De oorlog was voorbij. Het gezin is weer herenigd. Simone reageert haar agressie af op de Duitse krijgsgevan-genen. Door een trucje komt ze op het Jongensuur in het zwembad maar wordt verraden en er uitgestuurd. Ze vindt het vreselijk, want ze wil een jongen zijn, omdat ze dan niet achter wordt gesteld en meer rechten krijgt en een beroep kan kiezen. Ze wil meer vrijheid, geen stom huishoudelijk werk en geen ding zijn. De Canadezen zien haar ondanks alles toch als een meisje, ze willen haar kussen, maar dat wil ze niet, maar ze vindt het wel prettig. Werner, een goede vriend die net als Simone joods is, was met zijn moeder op transport gezet naar een kamp in Polen. Hoofdstuk 2: Zanddorp 1944
Simone is ondergedoken bij boer Victor. In een hooimijt buiten op het erf zaten ingekwartierde Duitse soldaten die iets ouder waren dan Simone en waarmee ze eten uitwisselde. Er waren Mongolen aan de rand van het bos en daarom mocht ze niet naar buiten. Ze komt een man tegen in het bos, deze vraagt haar naam en dingen over de omgeving. Wanneer de man, Mick genaamd, wil dat ze blijft slapen, wordt er geschoten en Simone vlucht en Mick blijft achter. De dag erna gaat ze hem zoeken en vindt z'n parachute met bloed erop. Ze vertelt het aan boer Victor. Met de drie zoons van Victor gaat ze Mick zoeken. De pubertijd gaat in; ze weet dat ze geen jongen is en laat zich kaal scheren. Een paar dagen later waren ze bevrijd. Er worden drie vrouwen geschoren die met de Duitsers hadden gevrijd, maar de mannen worden niet gestraft. Hoofdstuk 3: Veendorp 1943
Ze woont bij een loodgieter en z'n vrouw. Ze moest eens per week naar een zekere familie Kosse waar ze soep moet brengen. Het stinkt daar vreselijk maar ze vindt het er toch aangenaam. Ze speelt met Riek in de turfschuur. Riek was Rooms, bij haar moest er zoals het hoorde door vrouwen alleen vrouwenwerk gedaan worden, heel de dag. Terwijl Riek haar werk doet, vertelt Simone haar verhaaltjes. Si-mone gelooft niet, maar zoekt het meer in de wetenschap. Waar ze nu verblijft, heeft ze een paar taken zoals: melk halen, stoep schrobben en aardappels schillen. Op een dag op school moet ze even met de meester mee, want er zal een Duitse ingenieur komen, die haar zou kunnen verraden. De meester heeft een plan gemaakt. Als de ingenieur komt moet ze de klas uitgaan en via een zijraam naar huis gaan. Hoofdstuk 4: Muurstad 1942
Simone woont bij haar oom en tante. Hun kinderen zijn er ook met hun vrienden, verloofden en echtgenoten. Simone wordt vrij gelaten in de dingen die ze wil doen. Ze mag alleen niet naar school. Simone voelt zich eenzaam en daarom verzint ze een jongen, Sancho, waarmee ze bevriend is. Hij is ongeveer dezelfde persoon als Simone en zit ongeveer in hetzelfde schuitje. Hitler heeft de SDAP, een partij waar de familie lid van was, en die voor verbetering van de arme mensen was, verboden. Nu kan je zien wat voor slecht mens Hitler was, denkt Simone. De familie wordt door een NSB-er verraden maar deze waarschuwt ze wel, zodat ze op tijd kunnen vertrekken. Simone gaat mee met oom Wiebe. Hier voelt ze zich nog eenzamer. Ze mag alle boeken lezen die ze in huis hebben. Ze mag naar het oude vissershaventje van de stad. Simone raakt bevriend met Gerrie Goetheer die haar op een keer in de steek laat voor een jongen. Hoofdstuk 5: Lichtstad 1941
Simone is ondergedoken bij de Duitse familie Grunberg. Dit zijn zeer intellectuele mensen. Ze leest vele boe-ken. Tijdens het slapen wordt ze bespied door moeder Grunberg, ze houdt daar niet van en plakt het spiek-gaatje dicht, want ze wordt er driftig en angstig van. Simone laat niet alles over zich heen gaan. Simone wil graag Rooms zijn, erbij horen. Haar wordt verweten dat ze zich beter met kunst bezig kan houden dan met wiskunde en techniek. Hoofdstuk 6: Waterland 1940
Ze zegt heel treffend over de oorlog: "Het enige fijne van de oorlog is, dat ik Werner heb leren kennen". Later blijkt dat Werner het concentratiekamp niet heeft overleefd, hier is ze dan ook kapot van. 13. Bedoeling van de auteur Het boek is deels autobiografisch. Ook Catharina Irma Dessaur wilde haar leven lang eigenlijk een man zijn. Vandaar ook haar pseudoniem Andreas Burnier. Ze wil in dit boek aangeven waar mensen mee zitten, die graag van het geslacht zouden willen zijn. daarbij vertelt ze ook een oorlogsverhaal, maar wel weer vanuit een ander oogpunt. 14. Mening Ik vond het boeiend boek. Ik snapte eerst niet waarom de opbouw zo vreemd in elkaar stak. daar kom ik op terug in de verdiepingsopdracht. In het Jongensuur kun je het thema van de discriminatie in verschillende lagen waarnemen: er is het antisemitisme waarmee de hoofdpersoon wordt geconfronteerd, er is de achterstel-ling van het meisje tegenover de jongen en er tenslotte – verhuld - sprake van aandacht voor de discriminatie van de lesbienne. Ik vind het best knap als je dit allemaal kan beschrijven. Ze zat er blijkbaar echt mee, want ze beschrijft het niet op een echt positieve manier. Ik kon er niet echt iets me, het sprak niet echt aan. Ook het nut van de opbouw zie ik niet in. Het viel dus een beetje tegen. B1 Maak een tijdbalk van de belangrijkste gebeurtenissen uit het boek. Zorg ervoor dat de onderlinge verhoudingen tussen de verdelingen op de tijdbalk zo goed mogelijk een afspiegeling zijn van de be-treffende lengte van de perioden. Maak daarbij gebruik van 5 citaten. Het verhaal speelt zich in de Tweede Wereldoorlog. Het begint bij de bevrijding in het eerste hoofdstuk en elk volgend hoofdstuk gaat het verhaal een jaar terug. Elk hoofdstuk heeft een als titel een stad en een jaartal. Deze slaan op de plaats van handeling en de tijd die daarbij hoort. Die tijd is trouwens wel van belang. Juist in de oorlog komt een Joods meisje als Simone steeds in een nieuw leefomgeving terecht, waarin ze zich moet aanpassen. Ze ontwikkelt zich zo al rij snel naar volwassenheid. Ze komt terecht bij allerlei mensen die haar haar gang maar een beetje laten gaan en zo kan ze hun goed observeren en zo een heleboel 'volwassen' dingen leren en uitproberen. Daarom denk ik dat het niet in een andere tijd zich had kunnen afspelen, omdat dan de omstandigheden heel anders waren. Het joodse element kon dan ook niet naar voren komen. Maar misschien had de schrijfster dat dan wel anders opgelost. De omgekeerde chronologische volgorde is mij nog steeds niet helemaal duidelijk. Ik kan me best voorstellen dat ze het ook in een normale volgorde had kunnen laten staan. Ik heb wel andere mogelijkheden gevonden: · Andreas Burnier wilde met deze vreemde volgorde duidelijk maken hoe een kind zich ontwikkelt, eigen-lijk hoe ze zich steeds kinderachtiger gaat gedragen hoe ouder ze wordt. Je ziet haar eigenlijk - in het boek - groeien in volwassenheid. Ze weet al heel vroeg dat ze een jongen wil worden en ze weet ook ze-ker dat ze dat ooit wordt. In het begin van het boek hoopt ze het te worden, terwijl ze aan het eind nog overtuigd was een jongen te worden, als ze dat echt wilde. Een omgekeerde volgorde van kinderachtig-heid tot jong volwassenheid. · Het kan ook aangeven hoe het andere element van de oorlog, de vervolging op de joden, steeds heviger werd en wat dat deed met het leven van Simone. Op het begin is er weinig aan de hand. Later moet ze op school een ingewikkelde manoeuvre uithalen met de meester en de juf, waar ze boeken moest halen, al-lemaal als afleiding voor de Duitsers, die een inspectie hielden op de school van Simone. Maar ook bij dit element zie ik het nut niet in van het omdraaien van de volgorde van de tijd. 1945 Lichtstad "Ze moet eruit, ze is een meisje" zei de dikste jongen. "Je hoort het" zei de bad-meester. "je moet eruit, we hebben nu jongensuur. vernederd kleedde ik me weer aan. 1944 Zanddorp "In mijn familie nemen de joodse kenmerken toe met de ouderdom. Op mijn der-tiende was ik een donkerblond kind met een wat gele huid. Op mijn twintigste zou ik van-oorsprong-Frans? zijn, op mijn dertigste een jodin. 1943 Veendorp "Ik zou een jongen worden en later, als ik volwassen was, werd ik een schoolmeester of een schrijver. Dan trouwde ik met Riek, wij gingen wonen in het mooiste huis van Veendorp." 1942 Muurstad "Als we met z'n achten op het stro slapen, merk ik wel dat tante An en oom Wiebe, en Theo met Els, en tante Emma en oom Hartog samen liggen te vrijen, misschien wel neuken." 1941 Lichtstad "Daarna mocht ik soms in oude plusfours en kniekousen van meneer Grünberg rond-lopen. Als de mannenkleding slordig en scheef zat, zeiden ze: 'Zelfs een jongen moet zich netjes kleden, Simone!' " 1940 Waterstad "De nieuwe joodse school is beter. we mogen nu niet meer met de tram, dus ik loop twee keer per dag door Waterstad: een uur heen, een uur terug. "
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden