Het jaar van de kreeft door Hugo Claus

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Het jaar van de kreeft
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 4821 woorden
  • 28 juli 1999
  • 129 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
129 keer beoordeeld

Boekcover Het jaar van de kreeft
Shadow
Het jaar van de kreeft door Hugo Claus
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel
Het jaar van de Kreeft

Auteur
Hugo Claus

Pagina's
329

Uitgever
De Bezige Bij

Jaar uitg.
1972

Plaats uitg.
Amsterdam

Andere werken
De Metsiers, De hondsdagen, De koele minnaar, De Verwondering, Omtrent Deedee, Het verdriet van België, De zwaardvis, Belladonna.

Tekstbeleving
Onderwerp
Het onderwerp, een ongelijke liefde en waartoe deze kan leiden, boeide me erg. Niet zozeer omdat het binnen mijn belevingswereld ligt, maar vooral omdat het zo realistisch beschreven is dat ik me helemaal in dit onderwerp in kon leven. Niet het onderwerp van het boek, maar vooral het feit dat Toni kanker krijgt en haar dood hebben mij aan het denken gezet, vooral omdat de afschuwelijke gevolgen van deze ziekte, jammer genoeg, wel binnen mijn belevingswereld liggen. Ik vind het onderwerp origineel en het boek heeft naar mijn mening diepgang.

Gebeurtenissen
De nadruk ligt niet echt op gebeurtenissen dan wel gedachten, beide zijn belangrijk in het boek. De gebeurtenissen worden boeiend met elkaar verbonden en lopen vrij vloeiend in elkaar over, en de gevoelens en gedachten die deze gebeurtenissen oproepen maken een 'echte' indruk op mij. Sommige gebeurtenissen zijn schokkend, zoals vanzelfsprekend de (naderende) dood van Toni. Deze gebeurtenis heeft een gevoel van verdriet en onmacht in mij opgeroepen en zette me aan het denken. De afloop vond ik mooi beschreven en heel ontroerend.


Bouw
Ik vond het verhaal meteen boeiend. Ik was in eerste instantie niet van plan om dit boek voor mijn lijst te lezen, maar begon er gewoon als tijdverdrijf in te lezen. Ik raakte echter meteen betrokken bij het verhaal, mede dankzij de heldere, chronologische opbouw die ervoor zorgde dat het verhaal goed te begrijpen was. De vooruitverwijzingen namen in eerste instantie een stukje spanning voor mij weg, maar maakte me later juist nog nieuwsgieriger naar de manier waarop Toni dood zou gaan en of haar relatie met Pierre weer voortgezet zou worden.

Personages
De personages gingen zeker voor mij leven: het waren echte mensen met hun fouten, wispelturigheden en inconsequentie. Echt dicht bij mijn wereld staan ze niet, maar desondanks raakte ik bij ze betrokken en kon ik mij steeds beter in hun situatie inleven. Sommige beslissingen kon ik mij moeilijk voorstellen, zoals de keer dat Pierre wegliep bij de boot waarop Toni woonde, terwijl hij zelf ook wel wist dat het waarschijnlijk zijn laatste kans was om haar te zien. Maar misschien was het juist daarom dat hij weg liep, wilde hij haar niet op zo'n manier herinneren. Ik vond zowel Toni als Pierre sympathiek. Ik denk dat dat komt doordat de verteller niet echt partij kiest voor iemand, maar de schuld van het stranden van hun relatie bij beiden legt.

Stijl
Het taalgebruik is zakelijk, nuchter en objectief, waardoor het verhaal niet te hoogdravend wordt, maar een persoonlijke verteltrant krijgt. De zinnen zijn niet ingewikkeld, maar bevatten wel veel bijzinnen. Dit werkt echter niet hinderlijk, maar maakt het verhaal juist levendig. Er is veel dialoog, dat natuurlijk aandoet en goed de sfeer en de spanning aangeeft in de verschillende situaties.

Conclusie
Vele critici noemden dit boek oppervlakkig, zonder veel diepgang. Ik ben het hier echter niet mee eens. Wanneer een boek mij aan het denken zet, me ontroert, verdrietig maar ook weer blij maakt en ervoor zorgt dat ik het in één dag uitlees, dan zou ik het absoluut niet oppervlakkig willen noemen. Ik heb dit boek met erg veel plezier gelezen, door het onderwerp, de manier waarop het geschreven is en de achterliggende gedachte!

Samenvatting
Daan is presentator van tv-shows en treedt op in veel plaatsen in ons land. Pierre Diederich is zijn financiële adviseur en Toni de Windt zijn kapster. Toni en Pierre worden verliefd op elkaar. Toni is getrouwd met Karel; hun dochtertje heet Muisje. Ze is 32 jaar. Karel is goudsmid, maar al jaren niet meer als zodanig werkzaam. De meeste mensen kunnen hem niet uitstaan, omdat hij zo agressief is. Hij gaat vaak uit met andere vrouwen. Toni houdt van hem, omdat hij de vader is van haar kind en omdat hij haar ontmaagd heeft. Pierre werkt bij een assurantie- en hypotheekmaatschappij. Hij is ouder dan Toni. Veertien jaar geleden is hij gescheiden; hij woont nu samen met zijn moeder in Amstelveen. Zijn vader was een 'onbetrouwbare, kinderachtige vader, een hoererende autohandelaar die twintig jaar geleden was gevlucht'. Toni is geen schoonheid. Ze heeft 'kortgeknipt, slordig zittend zwart haar, een breed gezicht met koortsvlekken groepfjes om de ogen, plooien van een dubbele kin'. Haar stem is driftig en schor. Ze werkt in kapsalon Hermes. In Maastricht slapen ze voor het eerst samen. Hun verhouding is geheim; ze logeren vaak in hotels in provinciesteden. Toni bekent dat ze geen plezier beleeft aan seks. Met veel geduld slaagt Pierre erin bij haar een orgasme op te wekken. Vanaf dat moment hebben ze een intensief seksleven. Omtrent haar echte gevoelens tegenover Pierre is Toni erg onzeker. Ze drinkt overmatig en gebruikt een wit poeder voor de pep. Als Pierre een huis gekocht heeft aan de Leidsegracht in Amsterdam, wil Toni niet bij hem intrekken. Ze houdt van hem, maar wil Karel niet in de steek laten ('Ik ben een Kreeft en ik kan mijn verleden niet loslaten'). Enige tijd later vertelt ze aan Karel wat er aan de hand is en gaat ze met Muisje naar Pierre. Karel slikt veertig pillen en belandt in het ziekenhuis. Als hij weer terug is, zorgt Toni voor hem. Pierre huurt voor zijn geliefde een vierkamerflat in Buitenveldert en koopt een oranje Volkswagen voor haar. Ze haalt haar spullen op bij Karel. Toni verwacht van haar moeder een erfenis van twintigduizend gulden. Daarop vooruitlopend leent ze bij Hummel, een kapper, duizend gulden. Ze huurt een landhuis in de Dordogne en gaat er met Pierre, Muisje, Joris en Tineke heen. Later voegt Pietje, een vriendin van Tineke, zich bij het gezelschap. De verhouding tussen Toni en Pierre is tijdens deze vakantie slecht. Soms beledigen ze elkaar, soms laten ze elkaar links liggen. Af en toe wordt er gevrijd, waarna Toni meestal op dure cadeaus rekent. Aan het eind van de vakantie komt de eigenaresse van het landhuis, mevrouw Maeterlinck, onaangekondigd op bezoek. Ze treft een enorme chaos aan en verlaatboos het terrein. Pierre heeft wel begrip voor haar optreden, hetgeen een woedeaanval van Toni tot gevolg heeft. Ze gaan in een slechte stemming terug naar Nederland. In Toni's flat neemt Pierre afscheid; hij gaat 'voorgoed wandelen'. Pierre kan zijn draai niet vinden, ook niet op zijn werk. Toni heeft een verhouding met Gied Mulder, de chauffeur van de kapsalon. Ze voelt zich bevrijd van Pierre, ze was niet tegen hem opgewassen. Toch ontmoeten ze elkaar in het huis van Pierre. Daarna haalt Pierre zijn spullen op, die nog in Toni's flat zijn. Een paar dagen later belt hij Toni weer op. Hij slaapt bij haar. Toni vertelt wat ze eigenlijk wil in het leven: gezelligheid, vrijen, diepe gevoelens, spanningen en voor dit alles wil ze niet doen als tegenprestatie. Als Toni bij Pierre de sleutels inlevert, vraagt hij haar of ze met hem wil trouwen. Het is te laat, ze gaat met Gied op vakantie. Pierre biedt haar geld aan, maar dat weigert ze. Overigens ontmoeten ze elkaar nog steeds bij allerlei gelegenheden. Toni verhuist naar de Oudezijds Voorburgwal. Ze ruilt Gied in voor Maxim. Ze voelt zich zekerder van zichzelf en durft alles aan. Selma, een studente in de psychologie, geeft haat adviezen. Na enige tijd raakt het weer aan tussen Toni en Pierre. Er is overigens meer sprake van prostitutie dan van liefde. Intussen heeft Pierre ook een verhouding met Antje, de dochter van de schatrijke zakenman Graatsma uit Wassenaar. Het vierentwintigjarige meisje is sportief en dol op paarden, musea en het Concertgebouw. Ze heeft met 'haat onbevangen, bijna kinderlijke sensualiteit talent voor het vrijen'. Als Toni met Pierre naar de film is, denkt ze aan kanker. Ze heeft pijn aan haar anale opening; Pierre constateert dat ze op die plek twee harde bultjes heeft. Ze denkt dat ze een kind van Pierre zal krijgen, Overigens weet ze dat hij een vriendin heeft. Pierre komt vaak in de villa van de familie Graatsma. Hij wordt VVD-lid. Toni laat zich aborteren. Ze krijgt ruzie met Pierre en enige tijd later maakt ze het uit. Van Selma verneemt Pierre dat ze een relatie heeft met Barry, de barman van The horse shoe. Hij zoekt haar op en maakt kennis met Barry. Een paar dagen later neemt hij wraak op het fietsje van Muisje. Daarna biedt hij per telefoon zijn excuses aan. Toni gaat weg bij de kapsalon. Haar nieuwe vriend is Rudolf, die in het ziekenhuis ligt met een geslachtsziekte. Op 3 december, precies een jaar na hun eerste nacht in Maastricht, tracht Pierre met haar in contact te komen. Tevergeefs. Pierre trouwt met Antje en gaat in een villa in Amstelveen wonen. Hij leest elke dag de horoscoop van de kreeft. Van Karel hoort hij dat Toni kanker heeft, op een oude kolenboot woont en niet lang meer heeft te leven. Hij gaat naar de boot, maar wil Toni niet zien. Plotseling hoort hij uit de boot de stem van Peggy Lee met de song "Taught you how to find love, first love, happy love and blind love'. Hij is zeer ontroerd. Van Karel krijgt hij een brief van Toni. Het is een lijstje met de voornamen van haar eenentwintig minaars. De enige naam met hoofdletters en een hartje met een pijl ernaast, is die van Pierre zelf. Zijn nummer is 15. Als hij gekerm uit de boot hoort, holt hij haastig naar zijn auto. Vier weken later is Pierre aanwezig bij de plechtigheid waarbij de as van Toni wordt uitgestrooid. Toni's moeder zit in een rolstoel; ze heeft haar dochter overleefd. Pierre spleet nog één keer met Muisje. Hij trekt haar tegen zich aan tot hij 'de pupillen van haar moeder in haar opengesperde, wijde ogen ziet'.


Titel, ondertitel en motto
De titel van dit boek is Het jaar van de Kreeft. Dit heeft een dubbele betekenis. Ten eerste is het sterrebeeld van Toni een kreeft. Veel van haar karaktertrekjes wijdt ze aan het feit dat ze een kreeft is en horoscopen zijn belangrijk voor haar: " Dat komt omdat ik een Kreeft ben, Kreeften zijn zo, verleden-ziek "(blz. 38), "Ik weet niet wat ik zei, maar wel wat ik je nu zeg, deze super-Kreeft, want Kreeft ascendant Kreeft, Antonia-Petronella-Katerina houdt van jou."(blz. 235). Bovendien is de kreeft het symbool voor kanker, omdat het Latijnse cancer zowel 'kreeft' als 'kwaadaardige woekering' betekent. In het jaar waarin Pierre en Toni met elkaar omgaan krijgt Toni kanker waaraan ze uiteindelijk ook sterft.

Op de titelpagina staat de ondertitel Een romance. Dit is cynisch bedoeld: de relatie tussen Toni en Pierre verloopt allesbehalve goed en leidt uiteindelijk tot niets.

Het motto van dit boek is een deel van een gedicht van de Fransman Apollinaire:

Incertitude, ô mes délices,
vous et moi nous nous en allons
comme s'en vont les écresvisses
à reculons, à reculons.


Dit gedicht gaat over onzekerheid en betekent ongeveer het volgende:

Onzekerheid, o mijn genot,
U en ik gaan wat dit betreft
net als de kreeften
achterwaarts, achterwaarts.

Ik denk dat het slaat op de relatie van Toni en Pierre, die steeds meer uit elkaar groeien doordat geen van beide zijn echte gevoelens durft te laten zien en niet zeker is over hij of zijn nu wil van de ander.

Genre
Het genre van Het jaar van de Kreeft is een roman en het sub-genre is een psychologische liefdesroman.

Thema, motief en wereldbeeld
Het thema van het verhaal is ongelijke liefde door verschil in karakter en sociale positie. Het boek wordt op de titelpagina aangeduid als een romance. Dit is cynisch bedoeld (zie titelverklaring). Doordat Toni en Pierre niet met, maar ook niet zonder elkaar kunnen leven zit hun relatie vol complicaties en strandt deze uiteindelijk ook.


Enkele belangrijke motieven in het boek zijn:
- Sociale tegenstellingen, omdat Pierre een redelijk hooggeplaatste baan heeft bij een hypotheekmaatschappij en Toni 'alleen maar' kapster is. Wanneer Pierre dure kleren voor Toni wil kopen en een 'dame' van haar wil maken, vindt Toni dit bijvoorbeeld maar niets. Pierre zegt het wel niet met zoveel woorden tegen Toni, maar hij kijkt toch een beetje op haar, haar beroep en haar levensstijl neer. Dit kan je bijvoorbeeld merken wanneer Pierre Toni na een tijd weer tegenkomt en ze praten over haar relatie met Gied: "Met kleine, voor haar ongewoon damesachtige pasjes, liep ze weg en sloeg de eerste zijstraat in. Hij draafde tot aan de hoek, riep tegen haar rug: 'Vieze kapster!', maar te zacht." (blz. 175); -
Seks in een liefdesrelatie, omdat seks een belangrijk element is in de relatie tussen Toni en Pierre en omdat Pierre de eerste is die ervoor zorgt dat Toni een orgasme krijgt, waarvoor Toni erg dankbaar is; -
Seks en geld, omdat Toni nadat ze met Pierre gevrijd heeft, altijd verwacht dat ze een beloning krijgt, bijvoorbeeld een cadeautje: "Pierre onderdrukte meteen de schaduw van een gedachte, het sprankeltje wanhoop dat de kop opstak toen hij haar hoorde. De volmaakt natuurlijke manier waarop zij een verbinding legde tussen hun uitzinnige vrijerij in de zon en een mogelijke beloning daarvoor was ondraaglijk." (blz. 143). -
Verslaving, omdat Toni een wit pep-poeder gebruikt, wat haar de naam Moeder-de-Poeder oplevert, en vaak en veel alcohol drinkt.

Het wereldbeeld van Hugo Claus is dat onvrede met de maatschappij gepaard gaat met innerlijke onvrede. Bij Toni is dit ook het geval. Ze is niet tevreden over de wereld en de maatschappij en probeert dit met drank en drugs te verdringen. Ook over haar eigen leven is ze niet tevreden en ze weet niet precies wat ze er nu mee aan moet.

Symbolen, beelden en verhaallagen
Het belangrijkste symbool in het boek is natuurlijk de kreeft. Deze symbool staat voor kanker, de ziekte waaraan Toni uiteindelijk overlijdt. In het boek wordt dit symbool vaak gebruikt, zowel in de betekenis van sterrenbeeld als in de betekenis van vooruitverwijzing naar de ziekte en dood van Toni.

Er zijn in het boek twee verhaallagen te onderscheiden:
- een gebeurtenissenlaag die de relatie beschrijft tussen Toni en Pierre;
- een thematische laag die de gevolgen van een ongelijke liefde weergeeft.


Opbouw, structuur en spanning
De gebeurtenissen zijn chronologisch, maar het boek bevat wel terug- en vooruitverwijzingen. Er zijn veel tijdsprongen waardoor het boek een zeker fragmentarisch karakter krijgt.

Het boek heeft samenhang, doordat de meeste motieven terugverwijzen naar het thema, een ongelijke liefde, en er ook veel verwijzingen zijn naar het belangrijkste symbool in het boek en tevens een onderdeel van de titel, de kreeft.

Het jaar van de kreeft is opgebouwd uit 6 hoofdstukken. Met de hoofdstukken 'Winter', 'Lente', 'Zomer', 'Herfst' en 'Winter' is het jaar rond. Het laatste hoofdstuk, 'Kaa', dat duidt op de benaming die mensen vaak geven aan de ziekte kanker, sluit het boek af met een beschrijving van de gebeurtenissen rond de dood van Toni.

Het boek is opgebouwd rond één verhaallijn: de relatie tussen Toni en Pierre en het definitieve einde daarvan met de dood van Toni. Alle gebeurtenissen hebben direct met dit centrale thema te maken.

De spanning ontstaat door vooruitverwijzingen naar de dood van Toni (je weet dat ze dood gaat, maar niet wanneer) en door het feit dat je nieuwsgierig bent naar de afloop dan wel voortzetting van de relatie tussen Toni en Pierre. Het climaxmoment is wanneer Pierre opnieuw naar Toni toe gaat wanneer ze kanker heeft en op een oude boot woont, en hij een papiertje van haar krijgt (via Karel) waarop al haar minaars staan. Alleen Pierre is met hoofdletters geschreven en er staat een hartje naast. Pierre zou het briefje het liefste verscheuren, maar stopt het in zijn zak.

Het verhaal begint bij het begin (ab ovo). Er is daarvoor niets gebeurt wat voor het verhaal van belang is. Het motorisch moment in het boek is wanneer Pierre en Toni voor het eerste samen de nacht doorbrengen in het Maastricht, omdat dit het moment is dat hun relatie begint.

Personages
De hoofdpersonen in het boek zijn Pierre en Toni

Pierre Diederich is financieel adviseur en werkt bij een assurantie- en hypotheekmaatschappij. Hij tolerant, maar ook wat stijf en terughoudend. Dit laatste geldt echter niet voor seks. Naarmate hij ouder wordt, wordt hij ook wat 'burgerlijker'. Hij trouwt met Antje, de dochter van rijke zakenman uit Wassenaar, krijgt een goede functie bij een bank, wordt lid van de VVD en speelt golf met zijn schoonvader. Toch blijft hij om Toni geven en leest hij nog altijd alleen haar horoscoop: die van de kreeft.

Toni de Windt is een grillige vrouw: de ene dag kan ze heel lief en aardig zijn, maar de volgende dag is ze dan weer grof en hatelijk. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk in een passage op bladzijde 148: "De volgende dag, alsof zij volgens een bepaalde wetmatigheid reageerde, die beval dat tederheid noodzakelijkerwijs gevolgd moest worden door koude, of omdat zij vond dat zij zwak was geweest en hem dat betaald wilde zetten, sprak zij nauwelijks met Pierre". Vaak weet ze niet wat ze wil, een eigenschap die ze zelf toeschrijft aan haar 'aarzelende kreeftennatuur'. Ze gebruikt veel drank en drugs om zichzelf op de been te houden.


In het begin van het boek beschrijft Pierre haar als volgt: "Het meisje had kortgeknipt, slordig zittend zwart haar, een breed gezicht met koortsvlekken en groefjes om de ogen, plooien van een dubbele kin. Ze droeg een truitje met kanariegele en zuurstokrode strepen, een zwartgelakte minirok, laarzen met een sheriff-ster op de enkels. Haar grijze panty was gescheurd bij de dij."(blz. 9).

De overige personen in het boek zijn bijfiguren, die ik kort zal beschrijven:

Karel is de man (en later ex-man) van Toni. Hij is een werkeloze nietsnut die enerzijds doet alsof hij heel wat voorstelt, maar anderzijds erg afhankelijk is van Toni

Muisje is het dochtertje van Toni en Karel, dat erg op haar moeder lijkt. In het begin van de relatie tussen Pierre en Toni ziet ze Pierre als een vreemdeling, maar later noemt ze hem zelfs 'pappa'.

Selma is een vriendin van Toni die haar bijstaat met zogenaamd psychologische adviezen die ze geleerd heeft tijdens haar studie.

Antje is later in het boek de echtgenote van Pierre. Ze is jong en levendig en Pierre houdt wel van haar, maar toch niet op zo'n intense en verwarrende manier als dat hij van Toni gehouden heeft.

Tijd
Het verhaal speelt zich af aan het einde van de jaren zestig, een periode van toenemende seksuele vrijheid en minder aandacht voor de traditionele waarden van huwelijk en gezin.

De compositie en de tijd van het boek hangen nauw met elkaar samen. de eerste 5 hoofdstukken, 'Winter', 'Lente', 'Zomer', 'Herfst' en 'Winter', beslaan precies 1 jaar, namelijk de tijd van 3 december tot drie december het jaar daarop. Er zijn verschillende sprongen in de tijd en het tijdsverloop is dus niet-continu. De verteltijd omvat 329 pagina's en is korter dan de vertelde tijd van 1 jaar.

Het jaar van de Kreeft is chronologisch met flashbacks en vooruitverwijzingen, bijvoorbeeld: "Ze lag doodstil. Later, toen Toni dood was (alhoewel hij in zijn gedachte aan haar eerder het woord 'gestorven' of 'afgestorven' gebruikte), was dit het beeld dat hij steeds weer liet opdoemen op zijn innerlijke netvlies…" (blz. 141).


Perspectief
Er is sprake van auctoriële vertelsituatie en dus een alwetende verteller, die de lezer op elk ogenblik alle nodige informatie verschaft. Er is dus ook sprake van een vision par derrière; de verteller beschrijft achteraf wat er gebeurd is.

Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Amsterdam, waar Toni en Pierre wonen, en in het vakantiehuisje in de Dordogne dat Toni gehuurd heeft. In het boek komen niet veel ruimtebeschrijvingen voor omdat het vooral gaat om de dialoog tussen de personen en de gedachten van Toni en Pierre. Het decor is hierbij van minder belang.

Taalgebruik en stijl
Het taalgebruik is zakelijk, nuchter en objectief, waardoor het verhaal niet te hoogdravend wordt, maar een persoonlijke verteltrant krijgt. Er is veel dialoog, dat natuurlijk aandoet en goed de sfeer en de spanning aangeeft in de verschillende situaties. De zinnen zijn niet ingewikkeld, maar bevatten wel veel bijzinnen. Dit werkt echter niet hinderlijk, maar maakt het verhaal juist levendig.

Biografische gegevens
Hugo Maurice Julien Claus werd op 5 april 1929 in Brugge geboren. Zijn vader, Jozef Claus, was drukker van beroep. Toen zijn moeder anderhalf jaar later in verwachting was van een tweede zoon, werd Hugo naar een nonnenpensionaat gebracht, waar hij tot zijn elfde bleef. Tijdens de oorlog volgde hij de lagere cyclus van de Grieks-Latijnse humaniora.

In 1946 ging hij thuis definitief weg. Hij woonde bij een vriend in Sint-Kartens Leerne en bij zijn grootmoeder in Astene, en was kunst- en huisschilder. In 1947 werkte hij als seizoenarbeider in een suikerfabriek, een episode die hem tot het verhaal en toneelstuk Suiker inspireerde. Het jaar daarop kreeg hij gratis logies in een hotel in Oostende. Hij leerde daar Elly Overzier kennen, met wie hij in 1955 zou trouwen. In 1949 vervulde hij zijn dienstplicht als redacteur van Soldatenpost. Intussen had hij twee dichtbundels gepubliceerd, stichtte hij Tijd en Mens en nam hij deel aan de Cobra-beweging als schilder. Hij werd sinds die tijd als een wonderkind beschouwd.

In Parijs schreef en schilderde Hugo enige jaren, terwijl Elly in Franse films speelde. In 1953 leerde hij via haar ook het Italiaanse filmmilieu kennen, dat belangrijk is in zijn roman De koele minaar. In 1955 keerde hij terug naar Vlaanderen, waar hij een carrière begon als schrijver, dichter, toneel- en scenarioschrijver. In 1963 werd zijn zoon Thomas geboren en in 1965 nam hij tijdelijk afscheid van de schilderkunst. Wegens het ten tonele voeren van drie naakte mannen in Masscheroen werd hij in 1968 veroordeeld tot vier maanden voorwaardelijk.


In 1970 ging hij in Amsterdam wonen waar hij een twee jaar lange verhouding had met Kitty Courbois, die geromanceerd wordt in Het jaar van de Kreeft. Daarna begon hij een relatie met filmactrice Sylvia Kristel, die hem een zoon, Arthur, schonk. Claus ging vervolgens in Parijs wonen en stopte een jaar met schrijven. Na de breuk met Sylvia vestigde hij zich opnieuw in Vlaanderen. Hier regisseerde hij zijn derde film, Vrijdag. Sinds 1978 woont hij in Gent.

Thematiek
Drie relaties bepalen Claus' verhaalthematiek: die van de hoofdfiguur tot de familie, tot de vrouw en tot de maatschappij. Eerst hebben zijn romans en dichtbundels een meer individuele problematiek (relatieproblemen), maar later wordt deze verbreed tot een meer socialere opstelling. In zijn jeugdwerk overweegt de familiethematiek. De motieven in bijvoorbeeld De Metsiers en De zwarte keizer - onvolwassenheid van de mannelijke hoofdpersoon, aantrekkingskracht van de moeder en de afwezigheid van de ideale vader - zullen in zijn latere werk bijna obsessioneel terugkeren.

Thematisch is de roman De hondsdagen een overgangswerk: de man-vrouwthematiek wordt belangrijker dan de familiethematiek. Deze twee worden echter wel met elkaar verbonden, doordat de geremde seksualiteit van de hoofdpersoon is ontstaan door de relatie die hij met zijn moeder heeft, wat eveneens het thema is van De koele minnaar.

In De verwondering worden de drie thematische lijnen op boeiende wijze door elkaar gevlochten. De moederliefde en vaderhaat vervormen de verhoudingen die de hoofdfiguur met andere mensen aangaat. Bovendien wordt de invloed van het fascistische wereldbeeld op de Vlaamse maatschappij beschreven. De roman Omtrent Deedee lijkt op De verwondering omdat in beide romans de hoofdpersoon ten onder gaat aan zijn Oedipale bindingen. Maatschappelijke thema's in dit werk zijn de weergave van een Vlaamse familie uit de lagere stand en de kritiek op de door de kerk opgedrongen moraal. Ook in de roman De schaamte wordt dit thema behandeld.

De man-vrouwverhouding staat centraal in de romans Het jaar van de kreeft, Jessica! en Het verlangen. De eerstgenoemde is, wegens zijn autobiografische karakter, de persoonlijkste roman van Claus. In Jessica! gaat het vooral om de seksuele onvrede van de hoofdpersoon en in Het verlangen proberen personages van lage sociale stand in het reine te komen met hun seksuele begeerte en slagen daar gedeeltelijk in. Dit half-optimistische einde in voor Claus' doen ongewoon.

Het verdriet van België is Claus' meest succesrijke roman tot nu toe. Als 'familieroman' behandelt het opnieuw de familiaal-seksuele thematiek met de klassieke Oedipus-driehoek. De roman laat de ontwikkeling zien van een literair begaafde, vroegrijpe jongen tijdens de oorlogsjaren. Als sociale roman biedt het een kijk van binnenuit op de houding van de burger in de oorlogssituatie.

Stijl
Claus gebruikt met groot gemak een indrukwekkend aantal stijlen. Een voorbeeld daarvan is De verwondering met dagboekfragmenten, stukken proza, lyrische en epische passages en volksdialogen. Ondanks deze stilistische vaardigheid is Claus' verhalend werk toch niet zo geraffineerd als zijn dichtkunst. Daarvoor mist de complexiteit in levens- en maatschappijvisie.

Techniek
Claus laat zich niet leiden door vooraf bepaalde regels, wat voor de lezer zowel positief als negatief kan zijn. Hij experimenteert met moderne technieken, zonder zich al te veel af te vragen wat de oorspronkelijke functies hiervan zijn. Er worden bijvoorbeeld bepaalde filmische procédés gebruikt, zoals montage-effecten, zoomings en de subjectieve en objectieve camerablik, wat verklaard kan worden door de achtergrond van de filmfan en -maker. Ook het herhalen van scènes, relaties en woorden, en daarmee het toepassen van de techniek van het zogenaamde Leitmotiv, past Claus toe, maar dit is soms weinig functioneel. Dit alles kan gezien worden als inconsequentie en slordigheid van de maker, maar is toch zeker met opzet aanwezig.

Ontwikkeling
In de eerste werken van Claus overheerst de lyrische zelfontboezeming. De ik uit hierin zijn gevoelens van onvrede, waarvan de motivering erg vaag gehouden wordt: relatieproblemen, zowel met de familie als met beminde, staan centraal. In later werk protesteert hij echter tegen deze individualistische opstelling en verdedigt hij een socialere manier van schrijven. In zijn werk wordt de ik dan ook verbreed tot een wij.


Relatie leven-werk
Naast romancier, schilder in alle mogelijke stijlen en scenarioschrijver voor film, televisie en stripverhaal, is Claus een verdienstelijk film- en toneelregisseur. Door deze verschillende creatieve bezigheden moest hij zoveel produceren dat doorlopende kwaliteit nauwelijks mogelijk is. Bewegelijkheid is een van Claus' belangrijkste karakteristieken: hij verhuist telkens weer en trekt rusteloos rond, verandert even vlug van vrouw als van levensstijl en kan ook in de kunst gezien worden als een avonturier. Deze bewegelijkheid past goed in een strategie van self-advertising, waarbij de reclame voor het werk verbonden wordt met het publiek maken van zijn privé-leven. Lang voor dit in de Nederlandse letteren gebruikelijk is geworden, heeft Claus zich opgeworpen als een openbare figuur, met een bestaan met grotere en kleinere schandalen zoals zijn liefdesaffaires, de naaktscène in Masscheroen en het zogenaamde plagiaat van Het teken van de hamster. De interviews die de auteur gul toestond, gunden de lezer méér dan een blik in zijn levensgewoonten en opvattingen op vele gebieden.

Visie op de wereld
Claus' visie op de wereld wordt voornamelijk bepaald door zijn eigen historisch-sociale positie: afkomst (kleine bourgeoisie), opvoeding (drukkend pensionaat), tijdsklimaat (oorlogsjaren en hun nasleep), gezinsomstandigheden (botsing met zijn klimaat), dit alles heeft een stempel gedrukt op zijn mensbeeld. Onvrede met het heersend bestel spreekt uit zijn gehele oeuvre. Zijn politieke visie lijkt eerder ingegeven door een afkeer van gezag, staat en kerk dan door een positieve maatschappelijke keuze. Deze onvrede met de maatschappij gaat bij Claus hand in hand met innerlijk onbehagen. In verschillende werken legt hij een verband tussen beide en benadert dan de stellingen van Wilhelm Reich, die beknotting op seksueel vlak verbonden zag met politiek verzet. De vrijheidsdrang van het individu stoot altijd weer op de maatschappelijke determinismen van allerlei instituties (gezin, opvoeding, huwelijk, kerk, staat). De frustratie die hiervan het gevolg is, zorgt voor pessimisme.

Kunstopvatting
Voor Claus is het belangrijkste het werkstuk zelf, maar de creatieve daad. Het kunstwerk staat na zijn creatie los van de kunstenaar en open voor alle mogelijke interpretatie. De schrijver maakt tenslotte, zo meent Claus, zijn werkelijkheid.

Kritiek en publieke belangstelling
Miskenning heeft Claus nauwelijks gekend. Op zijn vijfentwintigste had hij al zijn naam als 'wonderkind' gevestigd met de Metsiers, Een bruid in de morgen en De Oostakkerse gedichten. Zijn verkoopcijfers mogen dan niet zo indrukwekkend zijn als die van sommige tijdgenoten, zijn boeken kenden toch de ene na de andere druk. Het publiek was uiteraard vooral in het gemakkelijker werk geïnteresseerd.

Gevestigde auteurs als Teirlinck en Vestdijk hebben Claus' talent erkend. Andere publicisten zijn hen daarin gevolgd. Alleen de katholieke pers is zijn werk lange tijd op levensbeschouwelijke gronden blijven kritiseren, daarbij ongewild voor een zeker 'succès de scandale' zorgend.


Enkele punten van kritiek op Claus' werk zouden de eenzijdigheid in thematiek en de oppervlakkigheid in uitwerking kunnen zijn. Het zou echter niet eerlijk zijn om daarbij stil te blijven staan, omdat juist de grootte van zijn talent ons naar die strenge criteria doet grijpen: Conscience leerde zijn volk lezen, Claus is een van hen die het ook kritisch hebben leren lezen.

Bibliografie
Primaire literatuur
- Het jaar van de Kreeft, Amsterdam: De Bezige Bij, 1972

Secundaire literatuur
- Span, Hijlco, Literama Modern, Groningen: Nijhoff, 1980
- Claes, Paul, Kritisch Literatuur Lexicon, Groningen: Nijhoff, 1982
- Ellenbroek, Willem, [interview met Hugo Claus], in: De Volkskrant, 5 april 1994
- Oomens, M, [door Claus gewonnen prijzen], in: Algemeen Dagblad, 13 mei 1997

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het jaar van de kreeft door Hugo Claus"