Samenvatting
Het boek gaat over Louise Benda, ze groeit op in Indonesië. Ze is ongeveer 5 jaar als het boek begint. In Indonesië draait alles om de goden. Loulou heeft heel veel fantasie en ze kan realiteit en fantasie niet altijd goed uit elkaar houden. Ook is ze erg naïef. Haar vader, Cees, is dokter in een kliniek niet ver van het huis. Hierdoor is hij weinig thuis. In het landhuis wonen ook Loulou’s moeder, Hélène, en haar tante, Margot. Margot werkt ook in de kliniek als verpleegster.
Ook oom Felix komt op een gegeven moment uit Nederland naar Indonesië. Hij is de verloofde van Margot en ze zijn van plan te gaan trouwen.
Ze zijn dan ook van plan te gaan trouwen in februari. Het gedeelte van het verhaal dat zich afspeelt op Java is het goede gedeelte. Louise is dan namelijk. Ze heeft wel slaapproblemen waardoor ze s’nachts niet slaapt en veel wandelt met de nachtmensen. Dit zijn de bedienden die rond het huis leven.
Louise heeft gezien dat Hélène en Felix sex hebben gehad. Ze dacht dat dit een spel was. En daarom wilde ze het spel ook met tante Margot spelen. Zo komt Margot erachter dat Felix haar ontrouw is geweest en ze verbreekt dan ook de verloving. Loulou’s moeder is heel boos op Loulou en slaat haar. Loulou is helemaal van streek en loop weg samen met haar hondje, Teddy-Bali. Na een tijd zoeken wordt ze gevonden. Nadat Hélène en Margot een aantal keren ruzie hebben gehad besluit Margot naar Bali te gaan. Loulou mag mee en daar ontmoet ze Tinka, een danseres van 13 die eigenlijk een tante is.
Als Loulou en Margot terugkomen heeft Louise een broertje, genaamd Simon. Ze vindt het niet haar echte broertje, omdat ze er niet om gevraagd heeft.
In 1939 vertrekt de familie naar Nederland omdat er veel negatieve berichten komen uit Nederland over de aankomende oorlog. Maar als ze een tussenstop maken blijkt dat er een beroemde musicus aan boord komt, genaamd Benjamin Silbermann. Hij is een beetje raar maar hij houd wel van Tinka en Loulou. Ze krijgen van hem altijd privé voorstellingen. Maar als ze langs de kust van Italië varen springt hij overboord. Om de goden tevreden te houden gooien ze zijn koffertje ook de zee in. Dit koffertje was een schat.
Voor Louise en Tinka is het verschil tussen Indonesië en Nederland veel te groot. Ze blijven verlangen om terug te gaan en in het begin geloven ze ook dat ze snel terug gaan naar Indonesië. Maar op een gegeven moment geloven ze er niet meer in. Dan besluit Tinka terug te gaan naar Bali. Op een dag loopt ze gewoon de zee in en word er niets meer van haar vernomen. Ze spoelt wel weer aan maar daar heeft Louise niet op gewacht.
Als de oorlog uitbreekt vluchten Hélène, Simon en de tante van Louise naar Engeland. Louise’s vader en Louise blijven bij oma Mimi maar als haar oma overlijdt, duiken ze onder bij Aleida Bakker. Zij was eigenlijk de kinderjuf in het waterland. Ze mag Aleida niet echt omdat ze denkt dat zij haar vader wil afpakken.
In deze tijd ontwikkelt er zich een soort van tweede Louise. Die is stil en lief en gedwee. Maar de gewone Louise is avontuurlijk.
Louise is erg depressief en ze wil het liefst dood en uit de kleine kamer. Als haar vader dit hoort probeert hij haar op te vrolijken, maar dit helpt niet. Als de oorlog voorbij is wordt Aleida aangevallen door de dorpelingen. Ze is namelijk een overloopster die samenspande met de Duitsers. De dorpelingen denken dat ze ook een kind van één van hen heeft. Maar dan zegt de vader van Louise dat het zijn kind is en niet die van een Duitser. Haar vader noemt het kind Pandora. Op een gegeven moment komt er een muziekorkest door het dorp heen, Louise loopt ze tegemoet en ze loopt in een keer naar Dan Haag en vandaar naar huis.
2 tijd
A1 Het verhaal is chronologisch verteld. Je leest het verhaal wel vanuit de positie van Louise.
A2 Het verhaal speelt zich af van 1938 tot en met 1945.
B1 Het tijdsverloop zorgt er voor dat het verhaal duidelijk is. Er zijn namelijk weinig flashbacks. Ook zijn er weinig versnellingen in t verhaal. Hierdoor raakte ik eigenlijk nooit de draad van het verhaal kwijt
B2
Het verhaal geeft een weergave van deze tijd die volgens mij
wel klopt. Gewoon de techniek die ze gebruiken is wat ouder en de telefoons zijn nog slecht. En de tweede wereldoorlog lijkt me erg realistisch. 3 Perspectief A1 Het perspectief ligt bij Louise. Je volgt haar en je leest als het ware haar gedachten. A2 Het perspectief is het zogenaamde ik-vertelperspectief. B1 De verteller vertelt het verhaal van Louise. B2 Je voelt je door het perspectief meegesleurd in de wereld van Louise. Je weet wat zij voelt, meemaakt en denkt. Daardoor krijg je eigenlijk een gekleurd beeld van haar leven en van de mensen om haar heen. Maar doordat Louise zo naief denkt wordt het boek wel grappig op sommige momenten. B3 Je voelt je door het perspectief heel erg betrokken bij het verhaal en de personen. Natuurlijk voornamelijk bij Louise, maar ook andere belangrijke personen, zoals Hélène, Simon, Margot en Felix, leer je zo goed kennen. 4 Personages A1 Louise Benda (Loulou): Louise is de hoofdpersoon. Ze is in het begin van het boek ongeveer 5 jaar oud en aan het einde van het boek 11 jaar. Ze heeft blonde pijpenkrullen. Uit het boek kun je opmaken dat ze niet echt goede ogen heeft, want aan het einde van het boek krijgt ze een bril. Ze loopt in Indonesië graag op blote voeten. Louise heeft een hele grote fantasie en daardoor vaak haalt ze waarheid en fantasie door elkaar. Ze slaapt s’nachts weinig en in die tijd trekt ze regelmatig op onderzoek uit. Ze houdt van de ‘nachtmensen’ van hen mag ze alles doen waar ze zin in heeft. Ze is ook wel eigenwijs, maar dit komt misschien ook omdat ze een beetje in haar eigen wereldje leeft. Ze is ook erg naief. Na verloop van tijd komt ze er pas achter dat er ook slechte mensen en dingen zijn. Hierdoor raakt ze erg van slag en in Nederland is ze ook een beetje down en stil. Cees Benda: Dit is de vader van Louise. Hij is dokter en heeft een erg drukke kliniek in Indonesië, waardoor hij weinig thuis is. Louise houd veel van hem, en snapt ook niet waarom hij zo weinig thuis is. Hij is de enige die Louise rustig of aan het lachen kan maken. Heleen Benda: Heleen wordt in het boek meestal Leentje of Hélène genoemd. Ze is geboren in Nederland maar woont al heel lang in Indonesië. Ze is knap, lang, slank en heeft lichtblond krullend haar. In Indonesië verveelt ze zich snel. Ze zit meestal dagenlang te lezen en gaat graag zwemmen. Ze houdt van haar man, maar is het er niet mee eens dat hij veel te weinig tijd is. Dat is misschien ook wel de rede dat ze vreemdgaat met oom Felix. Tante Margot: Tante Margot is mollig, met donkere krullen en ze heeft een donkere huid. Ze werkt samen met de Cees in de kliniek. Ze is geduldig en lief. Ook is ze in voor de raarste spelletjes. Ze zou met Felix gaan trouwen maar nadat hij is vreemd gegaan wil ze hem niet meer. Uiteindelijk vergeeft ze het hem en gaan ze toch trouwen. Felix: Oom Felix is aardig en wil vaak spelletjes spelen met Loulou. Hij drinkt wel veel. Hij is de halfbroer van Cees. Hij gaat trouwen met Margot. Hij vertelt graag verhalen over goden uit Indonesië. Deze verhalen verzint hij vaak zelf. Tinka: Tinka is het pleegkind van de opa van Louise. Ze is dertien jaar oud. Ze is lang, slank met donker lang haar en een rond, theekleurig gezicht. Ze is de tante van Louise. Haar echte naam is Cristina. Ze heeft een eigen wil en ze is redelijk opvliegend. Ze kan heel mooi dansen en word dus naar oma Bali in Engeland gestuurd om daar een dansopleiding te volgen. Op een gegeven moment loopt ze, als ze in Nederland zijn, de zee in om terug te gaan naar Indonesië, ze spoelt weer aan en is uiteraard dood. A2 Niet iedereen verandert. Louise verandert als enige persoon wel duidelijk. Ze verandert van een stil en naief kind naar een heel stil en in zichzelf gekeerd kind. Als ze in Indonesië zijn, is Louise heel vrolijk, maar in Nederland heeft ze het helemaal niet naar haar zin. In het gedeelte dat zich in Nederland afspeelt, is Cees, de vader van Louise, veel losser. Dit komt waarschijnlijk omdat hij het niet erg druk had met zijn kliniek. B1 Louise neemt niet veel beslissingen. Ze denkt er wel over na maar vertelt niet wat haar dwarszit. Alleen neemt ze soms een beetje extreme beslissingen, zoals de keer dat ze wegloopt en ook niet gelijk terugkomt, maar zich verstopt. Dat komt volgens mij vooral voort uit het feit dat ze in haar eigen wereld leeft. B2 Ik voel me persoonlijk het meest verwant met Cees. Hij is een hard werkende en eerlijke man. Zo iemand probeer ik vaak ook zelf te zijn. Ik denk dat de basis voor een goed leven en goede vriendschappen ook vaak eerlijkheid moet zijn. Ik leef ook erg mee met Cees als hij erachter komt dat zijn vrouw is vreemdgegaan. 5 Ruimte A1 De auteur kiest niet voor één bepaalde ruimte waar het verhaal zich afspeelt. De situatie van Louise en haar gedachten worden niet heel uitvoerig, maar elke omgeving waar zich iets afspeelt word wel heel uitvoerig beschreven. In Indonesië lees je eigenlijk letterlijk wat Loulou ziet. En ook in Nederland worden uitvoerig haar waarnemingen beschreven. Ik denk dat de symbolische ruimte dan ook het meest gebruikt wordt door de schrijver om het verhaal te beschrijven. B1 De sfeer die door de beschrijving van de ruimte tot stand komt, is naar mijn mening belangrijk in het verhaal. In het begin van het verhaal zorgt het ervoor dat Louise als een dromerig meisje wordt gezien. Ook wordt alles wat in Indonesië gebeurt een beetje geromantiseerd. In Nederland zorgt de sfeer er weer voor dat er een soort neerslachtig gevoel op de lezer neerkomt. Dit komt voor al door het gedrag en de gedachten van Louise. B2 De sfeer in Indonesië spreekt me wel aan. Het is er gezellig en er straalt warmte vanuit de familie. Het gedeelte in Nederland is een heel donker gedeelte. Die sfeer is niet zo aantrekkelijk als de sfeer eerder in het verhaal. Dat is omdat Louise dan ongelukkig is. 6 Spanning A1 Ik vond dat het verhaal niet erg spannend was. Aan het begin van het verhaal is het echter wel onduidelijk hoe het verhaal zal aflopen en of Louise zal veranderen. En na verloop van tijd vinden er ontwikkelingen plaats waardoor het verhaal levenidger wordt, zoals het vreemdgaan van Felix en Heleen en het vertrek van Margot en Louise naar Bali. De afloop bleef mij eigenlijk tot op het laatste moment onduidelijk. Het is vooral spannend om te zien hoe Louise gedurende het verhaal veranderd is. Verder wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt hoe de familie Benda zich zal gaan houden in de oorlog. B1 Spanning is niet het belangrijkste element in het boek. De ontwikkeling die zij gedurende het verhaal doormaakt op het gebied van haar karakter staat centraal.
7 Stijl
A1. Tinka kon niet zwemmen. Zij was bang voor de zee. Ze moest dus niet zo ver gaan, fluisterde ik haar toe, de goden begrepen haar goede bedoelingen wel.
Ze hebben haar op het strand teruggelegd. Maar ik heb niet op haar gewacht. Ik had op haar moeten wachten.
Ze is aangespoeld, maar ik heb haar niet gezien. Was zij dat wel, zoals anderen beweerden? Is zij wel verdronken? Is zij wel zover de zee ingegaan, durfde zij zover te gaan?
A2 De stijl typeert zich vooral in de inhoud. Louise denkt simpel en stelt heel veel vragen in zichzelf. Ze twijfelt heel de tijd over alles dat ze niet zelf gezien heeft en die ze niet zeker weet.
B1 De stijl op zich sprak me wel aan. Alleen het was heel simpel geschreven en dat vond ik niet echt indrukwekkend
B2. Mijn taalgebruik lijkt niet op de stijl van het boek. Mijn taalgebruik is veel makkelijker. 9. Genre: A1. Het is een roman, over het opgroeien van een klein meisje dat wordt weggesleurd van haar huis en in een oorlog komt. B1. Kenmerken zijn dat je één persoon volgt bij het opgroeien. Ook relaties spelen een rol en een eigen belevingswereld. 2 Perspectief A1 het thema is vooral verlies, verlies van onschuld en van een thuis, maar ook het verlies van personen van wie ze hield. A2. De motieven zijn vooral geheimen. Dingen die verborgen blijven zoals van wie het kind van Mamma is en van wie is het kind van Aleida. Maar ook wat er nu echt gebeurd met Tinka. Een motief is ook het cultuurverschil. Tussen Nederland en Indonesië. B1. Het thema heeft voor mij geen betekenis, ik vind het wel interessant om over te lezen maar zoiets is mij nooit overkomen. B2. Ik had eigenlijk geen visie over wat er gebeurt in het boek. 10. Mijn eindwaardering: 1. De omschrijving van de ruimte vond ik het meest bepalend voor het boek. Er wordt op een aparte manier omschreven hoe Loulou zich voelt en wat ze denkt. De verandering die ze in het verhaal ondergaat is ook een essentieel deel van het verhaal. 2. Het verhaal op zichzelf deed me niet veel. Er waren echter wel dingen die me raakten. Zo werd ik wel geraakt door de verandering die Louise ondergaat door het verhuizen naar Nederland. Door die ene gebeurtenis, die door buitenstaanders vaak makkelijk wordt afgedaan, verandert ze gigantisch en krijgt ze eigenlijk voor het eerst problemen. Ook het einde vond ik erg mooi. 3. De auteur heeft het verhaal willen vertellen over een klein meisje dat opgroeit in een heel mooie omgeving om daarna naar een koud en vreemd land te gaan. Ze heeft willen laten zien hoe kinderen hier mee omgaan. Ook wil ze volgens mij laten zien dat die overstap niet moeiteloos gaat. 4. Eigenlijk komen er in dit boek weinig standpunten ten opzichte van normen en waarden voor. De opvoeding die Loulou krijgt is wel redelijk vrij. Ze is het enige kind en wordt wel een beetje verwend. Vooral door haar tante Margot en haar oom Felix. 5. Ik denk dat de realiteit voor een groot deel wel klopt. Maar omdat Louise een hele eigen wereld heeft klopt niet alles. Je leest het zoals zij het interpreteert en dat is soms een beetje vreemd. Zoals de beschrijving van de nachtmensen. Dat zijn eigenlijk gewone hulpen van de familie, maar ze worden door de omschrijving van Loulou een beetje geheimzinnig. 6. De wijze van vertellen is wel nieuw voor mij. Ik denk dat het verhaal zelf ook wel origineel is. Omdat niet veel schrijvers het aandurven een boek te schrijven vanuit het perspectief van een klein meisje en al helemaal niet als het gaat om oorlog en relaties tussen de volwassenen om dit meisje heen. Het is ongewoon, en dus vernieuwend, dat het boek in feite midden in een oorlog speelt maar hier merk je niet veel van. Vooral de verschillen tussen Nederland en Indië staan centraal en niet de (naderende) Tweede Wereldoorlog. 7. Ik vind dat er weinig op te merken valt aan de stijl waarin het boek geschreven is. Af en toe is het wat simpel geschreven waardoor het makkelijk leesbaar is. Dat komt denk ik doordat je door de ogen van een kind het verhaal leest. Ik vind het boek af en toe wel langdradig, doordat alles zo duidelijk en uitgebreid beschreven wordt. Het duurt daardoor ook lang voordat het boek spannend wordt.
Het verhaal geeft een weergave van deze tijd die volgens mij
wel klopt. Gewoon de techniek die ze gebruiken is wat ouder en de telefoons zijn nog slecht. En de tweede wereldoorlog lijkt me erg realistisch. 3 Perspectief A1 Het perspectief ligt bij Louise. Je volgt haar en je leest als het ware haar gedachten. A2 Het perspectief is het zogenaamde ik-vertelperspectief. B1 De verteller vertelt het verhaal van Louise. B2 Je voelt je door het perspectief meegesleurd in de wereld van Louise. Je weet wat zij voelt, meemaakt en denkt. Daardoor krijg je eigenlijk een gekleurd beeld van haar leven en van de mensen om haar heen. Maar doordat Louise zo naief denkt wordt het boek wel grappig op sommige momenten. B3 Je voelt je door het perspectief heel erg betrokken bij het verhaal en de personen. Natuurlijk voornamelijk bij Louise, maar ook andere belangrijke personen, zoals Hélène, Simon, Margot en Felix, leer je zo goed kennen. 4 Personages A1 Louise Benda (Loulou): Louise is de hoofdpersoon. Ze is in het begin van het boek ongeveer 5 jaar oud en aan het einde van het boek 11 jaar. Ze heeft blonde pijpenkrullen. Uit het boek kun je opmaken dat ze niet echt goede ogen heeft, want aan het einde van het boek krijgt ze een bril. Ze loopt in Indonesië graag op blote voeten. Louise heeft een hele grote fantasie en daardoor vaak haalt ze waarheid en fantasie door elkaar. Ze slaapt s’nachts weinig en in die tijd trekt ze regelmatig op onderzoek uit. Ze houdt van de ‘nachtmensen’ van hen mag ze alles doen waar ze zin in heeft. Ze is ook wel eigenwijs, maar dit komt misschien ook omdat ze een beetje in haar eigen wereldje leeft. Ze is ook erg naief. Na verloop van tijd komt ze er pas achter dat er ook slechte mensen en dingen zijn. Hierdoor raakt ze erg van slag en in Nederland is ze ook een beetje down en stil. Cees Benda: Dit is de vader van Louise. Hij is dokter en heeft een erg drukke kliniek in Indonesië, waardoor hij weinig thuis is. Louise houd veel van hem, en snapt ook niet waarom hij zo weinig thuis is. Hij is de enige die Louise rustig of aan het lachen kan maken. Heleen Benda: Heleen wordt in het boek meestal Leentje of Hélène genoemd. Ze is geboren in Nederland maar woont al heel lang in Indonesië. Ze is knap, lang, slank en heeft lichtblond krullend haar. In Indonesië verveelt ze zich snel. Ze zit meestal dagenlang te lezen en gaat graag zwemmen. Ze houdt van haar man, maar is het er niet mee eens dat hij veel te weinig tijd is. Dat is misschien ook wel de rede dat ze vreemdgaat met oom Felix. Tante Margot: Tante Margot is mollig, met donkere krullen en ze heeft een donkere huid. Ze werkt samen met de Cees in de kliniek. Ze is geduldig en lief. Ook is ze in voor de raarste spelletjes. Ze zou met Felix gaan trouwen maar nadat hij is vreemd gegaan wil ze hem niet meer. Uiteindelijk vergeeft ze het hem en gaan ze toch trouwen. Felix: Oom Felix is aardig en wil vaak spelletjes spelen met Loulou. Hij drinkt wel veel. Hij is de halfbroer van Cees. Hij gaat trouwen met Margot. Hij vertelt graag verhalen over goden uit Indonesië. Deze verhalen verzint hij vaak zelf. Tinka: Tinka is het pleegkind van de opa van Louise. Ze is dertien jaar oud. Ze is lang, slank met donker lang haar en een rond, theekleurig gezicht. Ze is de tante van Louise. Haar echte naam is Cristina. Ze heeft een eigen wil en ze is redelijk opvliegend. Ze kan heel mooi dansen en word dus naar oma Bali in Engeland gestuurd om daar een dansopleiding te volgen. Op een gegeven moment loopt ze, als ze in Nederland zijn, de zee in om terug te gaan naar Indonesië, ze spoelt weer aan en is uiteraard dood. A2 Niet iedereen verandert. Louise verandert als enige persoon wel duidelijk. Ze verandert van een stil en naief kind naar een heel stil en in zichzelf gekeerd kind. Als ze in Indonesië zijn, is Louise heel vrolijk, maar in Nederland heeft ze het helemaal niet naar haar zin. In het gedeelte dat zich in Nederland afspeelt, is Cees, de vader van Louise, veel losser. Dit komt waarschijnlijk omdat hij het niet erg druk had met zijn kliniek. B1 Louise neemt niet veel beslissingen. Ze denkt er wel over na maar vertelt niet wat haar dwarszit. Alleen neemt ze soms een beetje extreme beslissingen, zoals de keer dat ze wegloopt en ook niet gelijk terugkomt, maar zich verstopt. Dat komt volgens mij vooral voort uit het feit dat ze in haar eigen wereld leeft. B2 Ik voel me persoonlijk het meest verwant met Cees. Hij is een hard werkende en eerlijke man. Zo iemand probeer ik vaak ook zelf te zijn. Ik denk dat de basis voor een goed leven en goede vriendschappen ook vaak eerlijkheid moet zijn. Ik leef ook erg mee met Cees als hij erachter komt dat zijn vrouw is vreemdgegaan. 5 Ruimte A1 De auteur kiest niet voor één bepaalde ruimte waar het verhaal zich afspeelt. De situatie van Louise en haar gedachten worden niet heel uitvoerig, maar elke omgeving waar zich iets afspeelt word wel heel uitvoerig beschreven. In Indonesië lees je eigenlijk letterlijk wat Loulou ziet. En ook in Nederland worden uitvoerig haar waarnemingen beschreven. Ik denk dat de symbolische ruimte dan ook het meest gebruikt wordt door de schrijver om het verhaal te beschrijven. B1 De sfeer die door de beschrijving van de ruimte tot stand komt, is naar mijn mening belangrijk in het verhaal. In het begin van het verhaal zorgt het ervoor dat Louise als een dromerig meisje wordt gezien. Ook wordt alles wat in Indonesië gebeurt een beetje geromantiseerd. In Nederland zorgt de sfeer er weer voor dat er een soort neerslachtig gevoel op de lezer neerkomt. Dit komt voor al door het gedrag en de gedachten van Louise. B2 De sfeer in Indonesië spreekt me wel aan. Het is er gezellig en er straalt warmte vanuit de familie. Het gedeelte in Nederland is een heel donker gedeelte. Die sfeer is niet zo aantrekkelijk als de sfeer eerder in het verhaal. Dat is omdat Louise dan ongelukkig is. 6 Spanning A1 Ik vond dat het verhaal niet erg spannend was. Aan het begin van het verhaal is het echter wel onduidelijk hoe het verhaal zal aflopen en of Louise zal veranderen. En na verloop van tijd vinden er ontwikkelingen plaats waardoor het verhaal levenidger wordt, zoals het vreemdgaan van Felix en Heleen en het vertrek van Margot en Louise naar Bali. De afloop bleef mij eigenlijk tot op het laatste moment onduidelijk. Het is vooral spannend om te zien hoe Louise gedurende het verhaal veranderd is. Verder wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt hoe de familie Benda zich zal gaan houden in de oorlog. B1 Spanning is niet het belangrijkste element in het boek. De ontwikkeling die zij gedurende het verhaal doormaakt op het gebied van haar karakter staat centraal.
B2. Mijn taalgebruik lijkt niet op de stijl van het boek. Mijn taalgebruik is veel makkelijker. 9. Genre: A1. Het is een roman, over het opgroeien van een klein meisje dat wordt weggesleurd van haar huis en in een oorlog komt. B1. Kenmerken zijn dat je één persoon volgt bij het opgroeien. Ook relaties spelen een rol en een eigen belevingswereld. 2 Perspectief A1 het thema is vooral verlies, verlies van onschuld en van een thuis, maar ook het verlies van personen van wie ze hield. A2. De motieven zijn vooral geheimen. Dingen die verborgen blijven zoals van wie het kind van Mamma is en van wie is het kind van Aleida. Maar ook wat er nu echt gebeurd met Tinka. Een motief is ook het cultuurverschil. Tussen Nederland en Indonesië. B1. Het thema heeft voor mij geen betekenis, ik vind het wel interessant om over te lezen maar zoiets is mij nooit overkomen. B2. Ik had eigenlijk geen visie over wat er gebeurt in het boek. 10. Mijn eindwaardering: 1. De omschrijving van de ruimte vond ik het meest bepalend voor het boek. Er wordt op een aparte manier omschreven hoe Loulou zich voelt en wat ze denkt. De verandering die ze in het verhaal ondergaat is ook een essentieel deel van het verhaal. 2. Het verhaal op zichzelf deed me niet veel. Er waren echter wel dingen die me raakten. Zo werd ik wel geraakt door de verandering die Louise ondergaat door het verhuizen naar Nederland. Door die ene gebeurtenis, die door buitenstaanders vaak makkelijk wordt afgedaan, verandert ze gigantisch en krijgt ze eigenlijk voor het eerst problemen. Ook het einde vond ik erg mooi. 3. De auteur heeft het verhaal willen vertellen over een klein meisje dat opgroeit in een heel mooie omgeving om daarna naar een koud en vreemd land te gaan. Ze heeft willen laten zien hoe kinderen hier mee omgaan. Ook wil ze volgens mij laten zien dat die overstap niet moeiteloos gaat. 4. Eigenlijk komen er in dit boek weinig standpunten ten opzichte van normen en waarden voor. De opvoeding die Loulou krijgt is wel redelijk vrij. Ze is het enige kind en wordt wel een beetje verwend. Vooral door haar tante Margot en haar oom Felix. 5. Ik denk dat de realiteit voor een groot deel wel klopt. Maar omdat Louise een hele eigen wereld heeft klopt niet alles. Je leest het zoals zij het interpreteert en dat is soms een beetje vreemd. Zoals de beschrijving van de nachtmensen. Dat zijn eigenlijk gewone hulpen van de familie, maar ze worden door de omschrijving van Loulou een beetje geheimzinnig. 6. De wijze van vertellen is wel nieuw voor mij. Ik denk dat het verhaal zelf ook wel origineel is. Omdat niet veel schrijvers het aandurven een boek te schrijven vanuit het perspectief van een klein meisje en al helemaal niet als het gaat om oorlog en relaties tussen de volwassenen om dit meisje heen. Het is ongewoon, en dus vernieuwend, dat het boek in feite midden in een oorlog speelt maar hier merk je niet veel van. Vooral de verschillen tussen Nederland en Indië staan centraal en niet de (naderende) Tweede Wereldoorlog. 7. Ik vind dat er weinig op te merken valt aan de stijl waarin het boek geschreven is. Af en toe is het wat simpel geschreven waardoor het makkelijk leesbaar is. Dat komt denk ik doordat je door de ogen van een kind het verhaal leest. Ik vind het boek af en toe wel langdradig, doordat alles zo duidelijk en uitgebreid beschreven wordt. Het duurt daardoor ook lang voordat het boek spannend wordt.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden