Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het oog van de engel door Nelleke Noordervliet

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover Het oog van de engel
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 1937 woorden
  • 22 april 2005
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
13 keer beoordeeld

Boekcover Het oog van de engel
Shadow
Het oog van de engel door Nelleke Noordervliet
Shadow
Motivatie: De reden dat ik het boek gekozen heb is omdat er eigenlijk bijna geen boeken meer waren. Van die boeken die er nog wel waren sprak de tekst op de achterkant van dit boek mij het meeste aan. Eerste persoonlijke reactie: Op zich vond ik het boek wel mooi om te lezen al moest ik er in het begin wel aan wennen. De taalgebruik in dit boek vind ik soms moeilijk. Dit kwam vooral omdat er af en toe Franse woorden of uitdrukkingen worden gebruikt die ik niet begrijp. Een andere reden waarom het verhaal me meteen boeide was omdat de gebeurtenissen vrij dramatisch zijn, ik ging echt met de personages meeleven. Samenvatting: De hoofdpersoon in het verhaal is Elisabeth Lestevenon. Ze is aan het begin van het verhaal een jonge vrouw van 20 jaar. Elisabeth heeft een gezwel in haar hoofd wat er voor zorgt dat haar linkeroog uitpuilt. Bovendien zorgt het voor een hoop pijn. Ze leeft met haar vader en haar jongere, doofstomme zusje Maaike in Haarlem. Haar vader leest haar vaak voor en zo leert zij veel dingen over wetenschap, literatuur en filosofie. Het verhaal begint in 1787, twee jaar voor de Franse Revolutie. Omdat de strijd tussen patriotten en Oranjegezinden in Nederland steeds gevaarlijker wordt voor Elisabeths vader, die pamfletten voor de patriotten verspreidt, besluit hij met zijn twee dochters naar het zuiden te vluchten. Ze vertrekken naar Saint-Omer, waar nog een tak van de familie Lestevenon woont. Daar aangekomen nemen ze hun intrek in het koetshuis van hun verre achterneef Maître Mounier de Bresse. Op een dag valt Elisabeths vader tijdens het eten voorover met zijn gezicht in zijn bord. Hij is dood. De oorzaak is een hersenbloeding. Elisabeth wil het werk van haar vader overnemen om de huur te kunnen betalen, maar als vrouw wordt ze niet serieus genomen. Ze vindt geen werk en kan de huur keer op keer niet betalen. Maar omdat Mounier medelijden met ze heeft laat hij ze keer op keer toch maar weer blijven. Nadat ze na de zoveelste keer de huur weer niet kunnen betalen vindt de vrouw van Mounier dat Elisabeth en Maaike weg moeten uit het koetshuis. Na een lang gesprek met Elisabeth biedt Mounier aan om haar en Maaike te laten blijven, maar daar moet wel iets tegenover staan. Vanaf dat moment gaan Elisabeth en Maître Mounier geregeld met elkaar naar bed. Op een jaarlijkse bijeenkomst, gehouden in het huis van Maître Mounier, ontmoeten Elisabeth en Maaike voor het eerst de arts Dieudonné Doppet. Hij is voor omverwerping van de monarchie. Hij wil betere levensomstandigheden voor de arme bevolking bereiken door ze inspraak te geven in het bestuur. Hij wil revolutie. Die avond geeft Doppet een optreden en na de pauze vraagt hij Maaike of zij mee wil doen aan een experiment, ze stemt hiermee in. Hij brengt haar in trance en ze begint over haar hele lijf te trillen en zegt dan plotseling iets, dat door sommigen verstaan wordt als ‘Mounier verkrachter’. Iedereen schrikt, omdat het doofstomme meisje spreekt. Hierna valt ze in een soort slaap. Elisabeth is verbijsterd. Ze gaat samen met Maaike terug naar het koetshuis waar Doppet hun nog even komt bezoeken

Omdat Mounier ontzettend beledigd is, moeten de zussen het koetshuis verlaten. Doppet biedt aan om Elisabeth en Maaike mee te nemen en Maaike verder te behandelen, gedeeltelijk voor een publiek. Hij wil de geneeswijze, die Mesmer heeft bedacht (toepassing van het animale magnetisme), tonen aan het publiek. Elisabeth neemt het aanbod aan en ze gaan mee. Bij de eerstvolgende demonstratie van Doppet speelt Elisabeth voor doofstomme, omdat Doppet zeker wil zijn van een succesvol ‘experiment’. Elisabeth vindt het best, want ze wil Maaike beschermen. Sinds die demonstratie neemt Elisabeth de rol aan van ‘de apocalyptische engel’, die voorspelt hoe het moet en zal zijn. Ze speelt niet meer voor doofstomme. Zij en Doppet verkondigen hun idealen wat betreft de samenleving en de revolutie. Maar op een gegeven moment gaat het fout en moeten ze vluchten omdat ze anders gepakt zullen worden. Ze vertrekken naar Parijs om daar hun tentoonstellingen te geven. Doppet brengt Maaike naar een doveninstituut. Elisabeth mist haar en voelt zich schuldig. Als ze er gaat kijken ziet ze echter dat Maaike, nu 15 jaar, heel gelukkig is. Ze laten haar maar in het instituut, waar ze gelukkig is en vrienden heeft, met wie ze kan communiceren. In Parijs krijgen ze onderdak en geld van Hornmann, een bankier die de naderende revolutie steunt. Op een ochtend verkracht hij Elisabeth en hij beweert dat Doppet hem toestemming heeft gegeven om dat te doen. Doppet schijnt er echter niets vanaf te weten. Nadat ze er met Hornmann over praten, die alles ontkent, wordt deze boos en hij stuurt ze weg. Op een dag komt het volk van Parijs in opstand. Een steeds groter wordende stoet loopt door de straten van de stad. Elisabeth en Doppet lopen mee. Het hongerige volk is niet zo logisch in het kiezen van een zondebok. De opstand keert zich tegen Reveillon, een behangselfabrikant die juist goed is voor zijn arbeiders. Maar hij heeft een uitspraak gedaan die uit de context is gehaald en daardoor verkeerd werd begrepen. Als de optocht het huis van Reveillon nadert, komt de politie plotseling in actie. Met geweren schieten ze recht de menigte in. De mensen kunnen geen kant op omdat ze met zovelen zijn. Negenhonderd mensen worden doodgeschoten en er zijn ook nog veel gewonden. Één van de mensen die het niet overleven is Antoine Lebrun. Deze knappe jongen zorgde altijd voor de laatste roddels, die Elisabeth in haar visioenen als waarheden verkondigde (als dat nuttig was tenminste). Zijn bronnen waren mannen met wie hij seks had. Doppet was zeer gehecht aan Lebrun en is zeer bedroefd over zijn dood. Hij vindt dat het zijn schuld is. (“door mijn schuld, door mijn schuld”) Na de dood van Lebrun zien Elisabeth en Doppet elkaar niet meer. Hun optredens zijn ook niet meer nodig, want de revolutie is al op volle gang. Elisabeth wordt steeds zieker door het gezwel achter haar oog. Ze kan het oog niet meer dicht doen en ze ziet er niets meer mee. Ze gaat, nadat Doppet haar verlaat, bij Marie Cercueil (een goede vriendin) wonen en daar werken in huis. Doppet echter is nog steeds actief. Hij is generaal geworden en leidt de revolutie voor een groot deel. Het doveninstituut waarin Maaike woont, wordt gesloten omdat de eigenaar is opgepakt (omdat hij een priester is). Maaike komt ook bij Marie Cercueil wonen. Ze trouwt met Philippe, een idealistische jongeman die de revolutie steunt. Hij was jaren eerder eens bij Elisabeth op consult gekomen. Doppet keert terug naar zijn ouderlijk huis om zijn familie een bezoek te brengen, maar als hij daar aankomt blijken ze gevlucht te zijn. Hij is erg teleurgesteld en kwaad. Hij brengt wel een bezoek aan zijn oude, zieke grootvader, die samen met de bediende Pierre het huis bewaakt. Hij was te zwak om mee op reis te gaan. Doppet en zijn grootvader maken ruzie. Ze hebben elkaar nooit gemogen. Al gauw na dit bezoek sterft de oude man en erft Doppet het huis. Hij gaat er wonen en Pierre, die er al werkte toen Doppet nog een kind was, blijft ook. Elisabeth zoekt contact met Doppet omdat ze de dood voelt naderen. Ze schrijft hem een brief, die hij krijgt van Marie Cercueil. Ze vertelt daarin hoe het met haar is gegaan sinds de laatste keer dat zij Doppet zag. Ze verzoekt Doppet om haar oog te behandelen, ook omdat ze hem weer wil zien. Hij brengt haar vervolgens naar zijn huis, waar ze verblijft tot haar dood. Pierre, de bediende, verzorgt haar in die tijd. Na een tijdje vraagt Elisabeth of Doppet haar wil opereren. Hij brengt haar in trance, het lijkt of ze slaapt. Ze voelt geen pijn als hij haar opereert. Als hij klaar is (hij heeft haar oog verwijdert en de oogleden dicht genaaid om de tumor) en haar uit haar ‘slaap’ wakker maakt, schreeuwt ze van de pijn maar ook van geluk. Elisabeth en Doppet praten veel over het verleden en over allerlei dingen, zoals hun opvattingen en idealen, maar ook over dingen uit het dagelijks leven. Elisabeth vraagt Doppet ook of hij wist dat ze dood zou gaan, en hij zegt dat hij dat al wist vanaf het moment dat hij haar oog zag. Het laatste wat Elisabeth zegt is ‘Ik heb geen pijn meer’. Elisabeth sterft ‘s nachts, terwijl Doppet in de stoel naast haar bed slaapt. Doppet gaat naar de berg in de buurt waar hij opgroeide, en waar hij altijd naar heeft verlangd sinds hij er wegging. De berg ziet er precies zo uit als in zijn herinnering. Tijd en vertelsituatie: Ze vluchten in 1787 naar het zuiden. Wanneer de monarchie omver geworpen is, is het 1792. Dit is ook het jaar waarin Doppet en Elisabeth elkaar weer terug zien. Er is dus vijf jaar verstreken. Er zitten geen flashbacks of herinneringen in maar wel tijdsprongen tussen de drie delen (De vlucht, Parijs en De Witte berg) in. Het boek doet over deze vijf jaar 263 bladzijdes, dit is dus de verteltijd. Plaats en ruimte: In Haarlem is ze de dochter van de intelligente wetenschapper Lestevenon en hier wordt ze ook meer op prijs gesteld als een vrouw met kennis. Ze is hier echt thuis. In haar huis in Haarlem is ze een gelijke voor haar vader. Het koetshuis in Artois geeft een verandering aan. Elisabeth moet na de dood van haar vader in een klap volwassen worden en alle lasten op zich nemen, ze wordt hier een vrouw. Het paleis van de bisschop in Cambrai wordt maar kort behandeld maar is toch vrij belangrijk.Dat komt omdat ze vanwege het optreden dat ze daar houden moeten vluchten en naar Parijs gaan. Parijs staat voor de plek waar verandering mogelijk is, waar een revolutie het beste kan beginnen. Annecy, is de plaats waar Elisabeth sterft en het moment dat Doppet eindelijk thuis is. Personages: Eigenlijk zijn er twee hoofdpersonen: Elisabeth Lestevenon en Dieudonné Doppet. In het begin van het verhaal speelt Doppet nog geen rol en bekijk je de gebeurtenissen door Elisabeths ogen. Het draait dan vooral om haar. Nadat zij Doppet leert kennen gaat het zowel over hem als over haar, en over de relatie tussen deze twee. Later bekijk je de gebeurtenissen door Doppets ogen en gaat het vooral over hem. Ik kan me wel in Elisabeth inleven omdat ze vaak vertelt hoe ze zich voelt. Ze is een zelfstandig denkende vrouw met veel kennis, wat ongebruikelijk was in die tijd. Dat is nu heel normaal en daarom vind je Elisabeth als lezer waarschijnlijk ook normaal en kun je jezelf met haar identificeren. Elisabeth en Doppet zijn geen helden, want ze bereiken (al) hun idealen niet en twijfelen bovendien erg aan hun eigen gevoelens en meningen. Ze zijn vrij onzeker en kwetsbaar. Aan het begin van het verhaal is Elisabeth zelfverzekerd en idealistisch, en ze wil eigenlijk maar één ding: zelfstandig zijn. Maar ze beseft later zelf ook dat dat nooit gelukt is; ze heeft zich altijd aan mannen gehecht en was van hen afhankelijk; eerst haar vader, toen Mounier en toen Doppet. Eindevaluatie: Al met al was het een mooi boek om te lezen. Soms een beetje zwaar doordat er veel gedachtes in zaten maar verder heel mooi. Ik weet niet of ik nog andere boeken van haar zou lezen maar ik zou in ieder geval wel kijken naar andere boeken van haar omdat er misschien een kans bij zit dat er meer mooie boeken bij zitten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het oog van de engel door Nelleke Noordervliet"