Het gouden ei.

Hoofdstuk 1:

Opdracht 1
A: Saskia heeft roodgespoelde wriemelhaar, ze droeg vaak truitjes met laag uitgesneden ruggen, en haar rug zit vol met sproeten.
B: Saskia is ongegeneerd ijdel, haar geluksgetal is acht, rozen waren het mooist als het er acht waren, en ze vond het jammer dat Rex niet in jaartje jonger was want dan scheelde ze acht jaar. Saskia heeft claustrofobie.

Opdracht 2:
Het was alsof hij voelde wat zijn nu voelde – de angst en de eenzaamheid van het Gouden Ei, en alsof daarmee zijn wens eindelijk in vervulling was gegaan: één met haar worden.

Opdracht 3:
Rex en Saskia zijn op weg naar Frankrijk. Onderweg stoppen ze bij een benzinepomp om even te rusten. Saskia gaat even iets te drinken halen. Rex wachtte al heel lang op haar maar Saskia kwam maar niet. Hij ging overal naar binnen om haar te zoeken. De medewerkers weten niet waar hij is. Hij belde de politie en het hotel maar niemand kan hem helpen. Saskia is spoorloos verdwenen.

Hoofdstuk 2:

Opdracht 4
A: Het verhaal speelt zich af aan het strand in Marina di Camerota in Italië.
B: Rex en Lieneke.

Opdracht 5:
Rex wilt niet weten wat er met Saskia is gebeurd, als hij moest kiezen tussen ze blijft zo doorleven, of ik zal alles te weten komen, in ruil voor haar dood. Dan zal ze haar dood laten gaan.

Opdracht 6:
Rex was met Lieneke op vakantie in Marina di Camerota in Italië, ze gingen badmintonnen met 2 fransen. En als Rex en Lieneke wonnen, zou Rex Lieneke ten huwelijk vragen. Het werd een spannend potje en toch wonnen ze. Ze gingen iets drinken in een restaurant en toen vroeg Rex haar ten huwelijk.

Hoofdstuk 3:

Opdracht 7
A: Het verhaal speelt zich af in Autun waar Lemorne woont.
B: toen hij 16 was, ging die een weekeind met zijn moeder bij zijn en oom en tante in Dijon logeren. 21 jaar later ging hij met zijn gezin een dagje weg naar het Canal de Bourgogne.

Opdracht 8:
Raymond Lemorne lag toen hij 16 was, 6 weken in het ziekenhuis met een gebroken been en een dubbele armbreuk. Pas na eenentwintig jaar kwam er pas weer iets dergelijks bij hem op. Hij was leraar scheikunde, getrouwd, en hij had 2 dochters van dertien en elf. In de herfst maakte hij een uitstapje met zijn gezin, en had toen een kind uit het water gered. Drie jaar lang ging er geen dag voorbij dat hij er niet aan dacht, het drong tot hem door dat hij ook kon stoppen, en het kind niet uit het water halen.

Opdracht 9:
Lemorne kwam Saskia tegen in een benzinepomp, saskia wilde een franc wisselen, en zag bij Lemorne een sleutelhangertje met een ‘R’ aan z’n sleutel hangen. Saskia vroeg waar hij die had gekocht en Lemorne zei dat hij daar in handelde en nog wat in zijn auto had liggen. Saskia ging mee naar zijn auto en stapte in. Lemorne pakte het doekje met chloroform en drukte dat tegen Saskia’s mond.

Hoofdstuk 4:

Opdracht 10
A: in Buitenveldert, ligt bij Amsterdam, en in het kantoor van Rex, in Frankrijk.
B: Rex, Lemorne.
C: Op een dag komt er een man naar Rex toe die zegt dat hij de ontvoerder van Saskia is. Zijn naam is Raymond Lemorne. Hij wil Rex wel van zijn onzekerheid verlossen, maar dat gaat ten koste van zijn leven, omdat Rex dan hetzelfde lot als Saskia moet ondergaan. Rex gaat hiermee akkoord. Ze gaan op weg, en Lemorne vertelt Rex waarom en hoe alles gebeurd is. Dan verdooft Lemorne Rex, en wanneer Rex weer wakker wordt, ligt hij in een grafkist. Van Rex en Saskia word niks meer gehoor

Hoofdstuk 5:

Opdracht 11:
Lieneke kreeg rex’ brief, ze wist niet hoe ze moest reageren dus belde ze een goede vriend van Rex. Hij zei dat ze Rex gewoon toevallig moest tegen komen. Vrijdags en zaterdags ging ze naar een paar cafés waar Rex zou kunnen komen, maar daar kwam die niet. Hij belde ook niet en als Lieneke hem belde nam die niet op. Ze ging naar zijn huis maar Rex deed niet open, dus Lieneke belde zijn ouders op die verbaasd waren. Een paar dagen later stond Rex’ foto in de krant. Rex Hoffman was spoorloos verdwenen. Rex en Saskia waren spoorloos verdwenen.

Opdracht 12:
Rex weet nou wel wat er met Saskia is gebeurd, maar wij weten niet hoe het met Rex verder is gegaan, of hij op tijd is gevonden. Of dat hij dood is gegaan.

Opdracht 13:
Hoofdstuk 2: het perspectief ligt bij Rex.
Hoofdstuk 3: het perspectief ligt bij Raymond Lemorne.
Hoofdstuk 4: het perspectief ligt bij Rex.

Opdracht 14:
Saskia droomde toen ze klein was dat ze opgesloten zat in een ‘gouden ei’ dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. En Raymond Lemorne had haar ook opgesloten in een kast waar alles zwart was, en waar ze niet meer uit komt. En dat lijkt ook een beetje op dat gouden ei.

Opdracht 15:
Ik dacht op het begin dat het in saai boek was, maar toen ik het uit had gelezen viel het best mee.