Het gulden vlies van thule door Thea Beckman

Het boek is geschreven door Thea Beckman. Het is uitgegeven door Lemniscaat
De eerste druk was in 1989. Dit boek is een vervolg van: Kinderen van Moeder Aarde en Het helse paradijs. Samenvatting. De eerste twee verhalen spelen zich 6 eeuwen na de derde wereldoorlog af. De derde wereldoorlog was een kernoorlog. Ze hadden overal rekening mee gehouden, behalve met de natuur. Die raakte helemaal in de war en begon alles te verdraaien, de noordpool kwam op Japan te liggen en de zuidpool ergens in Midden-Amerika. In Groenland begon alles te smelten. Een handjevol mensen die de kernoorlog overleefd hadden maakten daar hun land van, genaamd Thule. Thule wordt geregeerd door vrouwen en het staatshoofd noemen ze de Konega. Ze leven erg primitief, zonder stroom en dergelijke, haatten mensen niet en doden geen dieren maar zijn erg gelukkig en tevreden. Ze geloven in Moeder Aarde. Er zijn ook een aantal mensen die in Europa in leven zijn gebleven. Hun staatshoofd noemen ze Egon en die regeert erg streng over zijn land: het Groot Badense Rijk. Daar zijn ze katholiek. Ze voeren veel oorlog omdat ze bijna geen vruchtbare grond hebben en vooral veel woestijn. Ze vinden oude kaarten en gaan op zoek naar Groenland. Twee expedities keren niet terug. Het derde boek speelt zich 50 jaar later af. De Badeners hebben 5 belangrijke kuststeden(Kulus, Julianhab, Frederiksborg, Gothab en Upernavik) in beslag genomen. Elvira is een nieuwsgierig en erg leergierig meisje. Elvira’s vader is ondergouverneur van Upernavik geworden. Ze wil graag Thuleens leren en vraagt haar vader om een paar boekjes mee te nemen. Met de boekjes gaat ze met haar paard Tirana naar de rivier Ilk, de grens tussen Thuleens en Badens grond-gebied. Daar ontmoet ze een Thuleense vrouw, Beda, die haar Thuleens leert. De Thulenen voeren terroristische aanslagen op allerlei belangrijke installaties. Als Beda bij een van de aanslagen om het leven komt en als haar vader na een expeditie naar het binnen-land niet terugkeert besluit ze op zoek te gaan naar haar vader. Ze zwerft dagenlang rond in de Thuleense wildernis. Dan wordt ze opgepikt door woudlopers. Die brengen haar naar de stad Sisaa, waar ze hoort dat haar vader is gedood door Badense kogels. Op dat moment wil ze nog maar één ding: Vrede. Ze wordt door de Konega-zoon, Tjalf, die in Sisaa is naar Holtak gebracht waar ze zijn grootmoeder Thura ontmoet. Thura is een oude vrouw die er voor heeft gezorgd dat de twee eerdere expeditieschepen niet meer zijn te-ruggekeerd. Daar krijgt ze te horen dat zij de uitverkorene is om onderhandelaarster te worden tussen de Thulenen en de Badeners, en dat ze bij Thura moet blijven om meer over de cultuur te weten te komen. Thura is niet erg vergevingsgezind met de Badeners omdat die tijdens een bombardement de regerende Ko-nega (haar dochter) en haar man Christian gedood hebben. Shasita, de dochter van de oppergouverneur van Thule, gaat samen met haar twee jongere zusjes Reni en Hajo en Sepp Hohenstuuf op reis naar Holtak met een motorboot over de rivier Katmandjar. Als ze op een morgen wakker worden is Sepp weg. Ze gaan hem zoeken maar vinden hem niet en als ze terug komen is de motorboot ook weg. Ze trekken door het bos en komen uiteindelijk in Holtak aan. Daar ontmoeten ze de Konega en Elvira, waarmee ze vriendinnen worden. Na veel praten worden hun ook tot onderhandelaarsters benoemd. Daarna worden ze teruggebracht door een paar woudlopers. Elvira heeft het daar moeilijk mee omdat ze een oogje op Tjalf heeft. Als terug zijn in Gothab schrijft de oppergouverneur een paar bezegelde brieven die Elvira dan naar de gouverneur van Upernavik moet brengen. Die gelooft niet dat de oppergouverneur een vrouwelijke koerier gebruikt en denkt dat ze een verrader is. Ze wordt gevangen gezet als de gouverneur erachter komt dat ze de dochter van de ondergouverneur is. Shasi-ta vindt het raar dat Elvira niet terug komt en hoort dat ze gevangen is gezet. Haar vader schrijft een brief waarin staat dat hij eist dat Elvira wordt vrijgelaten. Als het schip waarmee ze vaart, schipbreuk lijdt, dwaalt ze samen met de opvarenden door de wildernis als tot ze wordt opgevangen door een paar woudlopers. Als die horen dat Elvira gevangen zit, gaan de woudlopers waaronder Tjalf, Elvira bevrijden. Als ze dan weer terug in Gothab zijn, schrijft de vader van Shasita een brief naar de Badense regering, dat ze een vertegenwoordiger van het Badense rijk nodig hebben. Die vertegenwoordiger, Fridolin Von Tabor genaamd, gaat samen met Elvira en Shasita naar Thura en de Konega. De Thulenen willen alleen handel drijven als de Badeners alle bezette gebieden ontruimen. Eerst wil Fridolin dat niet maar hij wordt omgekocht met het Gulden Vlies, een schapenvacht vol met stof-goud. Elvira ziet op het laatst haar toekomst somber in omdat ze wordt gezien als een verraadster. Tjalf schrikt als ze zegt dat ze moeilijk weer zou kunnen wennen aan het leven in Badenburg. Hij vraagt of ze blijft, en dat doet Elvira maar al te graag! Deel B De hoofdpersonen zijn Elvira en Shasita. Ze lijken wat betreft karakter eigenlijk op elkaar, ze hebben beide de moeite genomen om Thuleens te le-ren, ze gingen ook beide op onderzoek uit en zijn ook erg nieuwsgierig. Op het laatst wordt alles goed opgelost, de Konega krijgt haar land terug en Het Groot Badense Rijk krijgt een handelsovereenkomst. Je leert alleen Elvira Shasita van binnenuit kennen want het boek bestaat eigenlijk uit drie delen, het eerste deel gaat over Elvira’s gedachten en doen, het tweede over dat van Shasita en het derde weer over Elvira. Het verhaal speelt zich af 6 eeuwen na de kernoorlog, en begint in het Badense Rijk en verder speelt het zich af in veel plaatsen in Thule, zoals Gothab, Upernavik, Sisaa en Holtak. Tussen begin en eind zit ongeveer 3 jaar. Ik denk dat de schrijfster de bedoeling heeft gehad te laten zien, hoe verkeerd we nu eigenlijk bezig zijn, met al dat vervuilen van de aarde en het haten van mensen die er anders uitzien. Het speelt zich af in de toekomst maar het zou ook nu kunnen zijn, dat Thule een onbekend eiland zou zijn.