik ‘nee.’
‘Twee woorden’.
‘Nee pap,’ fluisterde ik. En ik voelde de brand in zijn hand.
Hij hield niet op, zijn vingers fladderde voor mij ogen.”
Citaat nr. 5[Blz. 241]
“Naar huis en oefenen, met mijn vader in een ziekenwagen in de regen, zo zacht en aardig was hij nog nooit geweest. Hij streelde mijn tintelarmen en we luisterden het liedje van natte klinkers onder de dikke rubberbanden.“
Citaat nr. 6[blz. 312-313]
“ ’Gaan we oefenen, pap?’
Hij trok zijn vader mee naar buiten, hij wilde bomen leren klimmen, hoewel zijn vader er veel te ziek voor was.”
De vader van de ik persoon is een vrij agressieve man. Dat komt door zijn verleden en zijn ervaringen.
De vader heeft vroeger in het KNIL gezeten (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger). Daar heeft hij een hele zware training gehad en hij is vaak gemarteld door de Japanners in WO II.
Door de oorlog is hij agressief geworden en heeft hij soms problemen om zich in bedwang te houden. Hij slaat zijn zoon heel erg vaak en voed hem met de harde hand op. Hij kleineert zijn zoon vaak en scheld hem uit. Daardoor heeft de ik persoon een haat tegen zijn vader ontwikkeld.
Hij woont nu in Nederland en er is een mogelijk gevaar dat er weer een oorlog uitbreekt (koude oorlog). Daarom wil hij zijn enige zoon zo goed mogelijk opvoeden zodat hij het leger in kan als hij groot is. Hij laat zijn zoon allemaal opdrachten doen in de duinen. Dat blijkt uit citaat nummer 6 en 1.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden