Het gouden ei door Tim Krabbé

De titel is “Het gouden Ei”,het is geschreven door Tim Krabbé. Uitgeverij Bert Bakker in Amsterdam bracht in 1984 de eerste druk uit. Het boek telt 98 blz., opgedeeld in vijf genummerde hoofdstukken, aangegeven met een bladzijde wit. Verschillende scenes worden gescheiden door een regel wit. SAMENVATTING
Het boek heeft gesloten einde, die tegelijkertijd ook weer open is. Rex heeft nu hetzelfde ondergaan als Saskia, het verhaal is nu afgesloten, maar tegelijkertijd zou je wel willen weten hoe het nu verder gaat. Wat er met Lieneke gebeurt, enz. Bij mijn gevoel was het verhaal nog niet helemaal af. Ik vond het boek redelijk realistisch, bijvoorbeeld de ontvoering van Saskia, de zoektocht van Rex, en ook Raymond Lemorne vond ik realistisch. Iedereen denkt er wel eens over hoe het zou zijn om ongestraft een misdaad te plegen, alleen hij doet het echt, wat ik iets minder realistisch vind. Ook het voorval met de twee kampeerders is niet echt realistisch, net als het voornemen van Rex om met Lieneke te gaan trouwen als ze het partijtje badminton winnen. De meeste mensen denken daar toch langer over na. Het verhaal wordt niet chronologisch verteld, wat de spanning opvoert. Hfdstk. 1 speelt zich af in 1975, hfdstk 2, 4, en 5 in 1983 en hfst. 3 van 1950 tot 1975. Het eerste hfst beschrijft een avond en een nacht, hfstk 2 enkele dagen tijdens een vakantie. De vertelde tijd in h. 3 is 25 jaar, h. 4 vijf dagen en h. 5 enkele weken tot oneindig. De totale vertelde tijd is 8 jaar, wat niet gelijk is aan de verteltijd: je leest het boek in anderhalf uur uit. Hier is dus sprake van tijdsversnelling. Het gouden ei is een korte, personale roman. Het wordt verteld vanuit 3 personages, een meervoudig perspectief. H.1,4 en het grootste deel van h2 worden vanuit Rex verteld, we zien Saskia ook alleen door de ogen van Rex. H3 wordt geheel verteld vanuit Lemorne. Door het dubbele personale perspectief bij Rex en bij Lemorne krijgt de lezer inzicht in hun gedachtes, zo leert de lezer de beweegredenen van de moordenaar en het slachtoffer kennen. Het laatste gedeelte van h2, de nachtmerrie van Rex, en h5 worden vanuit Lieneke verteld. Dit is meer een technische ingreep van de schrijver om de nachtmerrie van Rex en wat er gebeurt na zijn verdwijning te beschrijven. Het thema van het boek is de verdwijning van Saskia die als een rode draad door het boek loopt. Een ander thema is claustrofobie, bijv. de droom over het gouden ei, het opgesloten zitten in de auto, het levend begraven. Er zitten verschillende motieven in het boek: 1. droom over het gouden ei, eerst bij Saskia, later bij Rex. 2. Angst om eenzaam te zijn, de angst van Rex om zich nooit een te kunnen worden met iemand. Als dat wel gebeurt, betekent dat de verlossing, maar ook de dood. Maar doodgaan is veel beter dan voor eeuwig ontwetend of eenzaam te zijn. 3. Het slechte in de mens. Rex en Lemorne zijn allebei geinteresseerd in het slechte van de mens. Ze willen allebei uitzoeken tot hoever ze kunnen gaan, alleen Rex heeft een geweten en Lemorne niet. Het gouden ei is een psychologische thriller, een thriller omdat het een spannend verhaal is met een lugubere afloop, en psychologisch omdat zowel het innerlijk van de moordenaar als van het slachtoffer belicht worden, zo ontdek je hun beweegredenen. De titel “het gouden ei” is uitgelegd in het eerste hoofdstuk, het slaat op een nachtmerrie van Saskia. 1. Rex Hofman: is een medewerker bij een populair wetenschappelijk jeugd tijdschrift. Hij is 9 jaar ouder dan Saskia, aan het begin van het verhaal is hij 33 jaar oud. Hij houdt van spelletjes en net als Lemorne doet hij graag gedachtenspelletjes. Hij vindt het vreselijk dat hij het raadsel van Saskia niet op kan lossen. Tegen Lieneke zegt hij:”Dan krijg ik bij voorbeeld te horen dat ze ergens leeft, ze is heel gelukkig en zo. En dan mag ik kiezen: ze blijft zo doorleven, of ik zal alles te weten komen, in ruil voor haar dood. Dan laat ik haar dood gaan”. Als hij Lemorne ziet, valt er een kwellende angst van hem af, hij was erg bang dat de moordenaar zelf dood was, zodat het raadsel nooit opgelost werd. Hij wil per se weten wat er met Saskia gebeurd is, hij is bereid daarvoor dood te gaan. Hij heeft veel vriendinnen gehad, maar hij heeft zich nooit zo verbonden gevoeld als met Saskia, ook al plaagt hij haar soms. Hij weet zelf eigenlijk niet waarom hij dat doet, maar hij voelt zich er wel schuldig over, hij heeft dus wel een geweten. Na Saskias verdwijning blijft zijn hele leven in het teken staan van die verdwijning, hij kan pas 8 jaar later iemand ten huwelijk vragen. 2. Raymond Lemorne: Hij is 49 jaar oud, een keurige Fransman, scheikundeleraar, getrouwd en heeft twee kinderen. Hij is door en door slecht, hij is geobsedeerd door de gedachte dat hij dingen kan doen die een normaal mens niet zou doen, de perfecte misdaad plegen. En vanaf het moment dat die gedachte bij hem opkomt, kan hij er niet meer mee stoppen, waar hij zich bewust van is. Hij heeft geen geweten, schiet zomaar twee kampeerders dood om te testen of de buurman iets gehoord heeft. Hij heeft er alles voor over om de perfecte misdaad te plegen. 3. Saskia Ehlvest: Rex’ vriendin, ze wordt alleen door de ogen van Rex beschreven. Ze heeft roodgespoeld wriemelhaar, en ze is ongegeneerd ijdel. Ze houdt niet van autorijden en zij is claustrofobisch. Hoewel ze in het begin van het verhaal met Rex aan het kibbelen is, is hun relatie, die al bijna 4 jaar duurt, verder goed. Soms heeft Rex de behoefte haar te plagen, maar dat komt volgens hem alleen omdat hij van haar houdt. 4. Lieneke: is geen belangrijk personage, het gaat vooral om Rex verhouding tot haar. Rex dacht na 8 jaar wel weer een relatie aan te kunnen gaan, maar na zijn nachtmerrie blijkt dat Saskia altijd tussen hun in zal blijven staan. Het verhaal speelt zich af in Frankrijk, langs de Autoroute vlakbij Autun, in Autun zelf waar Lemorne woont. De vakantie van Rex en Lieneke speelt zich af in Italie, in Marina die Camerota, bij de Golf van Policastro. Rex en Lieneke wonen beiden in Amsterdam, in Buitenveldert. Het boek is in een makkelijke stijl geschreven, heel goed leesbaar. Er worden simpele, korte zinnen gebruikt, en de dialogen zijn heel natuurlijk geschreven. SCHRIJVER
Tim Krabbé is in 1943 geboren. Hij is bekend geworden als schaker, sportjournalist, wielrenner en last but not least, als schrijver. Hij heeft 2 boeken geschreven over schaken en wielrennen. Krabbé debuteerde in 1967 met de psychologische thriller “ de werkelijke moord op Kitty duisenberg”. Hij schrijft gedichten, verhalen, en romans. In 1995 kreeg hij de Gouden Strop voor de beste nederlandstalige misdaadroman met Vertraging, verschenen in 1994. Voor het gouden ei heeft Krabbé de Diepzee prijs gekregen, als het populairste boek onder de middelbare scholieren. Het gouden ei is door George Sluizer verfilmd: in Nederland onder de titel Spoorloos, in Amerika onder de titel The Vanishing. RECENCIES

Hans Vervoort van het NRC vond het een fascinerend verhaal, uitstekend geschreven, met goed getimede informatie en virtuoze tempowisselingen. Een juweeltje. In de arnhemse Courant stond: uitstekend geschreven, spannend, navrant en tot op zekere hoofte lichtvoetig tegelijk. Natuurlijk zijn er ook slechte recensies geschreven, iemand vond bijvoorbeeld dat de moord op de twee kampeerders nergens op sloeg.