Het negende uur door Pieter Nouwen

Beoordeling 8
Foto van een scholier
Boekcover Het negende uur
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3288 woorden
  • 12 maart 2007
  • 95 keer beoordeeld
Cijfer 8
95 keer beoordeeld

Boekcover Het negende uur
Shadow
Het negende uur door Pieter Nouwen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens a. Auteur: Pieter Nouwen
b. Titel: Het negende uur, uitgeverij Thoth Bussum, 1997-2, 189 blz. (eerste druk februari 1997) c. Genre: roman (historische detective) Verdieping a. Samenvatting. Deze roman gaat over een zanger, de bas Edward Schneider, die onder verdachte omstandigheden overleden is, kort nadat hij op geruchtmakende wijze heeft meegewerkt aan een uitvoering van de Matteüspassie van Johann Sebastiaan Bach. Centraal in het boek staat de passage uit het Evangelie: “Und von der sechste Stunde an ward eine Finsternis über das ganze Land, bis zu der neunte Stunde. Und um die neunte Stunde schriee Jesus laut und sprach: Eli, Eli, lama asabthani?, das ist: Mein Gott, mein Gott, warum hast du mich verlassen?” (Matth. 27:45 en 46). Voor de hoogmoedige Edward Schneider is alle muziek, zelf die van de Mattheüspassie, een middel om successen te boeken, om beroemd te worden. Hij is daarmee het tegenbeeld van de ootmoedige Bach, die geheel zijn talent in dienst wil stellen van de verkondiging van de Boodschap in de kerkdienst op Goede Vrijdag. Schneider verzet zich tegen de gedachte dat kunst bedoeld zou moeten zijn tot de eer van God. Dit staat scherp in contrast met de opvattingen van Bach, die onder bijna al zijn werken schreef: Alleen God zij de eer. Uit gesprekken van vrienden en bekenden van Edward Schneider en uit allerlei documenten zoals brieven, die de rechercheur leest, rijst het beeld op van een zielig mens. Hij was een gefrustreerde kunstenaar, die niet kon verwerken dat hij als zanger alleen optrad in concertzaaltjes in de provincie en niet doorbrak naar de grote podia van beroemde concertgebouwen. Als hij dan toch opeens gevraagd wordt om in te vallen voor een zieke zanger bij een uitvoering van de Mattheüspassie in het Amsterdamse Concertgebouw, nog wel onder leiding van de wereldberoemde dirigent Stanislaus Agincourt, lijkt voor hem de wereld open te liggen. Maar juist bij die gelegenheid, bij een generale repetitie met publiek op de zaterdag voor Palmzondag, gooit hij zijn eigen glazen in door de passage met Eli, Eli, lama asabthani te zingen op de wijs van een carnavalsliedje. De dirigent, voor wie de uitvoering van de Mattheüspassie absoluut een religieuze ervaring is, reageert woedend. Dat Schneider de volgende dag bij de echte uitvoering perfect zingt, kan zijn spottende misstap niet meer goedmaken. In een interview heeft Agincourt uitgesproken dat het hem niet uitmaakt of hij de rol van Colas de tovenaar (uit een opera van Mozart) zingt of de Christuspartij uit de Mattheüspassie: “Het christendom is een tovergeloof en het passieverhaal is een sprookje, een mythe”. Op Stille Zaterdag, een paar dagen na het optreden, wordt Edward Schneider levenloos aangetroffen op de divan in zijn theekoepel aangetroffen. De situatie is merkwaardig: het was goed mogelijk dat Schneider rond drie uur (het bijbelse negende uur) was overleden. Eveneens merkwaardig was dat de partituur van de Mattheüspassie opengeslagen lag bij het fragment ‘Und um die neunten Stunde schriee Jesus laut, und sprach…’. De rechercheur, door wiens perspectief we het verhaal volgen, stelt een onderzoek in naar de doodsoorzaak van de zanger. Hij ondervraagt verscheidene vrienden, familieleden en collega’s, onder andere Agincourt. Ook leest hij door Schneider geschreven brieven en recensies over zijn optreden. De ‘moord’ wordt echter niet opgelost; de rechercheur komt niet verder dan ‘een niet nader te verklaren hartstilstand’. Wel komt de rechercheur steeds meer te weten over Schneiders persoonlijkheid: hij leefde alleen voor zichzelf, anderen waren slechts van belang voorzover ze zijn succes dienden. Hij wist zich ver verheven boven alle moraal: “Is er iemand in deze bespottelijke wereld te vinden die zo rein en rechtvaardig is, dat hij mij mag vertellen wat ik doen en wat ik laten moet?”. In het laatste hoofdstuk is Schneider aanwezig na zijn dood. Hij ‘viel in slaap’ en ‘beleefde’ de eerste uitvoering van de Mattheüspassie onder leiding van Bach zelf in de Thomaskerk in Leipzig. Het lijkt erop dat zijn lichaam deze ervaring niet aankon: “Mijn hartslag wil door mijn borst, mijn hals, mijn slapen naar buiten barsten en tegelijk lijkt mijn hart als een steen tot onder mijn middenrif te zinken. Het zweet breekt me uit in ritmische stuwingen en mijn handen kruipen als bange krabben over mijn borst en mijn bovenbenen”. Hieruit zou de geheimzinnige doodsoorzaak van Edward Schneider kunnen blijken, maar die blijft in het vage. b. Verhaaltechniek. Schrijfstijl: De stijl waarin Pieter Nouwen dit boek heeft geschreven is niet eenvoudig omdat er heel veel muziek termen in voor komen dit mede door dat de Mattheüs Passion er een grote rol in speelt. Dit betekent dat het een aardig pittig boek is waarvoor je echt moet gaan zitten. Ruimte: Het verhaal speelt zich af rond Pasen en Goede Vrijdag. In de even hoofdstukken, de hoofdstukken over Bach, loopt het verhaal vanaf Palmzondag 1729 tot Goede Vrijdag daaropvolgend. Hier wordt beschreven hoe Bach bezig was met het opstellen van zijn passie, dus de plaats waar het Bach-verhaal zich afspeelt is eenzijdig. De oneven hoofdstukken vinden plaats in het heden, in onze maatschappij. Amsterdam is een belangrijke plaats die voorkomt in het verhaal, omdat de hoofdpersoon daar moest optreden in het Concertgebouw. Maar ook de theekoepel speelt een grote rol, Edward is daar overleden en de rechercheur gaat daar ook vaak naar toe. Verhaalfiguren: Er zijn twee belangrijke personen die de hoofdrol spelen in dit verhaal. Allereerst is dat Edward Schneider, de baszanger die onder verdachte omstandigheden overlijdt. Daar tegenover staat Johann Sebastian Bach, die in het boek zijn Mattheüspassie opzet en uitvoert. De twee staan scherp in contrast met elkaar. Hoe meer je over Edward Schneider te weten komt, hoe walgelijker je hem gaat vinden. Allereerst is hij arrogant: hij kan prachtig zingen, maar weet dit zelf helaas ook en vindt dat hij allang op had moeten treden in de landelijk bekende concertzalen in plaats van in provincieplaatsen. Vervolgens is hij egoïstisch: hij ontziet niets en niemand om succes te bereiken en heeft verscheidene relaties tegelijk, die alle sterk lichamelijk bepaald zijn. Ten derde is hij achterbaks: hij heeft een aantal ‘fans’ die hem financieel steunen en/of zijn zangkunst sterk bewonderen. Tijdens hun aanwezigheid is hij erg vriendelijk, maar als ze weg zijn maakt hij ze (in brieven) belachelijk. Zijn vriendschappen zijn allemaal oppervlakkig, ook omdat niemand hem mag om zijn onaangename persoonlijkheid. Daarnaast doet hij niets liever dan God en het christelijke geloof belachelijk maken. Bijvoorbeeld; tijdens een maaltijd met enkele ‘vrienden’ herhaalt hij, wanneer de wijn geschonken wordt, de woorden die Christus sprak bij de instelling van het Heilig Avondmaal. De ootmoedige Bach daarentegen vormt het tegenbeeld. Hij wil zijn talent geheel ten dienst stellen van de verkondiging van de Boodschap in de kerkdienst op Goede Vrijdag. Hij zette bijvoorbeeld onder al zijn werken (ook de instrumentale) ‘Alleen Gode zij de eer’. Zelfs de meest onbetekenende partij heeft voor Bach alleen waarde als zij tot eer van God en tot ontspanning van het gemoed gespeeld wordt. Opmerkelijk verhaalfiguur is de rechercheur, die in het hele boek anoniem blijft. Hoewel hij de sleutelfiguur is, doordat hij alle andere personen uit het boek benadert, wordt er niet verteld hoe hij heet en blijft zijn karakter helemaal op de achtergrond. Maar meer dan een type is hij niet. Verder komen nog enkele personen voor die allemaal weer een eigen verhouding tot Schneider hadden zoals: Agincourt: beroemde dirigent. O.l.v. hem trad Schneider op, is kwaad op Schneider. Julius Beylevelt: kijkt negatief aan tegen Schneider na incident tijdens optreden. Vera Görgey: Zij is 24 jaar, studeert geschiedenis en ziet er iel en bleek uit. Zij bewondert Edward heel erg, maar is zeer gelovig en wil daarom niet met hem naar bed. Hoe Edward ook probeert haar over te halen, zij weigert. Bij een diner ter afsluiting van hun relatie, verkracht Edward haar. Zij heeft hem nu in haar macht en eist voor elk concert vrijkaartjes. Ze blijft hem achtervolgen omdat ze vindt dat hij haar moet huwen. Parallel met de bijbel: Vrouwen die Jezus volgen. Pierre Kerkhoff: Steenrijke Limburgse zakenman. Hij houdt van paarden en muziek. Hij vindt Edward een grote kunstenaar en alle rare dingen die Edward doet spreekt hij daarom goed. Hij heeft samen met Edward op een kostschool gezeten. Hij financiert Edwards kosten. Parallel met de bijbel: Petrus, hij steunt eerst Schneider volkomen, maar valt hem later dan snel af. Jan Wynandts: Edwards vaste pianist. Hij is een homo en is op Edward verliefd, hij aanbidt hem. Hij heeft Edward geholpen Vera te verkrachten. Hij is dun en heeft een paardenhoofd (volgens Edward). Hij houdt van Nietzsche en Wagner. Parallel met de bijbel: Johannes, de discipel die Jezus liefhad, maar Schneider heeft Jan niet lief, maar doet maar alsof. Wynandts steunt Edwards moeder in het uitvaartcentrum. Rechercheur: Van deze naamloze persoon weten wij weinig, maar hij is de waarnemer van alle gebeurtenissen. Miriam Wicherson: Zij is 28 en afgestudeerd in Spaanse letterkunde en verdient als hoer. Ze ziet Edward als speciale vriend die niet hoeft te betalen. Zij is de enige vrouw in het boek die vrijwillig met Edward naar bed gaat. Situaties: In de proloog wordt verteld over de kruisiging van Christus. Het boek zelf vertelt eigenlijk twee situaties door elkaar. De situatie van de tenor Edward Schneider die met de Christuspartij in de Matteüspassie eindelijk doorbrak maar die op goede vrijdag op het negende uur stierf. Daar wordt een onderzoek ingesteld om te kijken of er moord in het spel was. In dat onderzoek ondervraagt een rechercheur bepaalde personen die veel met Edward Schneider omgingen en zo ontrafelt hij het doen en laten van de hoofdpersoon. In het boek wordt de moordzaak niet opgelost maar in feite kan de lezer zelf zijn conclusies trekken. En de tweede situatie is die van Bach, waarneer hij de Matteüspassie schrijft en voor de eerste keer opvoert. Je ziet hoeveel dingen hij heeft gebruikt met bijvoorbeeld bijbelteksten omgezet in noten en hoe ontzettend groot zijn werk is. Maar hij wil alleen maar God de eer geven van zijn talent. Aan het eind van het boek komen de twee situaties samen op een aparte manier. Edward zit dan, als het ware na zijn dood, bij de eerste uitvoering van de Matteüspassie in de kerk en Bach ziet hem en hij ziet Bach. Edward begrijpt zijn fouten maar kan niet meer terug! In het verhaal kun je ook een diepere betekenis ontdekken die wordt dus niet direct beschreven. Namelijk Edward Schneider is in alles het tegenovergestelde van Jezus. Hij heeft óók twaalf vrienden waarvan namen en karakters vergelijkbaar zijn met de discipelen. Hij verwerpt en bespot alles wat met het christendom te maken heeft. Maar uiteindelijk moet hij erkennen, als hij min of meer dood is, dat Jezus en God bestonden en ziet hij dat hij het offer van Jezus nodig had maar dat het te laat is om dat toe te geven. Vertelwijze: De oneven hoofdstukken (het heden wordt beschreven) worden door een personale verteller verteld: de rechercheur. De even hoofdstukken (verhaallijn van Bach) worden door een auctoriale verteller vertelt. Hij weet alle gedachten en handelingen van Bach. Vanaf hoofdstuk 15 eindigt de verhaaldraad van Bach eigenlijk, maar aan het einde van het boek vallen de beide verhaallijnen weer samen.
c. De thematiek. Het thema is: de betekenis van Christus’ kruisdood voor gelovigen en ongelovigen en heeft dus te maken met zonde en schuldbesef. Je ziet wat de betekenis is voor Edward, je ziet wat de betekenis is voor Bach. Typerende tekstgedeelten: -Het eerste motief is muziek (de Mattheüspassie). Het verhaal begint met het openingskoor waarin de Mattheüspassie wordt beschreven. Deze Mattheüspassie speelt een grote rol in het verhaal. Het is een muziekstuk geschreven door J.S. Bach, waarin het lijdensverhaal van Christus centraal staat. Schneider probeert zich in te leven in en voor te bereiden op zijn Christusrol. Opvallend is dan ook dat de figuur aan het kruis, die wij kennen als Jezus, zonder hoofdletter wordt beschreven (deze visie heeft dus te maken met de ongelovigheid van Schneider). Schneider wil beroemd worden met zijn muziek en muziek speelt een hele grote rol ook binnen zijn sociale contacten. Ook wordt er in het boek beschreven hoe de Mattheüspassie tot stand is gekomen door Bach. Bach was erop gericht dat zijn toeschouwers het lijdensverhaal 'als aanwezige werkelijkheid zouden herbeleven'. Hij heeft hiervoor dan ook alle middelen aangewend. Hij maakte onder andere veel gebruik van getallensymboliek. -Het tweede motief is het lijden. Ten eerste hebben we het over het lijden van Christus wat uitvoerig wordt besproken. De Mattheüspassie gaat over het hele lijdensverhaal van Christus maar Edward Schneider kan pagina 27 niet omslaan en blijft daarom bij de dood van Jezus steken. Ook Edward Schneider moet 'lijden'. Hij beschouwt zichzelf als een 'martelaar voor de kunst'. Edward verlangt naar succes, bekendheid, volle zalen en vindt het leuk om veel geld uit te geven. Maar voor bekendheid en roem moet je de juiste mensen kennen die je verder helpen, dit alles kost hem veel moeite. Als hij dan eindelijk zijn eerste stap naar roem en bekendheid heeft gezet, gaat hij dood. -Het derde motief geloof/ongeloof komt heel duidelijk naar voren door middel van de Mattheüspassie. Bach hecht veel waarde aan het lijdensverhaal en was erop gericht dat zijn toehoorders het als aanwezige werkelijkheid zouden beleven. Citaat: "Hij wist dat het een magistraal werk was, maar hij was er ook ten volle van overtuigd dat hij het slechts kon voortbrengen dankzij de talenten die zijn Schepper hem had geschonken. Alleen Gode zij eer, zou hij er dan onderschrijven, zoals hij dat onder al zijn stukken deed." (blz. 42). Voor Schneider heeft de inhoud van de Mattheüspassie geen emotionele waarde, het is voor hem precies hetzelfde als ieder ander lied. Ook komt het geloof/ongeloof goed tot uitdrukking in Edwards briefwisselingen met zijn vrienden. Zo schrijft Vera: "Omdat de wereld van de gelovige een zinvolle eenheid is, heeft alles wat er in die wereld gebeurt een zin, dus ook het kwaad. Wat de zin is van het kwaad weet de gelovige niet, maar hij mag wel geloven dat het kwaad niet kan overwinnen, omdat de wereld liefdevolle schepping is." (blz. 126). -Het vierde motief is de zoektocht naar de reden voor de dood van Schneider. Aan het begin van het verhaal maken we kennis met een rechercheur, die als taak krijgt de oorzaak van de dood van Edward Schneider te onderzoeken. Hij komt in contact met mensen en krijgt brieven te lezen van Edward en zijn vrienden. Het wordt de rechercheur niet duidelijk of het een moord was, een zelfmoord of een natuurlijke dood. We lezen over zijn dood: "Ik probeer onze ontmoetingen (met Vera) op een rij te zetten, maar kan me niet concentreren en val in slaap. Ik zie mezelf op de divan liggen in mijn zwarte pak, mijn witte overhemd en met de lichtrode stropdas. Ik heb een doodgroen, ongeschoren gezicht, mijn mond hangt open en mijn melkglazen ogen staren me aan. 'Hebt u geprobeerd zijn ogen te sluiten?' hoor ik een mannenstem vragen." De titel: Het negende uur. Dit slaat op het negende uur waarop Edward Schneider gestorven is. Maar het slaat ook op het negende uur waarop Jezus stierf. Voor de mensen was dat een uur van verlossing. De straf was volbracht. Maar voor Edward was dat een uur van de waarheid waarin hij er niet meer om kon lachen of het kon bespotten. Hij was verloren omdat hij niet in die volbrenging van de straf had geloofd. Het is dus een goede titel van het boek. Want in allebei komt de waarheid aan het licht, Christus is gestorven voor zijn kinderen en Schneider is gestorven aan zijn emoties zal Christus ook voor hem gestorven zijn? d. Plaats in de literatuurgeschiedenis Het werk is voor het eerst gepubliceerd in februari 1997. De schrijver, wonende in de kop van Overijssel, is rooms-katholiek opgegroeid maar heeft daarmee gebroken. Na twintig jaar als atheïst te hebben geleefd, wendde hij zich echter weer tot het christendom, vooral tot het protestantisme; in de Geloofsbelijdenis van Nicea ziet hij zijn diepste levensovertuiging uitgedrukt. Hij herkent zijn levensbeschouwing ook wel in de twee-rijkenleer van Augustinus: Jeruzalem tegenover Babylon, de stad van God tegenover de stad van mens, de wereld van de gelovige tegenover die van de ongelovige. Pieter Nouwen debuteerde in 1991 met de verhalenbundel “De God in de machine”, die genomineerd werd voor de AKO-Literatuurprijs. In 1993 verscheen zijn roman “De lichtwachter”. De tijd waarin Pieter Nouwen “Het negende uur” heeft geschreven wordt gekenmerkt doordat er niet een bepaalde stroming aan te wijzen is dat typerend is voor die tijd. Er komen allerlei stroming aan bod, maar er zijn toch enkele gemeenschappelijke kenmerken. Enkele punten die in heel veel boeken van deze tijd naar voor komen zijn bijvoorbeeld: door elkaar lopende handelingen, collages van verschillende soorten teksten, onduidelijke personages en het gebruik van afwisselende perspectieven. Dit boek wordt ook gekenmerkt door de visie van gelovigen en ongelovigen op de kruisiging van Christus. Dus wat dat betreft is het werk erg typerend voor de schrijver. Het boek is in sommige dingen wel typerend voor de tijd waarin het is ontstaan: de door elkaar lopende handelingen en het gebruik van afwisselende perspectieven. Dus wat dat betreft is het werk behoorlijk typerend voor die tijd. Beoordeling De elementen waaruit blijkt dat Bach met het componeren van zijn werken de eer van God op het oog had, erg mooi. Daaruit blijkt dat muziek van Bach niet maarzo muziek is, maar muziek van een hoger niveau en tot eer van God. De passage waarin Schneider in de kerk is waar de Matteüspassion uitgevoerd wordt onder leiding van Bach zelf. Schneider gaat hier inzien dat hij zijn hele leven verkeerd bezig geweest is, spreekt mij erg aan. Bach voert de muziek uit tot eer van God, in de context van de preek. Schneider voelt zich erg onprettig, hij had alleen zijn eigen carrière op het oog. De passages waarin de rechercheur alle brieven in verband met de geheimzinnige dood van Schneider doorleest, vind ik erg saai. Ik zie het nut van deze brieven in de verhaallijn van het boek niet. Dat passages waarin Schneider mensen kleineert, vind ik erg storend (denk bijvoorbeeld aan de verkrachting van Vera en de pesterij tegen Schneiders muziekleraar, waarvan Schneider dacht dat hij homo was). Schneider is een enorme egoïst, denkt dat hij zelf heel goed is en wil alleen maar beter worden van anderen. Ook de passages waarin Schneider de draak steekt met het geloof in de Heere Jezus vind ik erg storend. Deze passages zijn te veel in detail beschreven denk ik. Ik heb de film wel bekeken, maar het boek is totaal niet te vergelijken met het boek. De film is in de eerste plaats geen detective. Ook gaat het boek totaal niet over de onmacht tot het uitvoeren van christelijke muziek van onchristelijke musici, maar het gaat over de rol van liefde. Ik vind het thema van het boek heel goed. De muziek van Bach wordt op deze manier dichter bij de ‘gewone’ mens gebracht. Het boek is geschreven in hedendaags Nederlands. Het boek is daarom redelijk goed te lezen, al zijn de zinnen soms wel wat lang of ingewikkeld en zijn er soms moeilijke woorden gebruikt. Ik vind dit boek erg goed geschreven. Er zijn twee losstaande verhaallijnen, wat toch niet storend is. Ik zie alleen het nut niet in van het uitvoerig geschreven rechercheonderzoek. Dit onderzoek heeft totaal geen uitwerking. Wel kom je meer van het leven van Schneider te weten, maar dit had Pieter Nouwen ook wel op een andere manier kunnen verwoorden. Het boek is wel erg goed geschreven. Iets van het boek blijft je bij, omdat het heel indringend geschreven is…

REACTIES

G.

G.

In de samenvatting staat een fout, de zin ".... In een interview heeft Agincourt uitgesproken dat het.." moet zijn: ".... In een interview heeft Schneider uitgesproken dat het ...".

16 jaar geleden

M.

M.

Hierbij nog een toevoeging:
Julius Beyleveld heeft overeenkomsten met de apostel Judas in de Bijbel. HIj verraad zijn meester (aan melchior Franssen van de Volkskrant). Een paar dagen later is hij dood. Misschien heeft hij, net als Judas, na zijn verraad zelfmoord gepleegd.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het negende uur door Pieter Nouwen"