Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het Spaans heidinnetje door Jacob Cats

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Het Spaans heidinnetje
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2645 woorden
  • 9 november 2003
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
31 keer beoordeeld

Boekcover Het Spaans heidinnetje
Shadow
Het Spaans heidinnetje door Jacob Cats
Shadow
A Beschrijving
1 J. Cats, Het Spaens Heydinnetje. Vertelling uit J. Cats, Trou-ringh. Eerste druk: 1637. Vertaald en verzorgd door C. van den Heuvel en H. Adema. 2 In de omgeving van Madrid rooft Maiombe, de oudste vrouw en het hoofd van een groep zigeuners, een adellijk tweejarig meisje, Constance. Omdat ze zo geraakt wordt door haar lieve gezichtje, voedt Maiombe het meisje op en noemt haar Pretiose. Pretiose ontwikkelt zich al snel tot een mooi (zigeuner)meisje met veel speciale gaven. Zo kan ze, door handig gebruik te maken van hier en daar verzamelde informatie, de toekomst voorspellen. Ze oogst veel faam door het ogenschijnlijk ongeneeslijk zieke meisje Giralde te genezen. Pretiose doorziet dat Giralde aan liefdesverdriet lijdt en ze helpt haar. Tijdens een volksfeest komt de edelman Don Jan op het schitterende gezang van Pretiose af en wordt meteen verliefd op haar. Hij probeert haar te versieren, maar Pretiose wijst hem af: zij wil haar ‘jeugd’ niet verliezen aan iemand die slechts zijn lusten najaagt. Maiombe schenkt hem een kans: wanneer hij twee jaar als zigeuner met de groep leeft, zal Pretiose met hem trouwen. Don Jan neemt het aanbod aan en wordt door de zigeuners Andreas genoemd. Op een dag wordt de adellijke vrouw Gohanna smoorverliefd op Andreas, maar Andreas wijst haar af. Als wraak laat ze enkele juwelen in zijn plunjezak stoppen en beschuldigt ze hem van diefstal. De hele groep zigeuners wordt gearresteerd. Een adellijke vrouw, Giomaar, neemt Pretiose onder haar hoede. Maiombe vertelt haar dat Pretiose een gestolen kind is en zij blijkt Giomaars dochter te zijn! Pretiose vertelt over de adellijke afkomst van Andreas. Het diefstal-complot wordt doorzien, iedereen wordt vergeven en Pretiose en Andreas (Constance en Don Jan) trouwen. B Verdieping 3 a Het door mij gelezen werk is een verhaal op rijm. b Een verhaal is vrij kort, hooguit zo’n dertig pagina’s. De personages worden niet uitgediept en zijn dus flat characters (ook wel: types). Dat het op rijm geschreven is, zou kunnen wijzen op lyriek, maar dat is het volgens mij niet, omdat het echt een verhaal vertelt en geen lied is. Verder is het centrale onderwerp van Het Spaens Heydinnetje het gemengde huwelijk en niet de liefde op zich, zoals in de lyriek. In de zestiende en zeventiende eeuw was het heel gebruikelijk om nog bijna alles op rijm te schrijven. Voorbeeld 1: Het Spaens Heydinnetje heeft, zonder de vertaling en de inleiding, 31 bladzijden: de juiste lengte voor een verhaal. Voorbeeld 2: De personages in Het Spaens Heydinnetje zijn types. Constance maakt geen geestelijke ontwikkeling door, ze blijft het hele verhaal lang een onschuldig, wijs, lief, goedhartig, eerlijk meisje. Don Jan blijft het hele verhaal lang een dappere, oprechte, edelmoedige jongeman. Voorbeeld 3: Het verhaal is op rijm. In de originele tekst in het Middelnederlands, rijmen twee opeenvolgende regels steeds op elkaar. De hele tekst rijmt op dezelfde manier als de eerste vier regels (bladzijde 8, vers 1-4): ‘Daer is een selsaem volck genegen om de dwalen, Gedurich om-gevoert in alle vreemde palen, Dat (soo het schijnen magh) als in het wilde leeft, Maer des al niet-te-min syn vaste wetten heeft.’ 