Auteur: Vincent Bijlo
Titel: Het instituut
Jaartal 1e druk: 1998
Plaats van uitgave: Amsterdam
Aantal pagina's: 136
Bijzonderheden: Voor Mariska, mijn vrouw Samenvatting Otto zit op een school voor blinden en slechtzienden en is ongeveer 11 jaar. Hij leeft in het huisje ‘de vink’. Zelf vindt hij alle blinden op school maar een stel debielen, bijhalve hijzelf en zijn vriend Harm natuurlijk. Samen deden ze wedstrijdjes van wie het meest pestte. Er zit ook een jongen in de Vink die nog een heel klein beetje kan zien. Hij heet Edwin. Hij geeft alle leerlingen een schop op hun schenen als de leraren niet kijken. En alles wordt van hem gepikt, ‘want hij kan er niets aan doen, hij heeft vastgezeten bij de geboorte’. Zijn ouders ‘ziet’ hij één keer per maand en dat vindt hij meer dan genoeg. Op een gegeven moment gaat het instituut op kamp. Otto vindt er niets aan en wordt ziek van zijn koude slaapzak. Hij wordt weer naar het instituut gebracht. Daar wordt hij opgehaald door zijn moeder. Terwijl hij eigenlijk net weer is opgeknapt. Thuis komt hij erachter dat zijn moeder haar werk kwijt is en aan de sherry is geraakt. Ook willen zijn ouders graag dat hij volgend jaar naar de gewone brugklas gaat, op een ziendenschool. Zijn ouders hebben ook veel ruzie. Dan gaat zijn moeder naar de Veluwe om af te kicken. Otto mag gelukkig weer naar het instituut. Als hij weer daar is hoort hij dat de zus van Harm is gegijzeld door Zuid-Molukkers. Samen met Harm ging hij haar redden. Onderweg naar de school van Harms zus horen ze op de radio dat de leerlingen vrijgelaten zijn. Ze hebben geen zin om de leraren te redden. Otto’s radiostation Puntsik zendt die avond een interview uit met Harm, opgeluchte broer van een gegijzelde pupil van een school in Bovensmilde. De volgende dag kwam er een reporter langs. Die ging radio maken over hoe het is om blind te zijn. Na de uitzending kwam er zelfs een televisieploeg filmen op het instituut. Ze filmen hoe Otto valt met gym, ze filmen zijn radio Puntsik en ze filmen een heleboel dingen die Harm kan. Nu is Otto ontdekt. Hij krijgt een radioprogramma. Otto´s kraakcorner gaat het heten. Hij mag fijn dingen gaan afkraken. En daar is hij goed in. Na een tijdje mag hij weer een keertje naar huis. Het is al helemaal geregeld dat Otto naar de ziendenschool mag. Zijn moeder zou thuis zitten. Maar als ze thuiskomen, blijkt aan de sherryflessen dat zijn moeder heeft gedronken, en nu is ze kwijt. Otto wordt gedropt bij de buren. Als zijn vader eindelijk terug komt bleek zijn moeder weer op de Veluwe te zitten. Ze kon het niet aan als Otto er was. Otto gaat weer terug naar school. Daar heeft hij niet meer zo veel te oen want hij is toch al over. Dan komt zijn vader onverwachts langs met de mededeling dat hij gewoon op de ziendenschool blijft, dat zijn vader naar Amerika gaat en dat zijn moeder is opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij mag op vakantie met de buren. Hij haat zijn vader, en terecht, de egoïst. Zijn vriendinnetje Sonja biedt aan dat hij met haar en haar pleegouders op vakantie gaat. Daar worden haar pleegouders ook de zijne.