Het huis hiernaast door Marga Minco

1. EEN SAMENVATTING. Het gaat over een jonge Joodse vrouw waarvan de naam niet genoemd wordt. Ze is tijdens de hongerwinter ondergedoken is Amsterdam. Ze wordt na de bevrijding door haar vriend Nico naar een dorp in Friesland gestuurd. Als ze een maand later terug lift komt ze een Joods meisje tegen die ook ondergedoken
heeft. Dit meisje heet Jona. Ze heeft bijna twee jaar op een zolder in Aalten gewoond. Ze wil nu maar één ding dat is terug naar Amsterdam naar het huis van haar vader en moeder. Als ze allebei in Amsterdam aankomen gaan ze alle twee een kant op. De ik-figuur loopt naar haar woning waar niemand thuis is. Later op de avond komt er een agent die haar verteld dat Jona een ongeluk heeft gehad en dat ze bij haar een briefje vonden met de tekst van de ik-figuur. Ze is in het donker in het water gevallen en ligt nu in het ziekenhuis. De Joodse vrouw bezoekt Jona en ze praten over hun verleden. De Joodse vrouw gaat weer naar haar huis waar ze een briefje vind van Nico haar vriend. Er staat op dat hij opeen feest is. Weer gaat ze op weg maar ze vindt hem niet… 2. EEN ERVARINGSVERSLAG. 1. Waar gaat het verhaal over? A. Het verhaal gaat over een ikfiguur, die in juni 1945 liftend van Sneek terug naar Amsterdam gaat. Tijdens het terugreis krijgt het joodse meisje (ik-figuur) van ongeveer twintig jaar oud allerlei herenigen van vroeger(flashback ). Onderweg ontmoet de ikfiguur even voorbij Zwolle andere joodse meisje, Jona. Samen liften zij naar Amsterdam. Daar belandt Jona in het ziekenhuis. B. Ik moest dit boek lezen omdat ik dit verslag morgen moet inleveren omdat het niet in orde was. Dit alles op verzoek van de leraar. C. De Tweede Wereldoorlog kent bijna iedereen. Dat is ook wel het enige wat ik kende uit het boek.
2. DE PERSONEN. A. De hoofdpersonen zijn de ik-figuur en Jona. B. Het feit dat de ik-figuur naar haar vriend houdt haar het meest bezig. Alleen de drang om er naar toe te gaan is heel erg groot. C. Het begint zomaar met een sigaretje roken, maar als Jona in het ziekenhuis ligt, wordt hun relatie steeds beter. D. Het zijn allebei Joden. Hun karakter is vriendelijk. E. Ja ik rook net zoals Jona ook. F. Nee, want ik had niet verwacht dat ze Jood zou zijn. G. Na de Tweede Oorlog kunnen ze gewoon weer over straat lopen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog liepen ze met gevaar voor hun leven over de straat. H. De ik-figuur, want al is de drang naar haar vriend is zeer groot, maar desondanks houdt ze zich normaal. Ze komt ook op voor de medemens. I. Jona, want ze gedraagt zich best wel onverschillig. 3. DE TIJD. A. Tijdens de Tweede Wereldoorlog. B. Ja, want ze gaan na de oorlog op weg. Ook als de ik-figuur naar Amsterdam komt ze een aantal Canadezen tegen. Dit is voor het verhaal van goed belang. C. Tijdens de Tweede Oorlog kregen de Joden van alles de schuld. Ze woonden met gevaar voor hun leven in Nederland. Na de oorlog gaan de twee ieder zijnsweegs. D. Dat er veel Joden vermoord en vervolgd werden. E. Dat er veel auto’s op de weg waren, ondanks de slechte economie. 4. DE PLAATS. A. Het verhaal speelt zich af in Nederland. B. Hoofdstad van Nederland. C. Nee. D. Het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen was het erg gevaarlijk in Nederland. E. Ze zijn meer het decor. 5. HET VERTELSTANDPUNT OF HET PERSPECTIEF. A. Door de ogen van de ik-figuur. Zij vertelt het verhaal eigenlijk. (Figuurlijk) B. Nee, dat ze opeens allebei naar Amsterdam gaan vind ik vreemd omdat Jona eigenlijk naar Palestina gaat. Jona heeft alleen het doel om naar Palestina te gaan. C. 6. WAT WIL HET VERHAAL DE LEZER ZEGGEN? A. Ja. B. hoe het eraan toeging hoe het na de oorlog ging als een Jood. C. Zoals gewoon. Als normaal dus. D. Dat het toch wel goed ging na de oorlog met de economie. (Er reden toen al auto’s) 7. ZOU JE NOG EEN VERHAAL LEZEN? A. Ja, ze kan interessante boeken schrijven. B. Nee, over dit thema wordt teveel geschreven. C. Nee

D. Nee. E. Omdat er teveel boeken over geschreven zijn. Informatie over de schrijver. Marga Minco
Geboren: 1920
Debuut: Het bittere Kruid (1957, roman) Genre: Roman, novelle, kort verhaal, televisiespel, kinderboek
Bijzonderheid: Doet gemiddeld tien jaar over één roman
Citaat: `Door te schrijven over mijn leven, heb ik aan mijn leven een bepaalde vorm gegeven. Ik houd mij nu aan die vorm. Ik zie mezelf door de ogen van de schrijver die ik ben geworden.’ (Libelle, 28-11-1997) Recent werk: De verdwenen bladzij (1994, kinderverhaal), Nagelaten dagen (1997, roman), Door het land (1998, roman) Marga Minco is een ander woord voor Sara Minco, die op 31 maart 1920 geboren wordt in Ginneken. Ze is de enige die het wegvoeren van haar familie in de oorlog overleeft. De voornaam Marga is een overblijfsel van haar onderduikernaam Marga Faes. Ze trouwt met de schrijver/dichter Bert Voeten, waar zij na enkele jaren van scheidt. Haar werk wordt grotendeels door oorlogservaringen gekleurd. Haar debuut is Het bittere kruid uit 1957, dat in 1985 wordt verfilmd door Kees van Oostrum. Als haar verhalen niet over de oorlog gaan, dan spelen eenzaamheid en isolement een grote rol. Het toeval is ook belangrijk in haar boeken. Ze schrijft ook korte verhalen en kinderboeken, onder andere Kijk eens in de la (1963) en De verdwenen bladzij (1994). Ze krijgt in 1957 de Multatuli-prijs voor het verhaal Het adres en in 1958 ontvangt ze de Vijverbergprijs voor Het bittere kruid.