1a. Titel: Het leven is vurrukkulluk. De hoofdpersonen doen allemaal of hun leven verrukkelijk is, ze vieren feest, het is mooi weer. Maar eigenlijk schuilt er onder dat gedrag een minder leuke kant van het leven van die personen. Ze weten niet wat ze met hun leven aan moeten, of ze vervelen zich stierlijk. De titel is een beetje misleidend. 2. Motto: Zij zingen, nijgen naar elkaar en kussen Geenszins om de liefde, maar om de sublieme Momenten en het sentiment daartussen. De personen uit het gedeelte van het gedicht van Martinus Nijhoff doen alsof ze van elkaar houden, niet omdat ze van elkaar houden, maar om het plezier van de handelingen te beleven. Zo doen de hoofdpersonen uit het boek ook: ze simuleren “verrukking”. 3. Soort boek: Psychologische roman. 4. Personages: Hoofdpersonen: Boelie. Man van ongeveer 20 jaar. Hij schrijft, onder andere toneel. Hij is wat zwaarmoedig en een beetje zoekende naar de zin van het leven. Hij voelt zich altijd wat minder dan zijn vriend. Mees Vriend van Boelie, ongeveer even oud. Mees staat positiever tegenover de dingen, is blijer en geniet meer, of doet alsof. Hij musiceert graag. Vroeger was hij jazzpianist, maar dat wilde niet echt lukken. Nu componeert hij de muziek voor een musical van Boelie. Doordat Mees niet zo in zichzelf gekeerd is als zijn vriend ziet hij Panda als eerste. Panda. Een schoolmeisje van 15 jaar oud en helemaal verdorven. Ze gaat met iedereen naar bed, drinkt weleens en ziet nergens problemen. Ze doet alles waar ze zin in heeft, zoals een heel korte relatie aangaan met Mees, maar het mag niet te lang duren, want ze wil vrij blijven. Bijpersoon: Kees. Een oude man die de drie jongelui in het park tegenkomen en beroven. Van zijn geld geven ze een feest. Etta. De ongelukkige echtgenote van een journalist, Ernst-Jan, die Boelie interviewt en later met door Boelie verleid wordt. 5.Tijd. Het verhaal speelt in het begin van de jaren 60, op een zonnige zomerdag. Er verloopt een dag en er zijn verscheidene flashbacks, vooral Mees kijkt terug op zijn verleden als hij met Panda in bed ligt. 6.Vertelsituatie. Gedurende de hele roman is er een auctoriale verteller aanwezig, die het verhaal ‘leidt’. Verder wordt het verhaal verteld door verschillende personale vertellers en een ik. Zo krijg je vanuit elke persoon een kijk op het verhaal en leer je de personages een beetje kennen. 7.Ruimte. Het boek speelt helemaal in Amsterdam: buiten, in het park en binnen in het huis van Mees. Dit zijn de belangrijkste ruimtes, hier begint en eindigt het boek. Verder spelen er scènes in het huis van Ernst-Jan en Etta en in een cafeetje. 8.Opbouw. Het verhaal begint in medias res, Panda is al bij Mees en Boelie en hun dag is al begonnen. Volgens mij zit er geen echte climax in dit boek. Eigenlijk zijn er meerdere kleine climaxjes: Mees versiert Panda, Kees wordt beroofd, Boelie en Etta worden door de buren in hun huis betrapt. 9.Thema. Het thema is het leven van jonge mensen in de jaren 50 en 60. Er zitten bijna geen motieven in het boeken, hooguit het nadoen van bepaald gedrag: doen alsof je het leven verrukkelijk vindt, bijvoorbeeld. 10. Bedoeling
Remco Campert beschrijft een dag uit het leven van de hoofdpersonen. Een echte bedoeling kon ik niet in dit boek vinden, het verhaal staat niet symbool voor iets. Het boek is (voor mij) vooral een beschrijving van een dag en moet niet te zwaar opgevat worden. Dat kun je wel doen, maar dan wordt het boek een satirische beschrijving van een verloren generatie en zo zie ik het niet. 11. Taal. Het taalgebruik is speels, soms zitten er woordgrapjes in de zinnen verwerkt, of is de stijl even anders. Ook aan de spelling vallen dingen op, kijk maar naar de spelling in de titel. Zulke grapjes komen meer voor in het boek, dat vond ik wel leuk. Het taalgebruik is niet moeilijk. Het boek bevat vrij veel dialoog. C. Mening. Ik vond het boek leuk om te lezen, het was allemaal vlot beschreven en verveelde niet. Zoals ik al eerder zei, zie ik het boek als een ontspannend verhaal en niet als een zwaarmoedige beschrijving van een verloren generatie. De gedachten en gevoelens van de hoofdpersonen waren goed uitgewerkt, waardoor je iedereen leerde kennen. Doordat je de mensen en de situatie snel kende, was het boek niet ingewikkeld, ondanks het feit dat je zomaar ineens midden in het verhaal viel. Dit boek was er een die je vlug even leest, je best wel bevalt, maar dat je ook weer vergeet, omdat het niet heel bijzonder was. Toch krijgt dit boek een positief oordeel. Informatie over de schrijver Remco Campert werd in 1929 geboren als zoon van de dichter en prozaschrijver Jan Campert en de actrice Joekie Broedelet. Remco Campert was redacteur en medeoprichter van enkele literaire tijdschriften. Als dichter debuteerde hij in 1951 met de bundel Vogels vliegen toch. In 1961 verscheen zijn eerste roman, Het leven is Vurrukkulluk. Andere romans zijn: Liefdes schijnbewegingen, Het gangstermeisje (dat werd verfilmd) en Tjeempie. Tussendoor publiceerde Campert verhalen, gedichten en kinderboeken. Zijn cursiefjes en columns zijn verzameld in 2 bundels. In 1985 schreef hij het boekenweekgeschenk Soberman’s actie. In 1990 verscheen een verhalenbundel van Campert. E. Bronvermelding. Uittrekselboek waarvan ik de naam weer even moet opzoeken. F. Datum
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
E.
E.
Heel erg bedankt voor je uittreksel, ik heb er veel aan gehad, want het was een erg ingewikkeld boek. Ik heb je uittreksel zelfs gebruikt als secundaireliteratuur. Bedankt!
Emma
20 jaar geleden
Antwoorden