4 a Het door mij gelezen boek komt uit de humanistisch-renaissancistische literatuur. b In de Renaissance hadden de schrijvers en de kunstenaars hernieuwde aandacht voor de Klassieke Oudheid. In het verhaal van Jacob Cats wordt soms verwezen naar een klassieke mythe en wordt daar lering uit getrokken. Dat brengt mij bij het volgende argument: in de Renaissance had literatuur een zeer sterke maatschappelijke taak om wijze lessen te geven en mensen een goede moraal bij te brengen. Met Het Spaens Heydinnetje wilde Cats hoofdzakelijk de lezers bijbrengen dat een huwelijk met een partner met een andere sociale status of ander geloof niet goed was. En passant nam hij ook andere wijze lessen op in zijn verhaal, onder andere dat een vrouw niet om liefde hoort te vragen aan een man. Verder werd vanuit het humanisme en het overheersende protestantisme de menselijke waardigheid benadrukt. Constance is duidelijk erg zuinig op haar maagdelijkheid. c Wanneer Don Jan avances maakt naar Constance (Pretiose), wijst zij hem af. Zij gebruikt in deze passage op bladzijde 40 en 42, vers 673-688, elementen uit mythologische verhalen om duidelijk te maken dat het wel vaker gebeurd is dat mannen van adel of nog hoger gewone burgermeisjes verleiden met complimenten en mooie praat. ‘Ey draeyt doch eens het oogh, en siet na d’oude jaren, Het stuck dat sal gewis sigh anders openbaren; Wat isser doen ter tijd, wat isser al bedocht, Om by een geestigh dier te vinden dat men socht? Iupijn, wel eer geseyt de grootste van de goden, Is uyt syn hoogen troon tot in het wout gevloden, En heeft daer aen-gedaen het wesen van een stier, Of van een wilde swaen, of ander selsaem dier. Heeft niet Alcmenaes soon, die monsters had verwonnen, Den spin-rock aen-geveert, en als wijf gesponnen, En vry al meer gedaen dat noyt een deftigh man, Bezijden dit geval, ter eeren duyden kan? Hoe menigh edel vorst, een kroon gewoon te dragen, Is inder haest verruckt door heete minne-vlagen, Niet door een hoofsche maeght, of groote koningin, Maer, ick en weet niet hoe, een sloir, een harderin?’ In het volgende fragment op bladzijde 54 (vers 921-924) heeft Gohanna net haar liefde verklaard aan Don Jan (Andreas). Jacob Cats grijpt dit aan om de lezers te leren dat het voor een vrouw niet hoort om zich aan een man aan te bieden. ‘Andreas hoordet aen, maer kon het geenszins prijsen, Dat uyt haer teeren mont soo vrije woorden rijsen. O vrijsters, watje doet, siet datjet niet en vraeght; Want als een vrijster vrijt dat is te veel gewaeght.’ Tenslotte bestaat de laatste passage, op bladzijde 30 (vers 445-460), uit de laatste twee strofen van het lied dat Constance zingt en waar Don Jan op afkomt, over hoe kostbaar haar maagdelijkheid is. ‘Pretiose Wel hoe! Wat koomt hier voor geluyt

Geresen uit het wout? My dunckt hier sit een slimme guyt
Gedoken in het hout. Het mocht wel zijn de bocx-voet Pan, Die woont hier in het groen. Dat is van outs de rechte man
Om vrijsters leet te doen. Wel lincker, wie ghy wesen meught, Ick bid u weest gerust. Mijn bloem, mijn roem, mijn teere jeught
Is niet voor uwen lust. Ick wachte voor mijn beste pant, Tot troost van mijn verdriet, Ick wachte vry een weerder hant; Maar u en wacht ick niet.’ C Evaluatie 5 a 1 Het onderwerp is standsverschil en problemen van geliefden uit verschillende
standen. Ik vind het onderwerp wel interessant, maar het ligt niet in mijn belevingswereld. Ik ben het niet eens met de visie die door Cats over het onderwerp wordt gegeven. 2 Het onderwerp interesseert me wel, omdat ik benieuwd was naar hoe mensen in de renaissance over liefde dachten. Het ligt niet in mijn belevingswereld juist omdat het in de renaissance speelt en het probleem van standsverschil in de huidige maatschappij niet of nauwelijks meer bestaat. De mening van Cats over het onderwerp, namelijk dat twee mensen uit verschillende standen en/of met verschillende religies niet kunnen trouwen, deel ik niet. Dat standpunt past absoluut niet in de tijd waarin ik nu leef: het is achterhaald. 3 Op bladzijde 74 (vers 1341-1354) zegt de vader van Constance dat hij weliswaar erg blij is dat ze weer thuis is, maar dat het een probleem is dat zij verliefd is geworden op een zigeuner, Andreas. Vervolgens legt zij uit dat Andreas een edelman is. ‘God heeft ons grooten troost en blijdschap toe-gesonden, Om dat ghy, weerde kint, ten lesten zijt gevonden, Om dat ghy noch gesont en in leven zijt; Maer daer is echter wat dat my in ’t herte snijt. Ick sie, eylaes! ick sie dat uwe domme sinnen
Een heyden (wat een schand’) een rouwen heyden minnen, Een heyden sonder doop, die niet en heeft geleert, Hoe dat men God den Soon met reyne sinnen eert, Met oorlof, seyt de maeght, hoort my een weynigh spreken; Ick weet vam stonden aen u droufheyt af te breken. De vrient aen my vertrout en is geen heydens man, Maer die in volle daet de Christen leere kan. Hy is nochboven dat van edel bloet geboren, En heeft my, soo ick was, uyt enkel min gekoren.’ b 1 De gebeurtenissen spelen een zeer belangrijke rol in het verhaal. Daardoor wordt het naar mijn mening erg kinderlijk en oppervlakkig. Verder vind ik de gebeurtenissen onwaarschijnlijk, maar wel boeiend. 2 Omdat de gedachtes en gevoelens van de personages niet uitgediept worden, komt al gauw de nadruk op de gebeurtenissen te liggen. Sprookjes en andere kinderverhalen hebben vaak ook alleen types en al dan niet spannende gebeurtenissen die elkaar opvolgen. Dit maakt het verhaal behalve kinderlijk ook vrij oppervlakkig, al wordt die oppervlakkigheid soms een beetje weggewerkt door de achterliggende ‘wijze les’. Ik vind de gebeurtenissen onwaarschijnlijk, omdat ik er niet in geloof dat mensen door geboorte voorbestemd zijn een bepaald gedrag te vertonen, maar vooral door hun opvoeding en omgeving. Cats laat duidelijk merken dat, hoewel Pretiose vanaf zeer jonge leeftijd door zigeuners is opgevoed, zij toch altijd van adel blijft en zich daar ook naar gedraagt. 3 Mijn laatste bij 5b2 genoemde argument wil ik graag ondersteunen met het volgende fragment van bladzijde 11 (vers 51-68). Hierin verhaalt de verteller over Pretioses eigenschappen wanneer ze al een aantal jaren bij de zigeuners is. ‘Men vindt dat hare stem een yders herte steelt, Wanneerse maer een reys een aardigh deuntjen queelt. Maer des al niet-te-min sy wil geen vuyle dingen, Sy wil geen dertel jock, geen slimme rancken singen; Haer mont is wonder heus, haer oir en sinnen teer, Al wat oneerlick luyt en singhtse nimmermeer. Des heeftse by haer volck soo veel ontsagh gekregen, Dat sy het menighmael geleyt in beter wegen: En schoon dat hun de mont tot vuylheyt is gewent, Men hoort geen dertel woort als syder is ontrent. En of oock al het rot tot stelen is genegen, Sy straft het vuyl bejagh en isser heftigh tegen: En mits sy wonder veel met sagh en spelen wint, Soo is Maiombe selfs tot stelen niet gesint. Doch sooder enigh dingh bywijlen is genomen, Sy doetet aen den dagh en voor de lieden komen; Maer al door sneegh beleyt en met een loosen vont, Soo datter niet een mensch en weet den rechten gront.’ c 1 Zoals ik al eerder zei, vind ik de personages erg oppervlakkig neergezet, het zijn echt types. Daardoor worden ze ook minder levensecht. Soms vind ik bepaalde beslissingen van de personages onbegrijpelijk. Op één keer na, namelijk wanneer Andreas gearresteerd wordt voor diefstal en daarbij een soldaat vermoordt, vind ik de personages erg voorspelbaar. 2 Ik vind de personages oppervlakkig, omdat ze geen geestelijke ontwikkeling doormaken en hun gedachtes en gevoelens niet uitgediept worden. Bij echte mensen heb je goede en slechte buien, goede en slechte momenten, onverwachte acties, ingewikkelde gedachtengangen. Al die dingen hebben de personages van Cats niet en dat maakt ze heel onecht. De oorzaak van de onbegrijpelijkheid van de beslissingen van de personages, ligt waarschijnlijk in het verschil tussen de tijd van nu en de tijd van toen. De normen en waarden uit de Renaissance zijn heel anders dan die van nu en dat maakt het voor mij bij tijd en wijle moeilijk te begrijpen waarom de personages bepaalde keuzes maken. Volgens mij kan iedereen die weleens een sprookje heeft gelezen, voorspellen wat de personages in dit verhaal gaan doen. Wanneer bijvoorbeeld Don Jan, op een in mijn optiek zeer beschaafde manier, Pretiose probeert te versieren, weet je al dat ze hem zal afwijzen. Al was het maar omdat ze vlak daarvoor dat liedje over haar maagdelijkheid zong (zie 4c). 3 Deze passage op bladzijde 52-54 (vers 901-926) waarin Gohanna probeert Andreas voor zich te winnen door hem te vertellen hoe rijk ze is, geeft volgens mij goed weer hoe de normen en waarden van toen met die van nu verschillen. Een dergelijk aanbod zou in onze tijd zeer onbeschoft zijn, omdat het niet past iemand om te kopen. Volgens Cats was dit voorstel alleen moreel verwerpelijk doordat het door een vrouw aan een man wordt gedaan. Verder illustreert het ook de voorspelbaarheid van Andreas’ reactie: hij wijst haar natuurlijk af, want hij houdt al van Pretiose. ‘Hier zijn veel edel-lieden die my tot trouwen vergen, Want ick heb over-al veel wijngaerts aen de bergen, En bossen in het wout, en boomgaerts in het dal, En ossen op het velt, en peerden in den stal, En schapen op het schol, en geyten aender heyden, En hinden in het perck, en koeyen in de weyden, En knechten tot de jacht, en honden in het kot, En voor mijn eygen huys een schoon en lustigh slot. In ’t korte machtigh goet, magh ick u maer genieten, Ick sal in uwen schoot geheele schatten gieten, Dit wout, dit vruchtbaer lant, soo ver u oogen sien, Dat sal u eygen zijn en ick noch boven dien. Ick die een dochter ben van edel bloet geboren, Heb u, door enckel gunst, voor alle mans verkoren. Siet, dat de beste jeught voor desen heeft gesocht, Wort u alleen gejont, en in de schoot gebrocht. Ontfanght mijn rechter-hant, ontfanght mijn frisse leden, Die ick in u vermaeck na desen wil besteden, Ontfanght mijn herte selfs, en stelt my buyten pijn. En spreeckt een eenigh woort, en ick sal de uwe zijn. Andreas hoordet aen, maer kon het geenszins prijsen, Dat uyt haer teeren mont soo vrije woorden rijsen. O vrijsters, watje doet, siet datjet niet en vraeght; Want als een vrijster vrijt dat is te veel gewaeght. Me-juffrou, seyt de man, ick danck u duysent werven, Mijn liefd’ is eens geset, en daer in wil ick sterven.’ 6 Twee passages waarin de opvattingen, gebruiken o.i.d. sterk afwijken van die van de huidige tijd, zijn: - In de Renaissance hechtte men veel waarde aan standverschil binnen een huwelijk: dat kon namelijk niet. Nu is dat natuurlijk heel anders. We hebben geen standenmaatschappij meer en er wordt ook niet meer zo heel veel waarde gehecht aan verschil in sociale klasse tussen twee partners. De passage staat op bladzijde 14, vers 149-156, en het gaat over Giralde. ‘ ’T geviel om desen tijt dat in dien eygen lande
Een jongh en aedrich dier door jeught en liefde brande, En hy die haer het breyn en oock den geest besat, Was even als de maeght met hare min gevat. Maer daer en was geen raet om oyt te mogen paren, Vermits sy niet gelijck in goet of staet en waren; De juffer is te rijck, als maer een eenigh kint, Soo dat haer drouve vrient voor hem geen troost en vint.’ - Tot slot kom ik nog eens terug op de belangrijkheid van de maagdelijkheid in de Renaissance. In de huidige tijd wordt meestal al voor het huwelijk voor het eerst gevreeën, iets dat in de Renaissance weliswaar niet geheel ondenkbaar was, maar in ieder geval zeer oneerbaar en eigenlijk ongepast. In het volgende citaat, bladzijde 34, vers 529-544, wijst Pretiose Andreas af. ‘Ick ben een heydens kint veracht van alle menschen, Hoe kan u hoogh gemoet om mijn geselschap wenschen, Als slechts op desen gront, ten eynd’u geyle lust

Tot oneer mijner jeught eens mochte zijn geblust? Maer neen, gelooftet vry, geen man sal my belesen, Dat ick in geyle lust hem sal ten dienste wesen. Acht my voor die ghy wilt, en dat ick wesen magh, Ick ben een vyandin van alle vuyl bejagh. Dat sal ick eeuwigh zijn, wel gaet dan elders jagen, Voor u en is geen kans mijne eere wech te dragen; Weet datter onder ’t volck dat ghy voor heydens groet
Noch is een reyne ziel en onbevleckt gemoet. Ghy dan, nadien ghy zijt genegen om te jocken, Gaet naar het dertel hog, en streelt de zijden rocken
Soeckt daer bequame stof voor u ongure vreught, En laet my ’t edel punt van mijne reyne jeught.’

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het Spaans heidinnetje door Jacob Cats"