Beschrijving vertelperspectief:
Het vertelstandpunt is het persoonlijk vertelperspectief, maar met een wisselende verteller. Hierdoor kom je meer te weten over de personages apart.
Beschrijving plaats en ruimte:
De verdwijning van Saskia vindt plaats op een benzinestation in Frankrijk. Rex wordt acht jaar later levend begraven op een plaats in Frankrijk. Hoofdstuk twee speelt zich af in Italië, waar Rex en Lieneke op vakantie zijn. In hoofdstuk vier bevindt Rex zich in Amsterdam.
Beschrijving tijd:
Het verhaal wordt verteld in de verleden tijd. Op 28 juli 1975 wordt Saskia ontvoerd. Na acht jaar, in de zomer van 1983, vraagt Rex Lieneke ten huwelijk. Daarna zet hij een opsporingsactie op om Saskia te vinden. De vertelde tijd is dus ongeveer 8 jaar. In een flash-back wordt de voorgeschiedenis van de moordenaar verteld. De hoofdstukken vormen geen chronologisch geheel.
Titelverklaring:
Saskia droomde als klein kind dat ze opgesloten zat in een Gouden Ei. Ze vloog door het heelal en de enige kans om te ontsnappen was, door op een ander Gouden Ei te botsen. Ook Rex Hofman heeft een nachtmerrie over een Gouden Ei.
Thema:
De raadselachtige verdwijning van twee personen:
Het hoofdthema is de verdwijning van Saskia.
Recensies:
1.Hans Vervoort, NRC handelsblad, 06-07-1984
Het genre van de 'fantastische vertelling' wordt in Nederland niet veel beoefend. Ik heb het dan over verhalen waarin Esscher-achtige constructies voorkomen, gespeeld wordt met het gebrekkige waarnemingsvermogen van mensen, ik en hij-figuren in elkaar overgaan, de tijd achteruit loopt, en zo meer.
Bordewijks debuut, W. F. Hermans soms, Mulisch's Sergeant Belcampo, Johan Daisne, verder kom ik niet. En Rico Bulthuis natuurlijk, van wie ik ooit een fascinerend verhaal las waarbij de ik-figuur aan het slot zichzelf tegenkomt, op weg om het inmiddels vertelde verhaal te ondergaan, een tot in de eeuwigheid gesloten cirkel van herhaling van gebeurtenissen.
Tim Krabbé heeft met Het Gouden Ei een juweeltje aan dit korte lijstje toegevoegd. De hoofdpersoon is Rex Hofman, die met zijn vriendin Saskia op weg is naar een vakantiehuisje in Frankrijk. Als ze bij een pompstation pauzeren gaat Saskia naar het toilet, om niet meer terug te keren. Ze is in het niets verdwenen. Wat is er gebeurd? Zal ze ooit terugkeren? Rex' leven wordt daarna beheerst door dit raadsel. Het obsedeert hem zo dat hij, gesteld voor de keus tussen haar leven en een verklaring van haar verdwijning , voor het laatste zou kiezen. En uiteindelijk stelt hij dan ook zijn eigen leven in de waagschaal om achter de waarheid te komen.
Verder kan ik niet gaan met het navertellen van de inhoud van Het Gouden Ei, want het weggeven van de clou zou veel teniet doen van de spanning die Krabbé in het verhaal opbouwt. Gelukkig is er méér over het boek te vertellen, zonder verraad van het verhaal. In veel van Krabbé's werk staat observeren en manipuleren centraal, de glorie van het gepland bereiken van een beoogd doel, hoe zinloos dat op zich zelf ook is. Ook in De Renner (gebaseerd op zijn ervaringen als amateur-wielrenner) gaat het er vooral om hoe de geest het lichaam regeert, wat dat lichaam terugdoet, hoe de concurrenten in elkaar zitten.
Claustrofobie
In Het gouden ei wordt vooral gespeeld met het uitschakelen van het geweten, Rex Hofman houdt veel van zijn vriendin, maar gunt zich gedachten die daarmee in strijd zijn. Hij observeert haar koel, gebruikt haar voor kleine plagerijen, constateert bij zichzelf dat het hem zeer opwindt om slecht te zijn. De titel van het boek refereert aan een droom van Saskia waarin zij zich opgesloten weet in een gouden ei dat door de ruimte zweeft en waarin zij eeuwig zal moeten blijven zonder ooit te sterven. De bevrijding door de dood zal alleen komen als zij ooit opbotst tegen een ander gouden ei, maar die kans is klein.
Deze claustrofobie-droom kennend brengt Rex zijn vriendin toch in de situatie waarin die paniek moet optreden, hij geneert zich ervoor maar kan het niet laten. De uiteindelijke hoofdpersoon van het verhaal is degene die Saskia liet verdwijnen. Hij is het verlengstuk van Rex, een man bij wie het geweten uiteindelijk geen functie blijkt te hebben.
Stel, je bent een goed aangepast lid van de maatschappij en tijdens het jaarlijkse bedrijfsuitje sta je met een collega aan de rand van een diep ravijn. Het uitzicht is fraai, hij geniet ervan, maar intussen bekruipt je de gedachte: één duwtje en hij verdwijnt gillend in de afgrond. Gegarandeerd dood, geen getuigen in de buurt, risicovrije overtreding. Hoe zou je je voelen als je dat duwtje gaf? Schuldig of juist heel prettig opgewonden? Je weet het pas als je het doet.
Het Gouden Ei gaat in essentie over dit testen van het Superego, het uitproberen van het Kwade. Iedereen heeft een geweten dat hem vertelt wat hij wel of niet mag doen, op straffe van uitstoting uit de groep en op straffe van schuldgevoel. De meeste mensen komen er niet toe om uit te testen of die sanctie inderdaad volgt, of dat het een ingehamerde mythe is.
Krabbé's uiteindelijke hoofdpersoon doet het wel, hij volgt de impuls van zijn gedachten, en als hij zijn misdaad stap voor stap voorbereidt en ten slotte uitvoert, blijft het halt-bevel van zijn geweten uit en ook de wroeging.
Tim Krabbé heeft er een fascinerend verhaal van gemaakt, uitstekend geschreven, met goed getimede informatie en virtuoze tempowisselingen. Het risico dat het een te onwerkelijk verhaal zou worden heeft hij instinctief vermeden door het invlechten van alledaagse taferelen die de vertellingen steeds ferm in de werkelijkheid terugzetten. Als pompstationhouders in Frankrijk dit jaar klagen over teruglopende omzet, ligt de verklaring voor de hand.
2.Ricco van Nierop, 7-4-2004
Halverwege Het gouden ei volgen we Lemorne. Ook hij ziet een kind in het water, maar denkt niet na, springt en redt het kind van de verdrinkingsdood. Vervolgens geniet hij van de hem omringende bewondering en bedenkt het volgende: "Maar zou ik nu ook in staat zijn een misdaad te plegen?" Neem daarbij de anekdote dat hij op 5-jarige leeftijd als experiment van een balkon sprong en we hebben een intelligent maar verknipt persoon, in staat tot niets en alles.
Maar dan zijn we al halverwege het verhaal en heeft de misdaad al plaatsgevonden. In hoofdstuk 1 zijn Rex en Saskia op weg naar Frankrijk. Bij een pompstation haalt zij wat drinken en verdwijnt. Een hoofdstuk en acht jaar later heeft Rex een nieuwe vriendin, maar is hij nog steeds op zoek naar Saskia. In de laatste drie hoofdstukken ontvouwt de ware toedracht zich langzaam voor de lezer en voor Rex. Het gouden ei staat al 20 jaar op de boekenlijsten van scholieren, is al aan zijn 20e druk toe en werd vele malen vertaald. Je kunt dit succes al te makkelijk verklaren door naar de dikte van het boekje te kijken; nog geen 100 bladzijden. Maar hierin zit maar een deel van het succes. Een ander, belangrijker deel zit in Krabbé’s heldere vertelstijl. Daarnaast voert Krabbé’s personages op die dankzij zeer menselijke karaktertrekken toch ergens de fout ingaan. Zijn grootste troef is echter het plot; de verdwenen vriendin, de zoekende achterblijver, de dader en vooral de wijze waarop achterblijver het mysterie ontrafelt
Krabbé introduceert zijn personages summier, je leert ze vooral kennen door hetgeen ze meemaken. Dat levert de lezer een hoop tijdwinst op; voor je het weet zit je in het verhaal. Door het pakkende gegeven van de verdwijning is identificatie ook niet ver weg. Maar Krabbé geeft de lezer niet alleen actie, wel degelijk duikt hij in de psyche van zijn karakters. Sterk aan de gedachtekronkels is de eerlijkheid. Als Rex gokt dat Saskia waarschijnlijk verkracht is en daarna misschien wel hun hotel zal kunnen terugvinden, volgt een zo onethische gedachte dat die wel menselijk moet zijn: "Het was niet eens gezegd dat de vakantie reddeloos was." Logischerwijze heeft ook de dader onethische gedachten, maar juist zijn experimenteerdrift valt op. Flauw genoeg is het nog een scheikundeleraar ook die tot in precisie zijn misdaad plant. Krabbé heeft voor de goede lezer nog wat overeenkomsten ingebouwd tussen de dader en Rex. Een klein dingetje is bijvoorbeeld de niet-seksuele erectie die Rex krijgt van spanning als hij met zijn nieuwe vriendin het idee opvat om te gaan trouwen. Ook de dader heeft een erectie van niet-seksuele spanning als hij zijn misdaad aan het uitproberen is op willekeurige dames. De overeenkomsten lijken te willen zeggen dat het ook jou had kunnen gebeuren: dat je geliefde kan verdwijnen of dat je die misdaad pleegt. Alsof de misdaad een toevalligheid is die zich dit maal voor het slachtoffer als noodlot manifesteert.
Met zo'n sterk plot lag een verfilming voor de hand. En het was niet eens Krabbé's eersteling. Zijn vroege roman Flanagan (1970) werd al in 1975 verfilmd en het korte verhaal De paardentekenaar in 1983. George Sluizer maakte Red Desertpenitantiary (1984) naar een scenario van de schrijver en vervolgens Spoorloos (1988) naar Het gouden ei en wegens succes ook nog de Hollywood-versie daarvan The Vanishing (1993). Veel van de roman bleef overeind in de Nederlandse verfilming, maar de Amerikaanse versie raakt halverwege het spoor bijster om tenslotte het meest sterke element van het boek volledig teniet te doen. En dat meest sterke element van het plot, is ook de reden om het boek zo snel mogelijk uit te lezen.
Halverwege Het gouden ei volgen we Lemorne. Ook hij ziet een kind in het water, maar denkt niet na, springt en redt het kind van de verdrinkingsdood. Vervolgens geniet hij van de hem omringende bewondering en bedenkt het volgende: "Maar zou ik nu ook in staat zijn een misdaad te plegen?" Neem daarbij de anekdote dat hij op 5-jarige leeftijd als experiment van een balkon sprong en we hebben een intelligent maar verknipt persoon, in staat tot niets en alles.
Maar dan zijn we al halverwege het verhaal en heeft de misdaad al plaatsgevonden. In hoofdstuk 1 zijn Rex en Saskia op weg naar Frankrijk. Bij een pompstation haalt zij wat drinken en verdwijnt. Een hoofdstuk en acht jaar later heeft Rex een nieuwe vriendin, maar is hij nog steeds op zoek naar Saskia. In de laatste drie hoofdstukken ontvouwt de ware toedracht zich langzaam voor de lezer en voor Rex. Het gouden ei staat al 20 jaar op de boekenlijsten van scholieren, is al aan zijn 20e druk toe en werd vele malen vertaald. Je kunt dit succes al te makkelijk verklaren door naar de dikte van het boekje te kijken; nog geen 100 bladzijden. Maar hierin zit maar een deel van het succes. Een ander, belangrijker deel zit in Krabbé’s heldere vertelstijl. Daarnaast voert Krabbé’s personages op die dankzij zeer menselijke karaktertrekken toch ergens de fout ingaan. Zijn grootste troef is echter het plot; de verdwenen vriendin, de zoekende achterblijver, de dader en vooral de wijze waarop achterblijver het mysterie ontrafelt
Krabbé introduceert zijn personages summier, je leert ze vooral kennen door hetgeen ze meemaken. Dat levert de lezer een hoop tijdwinst op; voor je het weet zit je in het verhaal. Door het pakkende gegeven van de verdwijning is identificatie ook niet ver weg. Maar Krabbé geeft de lezer niet alleen actie, wel degelijk duikt hij in de psyche van zijn karakters. Sterk aan de gedachtekronkels is de eerlijkheid. Als Rex gokt dat Saskia waarschijnlijk verkracht is en daarna misschien wel hun hotel zal kunnen terugvinden, volgt een zo onethische gedachte dat die wel menselijk moet zijn: "Het was niet eens gezegd dat de vakantie reddeloos was." Logischerwijze heeft ook de dader onethische gedachten, maar juist zijn experimenteerdrift valt op. Flauw genoeg is het nog een scheikundeleraar ook die tot in precisie zijn misdaad plant. Krabbé heeft voor de goede lezer nog wat overeenkomsten ingebouwd tussen de dader en Rex. Een klein dingetje is bijvoorbeeld de niet-seksuele erectie die Rex krijgt van spanning als hij met zijn nieuwe vriendin het idee opvat om te gaan trouwen. Ook de dader heeft een erectie van niet-seksuele spanning als hij zijn misdaad aan het uitproberen is op willekeurige dames. De overeenkomsten lijken te willen zeggen dat het ook jou had kunnen gebeuren: dat je geliefde kan verdwijnen of dat je die misdaad pleegt. Alsof de misdaad een toevalligheid is die zich dit maal voor het slachtoffer als noodlot manifesteert.
Met zo'n sterk plot lag een verfilming voor de hand. En het was niet eens Krabbé's eersteling. Zijn vroege roman Flanagan (1970) werd al in 1975 verfilmd en het korte verhaal De paardentekenaar in 1983. George Sluizer maakte Red Desertpenitantiary (1984) naar een scenario van de schrijver en vervolgens Spoorloos (1988) naar Het gouden ei en wegens succes ook nog de Hollywood-versie daarvan The Vanishing (1993). Veel van de roman bleef overeind in de Nederlandse verfilming, maar de Amerikaanse versie raakt halverwege het spoor bijster om tenslotte het meest sterke element van het boek volledig teniet te doen. En dat meest sterke element van het plot, is ook de reden om het boek zo snel mogelijk uit te lezen.
Mening:
Een erg spannend boek, je wilt graag weten wat er met Saskia is gebeurd en hoe het afloopt
Extra’s:
Het Gouden Ei is in 1988 verfilmd. De film heet “Spoorloos”
Bron: www.scholieren.com 4 januari 2013
www.boekverslag.nl4 januari 2013
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden