Samenvatting
Rosa woont in Amsterdam. Ze heeft weer verkering met Neuz. Ze hebben het samen heel leuk. De moeder van Rosa is zwaar depressief na het auto-ongeluk van haar vriend(Alexander). Ze is alcoholist en ligt de hele dag op bed voor haar uit te staren. Rosa heeft een klein broertje van 3 jaar, Abeltje heet hij, waar ze helemaal alleen voor zorgt, omdat haar moeder dat niet kan. Ze brengt hem ’s morgens eerst naar de crèche voordat ze naar school gaat. Ze heeft heel weinig tijd voor haar huiswerk omdat ze ’s middags ook op Abeltje moet passen.
Rosa heeft veel ruzie met haar moeder. Haar moeder is aan de drank verslaafd en komt niet meer uit haar bed en het geld is bijna op. Rosa gaat vaak met Abeltje naar Neuz toe, omdat Neuz het wel goed heeft en omdat ze daar vaak kan eten. Ze begrijpt zelf ook wel dat dat niet altijd kan maar Rosa zit heel vaak met zichzelf in de knoop. Als Rosa en Neuz een keertje boodschappen gaan doen met Abeltje komen ze de vrienden van Neuz tegen dat gaat niet goed. De vrienden van Neuz lachen hem uit, omdat hij boodschappen gaat doen met Rosa en Abeltje in plaats van dat hij lekker gaat skaten. Rosa vindt het niet leuk voor Neuz maar ze kan er niks aan doen op dat moment. Neuz zegt dat hij het niet erg vindt.
Als Rosa en haar moeder een keer flinke ruzie hebben gehad ziet de moeder van Rosa in dat het niet langer kan zo. Ze gaat naar Amsterdam om daar werk te zoeken. Rosa logeert een tijdje met Abeltje bij Neuz. Hij slaapt zelfs op de bank, zodat Rosa in zijn bed kan slapen en naast het bed van Neuz staat het campingbedje van Abeltje. Op een gegeven moment zit Rosa met de moeder van Neuz op de bank te praten. Dan zegt de moeder van Neuz ineens dat Rosa een last is voor Neuz. Rosa schrikt. De moeder van Neuz vertelde dat Neuz een keer een vogel mee naar huis had genomen dat uit zijn nest was gevallen. En dat Neuz Rosa daar mee vergelijkt. Ze zegt dat Neuz een hele lieve jongen is maar dat de verkering van Rosa en Neuz veel tijd kost voor Neuz. Rosa vertrekt de volgende ochtend om half vijf. Neuz was boos op haar en ze hadden ruzie. Neuz begreep niet waarom Rosa ineens weg was. Ze had alleen een briefje neer gelegd dat ze weg was en ze bedankte iedereen.
Er is niemand thuis maar ze wil het liefste ook alleen zijn. Op een gegeven moment gaat de telefoon en het is Rosa’s moeder. Ze heeft een baan gevonden, maar ze blijft daar nog wat langer want dan kan ze ook meteen een huis zoeken. Rosa zocht weer contact met haar vader. (Rosa's ouders zijn gescheiden en de vriendin van haar vader van Rosa krijgt weer een kind( werd in een ander boek van de serie verteld)). Hij was op reis geweest voor zijn baan en had twee maskers voor haar meegenomen. De een was beschilderd en de ander was wit zodat Rosa die zelf nog kon beschilderen.
Niet veel later had Rosa’s moeder een flat gevonden in Amsterdam. Ze gingen verhuizen. Ze moest weg van Neuz. Rosa heeft Neuz nog een keer gezien en toen heeft ze gezegd dat het beter was als het uit was.
Ze had geen afscheid meer genomen van Neuz. Ze was ineens weg.
Haar moeder had medicijnen voor haar depressiefheid en het ging veel beter met haar. Met Rosa zelf ging het steeds slechter. Hun flat was een rotzooi en heel erg smerig. Rosa stuurde een mailtje naar Esther, haar vriendin in Den-Bosch. Esther was stiekem gekomen met de trein en belde Rosa dat ze haar op het perron op kon komen halen. Dat was een hele verrassing voor Rosa en samen hebben ze Rosa's super kleine kamer ingericht. Het was een hele mooie kamer geworden. Abeltje moest wel bij Rosa slapen. Rosa sliep altijd heel slecht en moest veel aan Neuz denken.
Ze kreeg drie vriendinnen op school. (Joya Noa en Carmen) één van de drie meisjes meisje vindt ze heel erg aardig dat is Joya.
Rosa heeft een nieuwe buurman in Amsterdam die in het begin heel erg behulpzaam en aardig is. Hij helpt haar met het huis schoonmaken en ’s avonds eet ze vaak samen met Abeltje bij hem. Als Rosa een keer ’s avonds mee gaat naar het park om zijn hond uitlaten probeert hij haar te zoenen. Rosa rent weg maar dan haalt de buurman haar in. Hij belooft dat het nooit meer zal gebeuren en Rosa mag er met niemand over praten. Rosa stuurt een mailtje naar Esther en Jonas over die belevenis. De volgende ochtend vertelde ze het aan haar moeder maar zij gelooft het niet. Zij denkt juist dat het andersom is, dat Rosa juist met de buurman wilt zoenen. Rosa’s moeder had een keer een etentje met haar werk. Ze kwam laat thuis en nam ze de lift naar boven. Onderweg in de lift kwam ze de buurman tegen. Ze gingen samen naar hun huis om gezellig samen een glaasje wijn te drinken, en toen ging het fout. Rosa lag al in bed want het was laat en Rosa was moe. Ze hoorde allemaal geluiden. Ze dacht dat het een inbreker was en gaat kijken. Ze doet haar masker op die ze pas had beschilderd. En daar lagen de buurman en haar moeder. Rosa slaat de buurman met een krukje en de buurman raakt gewond. De ambulance moest zelfs komen, maar haar moeder was wel blij dat Rosa kwam kijken. De buurman wilde haar moeder verkrachten. Haar moeder zag in dat het allemaal toch niet goed ging met Rosa en het huishouden. Dus nu veranderde het echt. Rosa kon haar eigen gang gaan en haar moeder zorgde voor Abeltje.
Op de muur van de kamer van Neuz stond heel groot No Fear. Tegenover de flat van Rosa staat een muur en daar stond ook ineens No Fear opgeschilderd met graffiti. Rosa moest daardoor heel erg veel aan Neuz denken. Rosa’s moeder vroeg aan Rosa of ze even wilde helpen met het verslepen van het bedje van Abeltje, omdat hij bij Rosa’s moeder ging slapen. Dat was heel goed voor Rosa.
Rosa kreeg een mailtje van Esther over dat ze Neuz op had gebeld en vertelde waar ze woonde. Esther hoopte dat Rosa niet boos zou zijn, en dat was ze ook niet. Alles kwam weer goed met Rosa en ze had inmiddels vriendinnen op school. Op de muur waar No Fear op stond hing een treinkaartje van Amsterdam naar Groningen. Rosa woonde vroeger in Groningen, en nu kan ze dankzij het treinkaartje weer naar Neuz toe…
Hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is Rosa van Dijk:
Rosa (haar vriendinnen noemen haar Rooz) is een meisje van 15. Ze moet veel voor haar broertje zorgen omdat haar moeder depressief is. Dat vindt Rosa niet altijd leuk en zit zelf daardoor ook niet zo lekker in haar vel. Ze heeft blond haar, soms een andere rare kleur) en is een beetje mollig.
Bijfiguren:
Vincent (Neuz), dat is het vriendje van Rosa. Hij heeft lang rood haar en sproeten op zijn gezicht.
Esther Jacobs(Ezzie), dat is de beste vriendin van Rosa, maar daar kan ze niet veel mee afspreken omdat ze zo ver van elkaar af wonen. Ze hebben wel veel contact via msn en ze mailen elkaar heel veel. Esther draagt hele aparte kleren met verschillende soorten stof en kleuren die niet iedereen heeft. Haar moeder maakt zelf haar kleren omdat ze niet zoveel geld hebben.
Jonas de Leeuw(Jonaz), dat is ook een vriend van Rosa. Rosa heeft ook heel veel contact met hem, maar ook via de msn en de mail, omdat hij ook te ver weg woont. Hij heeft een bril en rood stekeltjes haar.
Abeltje(Appie garnaal), dat is het 3 jarige broertje van Rosa. Hij zit in een periode van waar hij alles zelf wilt doen terwijl hij het nog niet zo goed kan.
De moeder van Rosa, daar gaat het helemaal niet goed mee na het auto-ongeluk van Alexander. Ze is vaak dronken en erg depressief.
De 3 vriendinnen van Rosa's nieuwe school, Joya, Noa en Carmen. Joya heeft lang blond haar en bruine ogen. Ze is heel erg stil, maar niet verlegen. Ze heeft astma en doet dus nooit mee in de gym les. Noa is juist heel erg druk. Zij zegt alles wat ze denkt en heeft heel vaak ruzie. En Carmen is donker van huidskleur een beetje dik, klein en grappig. Zij zit op breakdance.
De nieuwe buurman, John. Hij is lang en is een jaar of veertig oud, hij heeft een lichte tint op zijn huid, hele blauwe ogen en achterovergekamd haar.
Mijn mening…
Ik vind dit echt een superleuk boek! Het is een heel spannend boek, en het is makkelijk te lezen. Dit boek laat je meeleven met de gedachten van de hoofd- en bijpersonen. Ook is het boek erg emotioneel, vooral door de ruzies met Neuz en de moeder van Rosa. Echt een aanrader voor iedereen!
1. Onderwerp
Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat?
Ja, het onderwerp spreekt me wel aan omdat ik het leuk vind om boeken te lezen die over dit onderwerp gaan (liefde enzo).
Ben je door het verhaal aan het denken gezet?
Ja een beetje wel, want toen ze was verhuist, had ze een nieuwe buurman. En je denkt er niet bij na dat er zulke dingen gebeuren. Want je denkt dat hij gewoon behulpzaam wilt zijn. En als je dat is overkomen, denk je er toch wel een beetje anders over na.
Is uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?
Ja, dat merk je aan de titel. ‘Hoe overleef ik met/zonder jou?’, in het verhaal wordt verteld hoe je met of zonder iemand kan leven. Dus aan de titel te zien verwachtte ik dit ook wel van het verhaal.
2. Gebeurtenissen
Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?
Ja, de ene gebeurtenis op de andere.
Gaat het in dit verhaal vooral om de gebeurtenissen of om de gedachten en gevoelens van de personen? Wat vind je van de nadruk daarvan?
In dit verhaal gaat het over allebei, je komt heel veel gevoelens te weten van de hoofd- en bij perso(o)n(en), en er zijn heel veel gebeurtenissen in dit verhaal. Ik vind het leuk om over de gebeurtenissen te lezen, want dat is spannend. Maar ik vind het ook leuk om over de gevoelens van personen te lezen, want dan kan je echt meeleven met die persoon.
Heb je zelf wel eens iets meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen in het verhaal? Gaat het daardoor meer voor je leven, krijgt het daardoor meer betekenis of juist niet?
Nee heb ik niet.
3. Personages
Is de hoofdpersoon een held(in) op wie je zou willen lijken? Wat spreekt je zo in hem/haar aan?
Ja, de hoofdpersoon (Rosa) vind ik een heldin, want de buurman probeerde haar moeder te verkrachtte, en Rosa heeft haar moeder gered, door met een paaltje op het hoofd van de buurman te slaan. Het spreekt me gewoon aan omdat ik ook wel eens iemand wil redden van iets.
Kom je genoeg over de personages te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen?
Ja, je komt heel veel van de personages te weten, hun gedrag, hun gevoelens enz.
Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen?
Ik kan me heel goed verplaatsen in de problemen van de verhaalpersonen. Ik zou precies hetzelfde hebben gedaan in deze situaties. Behalve dan die ruzie met Neuz, ik zou er met hem over de relatie gaan praten in plaats van helemaal te flippen.
4. Bouw
Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend?
Het verhaal is heel spannend opgebouwd. Dat komt door de vele gebeurtenissen in het boek. De ene gebeurtenis op de andere.
Heeft het verhaal een ingewikkelde opbouw? Hoe komt dat?
Nee, het verhaal heeft helemaal geen ingewikkelde opbouw omdat alles heel logisch verteld wordt. Het wordt zo verteld dat je alles snapt.
Heeft het verhaal een slot dat goed past bij de beschreven gebeurtenissen? Vind je dit een plezierig slot? Hoe komt dat?
Ik vind dat het slot van dit verhaal wel beter kon, want het eindigt nu met een mail van Esther, en nu weet je de reactie van Rosa helemaal niet. En dat vind ik wel een beetje jammer.
5. Taalgebruik
Vind je het verhaal lastig of makkelijk te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken?
Het is heel makkelijk te lezen, er staan geen moeilijke woorden in, dus ja, het taalgebruik heeft er mee te maken.
Zijn de zinnen makkelijk te lezen en bevat het verhaal weinig moeilijke woorden of juist niet?
De zinnen zijn makkelijk te lezen, en het verhaal bevat geen moeilijke woorden.
Zitten er veel dialogen (gesprekken) in het verhaal? Vind je dat plezierig of niet?
Er zitten bijna alleen maar dialogen in het verhaal. Ik vind dat wel leuk om te lezen.
Verwerkinsopdrachten
Verwerkingsopdracht 1
Ik kies voor : zoek of schrijf 3 gedichten die passen bij de gebeurtenissen in het verhaal en/ of bij de gevoelens van de hoofdpersoon. Leg uit waarom ze er zo goed bij passen.
Gedicht 1
Masker
Ik wil sterk zijn!
Maar het lukt me niet.
Ik zet gauw mijn masker op.
Ik wil alle liefde uiten!
Maar het mag niet
Ik zet gauw mijn masker op.
Ik wil me groot houden!
Maar ben het niet,
Ik zet gauw weer mijn masker op.
Ik wil gevoel tonen!
Maar durf het niet,
Ik zet gauw mijn masker op.
Ik wil heel hard schreeuwen!
Maar kan het niet,
Ik zet snel mijn masker op.
Ik wil eigenlijk mijn masker afzetten!
Maar doe het,
Ik zet toch maar snel mijn masker op.
Ik heb voor dit gedicht gekozen omdat Rosa in het verhaal zichzelf heel anders voordoet dan dat ze is. En dan draagt ze ook een soort masker(figuurlijk).
Gedicht 2
Spijt
Ik weet spijt komt te laat
Maar die woorden mochten niet gezegd worden
Ik heb er spijt van
Laat me nu niet staan
Want die traan zal nog eens gaan
Ze zal uit mijn ooghoeken komen
En rollen tot aan mijn neus
Even zal ze daar wachten
En aan dan rollen naar mijn wangen
En aan mijn mond wachten
Ze zal verder rollen tot aan mijn kin
En naar beneden zweven op je brief
O liefste
Ik wil je terug, heb me lief,
x- jes je hartendief
Ik heb voor dit gedicht gekozen omdat Rosa ook heel veel spijt had dat ze zo had gedaan tegen Neuz, en omdat ze Neuz ook heel graag terugwilde, net zoals in dit gedicht is geschreven.
Gedicht 3
Gelukkig met jou:
Ik ben blij met onze vriendschap
het geluk dat ik samen met jou voel
Ik ben tevreden met je glimlach
als je begrijpt wat ik bedoel
Ik ben gelukkig met je blijdschap
en ook het verdriet wat ik met je deel
Met alle liefde die ik bij je vind
het is niets te weinig, niets te veel
Ik heb voor dit gedicht gekozen omdat Rosa heel erg blij is met de vriendschap tussen haar en Esther en tussen haar en Jonas.
En in dit gedicht wordt verteld dat er iemand heel erg blij is met zijn/haar vriendschap.
Ps. er staat niet bij wie de gedichten heeft geschreven, maar dat kon ik niet vinden, het stond er helemaal niet bij wie dat had geschreven, of er stond anoniem.
Verwerkingsopdracht 2
Ik kies voor: aan het eind van het verhaal kijkt de hoofdpersoon in zijn/haar dagboek terug op de gebeurtenissen. Verplaats je in die persoon en schrijf twee dagboekbladzijden.
Lief dagboek 23-10-2003
Er is vandaag iets heel ergs gebeurd. Ik zal vertellen wat er aan de hand was. Vanochtend leek alles nog normaal. Appie wilde weer eens alles zelf doen. Ik ging gewoon naar school en mama lag in bed. Toen was ik eindelijk uit. Ik ging Appie ophalen van de peuterspeelzaal en ik reed naar huis. Toen ik thuis was kwam ik de buurman tegen en die ging even mee naar binnen. Hij vond dat het een rotzooi was in ons huis dus hij hielp mij mee met schoonmaken. ´s Avonds had ik eten gemaakt voor Appie en voor mij. Na het eten ging de bel. Appie lag vandaag bij mama in bed en ik deed de deur open. Het was de buurman en Blurp(de hond). Hij vroeg of ik mee ging naar het park om de hond mee uit te laten. Ik ging even zeggen dat ik weg was en ik ging met de buurman mee. We liepen richting het park en ik had het heel erg koud. De buurman vroeg of hij mij vast moest houden om mij op te warmen, maar ik wilde dat niet. Toen we in het park waren pakte hij mijn hand vast en liepen we dus hand in hand. Ik vond het helemaal niet fijn en ik wilde het helemaal niet, maar ik vond het zo raar om mijn hand terug te trekken dus deed ik dat niet. Toen we een stukje verder waren stopte hij ineens. Hij begon te praten en zij dat ik een heel speciaal meisje was. En toen ineens zoende hij mij. Ik duwde hem weg en rende heel hard weg. Blurp had mij ingehaald en sprong tegen mij aan, zodat ik niet verder kon rennen. De buurman kwam aan lopen en zei dat ik het aan niemand mocht vertellen. Ik vond het zo erg. En ik ben gelijk naar huis gegaan. Onder weg zat ik te denken wat ik nou het beste kon doen of ik het wel aan iemand zou vertellen of niet. Ik wist het niet, maar toen ik thuis was heb ik gelijk een mailtje gestuurd naar Esther en Jonas. Ik heb hun het hele verhaal verteld. Ik heb mijzelf voorgenomen om het morgenochtend aan mama te vertellen. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Straks gebeurt het vaker. Daar ben ik bang voor en daarom vertel ik het toch maar aan mama en aan Esther en Jonas misschien kunnen hun mij helpen. Esther had toch gelijk. Die buurman deed echt te overdreven aardig.
Maarja, ik ga nu slapen want ik ben heel erg moe. Doei!!
xx Rosa
Over Francine Ooomen
Francine Oomen is geboren op 27 maart 1960 in Laren (Noord-Holland).
Toen ze klein was, was ze altijd al aan het tekenen, lezen of schrijven. Na de middelbare school twijfelde ze tussen een studie psychologie en iets creatiefs. Uiteindelijk werd het iets creatiefs. Het werd de Design Academy in Eindhoven. Francines droom was boeken maken. Ze begon met het ontwerpen van ‘novelty-boeken’. Dat zijn boeken met iets nieuws, zoals de knisperboekjes, de rammelaarboekjes en nog veel meer. Daarna ging ze zelf ook schrijven en illustreren. De Saartje en Tommie-serie, samen met Dagmar Stam, was haar eerste internationale succes. Daarna volgden vele (prenten)boeken, die ook in andere landen verschenen. Toen haar eigen kinderen groter werden, ging Francine Oomen ook voor oudere kinderen schrijven. Haar grote doorbraak kwam met de Hoe overleef ik…-serie. In totaal heeft Francine ruim honderd boeken gemaakt. Haar droom is dus wel uitgekomen.
Rosa woont in Amsterdam. Ze heeft weer verkering met Neuz. Ze hebben het samen heel leuk. De moeder van Rosa is zwaar depressief na het auto-ongeluk van haar vriend(Alexander). Ze is alcoholist en ligt de hele dag op bed voor haar uit te staren. Rosa heeft een klein broertje van 3 jaar, Abeltje heet hij, waar ze helemaal alleen voor zorgt, omdat haar moeder dat niet kan. Ze brengt hem ’s morgens eerst naar de crèche voordat ze naar school gaat. Ze heeft heel weinig tijd voor haar huiswerk omdat ze ’s middags ook op Abeltje moet passen.
Rosa heeft veel ruzie met haar moeder. Haar moeder is aan de drank verslaafd en komt niet meer uit haar bed en het geld is bijna op. Rosa gaat vaak met Abeltje naar Neuz toe, omdat Neuz het wel goed heeft en omdat ze daar vaak kan eten. Ze begrijpt zelf ook wel dat dat niet altijd kan maar Rosa zit heel vaak met zichzelf in de knoop. Als Rosa en Neuz een keertje boodschappen gaan doen met Abeltje komen ze de vrienden van Neuz tegen dat gaat niet goed. De vrienden van Neuz lachen hem uit, omdat hij boodschappen gaat doen met Rosa en Abeltje in plaats van dat hij lekker gaat skaten. Rosa vindt het niet leuk voor Neuz maar ze kan er niks aan doen op dat moment. Neuz zegt dat hij het niet erg vindt.
Er is niemand thuis maar ze wil het liefste ook alleen zijn. Op een gegeven moment gaat de telefoon en het is Rosa’s moeder. Ze heeft een baan gevonden, maar ze blijft daar nog wat langer want dan kan ze ook meteen een huis zoeken. Rosa zocht weer contact met haar vader. (Rosa's ouders zijn gescheiden en de vriendin van haar vader van Rosa krijgt weer een kind( werd in een ander boek van de serie verteld)). Hij was op reis geweest voor zijn baan en had twee maskers voor haar meegenomen. De een was beschilderd en de ander was wit zodat Rosa die zelf nog kon beschilderen.
Niet veel later had Rosa’s moeder een flat gevonden in Amsterdam. Ze gingen verhuizen. Ze moest weg van Neuz. Rosa heeft Neuz nog een keer gezien en toen heeft ze gezegd dat het beter was als het uit was.
Ze had geen afscheid meer genomen van Neuz. Ze was ineens weg.
Haar moeder had medicijnen voor haar depressiefheid en het ging veel beter met haar. Met Rosa zelf ging het steeds slechter. Hun flat was een rotzooi en heel erg smerig. Rosa stuurde een mailtje naar Esther, haar vriendin in Den-Bosch. Esther was stiekem gekomen met de trein en belde Rosa dat ze haar op het perron op kon komen halen. Dat was een hele verrassing voor Rosa en samen hebben ze Rosa's super kleine kamer ingericht. Het was een hele mooie kamer geworden. Abeltje moest wel bij Rosa slapen. Rosa sliep altijd heel slecht en moest veel aan Neuz denken.
Ze kreeg drie vriendinnen op school. (Joya Noa en Carmen) één van de drie meisjes meisje vindt ze heel erg aardig dat is Joya.
Rosa heeft een nieuwe buurman in Amsterdam die in het begin heel erg behulpzaam en aardig is. Hij helpt haar met het huis schoonmaken en ’s avonds eet ze vaak samen met Abeltje bij hem. Als Rosa een keer ’s avonds mee gaat naar het park om zijn hond uitlaten probeert hij haar te zoenen. Rosa rent weg maar dan haalt de buurman haar in. Hij belooft dat het nooit meer zal gebeuren en Rosa mag er met niemand over praten. Rosa stuurt een mailtje naar Esther en Jonas over die belevenis. De volgende ochtend vertelde ze het aan haar moeder maar zij gelooft het niet. Zij denkt juist dat het andersom is, dat Rosa juist met de buurman wilt zoenen. Rosa’s moeder had een keer een etentje met haar werk. Ze kwam laat thuis en nam ze de lift naar boven. Onderweg in de lift kwam ze de buurman tegen. Ze gingen samen naar hun huis om gezellig samen een glaasje wijn te drinken, en toen ging het fout. Rosa lag al in bed want het was laat en Rosa was moe. Ze hoorde allemaal geluiden. Ze dacht dat het een inbreker was en gaat kijken. Ze doet haar masker op die ze pas had beschilderd. En daar lagen de buurman en haar moeder. Rosa slaat de buurman met een krukje en de buurman raakt gewond. De ambulance moest zelfs komen, maar haar moeder was wel blij dat Rosa kwam kijken. De buurman wilde haar moeder verkrachten. Haar moeder zag in dat het allemaal toch niet goed ging met Rosa en het huishouden. Dus nu veranderde het echt. Rosa kon haar eigen gang gaan en haar moeder zorgde voor Abeltje.
Op de muur van de kamer van Neuz stond heel groot No Fear. Tegenover de flat van Rosa staat een muur en daar stond ook ineens No Fear opgeschilderd met graffiti. Rosa moest daardoor heel erg veel aan Neuz denken. Rosa’s moeder vroeg aan Rosa of ze even wilde helpen met het verslepen van het bedje van Abeltje, omdat hij bij Rosa’s moeder ging slapen. Dat was heel goed voor Rosa.
Rosa kreeg een mailtje van Esther over dat ze Neuz op had gebeld en vertelde waar ze woonde. Esther hoopte dat Rosa niet boos zou zijn, en dat was ze ook niet. Alles kwam weer goed met Rosa en ze had inmiddels vriendinnen op school. Op de muur waar No Fear op stond hing een treinkaartje van Amsterdam naar Groningen. Rosa woonde vroeger in Groningen, en nu kan ze dankzij het treinkaartje weer naar Neuz toe…
Hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is Rosa van Dijk:
Bijfiguren:
Vincent (Neuz), dat is het vriendje van Rosa. Hij heeft lang rood haar en sproeten op zijn gezicht.
Esther Jacobs(Ezzie), dat is de beste vriendin van Rosa, maar daar kan ze niet veel mee afspreken omdat ze zo ver van elkaar af wonen. Ze hebben wel veel contact via msn en ze mailen elkaar heel veel. Esther draagt hele aparte kleren met verschillende soorten stof en kleuren die niet iedereen heeft. Haar moeder maakt zelf haar kleren omdat ze niet zoveel geld hebben.
Jonas de Leeuw(Jonaz), dat is ook een vriend van Rosa. Rosa heeft ook heel veel contact met hem, maar ook via de msn en de mail, omdat hij ook te ver weg woont. Hij heeft een bril en rood stekeltjes haar.
Abeltje(Appie garnaal), dat is het 3 jarige broertje van Rosa. Hij zit in een periode van waar hij alles zelf wilt doen terwijl hij het nog niet zo goed kan.
De moeder van Rosa, daar gaat het helemaal niet goed mee na het auto-ongeluk van Alexander. Ze is vaak dronken en erg depressief.
De 3 vriendinnen van Rosa's nieuwe school, Joya, Noa en Carmen. Joya heeft lang blond haar en bruine ogen. Ze is heel erg stil, maar niet verlegen. Ze heeft astma en doet dus nooit mee in de gym les. Noa is juist heel erg druk. Zij zegt alles wat ze denkt en heeft heel vaak ruzie. En Carmen is donker van huidskleur een beetje dik, klein en grappig. Zij zit op breakdance.
De nieuwe buurman, John. Hij is lang en is een jaar of veertig oud, hij heeft een lichte tint op zijn huid, hele blauwe ogen en achterovergekamd haar.
Mijn mening…
Ik vind dit echt een superleuk boek! Het is een heel spannend boek, en het is makkelijk te lezen. Dit boek laat je meeleven met de gedachten van de hoofd- en bijpersonen. Ook is het boek erg emotioneel, vooral door de ruzies met Neuz en de moeder van Rosa. Echt een aanrader voor iedereen!
Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat?
Ja, het onderwerp spreekt me wel aan omdat ik het leuk vind om boeken te lezen die over dit onderwerp gaan (liefde enzo).
Ben je door het verhaal aan het denken gezet?
Ja een beetje wel, want toen ze was verhuist, had ze een nieuwe buurman. En je denkt er niet bij na dat er zulke dingen gebeuren. Want je denkt dat hij gewoon behulpzaam wilt zijn. En als je dat is overkomen, denk je er toch wel een beetje anders over na.
Is uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?
Ja, dat merk je aan de titel. ‘Hoe overleef ik met/zonder jou?’, in het verhaal wordt verteld hoe je met of zonder iemand kan leven. Dus aan de titel te zien verwachtte ik dit ook wel van het verhaal.
2. Gebeurtenissen
Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?
Ja, de ene gebeurtenis op de andere.
Gaat het in dit verhaal vooral om de gebeurtenissen of om de gedachten en gevoelens van de personen? Wat vind je van de nadruk daarvan?
In dit verhaal gaat het over allebei, je komt heel veel gevoelens te weten van de hoofd- en bij perso(o)n(en), en er zijn heel veel gebeurtenissen in dit verhaal. Ik vind het leuk om over de gebeurtenissen te lezen, want dat is spannend. Maar ik vind het ook leuk om over de gevoelens van personen te lezen, want dan kan je echt meeleven met die persoon.
Heb je zelf wel eens iets meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen in het verhaal? Gaat het daardoor meer voor je leven, krijgt het daardoor meer betekenis of juist niet?
3. Personages
Is de hoofdpersoon een held(in) op wie je zou willen lijken? Wat spreekt je zo in hem/haar aan?
Ja, de hoofdpersoon (Rosa) vind ik een heldin, want de buurman probeerde haar moeder te verkrachtte, en Rosa heeft haar moeder gered, door met een paaltje op het hoofd van de buurman te slaan. Het spreekt me gewoon aan omdat ik ook wel eens iemand wil redden van iets.
Kom je genoeg over de personages te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen?
Ja, je komt heel veel van de personages te weten, hun gedrag, hun gevoelens enz.
Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen?
Ik kan me heel goed verplaatsen in de problemen van de verhaalpersonen. Ik zou precies hetzelfde hebben gedaan in deze situaties. Behalve dan die ruzie met Neuz, ik zou er met hem over de relatie gaan praten in plaats van helemaal te flippen.
4. Bouw
Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend?
Het verhaal is heel spannend opgebouwd. Dat komt door de vele gebeurtenissen in het boek. De ene gebeurtenis op de andere.
Heeft het verhaal een ingewikkelde opbouw? Hoe komt dat?
Heeft het verhaal een slot dat goed past bij de beschreven gebeurtenissen? Vind je dit een plezierig slot? Hoe komt dat?
Ik vind dat het slot van dit verhaal wel beter kon, want het eindigt nu met een mail van Esther, en nu weet je de reactie van Rosa helemaal niet. En dat vind ik wel een beetje jammer.
5. Taalgebruik
Vind je het verhaal lastig of makkelijk te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken?
Het is heel makkelijk te lezen, er staan geen moeilijke woorden in, dus ja, het taalgebruik heeft er mee te maken.
Zijn de zinnen makkelijk te lezen en bevat het verhaal weinig moeilijke woorden of juist niet?
De zinnen zijn makkelijk te lezen, en het verhaal bevat geen moeilijke woorden.
Zitten er veel dialogen (gesprekken) in het verhaal? Vind je dat plezierig of niet?
Er zitten bijna alleen maar dialogen in het verhaal. Ik vind dat wel leuk om te lezen.
Verwerkinsopdrachten
Verwerkingsopdracht 1
Ik kies voor : zoek of schrijf 3 gedichten die passen bij de gebeurtenissen in het verhaal en/ of bij de gevoelens van de hoofdpersoon. Leg uit waarom ze er zo goed bij passen.
Gedicht 1
Ik wil sterk zijn!
Maar het lukt me niet.
Ik zet gauw mijn masker op.
Ik wil alle liefde uiten!
Maar het mag niet
Ik zet gauw mijn masker op.
Ik wil me groot houden!
Maar ben het niet,
Ik zet gauw weer mijn masker op.
Ik wil gevoel tonen!
Maar durf het niet,
Ik zet gauw mijn masker op.
Ik wil heel hard schreeuwen!
Maar kan het niet,
Ik zet snel mijn masker op.
Ik wil eigenlijk mijn masker afzetten!
Maar doe het,
Ik zet toch maar snel mijn masker op.
Ik heb voor dit gedicht gekozen omdat Rosa in het verhaal zichzelf heel anders voordoet dan dat ze is. En dan draagt ze ook een soort masker(figuurlijk).
Gedicht 2
Ik weet spijt komt te laat
Maar die woorden mochten niet gezegd worden
Ik heb er spijt van
Laat me nu niet staan
Want die traan zal nog eens gaan
Ze zal uit mijn ooghoeken komen
En rollen tot aan mijn neus
Even zal ze daar wachten
En aan dan rollen naar mijn wangen
En aan mijn mond wachten
Ze zal verder rollen tot aan mijn kin
En naar beneden zweven op je brief
O liefste
Ik wil je terug, heb me lief,
x- jes je hartendief
Ik heb voor dit gedicht gekozen omdat Rosa ook heel veel spijt had dat ze zo had gedaan tegen Neuz, en omdat ze Neuz ook heel graag terugwilde, net zoals in dit gedicht is geschreven.
Gedicht 3
Ik ben blij met onze vriendschap
het geluk dat ik samen met jou voel
Ik ben tevreden met je glimlach
als je begrijpt wat ik bedoel
Ik ben gelukkig met je blijdschap
en ook het verdriet wat ik met je deel
Met alle liefde die ik bij je vind
het is niets te weinig, niets te veel
Ik heb voor dit gedicht gekozen omdat Rosa heel erg blij is met de vriendschap tussen haar en Esther en tussen haar en Jonas.
En in dit gedicht wordt verteld dat er iemand heel erg blij is met zijn/haar vriendschap.
Ps. er staat niet bij wie de gedichten heeft geschreven, maar dat kon ik niet vinden, het stond er helemaal niet bij wie dat had geschreven, of er stond anoniem.
Verwerkingsopdracht 2
Ik kies voor: aan het eind van het verhaal kijkt de hoofdpersoon in zijn/haar dagboek terug op de gebeurtenissen. Verplaats je in die persoon en schrijf twee dagboekbladzijden.
Er is vandaag iets heel ergs gebeurd. Ik zal vertellen wat er aan de hand was. Vanochtend leek alles nog normaal. Appie wilde weer eens alles zelf doen. Ik ging gewoon naar school en mama lag in bed. Toen was ik eindelijk uit. Ik ging Appie ophalen van de peuterspeelzaal en ik reed naar huis. Toen ik thuis was kwam ik de buurman tegen en die ging even mee naar binnen. Hij vond dat het een rotzooi was in ons huis dus hij hielp mij mee met schoonmaken. ´s Avonds had ik eten gemaakt voor Appie en voor mij. Na het eten ging de bel. Appie lag vandaag bij mama in bed en ik deed de deur open. Het was de buurman en Blurp(de hond). Hij vroeg of ik mee ging naar het park om de hond mee uit te laten. Ik ging even zeggen dat ik weg was en ik ging met de buurman mee. We liepen richting het park en ik had het heel erg koud. De buurman vroeg of hij mij vast moest houden om mij op te warmen, maar ik wilde dat niet. Toen we in het park waren pakte hij mijn hand vast en liepen we dus hand in hand. Ik vond het helemaal niet fijn en ik wilde het helemaal niet, maar ik vond het zo raar om mijn hand terug te trekken dus deed ik dat niet. Toen we een stukje verder waren stopte hij ineens. Hij begon te praten en zij dat ik een heel speciaal meisje was. En toen ineens zoende hij mij. Ik duwde hem weg en rende heel hard weg. Blurp had mij ingehaald en sprong tegen mij aan, zodat ik niet verder kon rennen. De buurman kwam aan lopen en zei dat ik het aan niemand mocht vertellen. Ik vond het zo erg. En ik ben gelijk naar huis gegaan. Onder weg zat ik te denken wat ik nou het beste kon doen of ik het wel aan iemand zou vertellen of niet. Ik wist het niet, maar toen ik thuis was heb ik gelijk een mailtje gestuurd naar Esther en Jonas. Ik heb hun het hele verhaal verteld. Ik heb mijzelf voorgenomen om het morgenochtend aan mama te vertellen. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Straks gebeurt het vaker. Daar ben ik bang voor en daarom vertel ik het toch maar aan mama en aan Esther en Jonas misschien kunnen hun mij helpen. Esther had toch gelijk. Die buurman deed echt te overdreven aardig.
Maarja, ik ga nu slapen want ik ben heel erg moe. Doei!!
xx Rosa
Over Francine Ooomen
Francine Oomen is geboren op 27 maart 1960 in Laren (Noord-Holland).
Toen ze klein was, was ze altijd al aan het tekenen, lezen of schrijven. Na de middelbare school twijfelde ze tussen een studie psychologie en iets creatiefs. Uiteindelijk werd het iets creatiefs. Het werd de Design Academy in Eindhoven. Francines droom was boeken maken. Ze begon met het ontwerpen van ‘novelty-boeken’. Dat zijn boeken met iets nieuws, zoals de knisperboekjes, de rammelaarboekjes en nog veel meer. Daarna ging ze zelf ook schrijven en illustreren. De Saartje en Tommie-serie, samen met Dagmar Stam, was haar eerste internationale succes. Daarna volgden vele (prenten)boeken, die ook in andere landen verschenen. Toen haar eigen kinderen groter werden, ging Francine Oomen ook voor oudere kinderen schrijven. Haar grote doorbraak kwam met de Hoe overleef ik…-serie. In totaal heeft Francine ruim honderd boeken gemaakt. Haar droom is dus wel uitgekomen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
wooow HaHa ;d
13 jaar geleden
Antwoorden