Er is mij verteld dat dit een geweldig boek moest zijn, mijn zus was zeg maar verliefd op dit boek, en ook mijn broertje heeft hem vorig jaar gelezen en zei tegen mij dat ik dit boek eens moest lezen. Vandaar dit boek. Nog een bijkomende reden is dat ik een boek moest lezen, waartoe we gedwongen werden door het vak Nederlands. Achteraf gezien was dat bij dit boek helemaal niet zo erg. Samenvatting
De hoofdpersonen in dit boek zijn Rex Hofman en Saskia Ehlvest. Het verhaal speelt zich af in Frankrijk, Italië en Amsterdam in de tijd 1950-1975 en in 1983. Rex en Saskia waren onderweg naar hun vakantiehuisje in Frankrijk. Onderweg kibbelden ze wat. Rex stopte bij een Total-station om te tanken en Saskia ging wat te drinken halen. Rex vroeg zich af of hij haar zo mocht pesten. Drie jaar geleden, tijdens hun eerste vakantie, was de benzine op geweest en had Saskia drie uur alleen in de auto gezeten. Dat deed haar denken aan een droom die ze als kind had. Ze droomde dat ze in een gouden ei door het heelal vloog. Er was niks en ze kon niet doodgaan. Er was maar één hoop: er vloog nog zo’n gouden ei en als ze tegen elkaar aan zouden botsen, zou alles vernietigd zijn. Saskia kwam niet terug uit het Total-station. Rex belde het hotel waar ze geboekt hadden en de politie, maar niemand had Saskia nog gezien. Acht jaar later, op een vakantie in Marina di Camerota (Italië) vraagt Rex Lieneke (zijn dan huidige vriendin) ten huwelijk. De uitslag van een spelletje badminton met twee Fransen geeft de doorslag. ’s Nachts heeft Rex een droom over het gouden ei. In 1950 was Raymond Lemorne 16 jaar. Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij van het balkon sprong. Hij sprong en lag 6 weken in het ziekenhuis. 21 jaar later was hij leraar scheikunde, getrouwd en had hij twee dochters. Op een dag red hij een kind van een verdrinkingsdood. Vanaf dat moment vraagt hij zich af of hij nu ook in staat is een misdaad te plegen. Om ongestoord voorbereidingen voor zijn misdaad te kunnen treffen, zei hij tegen zijn gezin dat hij het oude vakantiehuisje zou opknappen. Hij kocht een oud matras en een pistool. Raymond wilde zijn slachtoffer meelokken in zijn auto. Na veel mislukte experimenten, vond hij de beste manier. Dat ging nog een paar keer mis omdat niemand durfde in te stappen. Ondertussen schoot hij ook nog 2 kampeerders dood. Maar op een keer lukte het dan toch. Bij toeval. Een Nederlands meisje zag hem spelen met zijn sleutelhanger waar een grote “R” aan hing. Ze vroeg hem ernaar en hij zei dat hij er vertegenwoordiger in was. Zo lokte hij haar mee de auto in en ontvoerde haar. Acht jaar later (na de vakantie in Italië) was Rex een opsporingscampagne gestart. Hij had grote advertenties laten drukken waarin hij iedereen die Saskia gezien had, oproept hem te schrijven. Er kwamen verschillende brieven. Op een ochtend kwam een Franse man op hem af. (die hij alter zou herkennen als de man met de mitella bij het Total-station) Lemorne wilde vertellen wat hij met Saskia had gedaan, maar dan zou Rex hetzelfde ondergaan. Rex wist dat hij dood ging, maar toch ging hij akkoord. Bij het benzine station moest Rex koffie met slaapmiddel drinken. Lemorne vertelde hem wat er gebeurd wa. Toen Rex wakker werd, lag hij in een doodskist. (Dit was ongeveer hetzelfde als Saskia’s droomover het gouden ei.) Lieneke zocht naar Rex, maar niemand had van hem of Saskia nog iets vernomen. Algemeen
De opbouw zorgde er gedeeltelijk voor dat het zo spannend was. Het verhaal is heel simpel opgebouwd uit 5 delen, die een beetje door elkaar gehusseld zijn (hoofdstuk 3 vindt plaats vóór hoofdstuk 1 en 2). Daardoor moest ik wel even alles op een rijtje zetten, maar eigenlijk is het heel logisch. De schrijver wil de hele tijd wat informatie achter de hand houden om de lezer geïnteresseerd te houden, zodat het lezen boeiender wordt. Taalgebruik
De zinnen in dit boek zijn niet ingewikkeld, eerder kort en duidelijk. Het woordgebruik is normaal en niet moeilijk. Er wordt veel stilgestaan bij de gedachten en gevoelens van Rex. Dialogen komen af en toe voor, de gesprekken die gevoerd worden zijn natuurlijk. Over de schrijver (Door Tim Krabbé zelf) Geboren 13 april 1943 in Amsterdam, waar ik nog woon. Eindexamen 1960 HBS-B aan het Spinoza Lyceum. Leef sinds 1967 van de pen. Ik ben getrouwd geweest met Liz Snoijink, en heb een zoon Esra. Mijn vader en grootvader waren en zijn bekende schilders, evenals mijn broer Jeroen, die ook acteur is. Mijn moeder is filmvertaalster en schrijfster. Ik heb ook wat geacteerd, en een tijdje psychologie gestudeerd aan de GU in Amsterdam, maar van beroep ben ik altijd schrijver geweest. Mijn debuten als schrijver en als journalist vielen samen in 1967. Mijn romans zijn in 12 talen vertaald, en vier ervan zijn verfilmd. 'Spoorloos', naar Het Gouden Ei, waar ik zelf het scenario voor schreef, won het Gouden Kalf 1988 voor de beste Nederlandse film. Hij wordt nog steeds gedraaid in Amerika, en in 1993 werd er daar een remake van gemaakt onder de titel 'The Vanishing.' Niet zo goed als het origineel. In maart 1998 zijn er drie films naar werk van mij in voorproductie; twee naar romans, de derde naar een oorspronkelijk scenario. Naast mijn romans, verhalen en journalistieke werk heb ik vele artikelen en een paar boeken over schaken geschreven. Van 1967-1972 hoorde ik bij de beste twintig schakers van Nederland, maar nooit bij de beste tien. Eigen mening
Ik vond dit een heel leuk en spannend boek om te lezen, uitstekend geschreven en een afschuwelijk, maar prachtig einde. De gebeurtenissen zijn heel logisch met elkaar verbonden. De sfeer in dit boek is heel spannend, omdat je tot de laatste pagina toe niet weet wat er met Saskia gebeurd is. De drang om door te lezen is daarom ook heel groot, je bent de hele tijd nieuwsgierig. De gebeurtenissen hebben een hele echte indruk op me gemaakt, vandaar dat het einde zo schokkend overkwam. Dan weet je wat er toen gebeurd is. Dat zet je toch wel even aan het denken, al heb ik dat niet op de eerste plaats gezegd bij ‘onderwerp’. Het einde is heel mooi, totaal onverwacht.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden