Het leven is vurrukkulluk door Remco Campert

Algemene gegevens
1. Schrijver: Remco Campert. >>>>
a) Geboortejaar: 18 Juli 1929.
b) Geboorteplaats: Den Haag.
c) Geboorteland: Nederland.

2. Titel:
Het leven in Vurrukkulluk.

3. Titelverklaring:
De titel is de eerste zin uit het boek, en het komt nog wel een aantal keren naar voren in het boek. Het laat zien dat het leven niet altijd een plaatje is, maar dat ze het willen verbergen of weer goed proberen op het pad te krijgen.

4. Wat voor soort boek (genre)heb je gelezen. Kies uit de volgende acht mogelijkheden.
Het genre dat ik heb gelezen is:
Fantasieverhaal Schoolverhaal
Andere culturen Historisch verhaal
Oorlogsverhaal Misdaadverhaal
Liefdesverhaal Probleemboek

5. Hoe lang heb je er over gedaan om het boek te lezen?
4 uurtjes.


6. Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal?
Zondag ‘smorgens tot Zondag ‘savonds laat, dus 1 dag !

7. Staan de gebeurtenissen in de logische tijdsvolgorde? Is het verhaal chronologisch geschreven?
Nee, Ik vind van niet. Er worden ook stukken van vroeger er tussendoor geplakt, en dan ben je weer bij een ander persoon, dus je moet goed opletten in dit boek.


8. Wat is het thema van dit boek in één woord?
Leven.

9. Schrijf een zin over uit het boek waaruit duidelijk blijkt dat er sprake is van een verteller en geef daarbij aan op welke bladzijde het staat.
• Worden Etta en Boelie betrapt als ze het huis binnengaan? Blz. 110.
• Hoe redden Etta en Boelie zich als ze de voordeur horen van het huis wat ze zijn binnengedrongen? Blz. 119

10. In welke omgeving speelt het verhaal zich af? Omschrijf dit zo duidelijk mogelijk.
In Amsterdam, Er zijn heel veel hoofd/bijpersonen dus ook op een andere plek, een paar: in het park, op het feest van de 3, bij Ernst-Jan & Etta thuis, bij de buren van Ernst-Jan & Etta enz.


11. Kan het verhaal echt zijn gebeurd? Leg duidelijk uit waarom.
Denk het wel, waarom niet ? Je kan beroofd worden, Je kan een meisje tegen komen in het park enz., er komen dingen in voor wat gewoon echt gebeurt kan zijn.

12. Geef minstens twee voorbeelden uit het boek waaraan je kunt zien in welke tijd (verleden, heden of toekomst) het verhaal speelt.
Verleden, Het staat er ook in dat het in de jaren zestig is, het boek is ook lang geleden gemaakt. En je merkt het aan de manier van doen en laten.

De Personen

1. Wie is/zijn de hoofdpersoon/hoofdpersonen?
Mees, Boelie, Panda

2. Beschrijf de hoofdpersonen duidelijk (innerlijk en uiterlijk).
Algemeen: Ze leven in de jaren ’60 dus ze zullen er niet zo uitzien qua, kleding als wij nu.

Mees: 25 jaar, jazzpianist, hij is best eenzaam en heeft nooit echt een relatie gehad. Hij woont samen met zijn vriend Boelie.

Boelie: Ook ongeveer 25 (staat niet precies in het boek), dichter, Onzeker en verlegen en nooit helemaal tevreden. Hij woont samen met zijn vriend Mees.

Panda: Een meisje dat nog op school zit, ze is 16 jaar. Ze houdt van praten, en Mees en Boelie vinden haar allebei leuk.


3. Noem ook nog twee minder belangrijke personen(bijpersonen), en geef van hen een beschrijving.
Ernst-Jan: Een journalist en een vriend van Boelie. Hij is getrouwd met Etta maar geeft bijna geen aandacht aan haar. Hij vermoedt dat ze vreemdgaat. Hij is gek op voetbal, en houdt van alcohol. Hoe meer hoe beter is zijn motto, maar hij is geen alcohollist.

Etta: De Bankiersdochter, is getrouwd met Ernst-Jan maar hun relatie loopt niet goed meer, Etta verdenkt Ernst-Jan van vreemdgaan en hij verdenkt haar van vreemdgaan.


Samenvatting
Maak een samenvatting van het boek op aparte blaadjes. Gebruik hiervoor maximaal één A4’tje en houd je aan de volgende regels: lettergrootte 12, lettertype Arial.
Mees, Boelie en Panda zijn drie vrienden die in de jaren zestig in Amsterdam wonen. Mees en Boelie zijn goede vrienden en wonen samen in een groot huis dat aan het park gelegen is. Mees is een jonge jazzpianist en heeft een relatie met de jonge Panda. Boelie is een dichter die niet zo zeker is over de kwaliteit van zijn gedichten. Hij is eigenlijk een beetje onzeker. Als de drie in het park zijn ontmoeten ze een ‘grijsaard’. De grijsaard blijft maar met hun meelopen door het park maar eigenlijk willen Mees, Boelie en Panda dit niet, Dus slaan ze hem neer en stelen ze 200-, euro van hem. Met dit geld geven ze aan het einde van de dag een feest in het huis van Mees en Boelie. Boelie moet dan weer weg, want hij heeft een interview met Ernst-Jan. Boeli gaat later met Ernst-Jan mee naar zijn huis waar Etta, de vrouw van Ernst-Jan weer ontmoet. De twee kende elkaar al van een paar feestjes, die ze ooit hebben meegemaakt. Ondertussen komt de grijsaard ook weer bij en komt erachter dat hij bestolen is. Hij komt in het park Tjeerd Overbeek tegen. Tjeerd vindt dat de grijsaard de politie moet inschakelen om het geld terug te krijgen. Maar in plaats daarvan gaat de grijsaard met Tjeerd mee naar zijn tante Rosa. Het blijkt dat de twee elkaar kennen van de lagere school en ze hebben heel veel bij te kletsen. Boelie is bezig om Etta in te pikken maar ze worden betrapt door de buren. Het feest gaat ‘savonds toch nog door. En Tjeerd komt eigenlijk uit verveling op het feest terecht. Etta en Boelie zijn er ook maar ze zijn te dronken om aandacht aan elkaar te besteden. Panda is al snel moe en gaat naar huis en Mees heeft de rol als gastheer van de avond.

Eindbeoordeling

1. Heeft het boek een open of een gesloten einde?
Open einde.


2. Vind je dit een goed einde? Leg uit waarom.
Nee, er zijn heel veel ‘open plekken’ en ik wil altijd graag overal een antwoord op ;), bijvoorbeeld: Zullen de grijsaard en de jongen, Tjeerd, het geld terug vinden?

3. Wat vond je goed aan het boek?
Geef twee redenen waarom je dat vindt.
Dat de hoofdpersonen goed beschreven worden ook met hun achtergrond,
En omdat ik het lekker snel uit kon lezen haha!


4. Wat vond je niet goed aan het boek?
Geef twee redenen waarom je dat vindt.
Ik vond de ‘zelfgemaakte’ woorden van het boek soms best verwarrend,
Omdat je echt goed moet nadenken wat er nou mee wordt bedoeld,
en het zijn niet echt bestaande uitdrukkingen.


5. Geef een eindbeoordeling in de vorm van een cijfer. Leg aan de hand van voorbeelden uit waarom je dat cijfer geeft.
Ik geef het boek een : 7,0
Omdat, Het boek soms moeilijk te volgen was, omdat het van de ene gebeurtenis over ging in een ander, het was wel zo’n boek wat je makkelijk uitleest. Sommige stukjes waren best grappig, En er wordt niet gezegd hoe het afloopt met het geld. maar ik vind dat de schrijver soms wel zijn ‘zelfgemaakte’ woorden gebruikt waar van ik zeg: ‘Huh, waar heeft hij het nou over’ maar opzich was het ook wel weer leuk dat hij dat gebruikte want dat maakt je boek ook weer apart. ;)

Aansluitende opdrachten

Kies een van de onderstaande opdrachten. Bij ieder boekverslag dat je schrijft, moet je een andere opdracht uitkiezen. Schrijf het nummer erbij!

1. 7. Vertel wat jij het belangrijkste stuk uit het boek vond. Leg uitgebreid uit waarom je nu juist dat stuk hebt gekozen. Minstens 10 regels!
Het belangrijkste / spannendste stuk vond ik dat Etta & Boelie naar het huis van de buren gingen, omdat daarna ook de buren thuis kwamen. Terwijl Etta had gezegd dat ze altijd pas om 8 uur thuis kwamen, waren ze nu een stuk vroeger maar Etta verzon een smoesje van dat ze gaslucht roken, en toen ze gingen kijken bleek het dat de gaskraan een stukje open stond. En de buren geloofde het ook nog! Toen dacht ik echt van, Oh, Als dat in deze tijd was, dan hadden de buren denk ik gelijk de politie gebeld. En niemand laat tegenwoordig het raam meer openstaan als ze weg zijn. Dus de buren waren helemaal blij, want er had natuurlijk erge dingen kunnen gebeuren. Zoals het huis in vlam. Wat ik wel raar vond is dat de man van Etta: Ernst-Jan het niet doorhad dat zij er niet waren, hij was een voetbalwedstrijd aan het kijken. Maar hij had wel net ontdekt dat Etta vreemdging. Dat vind ik allemaal wel een beetje raar opgelost van de schrijver.