Auteur: Vincent Bijlo
Titel: Het instituut
Uitgever: Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen
Jaar van uitgave: maart 1998, 2e druk
Eerste druk: januari 1998
Aantal blz.: 136
Genre: roman
Eerste Reactie:
Het boek sprak me aan vanwege het onderwerp, ik had nog nooit eerder over blinden gelezen, laat staan over het leven in een blindeninstituut. Ik werd nieuwsgierig naar de reden waarom Otto uit het instituut wilde ontsnappen.
Ik vond het een erg leuk boek. Ik had verwacht dat het een heel serieus verhaal zou zijn, die indruk kreeg ik toen ik de achterkant van het boek las. Maar het is juist een heel grappig boek.
Otto Iking is blind en woont op een instituut waar hij ook naar school gaat. Hij vindt dat hij de enige normale persoon is, op Harm na, want dat is zijn grote voorbeeld en zo’n beetje de enige persoon waar hij waarde aan hecht want van zijn ouders heeft hij het gevoel dat ze hem liever kwijt dan rijk zijn. Otto is zeer trots op zijn eigen radiozender: Radio Puntsik. Alleen het instituut kan de zender ontvangen.
Als ze met het instituut op kamp zijn wordt Otto ziek. Hij moet eigenlijk naar huis toe maar omdat ze hem daar niet op kunnen vangen wordt hij naar een ander instituut gebracht. Daar ontmoet hij dikke Sonja, met wie hij verkering krijgt. Otto komt erachter dat hij niet naar huis mocht omdat zijn moeder zwaar depressief en flink aan de alcohol is. Ze wil dat Otto weer thuis komt maar Otto wil dat niet, alleen als zijn moeder stopt met drinken. Zijn moeder vertelt hem daarop dat ze zal proberen af te kicken op de Veluwe.
Harm zijn zus wordt gegijzeld en Otto en Harm besluiten haar te redden. Daarvoor moeten ze de brommer van meneer Reinier stelen. Met de kar van Van Halen (de conciërge die altijd het eten in een kar komt langs brengen) willen ze de deuren van het gebouw waarin Harm’s zus wordt vastgehouden openbreken en d.m.v. hevelen (dat hebben ze in de les geleerd) willen ze benzine uit de tank van de brommer halen en dat over de gijzelaars heengooien om ze vervolgens in brand te steken. Op het moment dat ze alles voor elkaar hebben is de zus alweer vrijgelaten.
De AVRO komt filmen op het instituut om een documentaire te maken over blinden in een blindeninstituut. Ze komen erachter dat Otto een eigen radiostation heeft. Van het een komt het ander en zo krijgt Otto een eigen programma op de nationale radio: Otto’s kraakcorner.
Otto’s vader komt hem ophalen van het instituut omdat zijn moeder afgekickt schijnt te zijn maar als ze thuis komen vinden ze alweer een lege fles whiskey en is Otto’s moeder weer gevlucht naar de Veluwe. Otto krijgt te horen dat ze het niet aankan als hij weer thuis zou komen wonen. Een aantal weken later vertelt zijn vader dat zijn moeder is opgenomen in een psychiatrische kliniek en dat hijzelf een jaartje naar Amerika gaat.
Als geluk bij een ongeluk mag hij wel met Sonja mee op vakantie naar Luxemburg. En nu beschouwt hij Sonja’s ouders ook als zijn ouders.
Het verhaal is in de ik-vorm geschreven, dus door Otto verteld. Je leest het verhaal als het ware als een soort dagboek. Het speelt zich in deze tijd af, voornamelijk op het instituut en een aantal delen bij Otto thuis. De belangrijkste figuren zijn Otto, Sonja, Otto’s ouders, en Harm. Zoals je waarschijnlijk al aan de samenvatting kunt zien bestaat het verhaal als het ware uit allerlei gebeurtenissen die elkaar opvolgen. Er zit één dunne rode draad in: het gedoe met Otto en zijn ouders.
Het is moeilijk aan te geven wat precies het thema van het verhaal is. Als ik naar de rode draad zou kijken dan zou ik zeggen dat het thema een gebroken gezin is. Maar als je naar het gehele verhaal kijkt zou je dat ook weer niet kunnen zeggen. Ik denk dat je beter kunt zeggen de hoofdgedachte ‘aan je lot overgelaten’ is. Otto heeft namelijk weinig aan zijn ouders en weinig aan zijn medebewoners op het instituut, hij moet alles zelf uitdokteren. Het verband tussen het thema en de titel van het boek zou je kunnen verklaren door te zeggen dat het dankzij het feit dat hij op een instituut woont is dat hij aan zijn lot overgelaten is. Het wordt versterkt door het feit dat hij niet goed begrijpt waarom hij niet gewoon voor altijd bij zijn ouders kan wonen.
Vincent Robert Bijlo staat beter bekend als cabaretier. Hij is geboren op 27 april 1965 te Amsterdam. Hij heeft schoenmaat 46, kledingmaat 34-36 (!) en weegt ongeveer 80 kilo. Hij heeft geen kinderen maar wel twee parkieten. Hij heeft een VWO opleiding gedaan en heeft die in 1985 afgerond. Vervolgens heeft hij Nederlandse taal- en letterkunde aan de universiteit van Utrecht gestudeerd. Over zijn keuze:
"Ik wist helemaal niet wat ik later wilde worden, maar oom Max kon zo prachtig vertellen over het schrijven voor de krant dat ik dacht: jaaaa, ik wordt literair journalist! Dus ben ik Nederlands gaan studeren" - NRC Handelsblad, 6-2-1998
In 1989 maakte hij zijn eerste echte theaterprogramma: Made in Braille. In 1988 kreeg hij echter al de publieks- en persoonlijkheidsprijs op het Leids Cabaret Festival.
Naast Het Instituut heeft hij nog één ander boek geschreven: Achttienhoog, dat in 2001 gepubliceerd is. Op www.schrijversnet.nl worden zijn boeken tot het genre conference roman toegeschreven. Ik wist niet precies wat dat betekende maar het woordenboek gaf aan dat het met bespreking of godsdienstige toespraak te maken had. Beide omschrijvingen kan ik eigenlijk niet echt terugvinden in het boek dus vind ik het niet terecht dat Bijlo’s boeken deze stempel opgedrukt krijgen. Je zou het beter cabaret-scripts kunnen noemen, het viel me al op dat Bijlo op deze manier schreef voordat ik informatie over hemzelf had gevonden. Ik denk dat deze manier van schrijven toch redelijk typerend is voor de laatste paar jaren. Het is de laatste tijd namelijk erg populair onder de lezende bevolking: verhalen met ironische kritiek op de maatschappij, politiek, geloof, etc. En aangezien hij ook cabaretier is zal de manier waarop het boek is geschreven ook wel erg typerend zijn voor de rest van zijn werken.
Vincent Bijlo over een blinde schrijver zijn:
"Ik ken geen andere blinde romanschrijvers, en volgens mij zijn ze er ook niet. Een verklaring daarvoor zou zijn dat een blinde schrijver het niet over dingen kan hebben die je met je ogen waarneemt, en dus nooit een compleet wereldbeeld voor zienden kan neerzetten. Maar volgens mij kan dat wel, omdat er veel meer overeenkomsten tussen onze werelden zijn dan verschillen. En de verschillen zijn juist interessant." – De Groene Amsterdammer, 4 februari 1998.
Beoordeling:
Ik vond het een erg leuk boek dat heel makkelijk weglas. Er zaten zowel komische als zielige fragmenten in. De dingen die hij met Harm en de andere jongeren op het instituut beleeft zijn erg grappig om te lezen. De fragmenten dat zijn ouders zo’n beetje proberen te verbergen dat ze hem liever kwijt dan rijk zijn, zijn soms best wel hard, vooral omdat Otto er zo luchtig over vertelt. De passage dat Otto te horen krijgt dat hij een programma bij de AVRO mag presenteren vond ik het mooist omdat hij dan beseft dat hij meer bereikt heeft dan Harm die slechts één aflevering aan de documentaire over het instituut mocht meewerken. Ik vond eigenlijk geen enkel deel van het verhaal vervelend om te lezen. Dat komt waarschijnlijk omdat er nooit lang op één onderwerp wordt ingegaan. Ik kan me wel een beetje in het thema van het boek vinden. Ik denk dat iedereen zich soms wel eens aan zijn lot overgelaten voelt. Ik denk dat iedereen wel eens het gevoel heeft dat niemand hem kan helpen bij het probleem dat hij of zij nu weer heeft.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
De eerste alinea van "Over de schrijver en de tijd waarin het boek geschreven is:" Dat is letterlijk van deze site: http://www.vincentbijlo.com/biografie
gehaald en dat staat nergens..
Plagiaat??
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
de samenvatting klopt niet. hij gaat bijv. niet naar een ander instituur omdat hij ziek is, hij gaat naar een ander huis op het instituut.
11 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
plagiaat
8 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
suck
5 jaar geleden
Antwoorden