Auteur: Vincent Bijlo
Uitgever: Lijsters
Aantal bladzijden: 112
Samenvatting:
Het verhaal begint ermee dat Otto (een slechtziende jongen) het niet kan uitstaan dat hij de bliksem niet ziet en alleen de knal hoort, want het onweert op die avond. De andere mensen, die wel gewoon kunnen zien schrikken daar niet zo van, omdat ze de bliksem al gezien hebben en de knal verwachten.
Otto is dus een slechtziende jongen, zijn grote voorbeeld is Harm. Hij was een goede vriend van Otto. Harm was niet blind geboren, hij was blind geworden en daarom had hij dus een voorsprong op de andere blinden. Otto keek tegen hem op en wou ook zo goed zijn in alles.
Het instituut, daar zitten Harm en Otto allebei op. Dit is een inrichting voor blinden en slechtzienden. Ze wonen daar met een aantal mensen in 1 huis, Harm, Otto, Walter, Pieter, Michiel, Marc, Tony, Hajo, Stoffel, Edwin, Eric & Marga wonen samen in 1 huis. Harm en Otto halen altijd maar grapjes uit met de andere jongens. Helaas kunnen ze niet tegen Edwin op, want hij is slechtziend, maar ziet toch nog een heel klein beetje, waardoor hij Otto en Harm onderuit kan halen en andere geintjes ermee uithalen.
De dag van het examen, hij gaat naar de stad om met zijn stok te lopen, om een beetje te oefenen, maar ineens hoort hij gebrom achter zich…
Toen hij wakker werd lag hij in het ziekenhuis, blijkbaar was hij aangereden door een strooimachine. Gelukkig mocht hij na een paar dagen weer weg, want hele erge verwondingen had hij niet.
Na een kampeertripje, nog een aantal saaie dagen op het instituut en zijn moeder die gelogen had dat ze eindelijk van de drank af zou zijn, mag Otto naar een ziende school. Hij kan al veel meer en mag daarom naar een ziende school, hij is erg blij, maar Harm en Sonja (zijn vriendin) waren er erg verdrietig door, al liet Harm er niets van merken.
Het boek eindigt erg raar, Otto steekt het instituut in brand, voordat hij naar de ziende school gaat, maar waarom is niet duidelijk. Daarna mag hij dan ook niet meer naar de ziende-school, maar het hele idee snap ik niet, het wordt ook niet duidelijk gemaakt in het boek.
Waarom heb je het boek gekozen?
Ik heb het boek niet met een reden uitgekozen, ik vond de achterflap wel leuk, maar meer ook niet.
Wat is het onderwerp van het boek?
Ik denk dat het onderwerp vooral eenzaamheid is, want Otto voelt zich heel alleen op het instituut en geniet alleen maar van zijn illegale radiozender. Natuurlijk heeft het ook te maken met blinden. Ik vond het onderwerp op zich wel leuk, want je leest altijd in boeken dat gehandicapten en blinden enz. altijd heel blij zijn met wat ze hebben en dat wij daar dan eigenlijk van zouden moeten leren, maar in dit boek ging het er juist om dat de blinden helemaal niet blij waren met wat ze hadden, ze wilden wel kunnen zien. Ze accepteerden het niet en dat was nou juist zo uniek vond ik.
Ik heb natuurlijk niet zo vaak te maken met blinden en weet dan ook niet of de schrijver alles realistisch vertelt of er een andere wending aan geeft, maar ik denk wel dat hij het redelijk realistisch beschrijft, behalve een bepaalde gebeurtenis. De blinden gymmen ook, dat lijkt me praktisch onmogelijk, want ze doen ook hindernisbanen en dat lijkt me nou erg onhandig als je niks ziet, daardoor raakt er ook 1 iemand verlamd, omdat een ander weer verkeerd sprong en op hem terecht kwam. Dit lijkt mij dan weer onrealistisch. Ik heb al vaker boeken gelezen over blinden of films ervan gezien, maar daarbij ging het er altijd om dat zij dan nog meer genoten van het leven dan de “gewone” mensen en dat wij, “gewone”mensen, dat moesten leren.
Er zijn een aantal belangrijke gebeurtenissen. Bijv. als Tony op Michiel springt, waardoor Michiel verlamd raakt en naar een andere school moet, omdat het instituut niet gemaakt is voor rolstoelen. Dit vond ik een gebeurtenis wat mij erg onwaarschijnlijk leek, want hoe kan je nou gaan gymmen met blinden, zij zien dan toch niks!? Het heeft me echt wel aan het denken gezet, ik weet nog steeds niet waarom ze nou gymmen, dan ben je het toch aan het uitlokken dat er ongelukken gebeuren.
Een andere belangrijke gebeurtenis is het ongeluk met de strooiwagen. Otto gaat wandelen met zijn stok om te oefenen, maar wordt geraakt door een strooiwagen, er komt zout in zijn hersenen, maar herstelt toch wel weer snel. Maar het ongeluk laat duidelijk zien dat de andere mensen niet goed letten op slechtziende mensen.
Ik vind de gebeurtenissen een beetje raar beschreven, soms geeft hij bijna alle informatie over een bepaalde gebeurtenis en dan is het ook niet meer spannend. Maar bij een andere gebeurtenis vertelt hij zo weinig erover dat je eerst niet eens door hebt wat er aan de hand is. Dat vind ik heel irritant, af en toe was ik liever gestopt met lezen omdat ik niet wist waar het nou eigenlijk over ging.
De meeste indrukwekkende gebeurtenis vond ik de kidnapping van het zusje van Harm, want daarna werden ze dus geïnterviewd door Privé, maar de verslaggever verdraaide alles om. De ouders van Harm klaagden Privé aan en wonnen de rechtszaak.
Personages:
Volgens mij is de hoofdpersoon, Otto, aan de ene kant wel een held, maar aan de andere kant weer niet. Het is wel een held omdat hij zich door alles heen worstelt, hij doet zijn best naar een ziende-school te mogen en dat allemaal terwijl zijn moeder een verslaafde is, het instituut hem ergert enz. uiteindelijk mag hij naar een ziende-school, dus heeft hij zijn doel bereikt, daarom vind ik hem wel een held.
Helemaal aan het eind steekt hij het instituut in brand, daarom vind ik hem geen held, hij verpest levens hiermee en is daarom dus geen held vind ik. Ik heb Otto niet echt leren kennen, want de schrijver ging niet echt in op de gevoelens, dat vond ik wel jammer, ik denk dat dat het net iets interessanter gemaakt zou hebben.
Ik vind de personages op zich wel levensecht, maar af en toe een beetje onrealistisch. Als de zus van Harm is gekidnapt, willen ze haar gaan redden. Als ik het me voorstel vind ik het eigenlijk best grappig, 2 blinde jongens willen een meisje gaan redden van ruige kerels. Deze beslissing vind ik wel een beetje raar van Harm en Otto, net als de beslissing om het instituut in brand te steken, dat vond ik ook een beetje apart.
Opbouw:
Ik vind de opbouw niet ingewikkeld, maar wel raar. Het verhaal is niet heel duidelijk geschreven, van het ene moment springt de schrijver over naar een ander moment, zonder dit duidelijk aan te geven. Hierdoor is het erg moeilijk het verhaal te blijven volgen. Daarnaast vond ik het ook niet spannend, als de schrijver een beetje informatie zou achterhouden zou het wel spannend zijn, maar hij laat heel veel informatie weg, waardoor het onbegrijpelijk wordt. Misschien zou het ook spannender geweest zijn door een aantal flashbacks, deze zitten ook niet in het boek. Dat vind ik erg jammer, want hierdoor zou je wat achtergrondinformatie kunnen krijgen, waardoor het allemaal wat duidelijker zou worden en je zou Otto beter leren kennen zo.
Taalgebruik:
Taalgebruik was erg simpel, je kon gewoon doorlezen. Er kwamen bijna geen moeilijke woorden voor, alleen woorden voor bepaalde dingen voor blinden, zoals bijv. spiegt, dat wordt gebruikt om braille te schrijven. Maar voor de rest waren het ook korte zinnen, erg makkelijk om te lezen.
De dialogen waren ook erg duidelijk aangegeven, het was niet zo dat je op den duur niet meer wist wie wat zei, dat was erg duidelijk. Ik vind het boek dan ook erg goed qua taalgebruik, ik vind het inhoudelijk een stuk minder, maar de schrijfwijze is heel fijn om doorheen te lezen.
Verdiepingsopdracht:
Hoofdpersoon: Otto is de hoofdpersoon, een blinde jonen die naar een ziende-school wil. Hij heeft een goede vriend, Harm en een eigen illegale radiozender, hiermee probeert hij het instituut te verdragen, want hij vindt het vreselijk daar.
Doel: Hij wil weg van het instituut, daar voelt hij zich heel stom. Hij probeert op een ander instituut te komen, bijv. een ziende-school i.p.v. een slechtziende-school.
Helper(s):
Natuurlijk zijn goede vriend Harm, Harm steunt hem overal bij.
Sonja, de vriendin van Otto, zij steunt hem en probeert hem moed in te spreken.
Tegenstander(s):
Edwin, hij kan een beetje zien. Edwin is een pestkop en doet er alles aan om Harm en Otto te dwarsbomen.
Ik denk toch ook weer de ouders van Otto, zij steunen hem nou niet bepaald. De ouders vinden hem een blinde en dat is het, hij moet er maar iets van proberen te maken op het instituut, al vindt hij het daar niet leuk.
De gewone mensen ook, zij zien Otto als een gewone blinde en zien niet dat Otto een doel heeft.
Ik denk Otto zelf, hij bepaalt hoe het verhaal verder loopt. Als hij wil doet hij zijn examen en zorgt hij ervoor dat hij verder mag. Hij kan er ook voor kiezen expres te zakken, dan zou het verhaal heel anders gegaan zijn.
Begunstigde(n):
Ik denk de nieuwe familie van Otto, als hij naar de ziende-school mag, moet hij naar een ander gezin om daar te verblijven. Als hij zijn doel bereikt komt hij dus bij het gezin, en voor dat gezin maakt het uit of hij zijn doel wel of niet bereikt.
Evaluatie:
Qua taalgebruik vond ik het wel goed, erg gemakkelijk geschreven.
Inhoudelijk vond ik het minder. Er gebeurde heel weinig, het was niet spannend genoeg om in een keer door te lezen. De gevoelens van de hoofdpersonen werden ook niet heel duidelijk aangegeven. Alles werd vanuit Otto verteld, maar toch wist je niet zo goed hoe hij zich voelde. Over het algemeen wist je dat hij het niet naar zijn zin had, maar waarom hij het instituut in brand stak heb ik niet kunnen afleiden uit het hele verhaal. Tijdens het verhaal heeft Otto nooit iets laten merken, waardoor je de reden voor de brand zou kunnen begrijpen.
Het idee vond ik ook wel leuk, de schrijver maakte wel duidelijk dat blinden het niet echt makkelijk hebben en dat het niet zo is dat je met doorzetten verder komt, het was niet echt een boek met een goed einde. Dat vond ik wel bijzonder. Dat is een heel bewuste keuze van de schrijver geweest denk ik, want het in brand steken van het instituut was een impulsieve handeling van Otto. Dat was het einde van het boek, het is dus nooit goedgepraat als het ware. Het einde vond ik wel bijzonder.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden