Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

I.M. door Connie Palmen

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover I.M.
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • vwo | 5534 woorden
  • 20 februari 2006
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
15 keer beoordeeld

Boekcover I.M.
Shadow
I.M. door Connie Palmen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud van dit verslag: in de volgende volgorde komen de volgende onderwerpen aan bod in dit verslag: - Waarom koos ik dit boek? - Korte samenvatting - Wat was mijn eerste reactie? - Wat vond ik van het boek? # Welke gevoelens heeft de tekst bij me opgewekt? # Wat is de belangrijkste zin uit het boek? # Wat is het belangrijkste woord uit het boek? - Wat is mijn mening over het gedrag van de hoofdpersonen? - Analyse van het boek aan de hand van de volgende begrippen: # Personages # Perspectief # Structuur # Tijd # Ruimte # Spanning # Stijl # Thema, motief, titel # De schrijfster - Hoe heeft de schrijfster het verhaal uitgewerkt? - Slotevaluatie Waarom koos ik dit boek? Ik heb dit boek gekozen omdat het mij wel een bijzonder boek leek. De flaptekst e.d. waren opzich niet veelzeggend over de inhoud, maar wel over de stijl waarin het boek geschreven is, en dat sprak mij wel aan. Omdat er in de les ook al een aantal keren over Connie Palmen verteld werd, en dat zij ook een goede schrijfster was, moedigde dat mij alleen nog maar meer aan om dit boek ook te lezen. Ook de voorkant, waarop twee verliefde mensen staan, heeft meegeholpen met mijn eerste indruk toen ik het boek zag staan. Last but not least, de titel. Dat is natuurlijk het eerste wat je ziet als alle boeken in een rek staan. De titel van mijn boek is I.M., en omdat dat opzich best wel geheimzinnig klinkt, bekeek ik daarna waarover het boek ging. Wat er daarna gebeurde is hiervoor te lezen.
Korte samenvatting In Margine: De Amsterdamse schrijfster Connie Palmen ontmoet journalist Ischa Meijer voor de eerste keer in februari 1991. Zij is uitgenodigd voor een interview in zijn radioprogramma omdat haar eerste roman net uitgebracht is. Het is onmiddellijk duidelijk dat de twee voor elkaar in de wieg zijn gelegd en er bloeit een liefdesrelatie op. Ook van hem komt toevallig bij dezelfde uitgever net een nieuw boek uit, zijn eerste bundel Dikke Man-colums. Het gerucht van hun verhouding verspreidt zich snel en zij kan tot haar eigen verbazing geen minuut meer zonder zijn nabijheid. Hij komt over als een beminnelijke man met een gebruiksaanwijzing; hij heeft humor en houdt van chansons en lekker eten; hij is rap van tong, intelligent, gevoelig, egocentrisch en gul tegelijk en ergert zich aan alles wat lijkt op pretentie. Haar leven verandert radicaal door de vrijwel gelijktijdige verschijning van haar succesvolle eerste boek en haar ontmoeting met de eerste man die ze werkelijk lief heeft. In deze periode denkt ze vaak na over de betekenis van fictie, werkelijkheid, schrijven en haar jeugd en veel van wat ze hem daarover vertelt, duikt vroeg of laat, soms met slecht kleine wijzigingen, in zijn columns op, wat zij niet altijd op prijs stelt. In april gaan ze samen voor het eerst naar Amerika voor een paar weken, naar Californie. Het is haar eerste reis naar het verre westen en ze verwonderd zich over de vertrouwdheid van die wereld en hoezeer de cultuur die ze daar aantreft vol herkenning is. De reis brengt de twee geliefden dichter bij elkaar; zij raakt nog overtuigder dat hij de eerste man is met wie ze wil en kan samenleven. Kort na hun terugkeer in Amsterdam vliegen ze opnieuw de oceaan over, dit keer voor een week New York, waar hij moet zijn voor een reportage over hotels. Hij kent de stad op zijn duimpje en geniet ervan om zijn geliefde alles te laten zien. Zij was er al eens eerder, maar dat verblijf bleek toen geen succes omdat het vriendje dat ze ging opzoeken niet veel belangstelling meer voor haar had. Terug in Nederland leert Ischa haar familie beter kennen en hij kan het goed met ze vinden, vooral met haar moeder. De eerste zomer van hun relatie gaan ze voor de derde keer naar Amerika en deze keer voor 2 maanden. Ze reizen door Texas, New Mexico, Colorado, Utah, Nevada en opnieuw Californie. Soms blijven ze een week op een plek om vooral te lezen of te schijven. Ze is opnieuw geïmponeerd door Amerika, maar hij heeft het land aan het einde van hun verblijf voorlopig wel even gezien. Zijn Dikke Man-column verschijnt inmiddels dagelijks in de krant. En zij leert nu ook zijn familie kennen, tenminste voor zover hij daar contact mee heeft. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij als kind met zijn joodse ouders in een concentratiekamp gezeten. Zijn relatie met hen is in de loop der tijd echter zodanig verstoord geraakt dat zij willen geen enkel contact meer met hun kinderen. In de zomer van 1992 gaan Connie en Ischa enkele weken naar Frankrijk, ook al heeft zij niet met het land. Zij denkt na over haar nieuwe roman en hij wil een boek over zijn vader schrijven, al is tegelijkertijd huiverig om dat te doen. Naarmate de twee geliefden langer bij elkaar zijn, wordt steeds duidelijker hoe ze in de wereld staan, hoe ze verschillen in hun angsten en visies en hoezeer ze desondanks volledig aan elkaar gewaagd zijn. Voorjaar 1993 is Amerika opnieuw hun reisdoel, Florida dit keer, waar hij in een rustig hotelletje aan een boek over zijn vader wil schrijven, maar meer dan aantekeningen en enkele aanzetten krijgt hij niet op papier. Kort na hun terugkeer in Amsterdam vernemen ze dat zijn moeder is overleden en vlak daarna ook zijn vader. Maar vanwege het verbroken contact is het een pijnlijke zaak. Na het nieuws van de dood van zijn vader, een bekende letterkundige, heeft de zoon wel onmiddellijk een kort herdenkingsartikel klaar, dat anoniem in de krant wordt gepubliceerd. Hij stort zich vervolgens op zijn werk: voor een commerciële tv-omroep gaat hij een interviewprogramma maken. Om de presentatie van de Amerikaanse vertaling van haar eerste roman luister bij te zetten, gaat Connie voor een week alleen naar New York, maar ze mist haar partner enorm. Iets later overkomt haar in Duitsland hetzelfde en gaat ze eerder naar huis terug. In het najaar vliegen ze samen nog voor een lang weekend naar New York, waar ze besluiten om het volgende jaar weer voor langere tijd op vakantie te gaan. In de loop van het jaar wordt zij verschillende keren geconfronteerd met de dood of ziekte van vrienden en bekenden. De bestemming van hun reis in de zomer van 1994 is Florida en het Amerikaanse zuiden, terwijl ze eind augustus opnieuw naar New York gaan, dit keer met Ischa’s dochter Jessica en rond de jaarwisseling nog een keer. Tijdens die laatste reis leest hij geboeid het manuscript van haar nieuwe roman. Het is koud in New York, maar ze zijn er van overtuigd dat 1995 een goed jaar zal worden. Later zal zij die dag van de terugkeer op de derde januari, wanneer hij haar vertelt altijd een beetje te treuren om het einde van de reis, aangrijpen als een laatste moment van onwetendheid en onschuld. In Memoriam: Door Ischa’s plotselinge dood op Valentijnsdag 1995 heeft zij
voor het eerst het gevoel een verleden te hebben. Ze is die ochtend naar Limburg afgereisd voor een begrafenis en haar vader is degene die haar de onheilsboodschap brengt. In de weken na Ischa’s dood is het verlies ondraaglijk, maar in kleine dingen vindt zij weer enig houvast. Dan sterft amper 3 maanden later ook haar vader na een kort ziekbed en kan ze de twee vormen van rouw, om haar geliefde en de toekomst, om haar vader en het verleden, niet meer van elkaar onderscheiden. Toch maakt de rouw om het verlies van de vader het verdriet om haar partner minder zwaar. Geleidelijk komt ze weer vaker onder de mensen en in november geeft ze een groot feest om haar 40ste verjaardag niet zomaar voorbij te laten gaan. Vlak voordat ze het eerste jaar zonder haar geliefde voorbij is pakt ze de pen weer op, om over hem te schrijven. Bron: http://www.scholieren.com/boekverslagen/19118 Wat was mijn eerste reactie? Ik vond I.M een heel erg mooi boek. Toen ik het las wist ik eerst niet dat het een soort verslag was van Connie Palmen haar leven met Ischa. Maar als je dat dan eindelijk door hebt dan leest het boek heel erg goed door. Het einde is opzich best wel hartverscheurend. Hoe ze rouwt om Ischa, en hoe ze het ook probeert te verwerken. Ik vond het ook heel boeiend hoe twee mensen zo voor elkaar gemaakt kunnen zijn en dat ze elkaar écht nodig hebben om gelukkig te zijn. Dat is échte liefde denk ik. Maar ondanks dat is het niet zomaar een liefdesverhaal, want omdat het twee bijzondere mensen zijn loopt het toch wel heel anders dan je verwacht. Vooral door hun eerlijkheid denk ik. Wat vond ik van het boek? Welke gevoelens heeft de tekst bij me opgewekt? Een gevoel van geluk denk ik, over de liefde, dat échte liefde echt bestaat: Blz 55: Zodra ik bij hem ben kan ik weer aan iets anders denken dan aan hem. Blz 66&67: ‘Ik vrees dat ik echt van je hou,’ mompelt Ischa heel zacht. Het is op eens rumoerig in de saloon. Stoelen verschuiven en boven het gedempte geluid van mensen die met elkaar praten, klinkt de hardere stem van een vrouw. Zij is degene die met veel misbaar haar stoel naar achteren geschoven heeft en nu op de pianist toeloopt, hem iets toefluistert en na enkele introducerende klanken een lied begint te zingen dat Ischa als So in Love with You van Cole Porter herkent. Hij schiet vol en grijpt mijn hand. Hij probeert me iets te zeggen, maar hij moet huilen. Hij knijpt in mijn hand en slikt heftig om zo snel mogelijk aan mij kwijt te kunnen wat hij kwijt wil. ‘Als ze er zulke liedjes over schrijven, dan moet het toch ook echt bestaan.’ Omdat hij huilt en om wat hij zegt, huil ik opeens ook en ik zeg heel vaak achter elkaar dat het echt bestaat, lieve, lieve schat, echt waar, het bestaat en het hoeft niet over te gaan, het kan er voor altijd zijn en het is het mooiste wat er is en helemaal niet moeilijk. Blz 81: Kennis is liefde. Hij ziet mij doen wat hijzelf doet en hij schrijft mij dezelfde beweegredenen toe. Blz 88&89: Het lezen van zijn boeken brengt een mengeling van opwinding en verdriet met zich mee. De opwinding voel ik omdat ik me verheug op het leven met dit moeilijke karakter dat me vreemd is en vertrouwd, maar waarvan zelfs de meest akelige beschrijvingen van verlatingen, afkeer en haat, bij mij de overtuiging onaangetast laat dat hij mij onverminderd zal liefhebben en mij nooit zal verlaten. Het verdriet voel ik omdat het me met een precies eendere zelfverzekerdheid duidelijk is dat er dingen zijn die ik niet kan veranderen, die pijnlijk zijn en onoverkomelijk. Voor het eerst in mijn leven dringt het tot me door dat het niet alleen gaat over iets van hem, dat het geen kuilen zijn waaruit hij niet zou kunnen of willen klimmen, maar dat het gaat om iets waarbij ik hem niet kan helpen. Met de man kies je ook het verdriet waar je het meest van houdt. Ik sta niet aan de rand van de kuil om hem een hand te reiken. Ik zit er zelf in. Blz 94: En nu, deze keer, nu ik voor het eerst in mijn leven de man gevonden heb met wie ik wel kan leven, wordt het me duidelijk wat ik zolang zocht en nooit kon vinden, van wat voor soort verstand ik zo beestachtig houd. Het is zijn intelligentie, zijn taal, het is zijn manier van analyseren en duiden, die me zowel van mij eenzaamheid als ban mijn bedrog en schaamte bevrijdt. Ik doe me niet langer dommer voor dan ik ben, omdat dat niet nodig is. Hij begrijpt wat ik zeg. En hij houdt ervan als ik doorzie wanneer hij liegt en dat dan ook zeg. Hij weet toch dat ik nooit bij hem zal weggaan. Blz 103: Het is een angstaanjagende wetenschap, maar met hem ben ik gelukkiger dan zonder hem. Blz 103: Dat bolvormige wezen van Plato, die man en die vrouw die een zijn en dan uit elkaar gehaald worden, dat begrijp ik nu pas echt. Dat wrede van die scheiding, dat is precies zoals het voelt. ‘Zonder jou ben ik minder waard,’ zeg ik, en dat zoiets niet alleen maar een prettige gedachte is. Blz 109: Hij slaat een arm om me heen. ‘Home?’ smeekt hij. ‘Home,’ zeg ik en ik haak mijn vinger in de zijne. ‘Zul je me nooit verlaten?’ vraagt hij. ‘Nee,’ zeg ik, ‘nooit.’ Blz 114: ‘Ik wil dat je eeuwig leeft,’ zeg ik tegen hem. Blz 115: ‘The two of you only want the other and nobody than the other,’ zegt hij met een melancholieke glimlach. ‘I know what I’m talking about.’ Blz 123: Ik smoor hem zowat in mijn omhelzing als ik tegen hem zeg dat ik alles wat me in de rest van mijn leven zal overkomen, ook altijd aan hem te danken heb. Blz 125: Het loopt tegen enen en ik krijg trek. Op het moment dat ik opkijk van mijn boek doet Ischa precies hetzelfde. ‘Cottage cheese,’ zeggen we tegelijkertijd en schrikken daarvan. Daarna schieten we in een zenuwachtige lach. ‘Dat betekent dat we voor elkaar bestemd zijn,’ zegt Ischa ondanks zichzelf. Blz 138: ‘Het is alsof je er altijd al was,’ zegt Ischa. Blz 155: ‘Wat een vreemd verbond,’ zeg ik tegen hem, ‘dat je van je man weet waaraan hij denkt.’ Blz 165: ‘En hoor ik daar ook nog bij?’ ‘Ja,’ zeg ik, ‘op jou heb ik me ook mijn hele leven voorbereid.’ Blz 166: ‘Ik blijf altijd bij je,’ zegt hij. ‘Ja,’ zeg ik, ‘dat weet ik.’ Blz 177: ‘Nooit dacht ik na over des levens zin, maar nu overkomt het al me samen met Connie Palmen,’ dichtte hij. Blz 208: ‘Tas vroeg me laatst: “Wil je niet met Connie trouwen?” Ik zei zo van nee, niet bepaald, dat het eindelijk eens niet nodig was. “Nou,” zei Tas toen, “als je het over haar hebt, wil ik wel met haar trouwen.” Lief hè? ‘Nogal lief van jou ook,’ zeg ik. ‘Ik hou van je, wat het ook betekent. Ik vind het interessant om met jou te leven.’ Blz 209: Ik ben het liefst samen. Ieder uur zonder hem is minder de moeite waard dan een uur met hem. Blz 217: ‘Dat hoeft niet,’ zeg ik, ‘ik heb genoeg aan je liefde.’ Blz 225: ‘Ik heb daarnet een hele tijd naar je liggen kijken, toen je daar aan die tafel zat en schreef. Je ontroerde me, je was zo vol concentratie en zo op jezelf en je bent toch bij mij. En ik realiseerde me dat ik nog nooit zo gelukkig in mijn leven ben geweest als nu, hier, vandaag.’ ‘Ik ben ook gelukkig, Is,’ zeg ik. ‘Ik heb in mijn leven naar twee dingen verlangd, naar het schrijven van boeken en naar een grote liefde.’ ‘En die heb je nu.’ ‘Ja.’ Blz 239: Zoals gewoonlijk liggen we weer vroeg in bed, dit keer in identieke pyjama’s. We kijken elkaar aan en barsten in lachen uit.’Wordt het niet te gek met ons?’ gniffelt Ischa. ‘Het kan me niet erg genoeg zijn. Too much is not enough for me, Is.’ Blz 249: ‘Ik ga alleen maar meer van jou houden,’ zegt Ischa met die lichte verlegenheid die hem zo mooi maakt. Blz 269: ‘Er zit niks anders op dan trouwen,’ heeft Ischa uiteindelijk besloten, ‘zo’n samenlevingscontract is ons veel te modern.’ Dat vind ik ook. Blz 279: We liggen in bed en wachten op het getal van de tijd. ‘Wat zijn we al lang bij elkaar, hè?’ ‘Veertig jaar, zegt mijn moeder. Volgens haar leven we allebei voor twee en kunnen wij onzer jaren samen met 10 vermenigvuldigen.’ ‘Laatst heb je het grootste compliment gekregen dat je krijgen kunt, van mijn dochter. Zij herinnerde mij eraan dat wij met z’n tweeën langs een boekwinkel liepen en dat ik haar op de Wetten wees. “Die schrijfster ken ik,” heb ik toen gezegd, “die zul je nog wel zien.” Daarop zei Jessica toen dat ze zich niet meer kon voorstellen dat je er ooit niet geweest was.’ Ik lig tegen hem aan en kan zijn gezicht niet zien, maar hij richt zich op, steunt op zijn elleboog om mij in de ogen te kunnen kijken en te zeggen dat hij hetzelfde heeft als Jessica, dat hij zich niet kan voorstellen dat ik er ooit niet was. ‘Gek,’ zeg ik, ‘dat heb ik nou ook.’ Blz 280: ‘Jij vindt toch ook dat we goed bij elkaar passen?’ ‘Ja.’ In het gedeelte In Memoriam is het natuurlijk vooral verdriet: Blz 283: Mijn man is dood, zet ik later in de krant. Blz 283: Nooit. Altijd. Voor Altijd Nooit Meer. Blz 283: Ik ben afgesneden van mijn leven met hem, dat leven is voorbij. Blz 284: Ik moet naar Ischa, dat is het enige wat ik wil, bij Ischa zijn. Blz 291: Ik sta er middenin en ik heb pijn in mijn hart. Blz 291: Wanhoop is precies wat het is, het is het volkomen werkelijk en terecht ontberen van iedere hoop. Nu ik dat weet huil ik en ik hou daar de komende twaalf maanden niet meer mee op. Blz 291: Ik weet precies waarvoor ik bang ben: ik ben bang voor iedere volgende seconde, voor een fractie van een seconde, voor iedere minuut, ieder uur, iedere komende dag van mijn leven zonder hem. Het lijkt me ondoenlijk om te leven zonder hem en met de kennis dat ik heb, met de wetenschap dat hij er de volgende seconde, de volgende fractie van een seconde, de volgende minuut, het volgende uur, de volgende dag niet zal zijn. Blz 293: In de vroege ochtend van de dag waarop we hem begraven, ga ik voor het laatst naar hem toe, samen met zijn dochter. Ik ben beurs van de pijn. Die dode Ischa was het minste wat ik nog had na vandaag, na een fractie van een seconde, heb ik zelfs die niet meer. Ik vind er zonder Is niks aan. Blz 298: Wat ik kan zeggen tegen anderen is dat ik in de hel leef. Er is niets troebels aan mijn toestand, niets wat vragen oproept, verwarrend is, er is geen conflict en geen probleem. Die hel, dat is leven in opperste helderheid. Rouw is rauw. Ik kan niets bakken van zijn dood, niets. Blz 304: Ik ben volledig bezet door de tegenwoordigheid van het gemis aan Ischa. Blz 307: Het scheurt in mij van de pijn, maar vanaf mijn jongeste dag heb ik mijn hart gekneed om dit verdriet te kunnen dragen en dat doe ik. Blz 307: Het loopt door elkaar, het verdriet om Ischa en dat om mijn vader en het enige wat ik kan bedenken is dat met Ischa de dood in mijn toekomst kwam en met mijn vader de dood in mijn verleden, maar het helpt niks. Pijn is pijn. Blz 309: De eerste dromen waarin hij opduikt vervloek ik, omdat ik eruit moet ontwaken en dan weer dagenlang jammer van een rauwe pijn, maar na een aantal maanden bid ik om een droom waarin hij aan mij verschijnt, omdat de droom dan de enige manier is om hem nog levend bij me te hebben, omdat hij daarin beweegt en spreekt, zoals hij niet eerder bewoog en sprak. Blz 311: Ik ben nogal kapot. Nee, ik ben kapot. Wat is de belangrijkste zin uit het boek? ‘Ik ben het liefst samen. Ieder uur zonder hem is minder de moeite waard dan een uur met hem.’ (blz 209) De reden dat ik deze zin kies is omdat zij het ook zo voelt. Je ziet het in het begin al terug als ze ‘m mist als Connie eventjes niet bij ‘m is, maar vooral ook op het eind als hij overleden is. Dan vindt ze haar leven eigenlijk niets meer waard omdat hij er niet meer is.
Wat is het belangrijkste woord uit het boek? Het belangrijkste woord uit het boek vind ik Fictie. Niet omdat het het meest voorkomende woord is, maar omdat het wel veel dingen bepaald in het boek. Ook de kijk op het leven van vooral Connie Palmen. Blz 100: Je eigen leven is doorseemd van thema’s, abstracte ideeën, van verhalen die al eerder verteld zijn, als je het er maar in ziet. Ik gebruik mijn leven niet voor de literatuur. Het werkt andersom. De literatuur bestaat uit levens als de mijne en ik zie welke fictie doorwerkt in mijn leven, omdat ik die erin kan en wil zien. Hoe abstracter ik mijn leven beschouw, hoe beter ik in staat ben het oude verhaal erin te herkennen, of elementen van bestaande verhalen en thema’s. Duidelijk voorbeeld waarin Connie Palmen laat zien hoe zij erover denkt. Blz 61: ‘Jij zet alles onmiddellijk om in fictie, zelfs je eigen leven,’ zegt Ischa, ‘dat is voor jou de manier om de werkelijkheid te kunnen hanteren.’ Iedere opmerking van hem maakt indruk op me, deze ook, maar ze is maar half waar. Ik kan niet zo snel vinden waar het hem precies in zit, of het een onvolledigheid is of iets anders en daarom zeg ik tegen hem dat het niet helemaal is zoals hij zegt. Het is geen omzetten, geloof ik. Fictie maakt deel uit van de werkelijkheid. Zodra je op een straathoek in San Francisoco opeens in de ogen kijkt van Jack Kerouac en dan aan je oudste broer moet denken, aan zijn en aan je eigen jeugd, dan ben je toch niet bezig om fictie te maken van je bestaan, maar dan loop je tegen fictie aan, dan is ze werkelijkheid, want wat is er werkelijker dan een straat, dan zie je hoe die schrijvers, personages, boeken, letters en verhalen onlosmakelijk verweven zijn met je dagelijkse leven, daar deel van uitmaken en daardoor in strikte zin geen fictie meer zijn, maar een levendig deel van je bestaan, van je geest en je blik. Dat van wat Ischa zei over dat dat voor Connie de manier is om de werkelijkheid te hanteren, dat zie je *vind ik* wel duidelijk terugkomen in het In Memorian. Ze schrijft een boek ter verwerking van de dood van Ischa. Niet dat het boek dan fictie is, maar toch wel schrijven en verwerken en de werkelijkheid hanteren door te schrijven. Op b.v. bladzijde 69 en 70 wordt ook nog duidelijk over fictie gesproken. Wat is mijn mening over het gedrag van de hoofdpersoon? Ik vind het alle twee *Connie en Ischa* hele bijzondere mensen. Dat zie je ook heel erg duidelijk terugkomen in hun gedragingen en vooral in hun dialogen. Dat vind ik heel erg boeiend om te zien, omdat ik zelf best wel anders ben denk ik. Maar dat betekent nog niet dat ik me niet in hun beslissingen e.d. kan verplaatsen. Het roept een soort verlangen in me op, waarschijnlijk vooral omdat het onbekend voor me is, van ik wil ook weten hoe dat is. Analyse van het boek aan de hand van de volgende begrippen: Personages Connie Palmen: Connie Palmen is een schrijfster, die net haar debuut heeft gemaakt met De Wetten. Ze woont in Amsterdam. Aan het begin van de roman is zij 35 jaar, aan het eind 40 jaar. Zij is geboren in het kleine plaatsje St. Odilienberg, in Brabant. Haar ouders wonen daar nog steeds. Ze heeft ook nog drie broers. Connie is soms heel zelfverzekerd, terwijl je andere keren de indruk krijgt dat ze toch ook wel heel onzeker is. Ze is ook heel erg emotioneel. Verder is Ischa de perfecte man voor haar en wil ze hem nooit meer kwijt. Connie is een round character. Ischa Meijer: Ischa Meijer een Joodse journalist/columnist/radio- en televisiepresentator. Hij heeft al veel vrouwen versleten. Hij is vader van een dochtertje; Jessica. Hij heeft samen met zijn ouders het concentratiekamp Bergen-Belsen overleefd. Als hij ouder wordt negeren zijn ouders het bestaan van hun kinderen volkomen. Hij is grotendeels gevormd door deze gebeurtenissen en is in zijn hoofd nog dagelijks bezig met zijn ouders. Ischa heeft ook nog een zus waarover wel gesproken wordt. Ischa is ook een round character. Connie en Ischa zijn de twee belangrijkste personen in het verhaal waar ook het meest over gesproken wordt. Verder zijn er nog een aantal personages waar veel minder over gesproken wordt, maar die wel een belangrijke invloed op het verhaal hebben: Louis Tas: Louis Tas is de psychiater van Ischa. Hij komt nooit letterlijk aan het woord ofzo, maar toch keert hij geregeld terug in de uitspraken en verhalen van Ischa. Voor hem is Tas de persoon in zijn leven waar hij het meest van geleerd heeft. Ischa bezoekt hem elke woensdag. Tas is een flat character. Dr. Jakob Meijer en Liesje Meijer-Voet: Dr Jakob Meijer en Liesje Meijer-Voet zijn de ouders van Ischa. Zij komen alleen maar voor in de verhalen van Ischa en ook nog aardig tastbaar als beide overlijden. Toch zijn ze zeer belangrijk in het verhaal: Ischa heeft namelijk nog dagelijks moeite met hen. Met de manier waarop zijn ouders hem opgevoed en behandeld hebben. Hij heeft er een soort trauma aan overgehouden. Zijn ouders negeerden zijn bestaan volkomen. Het was zelfs zo erg dat iedereen die in hun huis over één van de kinderen begon, meteen kon vertrekken. Dr Jakob Meijer en Liesje Meijer-Voet zijn flat characters. Perspectief Het verhaal is geschreven in een ik-perspectief. Je kijkt mee door de ogen van Connie Palmen, de schrijfster van het verhaal. Zij schreef het verhaal als rouwverwerking voor de dood van Ischa. Het verhaal is een soort autobiografie, dus zij speelt zelf ook een grote rol in het verhaal. Structuur Het verhaal begint eigenlijk in Medias Res: want het begint op het moment dat Connie en Ischa al samen zijn. Maar voor de rest begint het verhaal eigenlijk wel vanaf het begin, dus Ab Ovo. Je kan het begin denk ik beter zien als een soort Flash forward. In de rest van het verhaal komen ook nog wel aardig wat Flash forwards voor, maar in het algemeen toch wel meer flashbacks. Een voorbeeld van een Flash forward in het verhaal: Blz 283: Mijn man is dood, zet ik later in de krant. Een voorbeeld van een flashback in het verhaal: Blz 162: Hij zegt dat hij dat iedere dag deed met zijn vader en als hij daar even later aan toevoegt dat hij in de jaren zestig, toen hij een jaar of zestien was, iedere avond Jitschak Dasberg bezocht om hem te helpen bij de vertaling van de Pentateuch en de Haftaroth, hoor ik aan hem dat hij zelf bijna niet meer kan geloven dat het echt waar is, dat hij daar daadwerkelijk avond aan avond bij Jitschak Dasberg zat en hem suggesties aan de hand deed bij het zoeken van de juiste woorden en interpretaties. In 1970, als de vertaling uitkomt, slaat Ischa onmiddellijk het voorwoord bij de Pentateuch op. Dasberg noemt iedereen die hij wil bedanken bij naam, behalve hem, Ischa Meijer. De hoofdintrige in dit verhaal is de relatie tussen Connie en Ischa. Er zijn wel een aantal nevenintriges te noemen: zoals b.v. de relatie van Ischa met zijn ouders en hoe die verder verloopt, en ook de ontwikkeling van hun boeken kan je als een nevenintrige zien. Het boek heeft denk ik een gesloten einde wat de hoofdintrige betreft, de relatie tussen Connie en Ischa. Die eindigt eigenlijk met Ischa’s overlijden. Maar de laatste zinnen van het boek zijn: Blz 311: Vanaf de eerste zin van I.M. ben ik bang voor de laatste. Vlak voor zijn tweede geboorte- en sterfdag begin ik weer met schrijven. ’s Ochtends klas ik dat mechanische schrijfbloc open en doe het enige waar ik zin in heb, waarnaar ik verlang. Het zal worden wat ik ervan maak. Voordat die ene zin op het scherm verschijnt die me iedere dag weer in haar volle betekenis raakt, hoor ik een piep. Het is mijn animistische ziel die deze piep beschouwt als een begroeting en dan groet ik terug, dan begroet ik de Ischa die ik aan het maken ben. ‘Press any key to continue’, is die zien en het antwoord dat ik Ischa aan mij laat geven. En dat doe ik dan ook. Je kan dat ook een beetje als een open einde beschouwen, als een soort nieuw begin, en je niet weet hoe het verder zal gaan. Tijd De verteltijd van het boek I.M. is 312 bladzijden. De vertelde tijd in het boek is van 1991 tot 1996. Hierin zijn de flashbacks niet meegeteld, want anders zou het wel een grotere tijd beslaan.
Ruimte Connie en Ischa wonen allebei in Amsterdam, en daar speelt het verhaal zich ook grotendeels af. Maar ze gaan ook wel vaak op vakantie, vooral naar Amerika en ook naar Frankrijk. Als op vakantie zijn, dan voelen ze zich gelukkiger, merk je in het verhaal. De historische tijd van 1991 tot 1996 maakt niet zo heel veel uit, maar dat Ischa in de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp geweest is, wel. Spanning Opzich is er in het boek niet echt sprake van veel spanning ofzo. Misschien alleen als Connie en Ischa ruzie hebben, terwijl je ook wel weet dat dat wel weer goed komt. De echte spanning begint pas vanaf Ischa’s dood. Hoewel ik niet weet of dat nou echt spanning is of meer verdriet. Je leeft mee met Connie en hoe zij alles overleeft, en aankan. Je wil dat het goed met haar komt, want anders ga je er zelf ook bijna aan onder door. Stijl De sfeer is in het gedeelte In Margine vooral in het begin heel erg enthousiast en ook vaak heel gelukkig. Hoe verder je leest, hoe meer de sfeer wat dreigend wordt. Er overlijden veel mensen en er wordt steeds meer toegewerkt naar de dood van Ischa. Thema, motief en titel Ik denk dat het thema van het boek vanuit de ogen van Connie Palmen is: angst om verlaten te worden. Daar kan je ook weer andere thema’s aan ophangen zoals liefde en dood. Maar ik denk dat die angst om verlaten te worden toch wel de belangrijkste is. Ook omdat je in veel van Connie’s acties naar Ischa toe dat terug kan zien. Het motief is de dood denk ik. Het keert, hoe verder je leest in het verhaal steeds terug. Vanaf de dood van de moeder van Ischa merkt Connie ook dat de dood intrede gedaan heeft in haar leven. De reden dat het boek I.M. heet is omdat de initialen zijn van Ischa Meijer, haar grote liefde. Ook staat I.M. voor In Margine en In Memoriam. De schrijfster Naam: Connie Palmen

Geboren: 25 november 1955
Debuut: De wetten (1991, roman) Genres: Roman, non-fictie
Bijzonderheid: Op 14 februari 1998 verscheen de roman I.M. die ze schreef over haar relatie met de in 1995 overleden Ischa Meijer. Die dag is behalve Valentijnsdag de verjaardag én sterfdag van Ischa Meijer. Citaat: 'Tot afgrijzen van menige vrouw schrijf ik in De wetten dat ik schrijven een mannelijk beroep vind. Dat vind ik ook. Alleen mannen hebben daar de tijd voor. Vrouwen moeten kinderen krijgen, veel bij hen zijn, lekker koken. Het ís ook het mooiste wat er is, het dragen, het baren en het zorgen voor kinderen. Maar al zal ik zelf het woordelijke baren nooit boven het vleselijke baren stellen, ik vind het prachtig dat je aan zo'n natuurdrift geen gehoor meer hoeft te geven.' (Geletterde vrouwen, 1996) Recent werk: De vriendschap (1995, roman), I.M. (1998, roman), De erfenis (1999, Boekenweekgeschenk), Echt contact is niet de bedoeling (2000) Hoe heeft de schrijfster het verhaal uitgewerkt? Ik vind dat Connie Palmen het verhaal heel erg goed verwerkt heeft. Ook omdat het echt gebeurd is e.d. heeft ze het denk ik meer in spreektaal opgeschreven dan in hele moeilijke woorden. Dat maakt ook, dat het veel echter lijkt, veel dichter bij je staat en het ook net lijkt alsof het zo vertelt wordt. In de meeste bedachte en geschreven ‘love-story’s’ is het allemaal hele dichterlijke taal, maar ik denk dat als dat in --I.M. ook zo geweest was, de echtheid van het verhaal niet goed tot uiting komt en ook niet goed tot je doordringt. Slotevaluatie Ten eerste vond ik het een heel mooi boek! Wat me het meest zal bijblijven is hoe de liefde van Ischa en Connie in elkaar stak, hoe dat in zijn werk ging. Ze waren denk ik gewoon perfect voor elkaar. Wat me heel erg opviel bij de verwerking van het boek was hoe eerlijk alles eigenlijk verteld is. Alle goede en slechte dingen komen naar voren en alle up´s en down´s zitten erin. Toen ik het boek begon te lezen snapte ik het nog niet heel erg, vooral omdat ik nog niet goed wist wat nou echt het verhaal was en wat geciteerde stukken waren. Maar later kwam ik daar gelukkig wel snel genoeg achter. Voor de rest las het boek erg goed door. Wat ik van het boek geleerd is: hoe liefde ook kan zijn. Het heeft me om zo maar te zeggen andere inzichten gegeven in hoe een ander liefde kan voelen. Eerst was ik qua dat zicht vooral beperkt tot mijn eigen wereldje, maar als je zoiets leest is dat op één of andere manier wel verfrissend denk ik.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "I.M. door Connie Palmen"