Het gouden ei door Tim Krabbé

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
Boekcover Het gouden ei
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3131 woorden
  • 27 januari 2011
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
28 keer beoordeeld

Boekcover Het gouden ei
Shadow

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, Saskia en hijzelf elkaar nog jaren later zouden toewerpen als ze het onderschrift in het album zagen: TOTAL-tankstation met daarin Saskia, enkele minuten voordat zij voor het eerst op de Aut…

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, …

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, Saskia en hijzelf elkaar nog jaren later zouden toewerpen als ze het onderschrift in het album zagen: TOTAL-tankstation met daarin Saskia, enkele minuten voordat zij voor het eerst op de Autoroute zal chauffeuren. De foto aan een punt houdend keek hij hoe het TOTAL station en de geparkeerde auto’s, haast of ze even leefden, uit de chemicaliën opdoemden.

Het gouden ei door Tim Krabbé
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Boekverslag 5 : Het gouden ei


Titelbeschrijving.

Krabbé, T, Het gouden ei, 1984, Bert Bakker.



Korte motivatie.

Ik heb voor dit boek gekozen, omdat het weinig bladzijden heeft en omdat de titel veel vragen achter had gelaten (het was nie duidelijk wat het gouden ei nou met het boek aan het maken had. Ook de uitleg over het boek, aan de binnenkant van de kaft, sprak me wel aan. Ik had namelijk nog een paar boeken van de Literatuur leeslijst opgezocht, maar bij die boeken was de achterkant minder interessant en dus ook niet zo aantrekkelijk om te gaan lezen. Bij dit boek wel. Op de achterkant van dit boek staat dat het een klassieker is, en dat hij al een paar keer is verfilmd. Daardoor dacht ik dat het vast wel een mooi boek zou zijn.


Korte samenvatting (uittrekselbank)
1. Rex Hofman en zijn vriendin Saskia Ehlvest zijn op weg naar hun vakantiebestemming aan de Middellandse Zee. Ze zullen overnachten in Nuits St. Georges, niet ver van Dijon. De stemming is wat geprikkeld als ze stoppen bij een TOTAL-tankstation aan de Autoroute. Ze verzoenen zich met elkaar en besluiten dat Saskia verder zal rijden. Ze leggen samen een muntje, zoals ze dat al enige keren eerder hebben gedaan. Saskia krijgt de autosleuteltjes en gaat eerst even een koel drankje halen voor zichzelf en haar vriend. Rex huppelt wat rondjes over het veld en gaat weer zitten. Op een ochtend heeft hij een rijksdaalder uit Saskia's portemonnee genomen en op een andere keer heeft hij zijn vriendin, zonder dat het nodig was, een citaat voor laten lezen. Hij ziet dit als martelingen, maar begrijpt niet waarom hij dit gedaan heeft.


'Saskia was de enige met wie hij er werkelijk naar had verlangd één te zijn - uitte hij met die martelingen zijn machteloosheid dat dat zelfs met haar niet kon?'

Rex maakt met het polaroid-toestel uit Saskia's mand een foto van het benzinestation. Saskia is altijd bang dat ze zonder benzine zullen komen te staan. Ze heeft dit een keer meegemaakt in Italië. Rex heeft haar een poosje alleen gelaten om benzine te halen; toen hij terug kwam, was ze totaal overstuur. Ze was even eenzaam geweest als in haar nachtmerrie van het Gouden Ei. Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei en zo door het heelal vloog. Ze zou er altijd in moeten blijven. Er was maar één hoop. Er vloog nog zo'n gouden ei door de ruimte. Als ze tegen elkaar botsten, zouden ze allebei vernietigd zijn en dan was het afgelopen.

Saskia blijft lang weg en Rex gaat eens in de servicewinkel kijken. Hij zoekt overal, maar kan haar nergens vinden. Hij laat de cassière een foto van Saskia zien en die herkent haar meteen, maar weet ook niet waar ze naar toe is gegaan. Rex gaat op een open plek voor de kassa staan en houdt de foto omhoog. Niemand reageert, alleen de chef van het TOTALstation biedt enige hulp. De politie komt niet. Rex denkt dat het aannemelijk is, dat Saskia in een auto is gesleurd of gelokt. Ze is waarschijnlijk ontvoerd en verkracht. Rex blijft die nacht in zijn auto zitten.

'Het was alsof hij voelde wat zij nu voelde de angst en de eenzaamheid van het Gouden Ei, en alsof daarmee zijn wens eindelijk in vervulling was gegaan: één met haar worden.'

2. Rex en Lieneke brengen hun vakantie door in Marina di Camerota aan de Golf van Policastro (Italië).
Ze zijn in een huisje dat behoort tot het bezit van de familie van Lieneke. Ze beschikken ook over een rubberboot met bijbehorende oplegger. In het enige café van Camerota staat een video-kast, die Rex de gelegenheid biedt zijn persoonlijk record op te voeren.

Op het strand verschijnen ook regelmatig drie Fransen: twee mannen en een Vietnamees meisje. Het zijn musici van de punk-rockgroep 'Far Out' uit Lille. Rex en Lieneke spelen een badmintonwedstrijd tegen de Fransen: Frankrijk-Nederland. Na een zeer spannende match winnen de Nederlanders. Rex had zich voorgenomen met Lieneke te trouwen, als ze zouden winnen. Bij het eten vraagt hij haar ten huwelijk. Lieneke begint over Saskia. Rex hoopt niet dat ze terug komt en als ze terug komt, zal hij toch bij Lieneke blijven. 's Nachts heeft hij een afschuwelijke nachtmerrie. Hij kreunt en stamelt de woorden: 'Het gouden ei!'

3. Als Raymond Lemorne zestien jaar is, logeert hij bij een oom en tante in Dijon. Hij springt van de balustrade en belandt met een gebroken been en een dubbele arinbreuk in het ziekenhuis. Eenentwintig jaar later is hij scheikundeleraar. Hij is getrouwd, woont in Autun en heeft twee dochters. Op een zondag maakt hij met zijn gezin een uitstapje naar het Canal de Bourgogne.

Er drijft een kind in het kanaal en Lemorne redt het. Na deze menslievende daad vraagt hij zich af of hij ook in staat is een misdaad te plegen.

Drie jaar lang denkt hij erover na. Hij maakt zelf chloroform en brengt deze naar zijn weekendhuisje. Dit huisje knapt hij zelf op en daarom heeft hij een imperiaal en een aanhangwagentje aangeschaft om zijn materiaal te vervoeren. Zijn gezin komt kijken en vindt dat 'papa niet goed snik is geworden met zijn krot.' Een gil van één van de dochters wordt niet door de naburige boer gehoord. Lemorne koopt een pistool, dat hij bij de fles chloroform legt. Zijn slachtoffer zal een meisje zijn en hij houdt zich uitgebreid met het probleem van de ontvoering bezig. Hoe moet dat? Hij neemt proeven en schaft zich een abonnement op de Autoroute aan. Hij zal iemand vragen hem te helpen bij het aankoppelen van zijn aanhangwagentje. Met zijn verjaardag krijgt hij van zijn dochter een sleutelhanger met een metalen R eraan. In een apotheek koopt hij een mitella. Als twee Duitse lifters hun tentje opzetten bij zijn huisje schiet Lemorne hen dood. De lichamen en de tent dumpt hij in een ravijntje. Hij experimenteert bij benzinestations langs de Autoroute. Zo ontmoet hij een Nederlands meisje dat op zijn dochter lijkt. Ze vraagt hem een franc om te wisselen. Als dit niet lukt, loopt ze naar de kassa en wisselt daar. Ze koopt een blikje Fanta en een blikje bier. Dan ziet ze de autosleutelhanger van Lemorne met de R. Ze vraagt waar ze er zo een kan kopen. Lemorne zegt dat hij er vertegenwoordiger in is. Het meisje wil er een met een R kopen. Ze gaan naar de auto en Lemorne vraagt haar even in te stappen. Hij bedwelmt haar met chloroform, daarna rijdt hij het parkeerterrein af, de Autoroute du Soleil op.


4. Het gebeuren in dit hoofdstuk speelt zich acht jaar later af. Rex woont in een flatgebouw aan de rand van Buitenveldert te Amsterdam. Hij is medewerker van een populairwetenschappelijk jeugdtijdschrift, waarvoor hij een artikel schrijft over de negentiende-eeuwse Duitse wiskundige Cantor.

Rex gaat regelmatig naar zijn postbus om te zien of er reacties zijn gekomen op zijn Franse advertentiecampagne. Hij hoopt dat er nog iemand is die inlichtingen over Saskia kan verstrekken. De terugrit met Lieneke is nogal droevig geweest. Sindsdien hebben ze elkaar niet meer gezien, tot ze elkaar in de Universiteitsbibliotheek tegenkomen. Ze maken een afspraak, hebben een lang gesprek en slapen met elkaar. De volgende ochtend drinken ze koffie in een koffiebar. Rex koopt een krant, waarin het verhaal over zijn reclamecampagne staat plus een foto van Saskia. Hij laat het artikel aan Lieneke lezen en vindt het ineens nogal lomp van zichzelf. Ze nemen afscheid van elkaar. De volgende ochtend schrijft hij een brief aan Lieneke, vol melancholie zonder haar iets concreets voor te stellen. Er komt een vijftigjarige heer met kort grijsblond haar naar hem toe. Rex herkent hem als 'de man met de mitella'. Hij heeft hem acht jaar geleden niet langer dan een paar seconden gezien. De punt van zijn mitella is op de polaroid-foto te zien. Lemorne heeft de advertentie gelezen en wil in zijn auto met Rex praten. Hij bevestigt dat Saskia dood is en houdt het bosje sleutels omhoog. Hij zal vertellen wat er gebeurd is door Rex hetzelfde te laten ondergaan. Dan moet hij meegaan naar Frankrijk. Omdat Rex per sé wil weten wat er met Saskia is gebeurd , gaat hij op het aanbod in. Als ze bij de TOTAL-pomp zijn, gebiedt Lemorne Rex een slaapmiddel te drinken. Als het bekertje leeg is, vertelt de Fransman wat er met Saskia is gebeurd vanaf het moment dat ze om wisselgeld vroeg. Rex kijkt bij de paal of de muntjes er nog zijn. Nadat hij ze gevonden heeft, dekt hij ze weer met een steen af. Als Rex ontwaakt uit zijn slaap, ligt hij in een kist, levend begraven.

5. Lieneke ontvangt de brief van Rex en gaat een week later naar zijn huis. Ze waarschuwt zijn ouders en de politie, als ze merkt dat hij niet thuis is, terwijl zijn auto voor de deur staat. In de kranten staat een paar dagen later zijn foto, naast die van Saskia. Nooit wordt meer iets van hen vernomen.


Persoonlijke reactie met 3 beoordelingswoorden.
Ik vond het een zeer spannend verhaal omdat de gebeurtenissen elkaar snel opvolgen en het verhaal niet-chronologisch wordt verteld. Hierdoor werd er veel informatie achter gehouden en daardoor ontstonden en er ook een groot aantal openplekken. Los van het feit dat het boek weinig bladzijden had, had ik het toch sneller uit dan verwacht. Het boek was namelijk in makkelijk nederlands geschreven en was niet moeilijk om te begrijpen. Eerst wist ik niet wat ik moest verwachten van de titen 'Het gouden ei' maar later werd dat wel duidelijk. Het gouden ei had te maken met claustrofobie, want dat is een terugkomend ding in het leven van Saskia, eerst heeft ze een droom daarover gehad en later sterft ze doordat ze levend word begraven. Los van het feit dat het boek spannend was en makkelijk was te lezen was het niet echt een leuk boek. Het eind komt over alsof de schrijver het maar snel af heeft geraffeld. Het boek is wel goed geschreven. Maar als je alles bij elkaar op telt dan kan ik het boek niet bij andere mensen aanraden. 'Je moet er van houden'.


overeenkomst tussen de thematiek in het auteursportret en het boek.

Veel van de eerste romans van Tim Krabbé gaan over hoofdpersonen die een relatie aangaan met andere. In het auteursportret van Tim Krabbé staat dat hij over het algemeen de volgende thema's vaak laat voorkomen in zijn boeken: romantische, onbereikbare liefde, schrijverschap, rivaliteit, jaloezie. Als je gaat zoeken naar het thema van het gouden ei dan is dat: Onmogelijke/onbereikbare liefde of romantiek. En aangezien Saskia levend wordt begraven spreken ook rivaliteit en jaloezie een rol. Maar voornamelijk (zoals in bijna alle boeken van Tim Krabbé) 'onmogelijke relaties'.



In hoeverre is het wereldbeeld in het auteursportret het zelfde als in het boek.

Moet even navragen hoe dit dan moet als in het auteursportret geen duidelijk wereldbeeld staat gegeven.



Is de schrijver geëngagneerd?

Weet de betekenis van het woord niet, het een aantal lessen gemist wegens ziekenhuisbezoeken.


Recensie

schrijver Krabbé, Tim
Titel Gouden ei, Het
Jaar van uitgave 1984
Bron Trouw
Publicatiedatum 30-08-1984
Recensent Rob Schouten

Recensietitel Het sportieve proza van Krabbé

De schrijver Tim Krabbé behoort tot het genus der vertellers, een in de Nederlandse kritiek niet altijd even gunstig beoordeelde groep. In de jaren zestig en zeventig wemelde het ervan. Vooral het Amsterdamse studentenblad Propria Cures wist ze uit een schier onuitputtelijk reservoir almaar op te diepen. Maar aan het eind van de jaren zeventig kwam de klad erin, de kritici begonnen wat apathisch te worden en ook bij het publiek liepen de 'vertellers' boeken niet meer zo goed.

Jeroen Brouwers sloeg bij het sluiten van het decennium met één machtige armzwaai de meeste kopstukken van deze veelkoppige draak af en voor de meesten was toen de lol er af. Ze zwaaiden af naar de journalistiek, van kwaliteitskranten tot boulevardpers waar ze allang met open armen werden opgewacht.

Ook over Krabbé was Brouwers in zijn fameuze pamflet De Nieuwe Revisor niet te spreken. 'Boekie van Tim Krabbé over fietsen,' las hij verveeld, 'Prulgeschriften van jongensvriendjes', nog norser. Wie de pest bestrijdt moet niet met een ondermaatse muizeklem aankomen, en Jeroen Brouwers bestreedt de pest, de meer dan overvloedige woekering van derderangs eendimensionale vertelseltjes over tobbende dertigers, drank en stukke relaties.

Ik ben het wat betreft heel wat namen in zijn geschrift met hem eens, maar met een aantal ook niet. Sommigen sneuvelden mijns inziens ten onrechte, al was het voor de goede zaak. Ook Krabbé is door Brouwers op de grote hoop geveegd, en daar ben ik het niet mee eens want deze Krabbé mag dan geen Borges, Kafka of Vestdijk zijn, ik lees hem toch altijd met plezier en van zijn twee recente boeken, of boekjes, '43 wielerverhalen' en 'Het gouden ei', valt mijns inziens ruimschoots te genieten.

Vrij compleet
Krabbé is een verdienstelijk schaker, een verdienstelijk amateurwielrenner en een schrijver van enige naam. Bij elkaar kan hij dus nogal wat, maar hij blinkt nergens opvallend in uit. Daarentegen moet hij een vrij compleet man zijn, want hij verenigt de eigenschappen van een denker, een schaapskop en een kunstenaar in zich. Combinaties van die diverse eigenschappen leveren soms een bijzonder resultaat op.

Dat is beslist het geval in zijn gebundelde NRC-columns '43 wielerverhalen'. De wielersport mag in kringen der intelligentsia op zeker moment een erg trendy verschijnsel zijn geweest, Krabbé heeft zich er tenminste oprecht en met hart en ziel aan gegeven. En hoewel hij een kampioen van zeventiende plaatsen en dergelijke is geworden, weet hij er alle finesses van.

Nu moet ik toegeven dat ik bij de uitzending der eerste klassiekers op België onmiddellijk alle andere afspraken afzeg, zodat ik wellicht bevooroordeeld ben, maar ik maak me sterk dat '43 wielerverhalen' ook voor de gemiddelde liefhebber van curieuze enthousiasmen iets in petto heeft.

Omgekeerd relativeren

Opmerkelijk is Krabbé's neiging tot omgekeerd relativeren. Niet alleen wordt ér blijkens zijn impressies nog in de onbenulligste veteranenkoersen op onmenselijke wijze afgezien, ook weet hij altijd wel een persoonlijke link naar het 'grote werk' te leggen. Via duistere omwegen rijdt Krabbé eigenlijk iedere keer in een klassieker, al was het maar omdat hij naast Frans Klardie rijdt, die in de dagen van olim nog eens heeft opgetrokken met Ab Geldermans, die ooit Luik-Basternaken-Luik won.

Dan weer weet Krabbé zich één seconde lang virtueel in de gele trui of berekent hij dat hij met bijkans het hele Tour de France-peloton van een bepaald jaar wel ooit op een kassei gekoerst heeft. De openhartigheid over de kinderachtige lijstjes en statistieken die hij bijhoudt, is ontwapenend. alle grootheid is alleen bestemd voor wie er zelf eventjes in gelooft.

Ook de sofismen en het eindeloze geknibbel met zichzelf om al niet meer te hóeven winnen als winnen allang uitgesloten is wijzen erop dat Krabbé tenminste fantasievol in het zadel zit, een indruk die je van zijn medestrijders niet altijd krijgt.

Kenmerkend voor zijn sportieve instelling is zijn opvatting over sport en eerlijkheid. Dopinggebruik zou oneerlijk zijn? Nou èn, zegt Krabbé, 'het lijkt me eerder het kenmerk van sport dat het er oneerlijk aan toe gaat. Wie heeft er aardigheid in een wielerwedstrijd waarin alle renners ex aequo over de finish komen? Wie zou willen kijken naar een voetbalwedstrijd waarin na de rust ter bevordering van de eerlijkheid niet alleen van speelhelft maar ook van spelers gewisseld wordt?' Krek!

Zulke frisse winden waaien meer door Krabbé's sportproza, dat daarnaast zonder pedant belezen over te komen een schat aan aangename petite histioire over lui als Merckx, Coppi en Moser bevat. Waarschijnlijk heeft hij zelfs wat te veel kijk op zijn sport om er ooit goed in te worden. 'Je moet niet met je bek sprinten' zou een wijs wielrenner hem eens toegefluisterd hebben. Maar met de toeclips aan schrijven mag hij van mij.

Effectvol
Ik denk dat je Krabbé's columnistische werk het best als een uitnemende vorm van journalistiek kunt beschouwen, zonder er meer van te willen eisen. Ook zijn fictioneel proza is gebaat bij een niet al te diepgaande analyse. 'Het gouden ei' bijvoorbeeld is een boek waar iedere filmmaker op af zou moeten springen terwijl de tekstexegeet werkeloos toe moet blijven kijken.

Het is een thriller, zonder pretenties en totaal a-psychologisch maar met vaart en effectvol geschreven. Vriend en vriendin zijn op weg naar vakantiebestemming. Op een parkeerplaats verdwijnt opeens de vrouw en wel voorgoed. Jaren later nog probeert de man dit mysterie op te helderen, maar de ontdekking die hij doet betekent ook direct zijn eigen ondergang.

Er zijn drie redenen waarom ik 'Het gouden ei' prijs. In de eerste plaats is dat de treffende beschrijving van de subtiele irritaties van de man jegens zijn vriendin, van wie hij toch veel houdt. In de tweede plaats is dat de manier waarop de schrijver een psychopathische maniak neerzet, die juist door zijn onbecommentariëerde idiote koelheid fascinerende proporties krijgt. In de derde plaats is dat de constructie van het boek in vijf afzonderlijke scènes, waarbij het weglaten en overspringen precies voor de juiste spanning zorgt.

Als gezegd, 'Het gouden ei' is filmisch geschreven. De stijl is ongecompliceerd maar boeiend en raak. Zo wordt de waanzin van de booswicht als volgt ingeleid: 'Na een tijdje legde hij het boek weg en ging over de balustrade leunen. Beneden was een gladgeschoren gazon dat, onderbroken door twee wandelpaden, tot aan het volgende flatgebouw reikte. "Als ik eens sprong," dacht hij.' Geen gepsychologiseer, geen gezeur, gewoon gek; en zo hoort het ook, denk je.


Die nuchtere opstelling, zonder geforceerde ironie, bezorgt Krabbé een aparte en sympathieke plaats in het hedendaagse realisme. In alle opzichten schrijft hij sportief proza, onomwonden en doelgericht, en als hij onverhoopt per ongeluk in de achterhoede eindigt dan nog altijd met het opgeheven hoofd van de feitelijk onverslaanbare verliezer.


Schrijfstijl.

Het eerste puntje dat in de recensie voor komt is de schrijfstijl. 'de manier waarop de schrijver een psychopathische maniak neerzet, die juist door zijn onbecommentariëerde idiote koelheid fascinerende proporties krijgt'. Met deze uitspraak ben ik het wel eens want, door middel van de schrijfstijl die Tim Krabbé hanteerd kan hij zijn personages tot in de puntjes uitwerken zodat de lezer precies weet wat hij voelt of ziet.

Tijd/spanning.
Het tweede punt dat ik uit de recensie het gehaald is eigenlijk een combinatie van twee punten: tijd en spanning. Want door middel van de tijdsindeling wekt de schrijver spanning op: de constructie van het boek in vijf afzonderlijke scènes, waarbij het weglaten en overspringen precies voor de juiste spanning zorgt. Ook hier ben ik het mee eens want door de volgorde in het verhaal ontstaan er een hoop vragen en open plekken. En die brengen dan de nodige spanning met zich mee.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het gouden ei door Tim Krabbé"